Draaiboek Tender TIBB TENDERING INTENSIEVE BEGELEIDING EN BEMIDDELING NAAR WERK Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 Voorwoord Exact 5 jaar na de opstart van de eerste 'proeftuin' tendering van intensieve begeleiding naar werk, lanceert VDAB met de “Tender Intensieve Begeleiding en Bemiddeling naar werk” (TIBB voor de vrienden) haar grootste tender tot nu toe. Met de uitbesteding van 11.000 trajecten, maximaal te verhogen tot 14.300 trajecten op jaarbasis wordt zeer duidelijk dat in Vlaanderen trajecttendering de proeftuinfase ontgroeid is. De tendering van trajectbegeleiding werd aanvaard als instrument voor een efficiënte uitvoering van het Vlaamse arbeidsmarktbeleid. Bij de uitwerking van de TIBB hield VDAB maximaal rekening met de conclusies van het onderzoeksrapport over de VDAB-tendering dat in 2009 werd uitgevoerd door Idea-Consult en DLA Piper. De rijke ervaring die het tenderteam vanuit de dagdagelijkse praktijk over de verschillende jaren en tenders wist op te bouwen stelde VDAB in staat om dit nieuwe project zo 'gebruiksvriendelijk' mogelijk te maken. Om jullie, onze partners, zo goed mogelijk te ondersteunen bij de uitvoering van de begeleidingsopdracht werd door het tenderteam ook voor deze tender een gedetailleerd draaiboek uitgewerkt. Dit draaiboek hoort uw eerste toevlucht te zijn wanneer u bij de begeleiding op een technisch of inhoudelijk probleem stoot en u nood heeft aan een hulplijn. Het document zal per kwartaal aangevuld en bijgewerkt worden. Aanpassingen aan het draaiboek zullen u steeds via e-mail gemeld worden. Hebt u nog vragen waarvan u het antwoord niet terugvindt in dit draaiboek of dienen er regionale afspraken bijgestuurd te worden dan kan u uiteraard altijd terecht bij de VDAB projectopvolger van het tenderteam. Brussel, 22/12/2010 Jeroen Peeters Tenderteam Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 Inhoud DEEL I – UITVOERING TIBB ................................................................................................ 5 1 Opdrachtomschrijving ............................................................................................................. 5 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 Trajectbepaling ............................................................................................................... 5 Toeleiding naar de dienstverlener ................................................................................. 6 Start en uitvoering intensieve bemiddeling en begeleiding naar werk bij de dienstverlener ................................................................................................................ 6 Trajectacties ................................................................................................................... 7 Trajectafsluiting ............................................................................................................ 10 2 Registratie in Mijn Loopbaan voor Partners (MLP) ...................................................... 11 2.1 2.2 2.3 2.4 Verbintenissen .............................................................................................................. 11 Toeleiding .................................................................................................................... 11 Inzage verlenen ............................................................................................................ 12 Rapportering................................................................................................................. 13 3 Medewerking van de deelnemer ................................................................................. 16 3.1 Transmissie ......................................................................................................................... 16 3.2. Procedure bij niet medewerking – aanvraag bemiddeling ............................................... 16 3.3 Vrijstelling om familiale of sociale redenen ....................................................................... 20 3.4 Vrijwillig verzaken aan werkloosheidsuitkeringen ............................................................. 20 3.5 Vragen om informatie van de RVA ..................................................................................... 20 4 5 Publicitaire verplichtingen ........................................................................................... 21 Klachtenprocedure voor de werkzoekende ................................................................. 21 5.1 5.2 Principes ....................................................................................................................... 21 Rapportering over ontvangen klachten ....................................................................... 22 6 Betalingen..................................................................................................................... 22 DEEL II – TRAJECTACTIES OP AANVRAAG .......................................................................... 24 1. Opleidingen .......................................................................................................................... 24 2. Bijkomende trajectacties ...................................................................................................... 28 3 Communicatie na een opleiding ........................................................................................... 35 4 Vacatures ............................................................................................................................... 35 5 Mobiliteitstegemoetkoming.................................................................................................. 36 6. Uitgewezen Europeanen ...................................................................................................... 39 7. Privacy ................................................................................................................................. 39 8. Correctie resultaatsvergoeding ............................................................................................ 42 Documenten en links................................................................................................................ 43 BIJLAGE 1: Sjabloon eindverslag .............................................................................................. 44 BIJLAGE 2: Controlelijst informatieverplichting ....................................................................... 46 BIJLAGE 3: Vragenlijst ‘Ondernemer worden’.......................................................................... 48 BIJLAGE 4: Registraties traject naar ondernemerschap (‘Maak werk van je zaak’) ................. 50 BIJLAGE 5: Inschattingslijst ....................................................................................................... 53 BIJLAGE 6: Personen met een arbeidsbeperking – aanvraagprocedure screening. ................ 59 Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 4 BIJLAGE 7: Indicatie PmAH en BTOM ....................................................................................... 61 BIJLAGE 8: BTOM’s .................................................................................................................. 62 Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 5 DEEL I – UITVOERING TIBB 1 Opdrachtomschrijving1 1.1 Trajectbepaling2 De trajectbepaler van VDAB beslist of een deelnemer wordt toegeleid naar een dienstverlener op basis van een kwalificerende intake. De dienstverlener verbindt zich ertoe om de toegeleide werkzoekenden intensieve bemiddeling en begeleiding naar duurzame tewerkstelling aan te bieden met inbegrip van jobhunting en nazorg, aangevuld met zo nodig sollicitatietraining en attitudetraining. De doelgroep zijn werkzoekenden die: inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt, nood hebben aan intensieve begeleiding en bemiddeling naar werk omwille van bijvoorbeeld (niet limitatief): o een gebrek aan arbeidsmarktvoorbereiding (sollicitatievaardigheden, kennis arbeidsmarkt,…) o een gebrek aan erkennen, herkennen en toepassen van arbeidsattitudes (leren omgaan met flexibele arbeidsvoorwaarden en langere termijn planning qua werk en opleiding, omgaan met afwijzing en discriminatie, omgaan met autoriteit en opgelegde structuren…) o belemmerende randfactoren en leerpunten (mobiliteit, combinatie werk en vrije tijd, tijdsbeheer, eigen middelenbeheer, huishouden, persoonlijke administratie,…) o …, een duidelijke joboriëntatie hebben, bij toeleiding geen nood hebben aan beroepsgerichte competentieversterking, voldoende Nederlands kennen om een begeleidingsgesprek te voeren en voor de uitoefening van hun voorkeurberoep(en), geen niet-arbeidsmarktgerelateerde problematiek hebben die de inzetbaarheid van de werkzoekende binnen de voorziene begeleidingstijd verhindert, niet in een effectieve financiële werkloosheidsval zitten. VDAB zal bij de toeleiding de focus leggen op de kansengroepen laaggeschoolden en allochtonen, zowel curatief als preventief3. Sinds 2014 kunnen ook 50-plussers worden toegeleid tot en met de leeftijd van 55 jaar. 1 2 2.3 t.e.m. 2.5 bestek 2.5 bestek Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 6 Aansprakelijkheid: De dienstverlener sluit voor de werkzoekenden die bij hem in begeleiding en/of opleiding zijn best een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid af. De verzekering tegen burgerlijke aansprakelijkheid kan dezelfde zijn als voor de eigen personeelsleden 1.2 Toeleiding naar de dienstverlener4 De toeleiding gebeurt doordat VDAB een trajectbepaling opmaakt en een afspraak maakt met de dienstverlener voor een eerste gesprek. De deelnemer wordt definitief aangemeld wanneer hij aanwezig is op het eerste gesprek. Indien de deelnemer afwezig is op zijn eerste contact met de dienstverlener en de dienstverlener kan de deelnemer middels herhaaldelijke pogingen niet bereiken binnen een termijn van 7 dagen, meldt hij de toeleiding af en motiveert deze in MLP. In geval van problemen van andere aard, neemt de dienstverlener contact op met de projectopvolger. 1.3 Start en uitvoering intensieve bemiddeling en begeleiding naar werk bij de dienstverlener5 De dienstverlener aanvaardt de trajectbepaling vastgelegd door VDAB en zorgt voor de uitvoering van de erin opgenomen voorstellen met als prioritair doel de duurzame tewerkstelling van de werkzoekende. De dienstverlener sluit - op basis van de trajectbepaling - een trajectovereenkomst af met de toegeleide werkzoekende. Op basis van de door VDAB aangereikte trajectbepaling leggen de trajectbegeleider en de werkzoekende in onderling overleg vast welke arbeidsmarktgerichte acties waar en wanneer nodig zijn om de werkzoekende te laten participeren aan de arbeidsmarkt. Dit wordt geformaliseerd in de trajectovereenkomst. De dienstverlener is verantwoordelijk voor het opstellen van de trajectovereenkomst tussen hem en de werkzoekende. Na de registratie van de trajectovereenkomst in MLP én de effectieve ondertekening van de trajectovereenkomst dient het eerste trajectopvolgingsgesprek (B1) te worden geregistreerd. Zie ook de handleiding voor trajectbegeleiders bij getenderde trajectbegeleiding. Via MLP moet het volledige verloop van het traject te volgen zijn. De dienstverlener is verplicht het inhoudelijke verloop van de acties in MLP te rapporteren. Trajectovereenkomst6 De trajectovereenkomst is een formele overeenkomst, een verbintenis tussen werkzoekende en zijn begeleider. Het erin opgenomen actieplan is een overzicht van alle acties die ondernomen zullen worden in het kader van de begeleiding van deze specifieke werkzoekende. Dit is dus geen opsomming van acties die eventueel aan bod kunnen komen, 4 2.5.2 bestek 2.5.3 en 2.8.1 bestek 6 2.5.3.1 bestek 5 Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 7 maar een concreet werkplan. Voor elke geplande actie dient tevens de doelstelling en/of het vervolg aangegeven te worden. Volgende items dienen te worden opgenomen in de trajectovereenkomst: a. Concrete jobdoelen Vergeet niet het jobdoelwit en/of de jobaspiraties expliciet te vermelden in de trajectovereenkomst. De jobaspiraties kan je terugvinden in het dossier van de werkzoekende onder “Jobs” en “Begeleiding / traject”. De begeleiding en de acties moeten steeds in functie staan van het bereiken van deze jobaspiraties. Je kan de voorkeurberoepen zelf aanpassen in MLP. b. Actieplan (stappen en acties in functie van duurzame tewerkstelling) Het opstellen van een dergelijk plan kan meer dan één gesprek vergen. Er is in het bestek dan ook een termijn van 15 dagen opgenomen tussen aanmelding en ondertekening van de trajectovereenkomst om dit plan op maat van de werkzoekende te kunnen opstellen. Indien bepaalde acties bij het ondertekenen van de trajectovereenkomst nog niet kunnen worden vastgelegd, dient er wel te worden vermeld dat beide dit verder, in de loop van de begeleiding zullen bespreken en bepalen. Bij concretisering van deze acties worden deze aan de trajectovereenkomst toegevoegd. Fundamentele wijzigingen of aanvullingen in de loop van het traject moeten eveneens opgenomen worden in een aangepaste trajectovereenkomst. c. Tijdslijn (tijdsplanning voor de begeleiding en acties) De tijdsplanning dient eveneens geconcretiseerd te worden. Welke actie wordt het eerst opgestart? Wat volgt? Uiteraard is het niet altijd mogelijk om deze volledig gedetailleerd vooraf uit te stippelen, maar ze dient wel aanwezig te zijn. Bij concretisering wordt eveneens de trajectovereenkomst aangevuld. Opmerkingen: De trajectovereenkomst wordt ten laatste 15 kalenderdagen na de definitieve toeleiding opgemaakt en ondertekend. Indien deze termijn niet kan gerespecteerd worden, brengt de dienstverlener de projectopvolger hiervan onmiddellijk op de hoogte met opgave van de reden. De projectopvolger beslist of er alsnog een trajectovereenkomst mag worden opgesteld en of de werkzoekende meetelt als toeleiding binnen het contingent. 1.4 Trajectacties7 1.4.1 Algemeen De voorwaarden voor de registratie van trajectacties zijn opgenomen in het bestek op pagina 30, punt 2.8: “Registratie in het cliëntvolgsysteem (CVS)”. Deze strikte voorwaarden bieden zowel de werkzoekende als de dienstverlener een aantal waarborgen waarop beide partijen, alsook de opdrachtgever ten allen tijde kunnen terugvallen. Omwille van nieuwe ontwikkelingen in de methodiek van trajectbegeleiding of op technisch gebied kunnen de 7 2.5.3.2, 2.8.4.3 en 2.8.4.4 bestek Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 8 registratierichtlijnen door VDAB in de loop van het project gewijzigd worden. Zie ook de handleiding MLP voor getenderde trajectbegeleiding. Wijzigingen die de dienstverlener niet zelf kan doorvoeren in MLP moeten aan VDAB doorgegeven worden met vraag om aanpassing. De trajectbegeleider dient erover te waken dat het dossier van de toegeleide deelnemers steeds up-to-date blijft. Voor de richtlijnen in verband met het registreren in het klantendossier kan je de handleiding op de VDABpartnerwebsite raadplegen. 1.4.2 Trajectacties registreren die in de opdracht vervat zitten De opdracht omvat intensieve bemiddeling en begeleiding naar duurzame tewerkstelling met inbegrip van jobhunting en nazorg en waar nodig het aanleren van generieke competenties en arbeidsmarktkennis. Onder generieke competenties verstaan we, onder andere: - werkzoekenden opleiden en trainen in generieke competenties die nodig zijn op de werkvloer (omgaan met autoriteit, samenwerken met collega’s, omgaan met klanten,…); - werkzoekenden opleiden en trainen in arbeidsattitudes en arbeidsritme; - werkzoekenden ondersteunen bij het organiseren van omgevingsfactoren die potentieel belemmerend zijn bij de zoektocht naar een geschikte betrekking (eigen financiën beheren, een huishouden beheren, zorgen voor eigen vervoer, officiële papieren op orde houden, hoe in orde te blijven met de werkloosheid, ziekenkas, verzekeringen, …). Onder arbeidsmarktkennis verstaan we, onder andere: - gestructureerde en geconsolideerde arbeidsmarktinformatie aanreiken; - het onderzoeken en uitleggen van de mogelijkheden van bestaande tewerkstellingsmaatregelen; - sollicitatievaardigheden en technieken aanleren. Volgende acties vallen buiten het traject en hebben geen invloed op de afsluit van het traject: - webleren: De werkzoekende kan zich vrij inschrijven via de gangbare kanalen van de VDAB-dienstverlening (VDAB-website, Servicelijn of Werkwinkel) omdat dit een service van de basisdienstverlening is; - sectorale screening door VDAB (waarbij de beroepsaspiraties worden getoetst en geactualiseerd); - Nederlands voor anderstaligen. Wijzigingen die de dienstverlener niet zelf kan doorvoeren in MLP moeten aan VDAB doorgegeven worden met vraag om aanpassing. De trajectbegeleider dient erover te waken dat het dossier van de toegeleide deelnemer steeds up-to-date blijft. Voor de richtlijnen in verband met het registreren in het MLP-dossier kan je de handleiding op de VDABpartnerwebsite raadplegen. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 9 Volgende trajectacties dienen geregistreerd te worden met een aparte lijn “begeleiding solliciteren en arbeidsmarktcompetenties”: - sollicitatietraining en intensieve begeleiding; - attitudetraining (aanleren van generieke competenties en arbeidsmarktkennis); - jobhunting. De lijn “begeleiding solliciteren en arbeidsmarktcompetenties” moet ook gebruikt worden na de 4e maand van de begeleiding en moet volgende gegevens over de actie bevatten: - naam - uitvoerder - data - eventueel: reden van stopzetting De acties binnen het traject (bvb. opleiding) dienen geregistreerd te worden vóór de aanvang. Voor alle acties uitgevoerd door derden moet inzage verleend worden8. Nazorg De dienstverlener dient de nodige coaching aan te bieden aan de werkzoekende/werknemer. De opvolgingsgesprekken in het kader van nazorg bij tewerkstelling moeten verplicht geregistreerd worden in “Stappen naar werk” met de lijn "Nazorg tijdens tewerkstelling". Hieraan is geen contract verbonden maar je dient wel het bedrijfsidentificatienummer van de werkgever invoeren. De lijn wordt op bezig gezet vanaf de aanwerving van de deelnemer en na maximaal 6 maand op uitgevoerd gezet. Het verhindert het afsluiten van het traject niet. Elke vorm van nazorg zit vervat in de opdracht en kan bijgevolg niet met andere middelen gefinancierd worden. Uitgebreide informatie over het registreren van nazorg vind je op de partnerwebsite van VDAB. a. Nazorg en interim Nazorg bij een interimcontract wordt geregistreerd onder volgende voorwaarden: 1. Het moet gaan om een contract van minstens 3 maanden. 2. Er moet 'uitzicht' zijn op een contract van onbepaalde duur. b. Nazorg en contracten van bepaalde duur (niet interim) Ook bij andere contracten van bepaalde duur moet de nazorg worden geregistreerd indien de tewerkstellingstermijn lang genoeg is om zinvolle nazorg te bieden en er 'kans' is op duurzame tewerkstelling. 1.4.3. Terugnameplicht Wanneer de tewerkstelling van een deelnemer eindigt voor het afsluiten van het traject dan moet de trajectbegeleider betrokkene terug in begeleiding nemen (terugnameplicht). De 8 2.8.3 bestek Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 10 terugnameplicht geldt ook voor elke onderbreking van het traject ten gevolge van ziekte, onbeschikbaarheid,… en voor zover het traject niet afgesloten is. De trajectbegeleider wordt automatisch via mail op de hoogte gebracht wanneer een deelnemer zich terug inschrijft als werkzoekende. 1.5 Trajectafsluiting9 De trajectbegeleider bepaalt in samenspraak met de deelnemer wanneer een traject wordt afgesloten. Met het oog op een goede dienstverlening aan de werkzoekende is de minimumduur van een traject 6 maanden. Indien het actieplan is uitgevoerd en er zijn geen bijkomende begeleidingsnoden wordt het traject afgesloten. Om te voorkomen dat trajectacties nodeloos lang op bezig blijven staan zorgt VDAB voor een snellere opvolging van openstaande trajectacties. Je vindt hierover meer informatie bij de MLP (CVS) handleidingen. Een trajectactie in aanvraag wordt beschouwd als actieve trajectactie en verhindert dus de afsluiting van het traject. Een degelijke opvolging van de aangevraagde trajectacties is dan ook nodig. Trajectacties die geannuleerd worden (AN) of opleidingen die beëindigd worden (ST of UV) zonder registratie van opleidingsuren, worden niet beschouwd als trajectactie. Ook de webleercursussen van VDAB worden niet beschouwd als trajectacties en zullen bijgevolg de trajectafsluiting niet tegenhouden. Indien VDAB, op vraag van de dienstverlener, bemiddelend optreedt, heeft dit geen invloed op het moment waarop het traject wordt afgesloten. Eindverslag: Om toekomstige begeleiders alle relevante informatie te verstrekken, moet de trajectbegeleider een eindverslag opmaken met een overzicht van de competenties, mogelijkheden en beperkingen van de werkzoekende in relatie tot de ondernomen acties. De trajectbegeleider wordt daarom uitgenodigd om gebruik te maken van het sjabloon van een eindverslag en deze gegevens vóór de afsluit van het traject over te nemen in de samenvatting van de trajectlijn of een eigen document toevoegen aan het dossier (zie bijlage 1). Indien de deelnemer niet bereikbaar is voor de eindevaluatie: - wordt het eindverslag opgemaakt en ondertekend door de trajectbegeleider; - toont de dienstverlener minstens aan welke inspanningen worden geleverd om de deelnemer te bereiken. - wordt het eindverslag overgemaakt aan de deelnemer. Dit kan via mail of aangetekend schrijven. Een afgedrukt exemplaar van de e-mail en/of het afgiftebewijs van De Post wordt bijgehouden in het klantendossier. 9 2.5.4 bestek Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 11 Indien een deelnemer weigert om het eindverslag te ondertekenen, wordt dit vermeld op het eindverslag. De deelnemer krijgt zijn exemplaar van het eindverslag via mail of aangetekend schrijven toegestuurd. Ook hier dient een afgedrukt exemplaar van de e-mail en/of het afgiftebewijs van De Post bewaard te worden in het klantendossier. Bij een gerechtelijke procedure naar aanleiding van een stopzetting van een trajectbegeleiding of een trajectactie blijft de dienstverlener aan VDAB alle nodige informatie verstrekken met betrekking tot die trajectactie. 2 Registratie in Mijn Loopbaan voor Partners (MLP)10 2.1 Verbintenissen11 De dienstverlener voegt de gegevens in verband met de begeleiding toe aan het klantendossier met behulp van Mijn Loopbaan voor Partners (MLP). De dienstverlener is verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens. Gerechtelijke gegevens mogen niet verwerkt worden. Voor de verwerking van medische gegevens moet de deelnemer toestemming verlenen. De wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens van 8 december 1992 is van toepassing op de registraties in MLP maar ook op alle persoonsgegevens, onder welke vorm dan ook, die door de dienstverleners worden verzameld en bijgehouden. De dienstverlener dient de werkzoekende te informeren indien men persoonlijke gegevens registreert in eigen databestanden of op een andere manier bijhoudt12. 2.2 Toeleiding 13 Aan de richtlijn over de afmelding zoals vermeld in de handleiding MLP dient het volgende te worden toegevoegd: De dienstverlener dient alles te ondernemen om de deelnemer te bereiken als deze zich niet aanbiedt op het afgesproken tijdstip vermeld op de uitnodiging. Als de dienstverlener er niet in slaagt de werkzoekende binnen de 7 kalenderdagen te bereiken of tot een nieuwe afspraak te komen, dient de toeleiding afgemeld te worden (registratie in MLP mét vermelding van de reden bij het aanvinken van de derde optie op het scherm "Bevestiging toeleiding"). Vóór de definitieve toeleiding: Indien een deelnemer, voor of tijdens het eerste gesprek aangeeft dat hij voor langere duur onbeschikbaar is (bijvoorbeeld door ziekte of vast werk), meld je de deelnemer af. Op het ogenblik dat hij terug beschikbaar is voor de arbeidsmarkt, kan VDAB de deelnemer opnieuw 10 2.8 bestek 2.8.1 bestek 12 Zie verder voor meer info mbt privacy 13 2.5.2 bestek 11 Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 12 toeleiden. Wanneer de deelnemer op het eerste gesprek al aan het werk is, kan hij toch worden aangemeld op voorwaarde dat: deelnemer en begeleider overeenkomen dat een begeleiding nuttig is om de duurzaamheid van de tewerkstelling te verhogen of de deelnemer deeltijds werkt of in een precaire werksituatie zit en aangeeft dat een meer duurzame tewerkstelling gewenst is er een trajectovereenkomst wordt opgemaakt met daarin onder meer een actieplan (+ tijdindicatie) om de duurzaamheid van de tewerkstelling te bevorderen. 2.3 Inzage verlenen De deelnemer moet steeds zijn akkoord geven vooraleer VDAB aan een derde inzage in zijn dossier zal verlenen. 1. Inzage voor de dienstverlener: naar aanleiding van de toeleiding wordt automatisch inzagerecht verleend bij ondertekening van de trajectbepaling. Indien de werkzoekende weigert inzagerecht te verlenen kan hij niet toegeleid worden. 2. Inzage voor meerdere partners: hier zijn twee mogelijkheden. 1. Het traject wordt integraal overgedragen aan een co-aannemer 2. Zowel dienstverlener als co-aannemer hebben inzagerecht nodig om verschillende acties te registreren (vb. trajectbegeleiding, jobhunting, attitude- of sollicitatietraining). In beide gevallen dient het inlichtingenblad “Begeleidingen” door de deelnemer ondertekend te worden. De dienstverlener, die inzagerecht wil bekomen, bezorgt het originele inlichtingenblad ingevuld en ondertekend aan de projectopvolger. Om de verwerking te bespoedigen kan het inlichtingenblad bijkomend ook per fax of e-mail aan deze projectopvolger doorgestuurd worden (Zie Inlichtingenblad “Begeleidingen”). De projectopvolger zorgt zowel voor de registratie van de doorverwijzing als voor de toekenning van het inzagerecht. Ofwel wordt er een inzagerecht toegevoegd in het geval meerdere partners in éénzelfde dossier moeten registreren, ofwel wordt het inzagerecht gewijzigd van de ene naar de andere dienstverlener. In het laatste geval kan pas tot registreren van acties overgegaan worden, indien de nieuwe trajectbegeleider een nieuwe trajectovereenkomst met de deelnemer heeft afgesloten. Beide begeleidingspartners worden steeds per mail (of telefonisch) op de hoogte gehouden van de overdracht. 3. Inzage voor een opleidingsverstrekker: naar aanleiding van een opleiding of andere actie die de werkzoekende volgt bij een derde opleidingsverstrekker/MLP-partner. In dit geval dient het inlichtingenblad “Opleidingen” ingevuld en ondertekend te worden door de werkzoekende. De deelnemer tekent op 2 plaatsen: 1x voor het verlenen van het inzagerecht. 1x voor de gegevens in functie van vergoedingen. Dit inlichtingenblad dient vóór de start van de opleiding te worden ingevuld en aan VDAB te worden bezorgd volgens de lokale afspraken. Zo heeft de uitvoerder van bij de start van de actie inzage in het dossier. Het inlichtingenblad voor opleidingen vind je terug op de partnerwebsite van VDAB. 4. Het inzagerecht wordt stopgezet na het afsluiten van het traject. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 13 2.4 Rapportering14 2.4.1 Monitoring De monitoring van het project geschiedt op basis van de MLP gegevens maar ook op basis van gegevens die door de dienstverlener zelf bijgehouden dienen te worden. De MLP invoer geeft aan VDAB enerzijds voldoende informatie betreffende de werkzoekende zelf en anderzijds een zicht op het verloop van de trajectbegeleiding, de uit te voeren en uitgevoerde acties. Er is m.b.t. deze gegevens geen eigen noch ander registratiesysteem vereist of nodig. De MLP registratie laat VDAB toe eenduidig te rapporteren over het aantal werkzoekenden dat gevat wordt door deze uitbesteding en over de bereikte resultaten. Via MLP kan ook de trajectbegeleider van de dienstverlener/begeleidingspartner het volledige verloop opvolgen. De VDAB stelt op regelmatige (maandelijkse) basis deze MLP gegevens ter beschikking van de dienstverlener of begeleidingspartner. Per deelnemer moet een individueel dossier worden bijgehouden dat bewijst dat de acties effectief werden uitgevoerd. Dit zijn onder andere de ondertekende trajectovereenkomst en eventueel ondertekende opleidingscontracten. Verder moeten alle bewijsstukken bijgehouden worden die belangrijk kunnen zijn in het kader van transmissie (uitnodigingen, aangetekende zendingen, uitnodigingen, werkweigeringen,…). 2.4.2 Rapporten voor de dienstverleners De dienstverlener (penhouder) krijgt maandelijks een tabel die de toestand weergeeft van de toeleiding en de trajectbegeleiding op het einde van de gerapporteerde maand voor de definitief toegeleide werkzoekenden binnen het gegunde perceel. Deze tabel bevat ook de resultaatsmeting. Als bijlage wordt steeds een toelichting meegestuurd die meer uitleg geeft bij de verschillende tabellen. 2.4.3 Kwalitatieve monitoring 2.4.3.1. Werkwijze De projectopvolger zal op geregelde tijdstippen de dienstverleners bezoeken om samen met hen een aantal items te bespreken die van belang zijn bij de uitvoering van de opdracht. De kwalitatieve monitoring is complementair aan de gegevens verkregen op basis van de MLP registratie. Ze heeft tot doel na te gaan in welke mate de effectieve realisatie van het project beantwoordt aan de engagementen (naar aanpak, doelgroepen, uitstroom,…) aangegaan vanuit het bestek en de offerte. Deze bezoeken worden steeds op voorhand en tijdig aangekondigd met een opgave van de items die zullen besproken worden. 14 2.8.4.5 bestek Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 14 2.4.3.2. Inhoud De kwalitatieve monitoring bevat twee grote clusters: 1) Een bevraging In het interview met de dienstverlener worden een aantal elementen uit het bestek en de offerte besproken. De bevraging is geen controle op zich, maar laat ons toe om de partners te coachen en de werkingsafspraken aan te passen of te verfijnen, teneinde een kwaliteitsvolle dienstverlening te realiseren. Deze bevraging wordt getoetst door middel van een dossierscan voor een selectie van dossiers waarbij wordt nagegaan of alle documenten aanwezig zijn en voldoen aan de vormvoorschriften conform het bestek, de offerte en de werkafspraken. Onder andere volgende items kunnen nagegaan worden: Zijn alle verplichte documenten aanwezig en ondertekend, (trajectovereenkomsten, opleidingscontracten,…) en komen zij overeen met de gegevens in MLP? Zijn alle toegangsrechten aanwezig en ondertekend? Voldoen de trajectovereenkomsten aan de vormvoorwaarden? Wordt de beschreven methodiek ook effectief toegepast? Welke inspanningen worden geleverd naar doorstroom en / of uitstroom naar werk (stages, vacatureverwijzingen, jobhunting,…)? 2) Maandelijkse controle van de MLP-registraties 3) Maandelijks worden onregelmatigheden in de MLP registraties gemeld aan de dienstverlener. 2.4.3.3. Rapportering De bevindingen van de monitoring worden teruggekoppeld naar de dienstverlener en verder besproken. 2.4.4 Audit 2.4.4.1. Werkwijze Jaarlijks wordt een projectaudit georganiseerd door de kwaliteitsexperten van de centrale regie. Op basis van een steekproef zullen partners hier al dan niet in opgenomen zijn. De penhouders uit de steekproef worden per aangetekende brief, en per mail, twee weken voor het bezoek op de hoogte gebracht van de audit. De brief geeft een opsomming van alle documenten, dossiers en registraties die op de dag(en) van het bezoek beschikbaar moeten zijn. Daarnaast zal ook de gevolggeving verbonden aan de audit opgenomen worden in de brief. Er wordt gevraagd aan de dienstverlener om een lokaal ter beschikking te stellen. De audit gebeurt steeds op de hoofdzetel van de dienstverlener. Elk auditbezoek gebeurt door minimum twee auditoren. Er wordt op toegezien dat geen audits uitgevoerd werden bij percelen/dienstverleners die een kwaliteitsexpert zelf in beheer heeft. Dit waarborgt de neutraliteit. De auditoren zijn door de VDAB gemandateerd om ter plaatse bij de dienstverlener de controles uit te voeren volgens het voorwerp van de audit. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 15 2.4.4.2. Onderwerp van de audit Op basis van de bepalingen in het bestek nummer 2010/10173 worden minstens volgende onderwerpen nagegaan: Publicitaire verplichtingen Aanwezigheid van: - Klachtenbehandelingdossier - Schuldbevestigingsstaten (SBS) - Registratiesysteem van het ingezette personeel Klantenadministratie: - Individueel dossier - Ondertekende trajectovereenkomsten - Ondertekende aanwezigheidslijsten - Registratie van nazorg - Registratie van afsluitend verslag 2.4.4.3. Gevolggeving Van elke audit wordt een rapport van de vaststellingen opgemaakt. De vaststellingen worden gemotiveerd. Per onderwerp wordt kwantitatief en kwalitatief beschreven wat vastgesteld werd. 2.4.4.4. Mogelijke sancties Inbreuken worden bestraft door inhouding van (een deel van) de financiering bij middel van terugvorderingen. Dit gebeurt zowel op de inspannings- als op de resultaatsfinanciering. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 3 Medewerking van de deelnemer15 3.1 Transmissie Zoals aangegeven in het bestek dient VDAB ingevolge de samenwerkingsovereenkomst van 30/04/2004 uitwisseling van gegevens (= transmissie) te doen naar de RVA. Het toepassingsgebied betreft alle verplicht ingeschreven werkzoekenden: categorie 00 met uitzondering van werkzoekenden die in beroep zijn tegen de mutualiteit categorie 02 categorieën 14, 55, 80, 82, 85, 89 De dienstverlener kan zelf geen informatie over zijn klant aan de RVA overmaken. Hij kan wel vragen aan VDAB om een klant uit te nodigen met het oog op mogelijke transmissie. Indien VDAB op vraag van de dienstverlener bemiddelend optreedt, heeft dit geen invloed op het moment waarop het traject wordt afgesloten. Het wettelijke kader van RVA bepaalt volgende redenen waarvoor RVA een werkzoekende kan sanctioneren: a. niet ingaan op een uitnodiging b. weigeren van een werkaanbod of passende dienstbetrekking (werkweigering) c. weigering ondertekenen van de trajectovereenkomst d. weigering uitvoering trajectovereenkomst e. weigering beroepsopleiding f. stopzetting beroepsopleiding Als de trajectbegeleider vindt dat zijn klant zich in een van deze bovenstaande situaties bevindt, vraagt hij aan de VDAB om de klant uit te nodigen voor een bemiddelingsgesprek. Bij iedere transmissie moet door VDAB vermeld worden waarom de RVA zou moeten sanctioneren en naar aanleiding van welke actie. Het is daarom belangrijk dat de dienstverlener de nodige documenten bijhoudt om eventueel aan de VDAB te bezorgen ingeval de transmissieprocedure opgestart wordt. 3.2. Procedure bij niet medewerking – aanvraag bemiddeling Als de deelnemer de trajectovereenkomst niet of slechts beperkt wil uitvoeren, stelt de trajectbegeleider alles in het werk om de deelnemer te activeren en te ondersteunen. De trajectbegeleider herhaalt ook het verhaal van rechten en plichten. Zodra de trajectbegeleider oordeelt dat een goede samenwerking zonder tussenkomst van de VDAB niet langer mogelijk is, wordt een bemiddelingsgesprek aangevraagd bij de daartoe aangeduide contactpersoon van de VDAB. De aanvraag voor het bemiddelingsgesprek gebeurt per e-mail en is gemotiveerd. Er dient tevens een kopie van de ondertekende trajectovereenkomst toegevoegd te worden. 15 2.10. bestek Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 17 3.2.1 Niet ingaan op een uitnodiging Hiermee wordt bedoeld iedere afspraak die als doel heeft de werkzoekende te helpen bij zijn (her)inschakeling op de arbeidsmarkt of voor verbetering van zijn beroepskwalificatie door opleiding. Als de werkzoekende per brief wordt uitgenodigd dient deze volgende clausule te bevatten: “Als u een uitkering ontvangt of in wachttijd bent, dan bent u verplicht op deze uitnodiging in te gaan. Zoniet kan uw recht op een uitkering in het gedrang komen”. Indien de werkzoekende geen gevolg geeft aan een uitnodiging moet eerst worden nagegaan: of betrokkene nog werkloos was (via het nakijken van het dossier) op de dag van de afspraak of het adres van de werkzoekende intussen niet gewijzigd is (na te vragen bij VDAB) Er wordt via telefonisch contact gepeild naar de reden voor het niet opdagen en er wordt indien mogelijk een nieuwe afspraak gemaakt. Als de werkzoekende niet reageert kan een verwittiging gestuurd worden i.v.m. zijn afwezigheid. Deze “Kennisgeving van afwezigheid” gebeurt aangetekend en ondertekend door de trajectbegeleider. Bij een aangetekende brief krijgt de werkzoekende 18 kalenderdagen de tijd om te reageren. Indien de werkzoekende geen gevolg geeft aan de aangetekende verwittiging of een ongeldige reden aanhaalt voor zijn afwezigheid of laattijdige verwittiging kan aan VDAB gevraagd worden om de bemiddelingsprocedure op te starten. Indien de uitnodiging of aangetekende brief terugkomt (retourpost) wegens verkeerd adres moet dit gemeld worden aan VDAB die in “Stappen naar werk” een lijn “A9 retourpost” registreert en de klant uitschrijft met categorie 79. De A9 Retourpost wordt via elektronische gegevensuitwisseling doorgegeven aan de RVA. De omslag en de brief die terugkeerde moet ook doorgegeven worden aan de RVA (via de VDAB). Het is dus belangrijk dat de dienstverlener de retouromslag bijhoudt en aan VDAB bezorgt. Hier onder wordt een overzicht gegeven van de geldige redenen voor niet aanmelding bij een uitnodiging: A. Geldige reden met attest ziekte; de redenen van het zogenaamd “klein verlet” (huwelijk, geboorte, overlijden binnen de familie); verlof op datum van uitnodiging (na te gaan op de controlekaart); redenen zoals omschreven in de CAO nr. 45 van 19.12.1989 houdende de invoering van een verlof om dwingende reden (ziekte, ongeval of hospitalisatie van echtgenoot, ascendant of descendant, ernstige materiële beschadiging van de bezittingen door brand of natuurramp, bevel tot verschijning als partij in een rechtzitting); RVA vrijstelling van inschrijving als werkzoekende aangevraagd (bijv. studeren -categorie 97, leeftijd - categorie 95, vrijstelling sociale en familiale redenen - categorie 96); Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 18 tewerkstelling in de toekomst: getekend arbeidscontract voorleggen. B. Geldige redenen zonder attest andere sollicitatie(s) naar aanleiding van een verwijzing op de afspraakdag; indien er een tijdsverloop is van minder dan 2 dagen tussen de ontvangst van de uitnodiging en het initiatief (om regeling kinderopvang e.d. mogelijk te maken); indien er een tijdsverloop van 2 dagen of minder is tussen de datum van verzending en het initiatief; verschillende uitnodigingen op dezelfde dag; werkt deeltijds en voorgesteld afspraakmoment past niet ingevolge werkschema. Alle redenen die een werkzoekende aanhaalt, en die niet in deze lijst opgenomen zijn, worden als ongeldig beschouwd! 3.2.2. Weigering van uitvoering van het traject 3.2.2.1. Weigeren van een werkaanbod of passende dienstbetrekking16 Elke werkzoekende is verplicht in te gaan op een passend jobaanbod. Een passende dienstbetrekking is niet beperkt tot de vacatures die VDAB zelf beheert maar omvat alle gepubliceerde vacatures in de VDAB databank. Weigering bij de trajectbegeleider: De werkzoekende weigert tijdens een gesprek een passende werkaanbieding en de trajectbegeleider oordeelt dat de aangehaalde reden niet geldig is; Niet aangeboden bij de werkgever: De werkzoekende krijgt tijdens een gesprek een werkaanbieding die hij aanvaardt maar hij biedt zich niet aan bij de werkgever. De trajectbegeleider nodigt de klant opnieuw uit om te praten over zijn niet aanmelding. Indien de trajectbegeleider oordeelt dat de werkzoekende geen geldige reden heeft, kan hij VDAB daarvan in kennis stellen. Weigering bij werkgever: De werkzoekende krijgt tijdens een gesprek een werkaanbieding die hij aanvaardt. Hij biedt zich aan bij de werkgever en wordt niet aanvaard om redenen die te wijten zijn aan de werkzoekende. De trajectbegeleider nodigt de klant opnieuw uit om te praten over de reden van niet aanvaarding. Indien de trajectbegeleider oordeelt dat de werkzoekende geen geldige reden heeft, kan hij VDAB daarvan in kennis stellen. 3.2.2.2. Weigering ondertekenen van een trajectovereenkomst De werkzoekende weigert de voorgelegde trajectovereenkomst te ondertekenen. In de trajectovereenkomst moeten alle verschillende acties en stappen vermeld zijn die belangrijk zijn voor de activering van de werkzoekende. Alle gewenste acties (zowel 16Op http://www.rva.fgov.be/ staan de criteria passende dienstbetrekking (M.B. van 26.11.1991, hoofdstuk IV, artikel II) beschreven. De criteria van de passende dienstbetrekking verschillen naar gelang de doelgroep (bvb. al dan niet 50-plus) Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 19 arbeidsmarkt gerelateerd als niet arbeidsmarkt gerelateerd) moeten opgenomen worden en gemotiveerd zijn. Een kopie van de trajectovereenkomst moet aan VDAB overgemaakt worden. 3.2.2.3. Weigering uitvoering van de trajectovereenkomst De werkzoekende wil één of meerdere stappen uit de trajectovereenkomst niet uitvoeren. Alle gewenste acties moeten opgenomen worden en gemotiveerd zijn waarom die actie belangrijk is voor de werkzoekende. Objectieve feiten over de niet uitvoering moeten opgesomd worden. Geef een duidelijk overzicht van de stappen die reeds uitgevoerd werden en welke stappen de werkzoekende nog moet of weigert uit te voeren. Alleen de stappen die opgenomen zijn in de trajectovereenkomst en niet uitgevoerd kunnen worden, geven aanleiding tot transmissie. Als er nieuwe acties moeten worden toegevoegd, wordt er een nieuwe trajectovereenkomst opgemaakt. Voorafgaand aan de aanvraag voor een bemiddelingsgesprek wordt de deelnemer in een face-to-face gesprek op de hoogte gebracht dat hij in gebreke wordt gesteld voor de uitvoering van de overeenkomst, de doorverwijzing naar de VDAB en de mogelijke gevolgen daarvan. Dit wordt ook formeel beschreven in een verslag dat men de klant laten tekenen (al dan niet ‘gelezen en goedgekeurd’). Dit verslag wordt opgenomen bij de bemiddelingsaanvraag voor VDAB. In bovenvermeld verslag is de gebruikte terminologie van belang. Er wordt aangegeven dat de klant de trajectovereenkomst ‘niet’ of ‘slechts beperkt’ uitvoert. De gevolgen voor de deelnemer mogen niet beschreven worden als ware het de uitvoerder die beslist om een transmissieprocedure naar RVA te voeren, laat staan een beslissing met betrekking tot de sanctie uit te spreken. Het gevolg van dit verslag leidt tot een uitnodiging door een consulent van de VDAB ter verantwoording. De trajectbegeleider kan op eigen verzoek aanwezig zijn bij het bemiddelingsgesprek. 3.2.2.4. Weigering beroepsopleiding Als een werkzoekende zich engageert voor het volgen van een opleiding en bereid is de selectieprocedure te doorlopen maar alsnog afzegt met een ongeldige reden of niet reageert op een brief, kan transmissie ontstaan. Geldige redenen bij weigering aanvatten opleiding werkt deeltijds is verhuisd en de opleidingsplaats is moeilijk bereikbaar. In dit geval wordt een andere opleidingsplaats gezocht. 3.2.2.5. Stopzetting beroepsopleiding Als de klant de opleiding stopzet wegens ongeldige reden of als de opleidingsverstrekker de opleiding wegens orde en tucht (na 2 verwittigingen) stopzet. Het betreft zowel beroepsgerichte opleidingen als persoonsgerichte vorming en sollicitatietraining. Het is belangrijk dat de registratie van de opleidingslijn in MLP correct gebeurt: Stopzetting door de klant wegens ongeldige reden: de reden wordt ook ingevuld op de C91 Stopzetting wegens orde en tucht: de reden wordt aangevuld op de C91. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 20 Geldige redenen bij stopzetting opleiding de cursist heeft werk gevonden. tewerkstelling: de cursist mag pas met de opleiding stoppen als hij een ondertekend contract kan voorleggen. de cursist heeft tijdelijk werk gevonden: in samenspraak met de opleidingsverantwoordelijke wordt beslist of deze baan combineerbaar is met het opleidingsregime. de cursist begint daadwerkelijk met een zelfstandige activiteit. medische ongeschiktheid: de cursist moet onmiddellijk een medisch attest opsturen en bereid zijn zich te laten onderzoeken door een door VDAB aangeduide dokter. De opleidingsverantwoordelijke bepaalt o.a. op basis van de duurtijd van de medische ongeschiktheid of de opleiding definitief moet gestopt worden of na een onderbreking verder kan afgemaakt worden. in geval van verhuis en de opleidingsplaats is voor hem niet/moeilijk bereikbaar. In dit geval wordt een andere opleidingsplaats gezocht. Alle redenen die een werkzoekende aanhaalt, en die niet in deze lijst opgenomen zijn, worden als ongeldig beschouwd! 3.3 Vrijstelling om familiale of sociale redenen De klant kan familiale en sociale redenen aanhalen om niet in te gaan op het aanbod. De trajectbegeleider informeert de klant over de mogelijkheid om vrijstelling aan te vragen omwille van familiale of sociale redenen en de mogelijke gevolgen hiervan. De dienstverlener bezorgt aan de projectopvolger de nodige gegevens zodat een verklaring opgesteld kan worden, ondertekend door VDAB en de werkzoekende (formulier A10FSR). De werkzoekende wordt uitgeschreven op het moment van akkoord van vrijstelling. Dit gebeurt via de gegevensuitwisseling tussen RVA en VDAB. 3.4 Vrijwillig verzaken aan werkloosheidsuitkeringen Als de klant aangeeft vrijwillig afstand te willen doen van de werkloosheidsuitkering moet de trajectbegeleider de werkzoekende op de hoogte brengen van de gevolgen. De dienstverlener bezorgt aan de projectopvolger de nodige gegevens, zodat een verklaring kan opgesteld worden, ondertekend door VDAB en de werkzoekende, waarin de klant afstand doet van uitkering. Op het formulier naar RVA (formulier A9VVW) moet vermeld worden of het naar aanleiding van een begeleidingsaanbod is of door een spontane actie van de werkzoekende zelf. De klant wordt door de VDAB uitgeschreven als werkzoekende. 3.5 Vragen om informatie van de RVA Bij vragen naar informatie door de RVA is de volgende werkwijze afgesproken: Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 21 4 RVA heeft één contactpersoon transmissie binnen VDAB, per regio, aan wie deze vragen – enkel via e-mail – kunnen bezorgd worden Deze VDAB contactpersoon stuurt de concrete vraag door naar de projectopvolger die op zijn beurt info zal inwinnen bij de betrokken trajectbegeleider Het antwoord gaat opnieuw via de projectopvolger en de contactpersoon VDAB naar de RVA Publicitaire verplichtingen De dienstverlener moet in de publiciteit, brieven, e-mails, website, cursusmateriaal en de eventuele certificaten vermelden dat de opdracht georganiseerd worden met middelen van Vlaanderen, VDAB en Europa. Hiertoe volstaat het de logo’s van VDAB en de ESF-colofon op te nemen. De ESF-colofon geeft het Vlaamse ESF-logo weer en bevat bovendien het Europees en het Vlaams embleem en de nodige vermeldingen. Beide logo’s zijn downloadbaar op: http://partners.vdab.be/esftendering/documenten.shtml onder banner 1 of banner 2. Voor de uitgebreide richtlijn, meer afbeeldingen en logo’s kan je terug op de website van het ESF – agentschap Vlaanderen: http://esf-agentschap.be/nl/node/25305 De dienstverlener brengt eveneens de werkzoekenden op de hoogte van de steun. In alle locaties waar de opdracht uitgevoerd wordt of plaats vindt, hangt duidelijk zichtbaar de ESF-affiche die ter beschikking wordt gesteld door het ESF - agentschap Vlaanderen. Bij elk contact met de pers n.a.v. deze opdracht moet de steun van de Vlaamse Overheid, de VDAB en ESF worden vermeld. Op elke site of deel van een ruimere site die betrekking heeft op de opdracht geldt dat op de eerste pagina of op het gedeelte dat betrekking heeft op de opdracht (indien deel uitmakend van een ruimere site) de ESF-banner wordt opgenomen. Documenten die betrekking hebben op de uitvoering van de opdracht dienen gearchiveerd te worden tot 2025. 5 Klachtenprocedure voor de werkzoekende17 5.1 Principes 17 De werkzoekende heeft keuzevrijheid waar hij klacht indient. Bij toeleiding wordt de klachtenprocedure toegelicht. Dit zowel bij VDAB als bij de dienstverlener. De deelnemer krijgt de klachtenprocedure schriftelijk mee van de dienstverlener. Het volstaat niet om de klachtenbehandeling op een zichtbare plaats in het kantoor op te hangen. De deelnemer dient een schriftelijke kopie te ontvangen. Klachtenbehandeling bij VDAB gebeurt door de centrale regie. VDAB beslist binnen de 7 werkdagen wie de klacht zal behandelen en brengt de klager hiervan op de hoogte. De klachtenbehandelaar hoort de betrokken partijen en doet een bemiddelingsvoorstel binnen de 20 werkdagen en brengt de klager hiervan op de 2.11 bestek Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 22 hoogte. VDAB richt een formeel schrijven naar de bemiddelingsacties en het voorstel opgenomen zijn. 5.2 klager waarin de Rapportering over ontvangen klachten Teneinde de evaluatie en de eraan gekoppelde rapportering te kunnen baseren op objectieve data, bezorgt de dienstverlener aan VDAB minstens jaarlijks een overzicht dat minimaal onderstaande aspecten bevat: het aantal ontvangen klachten in de betreffende rapporteringperiode, aantal per maand, verdeeld volgens: o meldingsmedium (fax, telefoon, online, schriftelijk, contact, andere) o kanaal (via vakbond of mutualiteit, via Vlaamse ombudsdienst, via een ander kanaal, rechtstreeks) ontvankelijk/niet ontvankelijk (redenen van niet-ontvankelijkheid kunnen zijn: een rechtzaak lopende, transmissie, reeds behandeld, regelgeving, niet bevoegd…) het aantal (unieke) personen die klacht indienden de duurtijd van de ontvangstmelding (hoeveel ontvangstmeldingen zijn binnen de wettelijke termijn van 7 dagen verstuurd, hoeveel later?) de aard van de ontvankelijke klachten het aantal openstaande (ontvankelijke) klachten op het einde van de rapporteringperiode de duurtijd van de oplossingsmelding (hoeveel tijd verstrijkt tussen het ontvangen van de klacht en het versturen van de uiteindelijke antwoordbrief na afronding van de klachtenbehandeling) het aantal afgeronde (ontvankelijke) klachten in betreffende periode o overzicht mate van oplossing/type oplossing o duur van behandeling (hoe lang staan klachten open) 6 Betalingen18 De facturatie en de betaalopdracht van het bestek 2010/10173 wordt als volgt in de praktijk gebracht: Maandelijks bezorgt de opdrachtgever een gedetailleerde schuldbevestigingsstaat samen met de monitoringtabellen zoals vermeld onder punt 2.9.2. van het bestek onder de vorm van een verzamelstaat aan de dienstverlener. Deze staat bevat een gedetailleerd overzicht van registraties en resultaatmetingen, met vermelding van alle verschuldigde bedragen voor de maand waarop de schuldbevestiging van toepassing is. Deze verzamelstaat is een excelbestand samengesteld uit volgende werkbladen: de schuldbevestigingsstaat_JJJJMM (afgekort SBS) detail_SBS_ JJJJMM detail_SBS_cumul_monitoring 18 (1.2.10 bestek) Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 23 In een aparte bijlage wordt een toelichting gegeven bij de verschillende tabellen. Deze helpt een duidelijker zicht te krijgen op de stand van zaken Binnen de 14 kalenderdagen na ontvangst van de schuldbevestiging dient er gefactureerd te worden. De opdrachtgever gaat, na vergelijking van de factuur met de overeenkomstige schuldbevestigingsstaat, binnen de 50 kalenderdagen na factuurdatum over tot betaling per overschrijving op het rekeningnummer van de dienstverlener. De factuur bevat o.a. : 1. een uniek factuurnummer 2. naam, adres en het ondernemingsnummer van de dienstverlener 3. het IBAN-rekeningnummer en BIC waarop moet gestort worden 4. het inkoopordernummer 5. overzicht van de geleverde diensten (periode, locatie, onderdeel, bedrag) uitgesplitst per VDAB – vestiging De dienstverlener moet de BTW-regelgeving strikt naleven. Hij wordt geacht vooraf de rechtmatigheid van toegepaste vrijstellingen of tariefverlagingen te verifiëren. Correcties op onrechtmatig toegepaste vrijstellingen of tariefverlagingen zijn ten laste van de dienstverlener en kunnen niet leiden tot een bijkomende kost voor de VDAB. Er mag alleen gefactureerd worden conform de afgesproken aantallen en eenheidsprijzen. De VDAB wenst bij voorkeur zijn facturen elektronisch (PDF via mail) te ontvangen. Het specifieke email-adres daartoe is: [email protected] (geen papieren facturen meer nasturen). Indien zich problemen voordoen met de schuldbevestigingsstaten of betalingen kan u steeds terecht bij de projectopvolger. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 24 DEEL II – TRAJECTACTIES OP AANVRAAG 1. Opleidingen 1.1. Competentieversterkende beroepsopleidingen Werkzoekenden die op het moment van de trajectbepaling nood hebben aan een competentieversterkende beroepsopleiding worden niet toegeleid. Indien in de loop van het traject zou blijken dat er toch een competentieversterkende beroepsopleiding nodig is, kan de dienstverlener beroep doen op het aanbod van VDAB of erkende derden. De trajectbegeleider dient in MLP een aanvraag te registreren voor deze acties omdat binnen een uitbesteed traject andere partners geen nieuwe actie kunnen invoeren (ook al hebben ze inzagerecht). Ze kunnen enkel verder werken op een actie die door de trajectbegeleider werd geregistreerd. Indien een werkzoekende die door uw organisatie begeleid wordt een uitnodiging krijgt van VDAB-CC voor een info over één van hun opleidingen dient de werkzoekende dit steeds met zijn trajectbegeleider te bespreken. De werkzoekende mag niet starten met een opleiding zonder toestemming van de trajectbegeleider. Er kunnen zich 4 situaties voordoen: Situatie 1: Als de opleiding volgens de trajectbegeleider binnen het traject past en een belangrijke meerwaarde betekent in zijn/haar zoektocht naar werk mag de werkzoekende de info volgen en kan de trajectbegeleider de opleiding uiteraard aanvragen in MLP. Situatie 2: Als de werkzoekende niet geïnteresseerd is in de opleiding waarvoor hij/zij wordt uitgenodigd dient de trajectbegeleider contact op te nemen met VDABCC om te melden dat de werkzoekende na onderling overleg niet wenst in te gaan op het opleidingsaanbod. Situatie 3: Als de werkzoekende wel geïnteresseerd is in de opleiding maar deze volgens de trajectbegeleider niet in het trajectplan past dient de trajectbegeleider contact op te nemen met VDAB-CC om te melden dat de werkzoekende na onderling overleg niet aanwezig zal zijn op het infomoment. Situatie 4: Indien blijkt dat de werkzoekende in praktijk reeds gestart is met de opleiding maar dit nog niet geregistreerd werd in MLP en de trajectbegeleider oordeelt dat de opleiding niet in het trajectplan past, neemt de trajectbegeleider best onmiddellijk contact op met de projectopvolger van de VDAB-regie. Ook indien er zich hierbij problemen voordoen in de communicatie of situaties die hier niet voorzien werden kan de trajectbegeleider uiteraard steeds contact opnemen met de projectopvolger. 1.2. Opleiding bij een centrum voor volwassenenonderwijs (CVO) Sinds 01 september 2007 zijn in het decreet voor het Volwassenenonderwijs bepalingen opgenomen over de mogelijke vrijstelling of vermindering bij het betalen van inschrijvingsgeld voor het volgen van een cursus in een CVO. Het inschrijvingsgeld wordt berekend door het aantal lestijden te vermenigvuldigen met 1,15 euro. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 25 Werkzoekenden kunnen op eigen initiatief (en kosten) een opleiding volgen. Indien zij geen vrijstelling hebben van de RVA voor het volgen van de opleiding moeten deze werkzoekenden beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Ze hebben op basis van een VDAB attest recht op een vermindering van 75% van het inschrijvingsgeld. Het attest kan door de cursist zelf aangevraagd worden in “Mijn loopbaan”. Ook de trajectbegeleider kan dit aanvragen in MLP onder de flap “Extra” en afdrukken. De gegevens op het attest worden automatisch ingevuld. De werkzoekende dient zelf nog de ontbrekende info in te vullen (nl. naam van de opleiding) en het attest te ondertekenen. Een gedeeltelijke vermindering van het inschrijvingsgeld (75%) is mogelijk voor: de klant die op het moment van de inschrijving voor de opleiding is ingeschreven als categorie 00. klant die op het moment van de inschrijving voor de opleiding is ingeschreven met categorie 85, 95, 96 of 97 Een volledige vrijstelling (100%) van inschrijvingsgeld is mogelijk voor: de klant die op het moment van de inschrijving voor de opleiding is ingeschreven in de beroepsinschakelingstijd (categorie 02). Bij een inschrijving met categorie 89 wordt nagegaan onder welke werkzoekendencategorie de klant thuishoort. Dit is de werkzoekendencategorie die ligt net vòòr de omzetting naar categorie 89. Andere situaties: De klant die op het moment van de inschrijving voor de opleiding ten laste is van een OCMW kan 100% vrijstelling bekomen. Het attest moet dan afgeleverd worden door het OCMW. De klant die op het moment van de inschrijving voor de opleiding inburgeraar is én een inburgeringscontract heeft ondertekend of een attest inburgering heeft behaald én een opleiding Nederlands volgt, kan 100% vrijstelling bekomen via Onthaalbureau. Werkzoekende met categorie 03 of 14 hebben geen recht op vermindering van het inschrijvingsgeld. 1.3. Opleiding bij Syntra in het kader van een erkend traject naar werk Vanaf 2014 worden de afspraken met de Syntra provinciaal gemaakt, hetzij via een erkenningsovereenkomst (zelfde werkwijze als voor onderwijs), hetzij via provinciale aanbestedingen (voor zover Syntra gegund wordt uiteraard). In beide gevallen vormt een analyse van de provincial /regionale knelpunten op de arbeidsmarkt de basis voor de beslissing om een opleiding te erkennen dan wel uit te besteden. Specifieke info mbt de erkenning van Syntraopleidingen Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 26 Een niet-werkende werkzoekende cursist die een door VDAB erkende opleiding volgt bij Syntra heeft in het kader van de kosteloosheid van zijn opleiding recht op de terugbetaling van het betaalde inschrijvingsgeld en van de kosten voor het individueel leermateriaal. Concrete afspraken over welke kosten voor het individueel leermateriaal VDAB betaalt, worden in de erkenningsovereenkomst met Syntra vastgelegd. De Syntra-opleidingen die in aanmerking komen voor erkenning door de regionale VDAB, dienen te voldoen aan volgende kenmerken. Het gaat om opleidingen die gericht zijn op de uitoefening van een knelpuntberoep erkend zijn en in aanmerking komen voor subsidiëring door Syntra inspelen op een provinciale/regionale arbeidsmarktbehoeften Vlaanderen De lijst met door de VDAB erkende opleidingen bij Syntra vindt u terug in de opleidingengids. 1.4. Leren en werken Met vragen kan u terecht bij [email protected] 1.5. Werkplekleren Werkplekleren definiëren we bij VDAB als: - "Leeractiviteiten die gericht zijn op het aanleren en toepassen van algemene, arbeids- en beroepsgerichte competenties in een arbeidssituatie die een leeromgeving is.” - "Een brug over de kloof tussen wat werkzoekenden kunnen en wat de werkgever wil dat ze nog leren." - "Kansen bieden" Werkplekleren kan in verschillende vormen voorkomen: Individuele beroepsopleiding (IBO) Een IBO dient, zoals elke actie, te kaderen in de trajectovereenkomst. Dit wil zeggen dat zowel de werkzoekende als de trajectbegeleider akkoord moeten gaan met de IBO als actie in het traject. De trajectbegeleider registreert de aanvraag van de IBO in “Stappen naar werk”. De gedetailleerde werkwijze vind je terug op de partnerwebsite van VDAB. Bij uitvoerder van de IBO vermeld je de gegevens van de regionale contactpersoon voor IBO. Bij een IBO zorgt VDAB voor de administratieve en vaktechnische begeleiding. VDAB houdt de partner steeds op de hoogte van het verloop van de IBO begeleiding. Je vindt het verloop van de IBO terug in “Stappen naar werk” bij “Begeleiding IBO”. Het contact met de werkgever verloopt enkel via de VDAB IBO consulent. Uitzondering: De begeleiding van een C-IBO kan opgenomen worden door de dienstverlener zolang dit gebeurt binnen de voorwaarden van het reglement C-IBO: http://partners.vdab.be/cvs/projecten_cibo.shtml In het kader van de begeleiding van deelnemers in TIBB is de dienstverlener uitgesloten van de vergoeding voor bemiddeling van de C-IBO, deze zit immers vervat in de voorwaarden van TIBB. Instapstages (ISS) Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 27 De instapstage is een competentieversterkende maatregel voor laaggeschoolde jongeren in de tweede helft van hun beroepsinschakelingstijd en kadert in het economische relanceplan van de Federale Regering. De doelgroep uit categorie 02 wordt gelabeld met een ‘Attest instapstage’-lijn. De begeleiding van deze stages kan niet opgenomen worden door de dienstverlener. Meer informatie vind je op de VDAB-website. Jobcoaching Maakt deel uit van de opdracht ikv TIBB. Oriënterende stages: de beroepsverkennende stages Een beroepsverkennende stage is een oriënterende tool. In de trajectwerking gebruik je het als de werkzoekende geen duidelijke en/of realistische beroepskeuze heeft. Met de beroepsverkennende stage verzamelt de werkzoekende informatie die hij kan gebruiken voor een realistische (her)oriëntatie. Zie handleiding MLP. Op basis van een beroepsverkennende stage kunnen de werkzoekende en de trajectbegeleider een beroepsaspiratie bevestigen of schrappen. Er wordt voldoende informatie verzameld om nadien te gebruiken voor de uitbouw van een efficiënt bemiddelingstraject. Het accent ligt op de verkenning. Dit kan gaan van het ruim verkennen van een sector tot het specifiek verkennen van een bepaalde functie of job. Welke werkgever Privébedrijf, vzw of openbare dienst. Welke werkzoekende Voor elke werkzoekende in traject die: - interesse heeft voor een beroep maar: - zich geen concreet beeld kan vormen van dit beroep - twijfelt wat betreft de geschiktheid - over voldoende algemene arbeidsattitudes beschikt om de stage tot een goed einde te brengen Samenvatting - De burger gaat, onder begeleiding van de consulent of trajectbegeleider, op zoek naar een geschikte stageplaats. Het zoeken van een stageplaats kan het best gekoppeld worden aan een vacature of functie, maar dit hoeft niet. - De stage is gratis, niet vrijblijvend (stagecontract) en onbezoldigd. De duurtijd varieert van minimum 1 dag tot maximum 5 dagen of tot maximaal 10 dagen halftijds. - Er is een stagecontract. - De stage wordt opgevolgd en geëvalueerd door de begeleider. Een geslaagde stage resulteert in werkervaring, een tewerkstellingsperspectief of een zicht op ontbrekende competenties, waar verder op gewerkt kan worden. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 28 Specifieke registratie voor deze actie - Een actief opgestart begeleidingstraject - Opleidingscode : e-code aangemaakt door - Een stage(opleidings)lijn gelinkt aan de opleiding de begeleidingspartner 1.6. Opleiding volgen buiten het Vlaamse Gewest, interregionale mobiliteit Indien een deelnemer een opleiding wenst te volgen buiten het Vlaamse Gewest (Waals gewest, Duitstalige gemeenschap, Franstalige opleidingen in het Brusselse Gewest) dient de procedure rond interregionale mobiliteit gevolgd te worden. De trajectbegeleider maakt hiervoor het overdrachtsdocument (= navette) De opleidingsaanvraag moet door de trajectbegeleider goedgekeurd worden voor dat de opleiding start. De reeds gestarte opleiding (zonder goedkeuring) wordt niet retro-actief goedgekeurd. De trajectbegeleider evalueert of aan volgende voorwaarden voldaan is om in een ander gewest opleiding te volgen: 1. De aangevraagde opleiding wordt niet door de VDAB aangeboden 2. De aangevraagde opleiding wordt wel door de VDAB aangeboden, maar heeft lange wachttijden. De aangevraagde opleiding kan sneller opgestart worden. 3. De aangevraagde opleiding biedt meer kansen aan de werkzoekende om sneller aan het werk te geraken. 4. De opleiding is erkend door Forem of Bruxelles Formation (bij twijfel neemt de trajectbegeleider contact op met Forem of Bruxelles Formation: zie contactpersonen op intranet). Indien de opleiding door de trajectbegeleider wordt geweigerd op basis van deze criteria dan wordt de motivatie hiervoor weggeschreven in de BGLTRA-lijn. Het ingevulde document navette (zowel de positieve als negatieve geadviseerde aanvragen) worden gestuurd naar de centrale cursistenadministratie. Om de opleidingslijn in MLP te kunnen registreren, neemt de trajectbegeleider contact op met de VDAB centrale cursistenadministratie ([email protected]). Deze dienst zorgt er voor dat de opleiding wordt gepubliceerd in de Opleidingenmanager zodat de trajectbegeleider de opleidingslijn kan registreren. 2. Bijkomende trajectacties 2.1. Toeleiding naar een traject naar ondernemerschap Een werkzoekende die aangeeft interesse te hebben om zelfstandige te worden, wordt door de consulent ondernemerschap uitgenodigd voor een screeningsgesprek. Deze consulent kan de werkzoekende doorverwijzen naar de startersadviseur van Syntra voor deelname aan het traject ondernemerschap “Maak werk van je zaak” (ESF project sinds 1/10/2013). De startersadviseur van Syntra is de centrale figuur die de werkzoekende op maat begeleidt en coacht, van intake tot en met een eventuele opstart als zelfstandige. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 29 Hiervoor maakt de startersadviseur gebruik van een menukaart die bestaat uit een zo ruim mogelijk aanbod aan bestaande activiteiten (begeleiding/opleiding) waarop de kandidaat ondernemer een beroep kan doen. Het project wordt in fasen opgesplitst: Fase 1: Sensibiliseren & informeren Fase 2: Screening door de consulent ondernemerschap Fase 3: Intake door de startersadviseur van Syntra Fase 4: Oriëntatie naar ondernemerschap Fase 5: Begeleiding naar ondernemerschap Fase 6: Nazorg Fase 1: sensibiliseren & informeren Als de werkzoekende bij de inschrijving aangeeft dat hij als zelfstandige wil werken wordt vanuit de VDAB een communicatie gedaan: ze krijgen een brief of mail (met flyer) met informatie over het traject naar ondernemerschap met de vraag om contact op te nemen met de servicelijn voor meer informatie. De servicelijn vraagt voor de geïnteresseerde kandidaten een gesprek aan met de consulent ondernemerschap. Consulenten kunnen ook rechtstreeks een gesprek aanvragen voor werkzoekenden die tijdens een contact (i.p.v. via dossier) te kennen geven dat ze interesse hebben om als zelfstandige te starten. Fase 2: screening door de consulent ondernemerschap Tijdens het screeningsgesprek wordt door de consulent ondernemerschap nagegaan of de werkzoekende in aanmerking komt voor doorverwijzing naar de startersadviseur van Syntra. Om in aanmerking te komen voor de gratis begeleiding, moet je aan deze voorwaarden beantwoorden: Je woont in Vlaanderen en: o je bent niet-werkende werkzoekende, of o je werkt deeltijds (met inkomensgarantie), of o je wordt bedreigd door een collectief ontslag of sluiting van de onderneming, of o je bent individueel ontslagen omwille van economische redenen. Je hebt een concreet idee voor een eigen zaak. Je wil zelfstandige worden in hoofdberoep en bent bereid om binnen 1 à 1,5 jaar te starten met je bedrijf. Je hebt de vereiste beroepskennnis. Sommige beroepen zijn gereglementeerd: om ze te mogen uitoefenen, moet je het juiste diploma hebben. Je hebt voldoende kennis van het Nederlands. Wie komt niet in aanmerking? - Werkzoekenden die 'ooit' wel eens als zelfstandige willen werken maar nog geen concrete plannen hebben, - Werkzoekenden die het attest bedrijfsbeheer willen behalen als extra competentietroef bij de zoektocht naar werk (deze mensen kan je doorverwijzen naar het betalend opleidingsaanbod van Syntra, CVO) - Werkzoekenden die nog nood hebben aan beroepsopleidingen vooraleer ze als zelfstandige aan de slag kunnen gaan; Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 30 - Deeltijdse werknemers zonder inkomensgarantie-uitkering van de RVA kan je voor advies en ondersteuning verwijzen naar het Agentschap Ondernemen. Bij twijfel, kan je best contact opnemen met de consulent ondernemerschap van jouw regio. Zij bespreken met de kandidaat welke de mogelijkheden zijn. Voor hun gegevens kan je terecht bij de Servicelijn op 0800 30 700. Voor de screening ondernemerschap zijn een methodiek & instrumenten uitgewerkt: de vragenlijst “Ondernemer worden” voor de werkzoekende en de “gespreksleidraad “ondernemer worden” voor de consulent. Het is belangrijk om ter voorbereiding van het gesprek met de consulent ondernemerschap aan de kandidaat de vragenlijst “Ondernemer worden” te bezorgen (zie bijlage 3). De kandidaat brengt deze ingevuld mee bij het screeningsgesprek met de consulent ondernemerschap. De consulent ondernemerschap zal aan de hand van de gespreksleidraad “Ondernemer Worden” concluderen of de kandidaat zal doorverwezen worden naar de startersadviseur van Syntra of een verdere bemiddeling door de VDAB aangewezen is. Bij doorverwijzing naar de startersadviseur zal de door de kandidaat ingevulde vragenlijst ook dienen als voorbereiding van het gesprek met de startersadviseur. De consulent ondernemerschap brengt de trajectbegeleider op de hoogte van het resultaat van de screening. Bij een positieve screening doet de trajectbegeleider de nodige registraties (zie bijlage 4), de consulent ondernemerschap zorgt voor de inschrijving van de kandidaat op de collectieve intake van Syntra. Bij een negatief resultaat begeleidt de trajectbegeleider de werkzoekende verder in zijn zoektocht naar werk. Fase 3: intake door de startersadviseur van Syntra De intake bestaat uit een collectief en een individueel gedeelte. In het collectief stuk vullen de kandidaten de Entre Spiegel vragenlijst in. Tijdens het intakegesprek wordt een actieplan opgemaakt voor de oriëntatie op basis van een menukaart. De nood aan een opleiding bedrijfsbeheer wordt prioritair onderzocht en gepland indien nodig. De opleidingspartners zijn deze uit de menukaart. Indien de kandidaat na het intakegesprek niet geschikt bevonden wordt, dan koppelt de adviseur dit via mail terug aan de consulent ondernemerschap die de kandidaat heeft doorverwezen. Fase 4: oriëntatie naar ondernemerschap Na een positieve intake komt de werkzoekende terecht in de fase 'oriëntatie naar ondernemerschap'. Deze fase wordt beschouwd als een voorbereiding waarbij de werkzoekende -indien nog Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 31 nodig-het attest bedrijfsbeheer behaalt en een haalbaarheidsstudie/businessplan opmaakt. Tijdens de oriëntatie onderzoekt de kandidaat zijn idee aan de hand van het afgesproken actieplan. De adviseur volgt dit op. Indien de kandidaat voldoet aan de voorwaarden voor een begeleiding in een Starterslabo (nieuwe benaming voor activiteitencoöperatie) én geen bedrijfsbeheer meer dient te volgen, verwijst de adviseur onmiddellijk door naar een Starterslabo. De begeleiding gebeurt dan niet meer bij de adviseur, wel bij een Starterslabo. Op het einde van de oriëntatie zijn de volgende conclusies mogelijk: De oriëntatie wordt stopgezet na bespreking met de consulent ondernemerschap, de reden van stopzetting wordt vermeld in de samenvatting, de werkzoekende wordt door VDAB verder bemiddeld naar werk OF De kandidaat is geschikt voor de verdere begeleiding door de adviseur OF De kandidaat is geschikt voor een begeleiding bij een Starterslabo. De adviseur brengt via mail de VDAB consulent ondernemerschap op de hoogte en bezorgt hem de conclusie van de oriëntatiefase & het actieplan van de begeleidingsfase. Fase 5: begeleiding naar ondernemerschap De adviseur begeleidt en coacht de kandidaat naar de opstart als zelfstandige. Ook in deze fase kan de adviseur gebruik maken van activiteiten uit de menukaart, de afgesproken acties zijn opgenomen in een actieplan. Op het einde van de begeleiding brengt de adviseur via mail de consulent ondernemerschap op de hoogte. Fase 6: nazorg Als de kandidaat beslist om op te starten, verwijst de adviseur door naar een ondernemersloket. Het Agentschap Ondernemen zal op initiatief van Syntra een infosessie geven over ondersteuningsmogelijkheden die zij te bieden hebben. Ter info: Begeleiding via een Starterslabo: Dit omvat de intensieve begeleiding in een veilige testomgeving naar de eigenlijke opstart van de zelfstandige activiteit. De mogelijkheid om de zelfstandige activiteit voor te bereiden is in dit geval toegelaten tot maximum 18 maanden na opstart van de begeleidingslijn. De kandidaten die met een Starterslabo een overeenkomst sluiten en een vrijstelling C94.5 "Aanvraag om vrijstelling in het kader van een overeenkomst als kandidaatondernemer met een activiteitencoöperatie" van de RVA krijgen, zijn vrijgesteld van beschikbaarheid van de arbeidsmarkt, aanvaarding van een passende dienstbetrekking en inschrijving als werkzoekende. Aangezien deze vrijstelling door RVA (nog) niet via de automatische gegevensstroom in het VDAB-dossier van de klant komt, wordt dit dossier manueel (na check document) op categorie 97 (passieve categorie) gezet. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 32 Indien de werkzoekende na 18 maanden nog niet gestart is als zelfstandige, neemt de activiteitencoöperatie contact op met de consulent ondernemerschap en zet de begeleiding stop. Voor een overzicht van de registraties in het kader van ‘zelfstandig ondernemen’: zie bijlage 4. 2.2. Werkzoekenden met een arbeidsbeperking Indien er tijdens een traject aanwijzingen (of eventueel attesten) boven komen die er op wijzen dat een werkzoekende kampt met een arbeidsbeperking, kan er een gespecialiseerd onderzoek aangevraagd worden bij de Dienst Arbeidsbeperking (DAPB). Hiervoor maken we gebruik van de inschattingslijst. De richtlijn over het gebruik van deze lijst is terug te vinden in bijlage 5. Wanneer een tewerkstelling in het Normaal Economisch Circuit (NEC) haalbaar is, kan op deze manier ook het recht op Bijzondere TewerkstellingsOndersteunende Maatregelen (BTOM) aangevraagd worden (indien er geen automatisch recht is). Het DABP triagepunt zal bekijken welke screening het meest wenselijk is voor de klant: intern bij VDAB of een doorverwijzing naar GA (gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdienst). Het advies dat uit de screening komt, wordt teruggekoppeld naar de aanvrager. Indien uit de screening blijkt dat de betrokkene niet behoort tot de doelgroep van de tender, volgt de partner de procedure voor aanvraag onttendering of vervroegde stopzetting namelijk door een gemotiveerde aanvraag te bezorgen aan de projectopvolger. Indien de projectopvolger meer informatie nodig heeft, kan hij bij het triagepunt DABP toegang vragen tot het vertrouwelijk luik van het dossier. De projectopvolger regie van VDAB zal de screeningsaanvraag dus niet op voorhand beoordelen, De aanvraag wordt rechtstreeks gericht aan het DABP triagepunt. Enkel bij twijfelgevallen zal het DABP triagepunt contact opnemen met de projectopvolger om de screeningsaanvraag te bespreken. De aanvraagprocedure wordt beschreven in bijlage 6. 2.3. Aanvraag Bijzondere TewerkstellingsOndersteunende Maatregelen (BTOM)19 In het kader van het beter bestuurlijk beleid kan VDAB sinds 1 oktober 2008 starten met de toekenning van de indicatie van arbeidshandicap en het verlenen van recht op een of meerdere bijzondere tewerkstellingsondersteunende maatregelen (BTOM). Iedere werkzoekende of werknemer kan een vermoeden van een arbeidshandicap aangeven. VDAB of de dienstverlener moet nagaan of dit vermoeden leidt tot een indicatie van arbeidshandicap, hetzij via attesten hetzij via een gespecialiseerde screening. Indien een indicatie aanwezig is, kan de trajectbegeleider op vraag van de klant verder het recht op BTOM aanvragen. Voor elke BTOM gelden specifieke voorwaarden. Werkzoekenden of 19 Op basis van maatwerkdecreet verandert dit vanaf 01-01 2015 Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 33 werkenden die aan de criteria van indicatie voldoen, moeten ook nog voldoen aan specifieke voorwaarden om gerechtigd te zijn op een BTOM. Een overzicht van de criteria die een automatisch recht geven op een BTOM vind je op de partnerwebsite van VDAB. Het toekennen van de rechten gebeurt door de dienst arbeidshandicapspecialisatie (DAH) van VDAB, op basis van een lijst criteria die recht geven op BTOM of een multi-elementen advies van de trajectbegeleider of een gespecialiseerd arbeidsonderzoek (GAO) van een gespecialiseerde arbeidshandicapdienst (GA). Een overzicht van de DAH’s van VDAB vind je op de partnerwebsite van VDAB. Hier kan je terecht met verdere vragen rond personen met een arbeidshandicap. De DAH plaatst de toegekende rechten in het dossier van de werkzoekende. Indien de klant akkoord gaat met het recht, verbindt hij zich ertoe om in een traject naar werk deze te gebruiken. Het staat de klant wel vrij al dan niet een BTOM recht aan te vragen. Een overzicht met de belangrijkste indicaties en tewerkstellingsondersteunende maatregelen vindt u in bijlage 7 & 8. de bijzondere De technische werkwijze voor het aanvragen van de rechten en het plaatsen van de indicatie vind je terug op de VDAB-partnersite. 2.4. Tewerkstelling binnen de sociale economie Meer informatie is terug te vinden op de VDAB-website. Arbeidszorg Zie 1.2.2. Werkzoekenden met een arbeidsbeperking Beschutte werkplaatsen Zie 1.2.2. Werkzoekenden met een arbeidsbeperking Lokale diensteneconomie Dit zijn bedrijven die een maatschappelijke behoefte invullen en mensen tewerkstellen die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt zoals vijftigplussers, laaggeschoolden, allochtonen... Enkele voorbeelden van zulke bedrijven: de fietspunten (bewaakte fietsstallingen in de buurt van stations waar je fietsen kan huren of laten repareren), buurt- en groenonderhoud en diensten voor huishoudhulp. Meerwaardeneconomie: invoegbedrijven en invoegafdelingen Dit zijn gewone bedrijven uit de privé die maatschappelijk verantwoord ondernemen en één of meer mensen aanwerven die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt (de zogenaamde 'invoegmedewerkers'). Bij invoegbedrijven zorgt de dienstverlener zelf voor de jobcoaching. Een tewerkstelling in een invoegbedrijf wordt beschouwd als positieve uitstroom. Sociale werkplaatsen Dit zijn bedrijven waar mensen die niet op de gewone arbeidsmarkt terechtkunnen, een job op maat krijgen. In een sociale werkplaats zijn dit vooral laaggeschoolde Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 34 langdurig werkzoekenden. Een voorbeeld van een sociale werkplaats zijn de kringwinkels. Een tewerkstelling in een sociale werkplaats wordt beschouwd als positieve uitstroom. SINE: doelgroepvermindering langdurig werklozen SINE staat voor sociale inschakelingseconomie. Via het actief gebruik van de werkloosheidsuitkering of de ocmw-uitkering, d.w.z dat de werkloosheidsuitkering of ocmw-uitkering gebruikt wordt als een deel van het nettoloon, wil men zeer moeilijk te plaatsen werklozen herinschakelen op de arbeidsmarkt. Hierover vind je meer informatie op de website van RVA. De nieuwe werkervaring (WE, voorheen WEP+) Sinds 1 januari 2009 is WE in combinatie met getenderde trajectbegeleiding niet langer mogelijk. VDAB maakt tijdens de trajectbepaling uit of een klant nood heeft aan een WE of aan trajectbegeleiding en maakt een bepaling op aan de hand van deze info. Indien in uitzonderlijke gevallen de trajectbegeleider vindt dat een WE noodzakelijk is in een traject, dan moet dit ter advies voorgelegd worden aan de projectopvolger. Indien tijdens het traject blijkt dat de werkzoekende kan starten in een WE , geldt volgende procedure. Na overleg met de projectopvolger wordt de te volgen procedure gekozen: vervroegde stopzetting of onttendering. Vervroegde stopzetting: 1. De dienstverlener vraagt na of de klant administratief in aanmerking komt voor een WE bij de VDAB dienst attesten van de regio en motiveert waarom het getenderd traject moet worden stopgezet en de overstap naar WE wordt gevraagd. De dienstverlener stuurt hiervoor een mail naar de projectopvolger. Vragen die de partner kunnen helpen bij het opstellen van deze motivatie zijn: Wat is de startdatum en de naam van de promotor (eventueel vacaturenummer) Aan welke belangrijke begeleidingsbehoeften kan niet binnen de voorwaarden van de opdracht (bestek en offerte) worden beantwoord en toon aan waarom niet? Op welke wijze kan een WE wel een antwoord bieden op deze noden? Wat zijn de doelstellingen en werkpunten voor de (leer-) werkervaringspartner? 2. Hoe sluit de gevraagde WE-plaats aan bij het jobdoelwit en het trajectplan voor de klant? Zijn er bijkomende argumenten of omstandigheden die de koerswijziging kunnen verantwoorden? De projectopvolger onderzoekt of de motivatie overeenstemt met de bepaling van de opdracht en neemt eventuele bezwaren op met de dienstverlener. 3. De VDAB trajectbepaler of expert werkervaring: beoordeelt, op basis van de motivatie van de dienstverlener, eventueel na een gesprek met de klant, of hij akkoord is en of de motivatie van de dienstverlener te rijmen valt met de oorspronkelijke motivatie om de Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 35 klant toch toe te leiden. De VDAB trajectbepaler stuurt daarop volgende informatie door: Akkoord of niet met de trajectwijziging naar werkervaring Op basis van welke argumenten van de dienstverlener men wel of niet akkoord is met deze wijziging, Indien akkoord: beschrijving van de begeleidingsnoden, de nodige acties en behoeften die specifiek moeten opgenomen worden door het leerwerkbedrijf. Bij akkoord wordt alle informatie doorgestuurd met de vraag tot vervroegde afsluit. Bij niet akkoord neemt de projectopvolger opnieuw contact met de trajectbegeleider. Onttendering: Voor trajectovereenkomsten die zeer beperkt werden uitgevoerd, kan het dossier worden onttenderd. 3 Communicatie na een opleiding Na een opleiding dient een werkzoekendendossier correct weer te geven welke competenties, talenkennis, bureautica kennis of rijbewijs de klant verworven heeft tijdens de opleiding. Zo kan de wekelijkse automatische matching, verwijzingen op vacatures en de trajectbegeleiding beter afgestemd worden op de capaciteiten van de klant. Aan het eind van een opleiding dienen de competenties zo snel mogelijk en ten laatste binnen de maand na het beëindigen van de opleiding aangepast te worden in het werkzoekendendossier De competenties kunnen door de trajectbegeleider zelf aangepast worden in het dossier. Indien de aanpassing van de competenties gebeurt door de opleidingsverstrekker, ziet de trajectbegeleider hier op toe. De “Handleiding aanpassing van competenties na opleiding / screening” is terug te vinden op: http://partners.vdab.be/cvs/documenten/Werkenmetcompetenties.pdf 4 Vacatures Getenderde werkzoekenden worden zonder uitzondering meegenomen voor alle vacatureselecties, automatische matching en selecties voor specifieke acties. Dit geldt voor alle vacatures, zowel uit het NEC als uit de sociale tewerkstelling. De getenderde werkzoekende kan van VDAB zowel een vrijblijvende vacaturemededeling als een sollicitatie-opdracht ontvangen. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 36 Indien een sollicitatie-opdracht aanleiding zou geven tot transmissie wordt dit door VDAB gemeld aan de trajectbegeleider en wordt zijn advies hieromtrent gevraagd. Het is evenwel VDAB die beslist over het al dan niet overgaan tot transmissie. 5 Mobiliteitstegemoetkoming VDAB voorziet in een aantal tegemoetkomingen voor vervoersonkosten ten voordele van werkzoekenden met mobiliteitsproblemen. Zo is er de Lijnkaart die geldig is voor maximaal 10 ritten met De Lijn (afhankelijk van de afstand) en zijn er de treintickets aan verminderde prijs. 5.1. De Lijnkaart Het uitreiken van de Lijnkaart gebeurt uitzonderlijk en moet beperkt blijven tot werkzoekenden met financiële problemen. Wie komt in aanmerking? Werkzoekenden in een bemiddelings- of begeleidingstraject die zich moeten verplaatsten i.k.v. het afgesproken traject én die financiële redenen aanhalen om die actie niet uit te voeren. Praktische werkwijze “Mobiliteit” wordt in MLP als belemmering aangevinkt in de randvoorwaarden. In de begeleidingslijn wordt de reden voor het toekennen van de Lijnkaart genoteerd. De trajectbegeleider vult het formulier “Aanvraag voor Lijnkaart” in, bezorgt dit aan de werkzoekende en verwijst de klant naar de Werkwinkel. In de Werkwinkel zal de Lijnkaart aan de werkzoekende worden afgeleverd op basis van het aanvraagformulier. Het aanvraagformulier vindt u terug bij de documenten: http://partners.vdab.be/cvs/documenten/lijnkaart_aanvraag door partner.doc 5.2. Treinticket aan verminderde kostprijs Wie levert het attest af? Het treinticket aan verminderde kostprijs kan afgeleverd worden door elke VDAB-consulent. Het is niet noodzakelijk dat de werkzoekende zich wendt tot de werkwinkel van zijn of haar woonplaats. Opmerking Attesten kunnen niet langer dan 5 kalenderdagen voor de reisdatum afgedrukt worden omdat de NMBS, de treintickets ook hoogstens 5 kalenderdagen in de toekomst aflevert. Doelgroep Indien de werkzoekende ingeschreven is in één van onderstaande categorieën heeft de werkzoekende recht op een attest: Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 37 Cat 00 Uitkeringsgerechtigd volledig werkloos Cat 02 Werkzoekenden in wachttijd (art. 36) Cat 03 Niet-werkende vrij ingeschreven werkzoekenden Cat 05 Werkzoekenden ten laste van het OCMW Cat 06 Werkzoekenden die geregistreerd zijn bij het Vlaams Agentschap voor personen met een handicap Cat 11 Werkzoekenden in deeltijds onderwijs die bezig zijn met een ESF-actie Cat 14 Werkzoekenden uitgesloten van het recht op werkloosheidsuitkeringen Cat 30 Vrijwillig ingeschreven werknemers – PWA Cat 32 Personen ten laste van het RIZIV in voorbereiding op tewerkstelling Cat 33 Kandidaat arbeidszorgmedewerker Cat 55 Derde arbeidscircuit - halftijds Cat 80 Deeltijdse werknemer met inkomensgarantieuitkering Cat 82 Werkzoekenden die deeltijds werken gedurende hun wachttijd Cat 88 Werkzoekende tewerkgesteld in beschermde werkplaats Cat 92 Tijdelijk werklozen op zoek naar een andere job Cat 93 Deeltijds werkende vrij ingeschreven werkzoekenden Cat 94 Asielzoekers in beroep tegen uitwijzing Opmerking: indien de werkzoekende op catwz. 89 (werkt regelmatig met Interim), dan wordt gekeken naar zijn voorgaande categorie om na te gaan of de werkzoekende in aanmerking komt voor het NMBS-ticket. Welke acties komen in aanmerking? Een werkzoekende kan een attest krijgen voor: de verplaatsing naar een sollicitatie voor een occasionele verplaatsing Opmerking: er wordt GEEN attest afgeleverd om naar een jobbeurs of jobdating te gaan!! 1) Sollicitatie op een vacature verspreid via de VDAB Vacatures Vacatures die de niet-werkende-werkzoekende zelf gevonden heeft via een krant, een tijdschrift of het internet Er kan een attest afgeleverd worden aan de niet-werkende werkzoekende zowel bij een vacatureverwijzing als bij een spontane sollicitatie op voorwaarde dat: de consulent de concrete plaats van tewerkstelling kent; uit het verwijzingsgesprek blijkt dat de beroepstechnische kwalificaties en Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 38 vaardigheden van de niet-werkende werkzoekende overeenstemmen met de inhoud / vereisten van de vacature. 2) Sollicitatie op uitnodiging van een werkgever De niet-werkende-werkzoekende biedt zich aan met een uitnodigingsbrief van de werkgever om te solliciteren Vacatures van een wervings- en selectiekantoor/interimkantoor: als het om een uitnodiging gaat in functie van een specifieke vacature of werkgever. Het wervingsen selectiekantoor/interimkantoor moet dit duidelijk op de uitnodiging vermelden. De niet-werkende werkzoekende krijgt een uitnodiging voor een auditie die werkgerelateerd is. 3) De niet-werkende-werkzoekende biedt zich aan met een uitnodigingsbrief voor een examen van Selor 4) De niet-werkende-werkzoekende gaat een proef afleggen voor een openbaar bestuur 5) Occasionele verplaatsing i.k.v. een opleidingsaanvraag of een begeleidingsactie Werkzoekenden met financiële problemen en hierdoor een mobiliteitsprobleem hebben kunnen voor hun occasionele verplaatsingen die kadert in een opleidingsaanvraag of een begeleidingsactie gebruik maken van een treinticket aan verminderde kostprijs. Opmerking Pas als blijkt dat de klant niet geholpen is met een Lijnkaart (vb. omdat de verplaatsing niet of moeilijk kan gemaakt worden met de bus) kan voor het maken van een occasionele verplaatsing een attest voor een treinticket aan verminderde kostprijs uitgereikt worden. Onder occasionele verplaatsingen worden verplaatsingen i.k.v. volgende acties verstaan: info voor beroepsopleiding (infosessie) technische testing psychologisch onderzoek (i.k.v. opleiding of begeleiding) medisch onderzoek (i.k.v. opleiding of begeleiding) specifieke begeleidingsactie (acties ter ondersteuning van de algmene arbeidsmarktcomptenties, geletterdheid, oriëntering, 50+clubs, ...) Welke acties komen NIET in aanmerking? Een werkzoekende kan geen attest krijgen voor:de verplaatsing naar een jobbeurs of jobdating (dit zijn geen gerichte sollicitaties) Extra informatie Eén van de twee ontvangen attesten wordt afgegeven aan de loketbediende van de NMBS. Op basis van dit attest bekomt de niet-werkende werkzoekende het treinticket. De niet-werkende werkzoekende betaalt 1 euro voor een enkele reis en 2 euro voor een reis heen- en terugreis 2de klas. Het tweede attest moet de niet-werkende werkzoekende meenemen tijdens de treinreis en moet samen met het treinticket getoond worden op elk verzoek van de treinbegeleider. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 39 Het treinticket is geldig gedurende één kalenderdag. De reis moet beëindigd zijn voor de nachtelijke onderbreking van de treindienst. Indien de opstapplaats enkel een stopplaats is van de trein (dus zonder loket), kan de niet-werkende werkzoekende het treinticket bekomen op voorwaarde dat de treinbegeleider verwittigd is. NMBS vraagt voor reizen met bestemming "Brussel Nationaal Luchthaven" de Diabolo-toeslag. Dit is een extra toeslag van € 2,05 per enkele rit (= € 4,10 heen en weer) en geldt sinds november 2009. De VDAB komt tussen in deze extra toeslag. 6. Uitgewezen Europeanen Uitgewezen Europeanen mogen niet toegeleid worden naar de Tender Intensieve Begeleiding en Bemiddeling 3. Wanneer een burger van de Europese Unie die in Vlaanderen verblijft een bijlage 21 (Beslissing die een einde stelt aan het recht op verblijf van meer dan drie maanden met bevel om het grondgebied te verlaten) ontvangt, heeft hij 30 dagen de tijd om beroep aan te tekenen. In dat geval krijgt hij een bijlage 35 (Bijzonder verblijfsdocument) die maandelijks wordt verlengd tot er een uitspraak is. Zolang deze procedure lopende is, blijft de betrokkene een uitgewezen Europeaan. 7. Privacy 7.1. Inleiding – Voor wie is deze onderrichting Deze onderrichting over privacy en het noteren van persoonsgegevens in het dossier van de klant is bedoeld voor iedereen die werkt met dossiers en informatie over klanten uitwisselt met anderen. Met klanten bedoelen we hier werkzoekenden, onafhankelijk van de categorie, en werknemers. 7.2. Wat verstaan we onder privacy? Als we het hebben over privacy spreken we over twee dingen: 1. de bescherming van de privacy; 2. de verwerking van persoonsgegevens. Bescherming van de privacy Bescherming van de privacy gaat over het recht op eerbiediging en bescherming van het privéleven. Alle mensenrechtenverdragen waarborgen dit recht. Om het privéleven van klanten te beschermen, begint alles met respect voor de klant en eerbied voor zijn persoonlijke levenssfeer. Verwerking van persoonsgegevens Verwerking van persoonsgegevens omvat: 1. het verzamelen van de gegevens; Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 40 2. het noteren van die gegevens op een systematische manier, zowel in het dossier van de klant als in een mailbericht of op papier; 3. het doorgeven van die gegevens aan anderen. Wat zijn persoonsgegevens? Persoonsgegevens zijn alle gegevens waarmee we een persoon kunnen herkennen. Dit gaat niet alleen over het individueel klantnummer en rijksregisternummer of naam en adresgegevens, maar ook over alle andere elementen die kenmerkend zijn voor iemands fysieke, fysiologische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit. En daarmee bedoelen we letterlijk alle kenmerken: uiterlijk, familiebanden, plaatsen waar iemand gewerkt heeft, activiteiten in de vrije tijd, raciale of etnische afkomst, politieke opvattingen, godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging e.d. Bescherming van de klant Om de klant te beschermen bepaalt de wetgever dat persoonsgegevens slechts mogen genoteerd worden wanneer aan de drie volgende voorwaarden is voldaan: 1. je hebt die gegevens nodig om een kwaliteitsvolle arbeidsbemiddeling, begeleiding en of opleiding te kunnen aanbieden EN 2. de klant heeft zijn toestemming gegeven dat je gegevens noteert EN 3. de klant weet wat je noteert (maar hoeft niet noodzakelijk akkoord te zijn met wat je noteert) 7.3. Verzamelen en noteren van persoonsgegevens Noodzakelijk voor bemiddeling, begeleiding en / of opleiding Het is evident dat je de klant enkel bevraagt over de onderwerpen die je nodig hebt voor het uitvoeren van je opdracht. We kunnen geen lijst geven van wat je wel en niet mag vragen, omdat zo’n lijst nooit volledig kan zijn. Wat je nodig hebt is afhankelijk van de klant zelf en van de beroepen waarin hij wil werken of opleiding wil krijgen. We kunnen je wel volgende tips geven: Stel jezelf steeds de volgende drie vragen: - Waarom zou ik dit noteren? - Wat is het doel van de informatie? - Heeft deze informatie een meerwaarde voor de dienstverlening? Leg de klant duidelijk uit waarom je bepaalde informatie nodig hebt. Gebruik geen vage termen (“om je beter te helpen”) maar wees zo concreet mogelijk. Toestemming van de klant De klant geeft aan de dienstverlener i.f.v. de trajectbegeleiding zijn akkoord voor de verwerking van zijn persoonsgegevens in Mijn Loopbaan voor Partners d.m.v. de trajectbepaling die hij ondertekent op het moment van de toeleiding. Wanneer een klant een opleiding volgt bij een door VDAB erkende promotor wordt het inzagerecht verleend op basis van het ingevuld en ondertekend inlichtingenblad. Indien naast MLP een ander Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 41 registratiesysteem of klassement wordt gebruikt, moet de klant hiervoor zijn toestemming geven. Medische gegevens Wanneer een klant zich inschrijft bij VDAB wordt hem een infodocument voorgelegd waarin o.a. staat dat VDAB gezondheidsgegevens kan noteren indien dit belangrijk is i.f.v. tewerkstelling. Gezien de klant dit infodocument ondertekent, geldt dit als toestemming om medische gegevens te noteren. Deze toestemming geldt ook voor de dienstverleners. Gerechtelijke gegevens Gerechtelijke gegevens mogen we nooit noteren. Dit houdt o.a. in: geschillen voor de rechtbank, misdrijven waarvan personen worden verdacht, misdrijven waarvoor de persoon is veroordeeld, straffen die tegen hem zijn uitgesproken, voorlopige hechtenis, het al dan niet beschikken over een blanco uittreksel uit het centraal strafregister (= bewijs van goed gedrag en zeden), … We mogen ook nooit gegevens noteren die indirect verwijzen naar gerechtelijke gegevens. Bv. Bij “klant heeft geen rijbewijs” tijdelijk schrijven. De klant weet wat je noteert Een belangrijke voorwaarde om persoonsgegevens te mogen noteren is dat de klant weet wat je noteert. Dit betekent niet noodzakelijk dat hij moet akkoord zijn met wat je noteert. Probeer gezamenlijk tot een gepaste formulering te komen. Lukt dat niet of gaat de klant niet akkoord, schrijf dan je eigen visie op en noteer ook dat de klant hiermee niet akkoord gaat. De enige uitzondering hierop is agressief gedrag van een klant. Het gaat hier om een uitzonderlijke situatie die dan ook een uitzonderlijke regel verantwoordt. Het is toegelaten dit te noteren in het dossier op voorwaarde dat er expliciet bij wordt vermeld dat de werkzoekende niet op de hoogte is van het feit dat dit genoteerd wordt. Noteer steeds in neutrale bewoordingen, geef geen waardeoordeel. Je mag enkel observaties noteren die je in je werk zelf hebt waargenomen of gegevens die uit het gesprek met de klant naar voor komen. Je noteert dus niet wat je weet “van horen zeggen”. Inzagerecht De klant heeft steeds het recht zijn volledige dossier in te kijken en indien gewenst correcties aan te vragen. Hij heeft ook recht op een afschrift als hij er om vraagt. Let er dan wel op dat je persoonsgegevens van anderen, die eventueel in het dossier genoteerd staan, moet verbergen. 7.4. Meedelen van gegevens aan derden Garantie op vertrouwelijkheid Alle informatie die de klant meedeelt moet op vertrouwelijke wijze behandeld worden Meedelen van gegevens aan derden Het principe is dat je persoonsgegevens nooit mag meedelen aan anderen. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 42 De uitzondering hierop is dat je wel persoonsgegevens mag meedelen aan anderen als dit is opgelegd door een wettelijke bepaling of als de klant hiervoor zijn schriftelijke toestemming heeft gegeven. Aan wie mag je informatie meedelen? Je mag persoonsgegevens meedelen aan: collega’s, maar enkel in functie van de dienstverlening personen of instellingen die over een wettelijke basis beschikken bv. arbeidsauditeurs, een officier van de gerechtelijke politie met een bevelschrift van een onderzoeksrechter, officiële inspectiediensten (bv. sociale inspectie werk en sociale economie), kinderbijslagfondsen voorlopige bewindvoerders personen met een schriftelijk mandaat van de klant met de vermelding om welke gegevens het exact gaat Hoe mag je informatie meedelen? In principe delen we via de telefoon geen informatie mee. We doen dit ofwel schriftelijk of mondeling ter plaatse. Zorg ervoor dat je zeker bent over de identiteit van de vrager. Personen die over een wettelijke machtiging beschikken moeten die voorleggen. Dat hoeft niet noodzakelijk ter plaatse maar mag ook per mail, brief of fax. 8. Correctie resultaatsvergoeding Om ervoor te zorgen dat de aanvragen tot correctie van de resultaatsvergoeding voor alle partners en over de verschillende provincies heen op dezelfde wijze gebeurt, werd een handleiding opgemaakt die door alle projectopvolgers gebruikt zal worden. De grote lijnen zijn als volgt: 1. Er zal steeds gecorrigeerd worden als bij de meting de categorie werkzoekende foutief staat omwille van een fout in het systeem of laattijdige DIMONA-aangifte (78, 80, 89, ...) 2. Er zullen steeds uitzonderlijke gevallen en cases mogelijk blijven die de projectopvolgers ter discussie kunnen stellen op de interne overlegmomenten. Ten gevolge hiervan wordt het des te belangrijker de categorie werkzoekende in de dossiers goed up-to-date te houden. Wijziging van de categorie werkzoekende kan door de dienstverlener gebeuren onder volgende voorwaarden: - Klant moet akkoord zijn met de wijziging van de categorie werkzoekende in het dossier en moet op de hoogte zijn van de eventuele gevolgen hiervan - Het aanpassen van de categorie werkzoekende kan enkel obv concrete bewijzen (bijv. kopie van een contract) - Bij twijfel kan de VDAB toeleider of projectopvolger gecontacteerd worden. Correcties kunnen worden aangevraagd ten laatste aan het einde van de maand volgend op de maand waarin de SBS per mail werd verstuurd. De bewijslast blijft zoals voorheen ten laste van de dienstverlener. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 43 Documenten en links Op het internet staan heel wat documenten die rechtstreeks of onrechtstreeks relevant zijn voor de praktische uitvoering van dit project. Zie volgende links: A. Tender intensieve bemiddeling en begeleiding naar werk http://partners.vdab.be/bemiddelingstender/ De offerteaanvraag (of het bestek) TIBB http://partners.vdab.be/bemiddelingstender/bestek%20tender%20intensieve%20tra jectbegeleiding%20en%20bemiddeling100719.pdf B. De toegang tot en werking van Mijn Loopbaan voor Partners (MLP) en basisdienstverlening: http://partners.vdab.be/cvs/cvs_handleiding.shtml C. Tewerkstellingsmaatregelen www.aandeslag.be Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 44 BIJLAGE 1: Sjabloon eindverslag Eindverslag trajectbegeleiding uitbesteding intensieve begeleiding en bemiddeling naar werk. Bestek nr 2013/50011 Perceel nr: Datum: Financieringsnummer Naam van de dienstsverlener Naam van de deelnemer Klantnummer VDAB of rrnr Jobdoelen Bij aanvang Bijsturingen Te behandelen Bij aanvang drempels naar Bijsturingen werk Stappenplan en tijdsplan Bij aanvang Bijsturingen Verloop van de Begeleiding begeleiding sollicitatiegedrag en Randvoorwaarden Geboden attitudetraining en –begeleiding Geboden sollicitatietraining en – begeleiding Verloop van de Jobmatching bemiddeling Jobhunting Nazorg tewerkstelling Andere acties tijdens Competentieontwikkeling Andere Conclusies Behaalde resultaten Sterke punten van de deelnemer Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 45 Resterende belemmeringen Werkpunten Naam en handtekening deelnemer Naam en handtekening begeleider Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 46 BIJLAGE 2: Controlelijst informatieverplichting CONTROLELIJST INFORMATIEVERPLICHTINGEN Bestek nr 2013/50011 Perceel nr: Financieringsnummer Naam van de dienstsverlener Naam van de deelnemer Klantnummer VDAB of rrnr INFORMATIE OP DATUM PARAF VOOR BEVESTIGING dienstverlener deelnemer De interne klachtenprocedure van de dienstverlener De klachtenprocedure bij de VDAB De procedure bij klachten over geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag Rechten en plichten van de werkzoekende Huishoudelijk reglement van de dienstverlener Procedure bij ongevallen en verwondingen Situering van het EHBO lokaal Toelichting van het evacuatieplan van het gebouw Informatie over brandbestrijdingsmiddelen Jobdoelen, plan van aanpak en tijdslijn bij start van het traject Resultaten evaluatie (minimaal 6maandelijks): gewijzigde jobdoelen, plan van aanpak of tijdslijn Wijziging trajectbegeleider Ondertekende klantendossier TOK in Aangepaste ondertekende TOK in klantendossier Aangepaste ondertekende TOK in klantendossier Eindgesprek (informeren over nakende afsluit traject en eindevaluatie) Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 47 Eindverslag Aanpassingen van competenties in klantendossier (MLP) Als bijlage in MLP de het Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 48 BIJLAGE 3: Vragenlijst ‘Ondernemer worden’ Je hebt een afspraak met een VDAB-consulent om de mogelijke start van een eigen zaak en een verdere ondersteuning door een startersadviseur te bespreken. De vraagjes hieronder helpen je jouw project kort toe te lichten. Beantwoord de vragen en neem dit documentje mee naar het gesprek. De vragenlijst op de volgende pagina helpt jou na te gaan hoe ver je staat met de voorbereiding van jouw project. De vragenlijst wordt enkel gebruikt als voorbereiding op het gesprek met de consulent. Jouw antwoorden worden niet geregistreerd en bewaard. Je hebt er dus niets bij te verliezen de vragen eerlijk te beantwoorden. MIJN PROJECT Wat wil ik doen? Wie zijn mijn klanten? Op welke mensen kan ik beroep doen bij de realisatie van mijn project? MIJN PROJECT Zet een kruisje onder het cijfer dat op jou van toepassing is: 0 = helemaal niet, 5 = helemaal wel. 0 1 2 3 4 5 Ik kan mijn project concreet toelichten. Helemaal niet Ik ken de concurrenten en heb nagedacht over hoe klanten aan te trekken. 0 Helemaal wel 1 2 3 Helemaal niet 0 4 5 Helemaal wel 1 2 3 1 2 3 4 5 Ik heb nagedacht over de financiële aspecten van mijn project. Helemaal niet Ik heb een zicht op wat ik nog moet doen om als zelfstandige te kunnen starten. 0 Helemaal wel Helemaal niet Ik weet of ik voldoe aan de voorwaarden om het gekozen beroep als zelfstandige uit te kunnen oefenen. 0 4 5 Helemaal wel 1 2 3 4 Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 5 49 Helemaal niet Ik kan beroep doen op een kring van familie, vrienden en/of kennissen om mijn project te ondersteunen. 0 Helemaal wel 1 2 3 Helemaal niet 0 4 5 Helemaal wel 1 2 3 4 5 Ik ben ervan overtuigd dat mijn project gaat slagen. Helemaal niet Helemaal wel MIJN WERK Zet een kruisje onder het cijfer dat op jou van toepassing is: 0 = helemaal niet, 5 = helemaal wel. Ik heb ervaring met dit soort werk en dus een goed zicht op de concrete taken en werkomstandigheden. 0 1 2 3 Helemaal niet 0 4 5 Helemaal wel 1 2 3 4 5 Ik kan dit werk fysiek aan. Helemaal niet 0 1 Helemaal wel 2 3 4 5 Ik heb de nodige beroepskennis en vaardigheden. Helemaal niet 0 Helemaal wel 1 2 3 1 2 3 4 5 Ik weet of ik ga starten in hoofd- of bijberoep. Helemaal niet 0 Helemaal wel 4 5 Ik kan dit werk combineren met mijn privé-leven. Helemaal niet Helemaal wel MIJN ONDERNEMERSCOMPETENTIES Zet een kruisje onder het cijfer dat op jou van toepassing is: 0 = helemaal niet, 5 = helemaal wel. 0 1 2 3 4 5 Ik ben een doorzetter. Helemaal niet 0 Helemaal wel 1 2 3 1 2 3 4 5 Ik kan zelfstandig werken. Helemaal niet 0 Helemaal wel 4 5 Ik heb overtuigingskracht Helemaal niet 0 Helemaal wel 1 2 3 4 Ik ben besluitvaardig Helemaal niet Helemaal wel Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 5 50 BIJLAGE 4: Registraties traject naar ondernemerschap (‘Maak werk van je zaak’) 1. Screening ondernemerschap: Aanvragen: Om de screening ondernemerschap aan te vragen moet je volgende stappen zetten: Stap Handeling 1. Zoek het dossier van de werkzoekende op in Mijn loopbaan voor partners (MLP) 2. Ga naar de tab Begeleiding en de subtab Stappen naar werk 3. Voeg de actie ‘Screening ondernemerschap’ toe en vul bij "Uitvoerder" de naam en OE in van de consulent ondernemerschap (VDAB) De VDAB-consulenten ondernemerschap vind je hier: http://partners.vdab.be/cvs/documenten/Consulenten%20ondernemerschap.pdf Ter voorbereiding van het gesprek met de consulent ondernemerschap bezorg je aan de kandidaat de vragenlijst 'ondernemer worden' (zie bijlage 3) met de vraag om deze vooraf in te vullen en door te mailen of mee te brengen naar het gesprek. Uitvoeren Per regio zijn er VDAB-consulenten ondernemerschap opgeleid die deze screening uitvoeren en de nodige registraties in deze actie doen om het resultaat te noteren. 1. Doorverwijzen naar startersadviseur Syntra: De consulent ondernemerschap registreert een doorverwijzing naar Syntra. 2. Intake door de startersadviseur: Bij een negatief intakegesprek registreert de adviseur in de doorverwijzingslijn de toestand ‘niet geaccepteerd, weigering partner/klant’. Bij een positief intakegesprek accepteert de adviseur de doorverwijzing. Je krijgt hiervan als trajectbegeleider een signaal en voegt de stap ‘oriëntatie naar ondernemerschap’ toe op de OE van Syntra: o Syntra Limburg – 10009184 o Syntra West – 10007108 o Syntra Midden-Vlaanderen – 10009650 o Syntra Antwerpen – Vlaams Brabant – 10011291 Je zet deze op aanvraag met uitvoerder ‘startersadviseur Syntra’ en Syntra vult het financieringsnummer in. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 51 3. Oriëntatie naar ondernemerschap: De adviseur zet deze actie op bezig en noteert de voortgang van de acties in de samenvatting van de lijn 'oriëntatie naar ondernemerschap'. Op het einde van de oriëntatie registreert de adviseur de toestand ‘uitgevoerd’ of ‘stopgezet’ en het resultaat van de uitgevoerde oriëntatie: negatief of positief. Ingeval van een begeleiding door een Starterslabo krijg je als trajectbegeleider een signaal van de startersadviseur. De startersadviseur registreert tevens een doorverwijslijn en bezorgt de ondertekende doorverwijskaart aan de consulent ondernemerschap van VDAB. 4. Begeleiding naar ondernemerschap: Als de kandidaat door de adviseur geschikt is bevonden voor de verdere begeleiding, zijn 2 pistes mogelijk: a. Ofwel wordt de kandidaat verder begeleid door de adviseur van Syntra: Je voegt als trajectbegeleider de de stap ‘coach/ondersteun ondernemersvorming’ toe op OE van Syntra a. Syntra Limburg – 10009184 b. Syntra West – 10007108 c. Syntra Midden-Vlaanderen – 10009650 d. Syntra Antwerpen – Vlaams Brabant – 10011291 Je zet deze op aanvraag met uitvoerder ‘startersadviseur Syntra’ en Syntra vult het financieringsnummer in. De adviseur zet deze op bezig. In het samenvattingsveld worden zoals afgesproken de acties genoteerd. Op het einde van de begeleiding registreert de adviseur de toestand ‘uitgevoerd’ of ‘stopgezet’. In de samenvatting noteert de adviseur de conclusie van de begeleiding of de reden van stopzetting. De adviseur actualiseert het dossier in MLP (oa. gewenste jobs, competenties, attesten, …) b. Ofwel wordt de kandidaat begeleid door een Starterslabo: Na melding van inzage door VDAB ‘accepteert’ Starterslabo de doorverwijzing bij een positieve intake. Je registreert als trajectbegeleider de actie “Begeleiding activiteitencoöperaties” op aanvraag met als uitvoerder het Starterslabo: - Startpunt (Oost – Vlaanderen) OE 10009715 - Co-Actief (Antwerpen): OE 10009705 - Co&Go (Vlaams Brabant): OE 10009716 - Ondernemersatelier (Limburg): OE 10009706 - Gusto (West Vlaanderen): OE 10009887 Starterslabo zoekt de actie ‘begeleiding activiteitencoöperatie’ op, zet op ‘bezig’ en vult het financieringsnummer in. Op het einde van de begeleiding registreert Starterslabo de toestand ‘uitgevoerd’ of Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 52 ‘stopgezet’. In de samenvatting wordt de conclusie van de begeleiding of de reden van stopzetting genoteerd. Het starterslabo actualiseert het dossier in MLP (oa. gewenste jobs, competenties, attesten, …). Tijdens de begeleiding door Syntra of Starterslabo blijft de trajectbegeleiding in het beheer van de dienstverlener. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 53 BIJLAGE 5: Inschattingslijst De inschattingslijst helpt je om een overzicht te krijgen van mogelijke drempels en een eventuele aanvraag voor een onderzoek (indicering/screening) bij de dienst gespecialiseerde screening van de VDAB te motiveren. Tijdens een contact met een klant kun je het vermoeden hebben dat een persoon een (arbeids)beperking heeft en/of ernstige problemen waardoor de persoon niet zonder ondersteuning in het reguliere circuit kan werken. Dit vermoeden van problemen moet grondig uitgeklaard worden alvorens je een verder onderzoek aanvraagt. Deze inschattingslijst helpt je hierbij. Je gebruikt de inschattingslijst enkel om een gespecialiseerde screening aan te vragen. Als bemiddelingspartner is het niet mogelijk om de andere opties rechtstreeks aan te vragen. Dit wil niet zeggen dat deze opties onmogelijk zijn, ze zullen echter via de gespecialiseerde screening verlopen. Invullen inschattingslijst Je vult zowel deel 1 (inschatting zoektocht naar werk) als deel 2 (drempels tot de arbeidsmarkt) in. Je vervolledigt ook de conclusie: Je stelt je de vraag of, ondanks één of meerdere drempels, werk in het normaal economisch circuit mogelijk blijft en dat VDAB en/of partners de begeleiding naar deze tewerkstelling verder kunnen opnemen. Hou hierbij rekening met beschikbare tewerkstellingsondersteunende/tewerkstellingsbevorderende maatregelen zoals de Vlaamse Ondersteuningspremie – VOP -, IBO, werkervaring, … Indien je deze vraag positief kan beantwoorden, zet je de bemiddeling van de werkzoekende verder. Indien je deze vraag negatief moet beantwoorden, verwijs je de werkzoekende door naar het DABP triagepunt. Bij deze doorverwijzing formuleer je duidelijk je onderzoeksvraag. Deze onderzoeksvraag kan gericht zijn op het vragen van een uitgebreidere screening, kan gericht zijn op de indicering als persoon met een multiple problematiek, … Bij een doorverwijzing, vermeld je waar er andere nuttige informatie terug te vinden is. Daarnaast geeft dit veld de ruimte om het verhaal van de klant weg te schrijven, aanvullend op de eerste 2 delen van de inschattingslijst. Opgelet: Dit is een intern instrument, met thema’s door de bemiddelaar te bevragen en niet door de werkzoekende in te vullen. Het is niet de bedoeling dit document mee te geven met de klant, de inhoud moet uiteraard wel besproken zijn met de betrokkene. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 54 Inschattingslijst voor personen met een afstand tot de arbeidsmarkt 26 05 2014 Doel □ Tijdens een contact met een klant kun je het vermoeden hebben dat een persoon een afstand heeft tot de arbeidsmarkt, waardoor de persoon zonder ondersteuning (nog) niet in het reguliere circuit kan werken. □ Dit vermoeden van problemen moet grondig uitgeklaard worden alvorens je een verder onderzoek of gespecialiseerde begeleiding aanvraagt. □ Deze inschattingslijst (zie doelgroep ) helpt je om een overzicht te krijgen van mogelijke drempels en eventueel een aanvraag van onderzoek (indicering) te motiveren. □ Deze inschattingslijst kan gebruikt worden in functie van doorverwijzing Werkervaring, doorverwijzing GTB, doorverwijzing DABP triagepunt (ifv indicatie en recht), … Het is een voorwaarde om een indicering als persoon met een multipele problematiek aan te vragen. Let op: Maar niet van personen met een arbeidshandicap (Pmah) die een automatisch recht kunnen krijgen obv 7 criteria die geattesteerd kunnen worden (de bestaande Bijzondere Tewerkstellingsondersteunende Maatregelen, collectief luik, (BVR 2008)) → daar zijn al procedures voor. Wat □ Je moet deze inschattingslijst volledig invullen, je motiveert je conclusie en stelt een concrete doorverwijzingsvraag. □ Nadien laad je die op in Mijn Loopbaan vooraleer je doorverwijst (met een doorverwijslijn). Afname □ Dit is een document door de bemiddelaar (VDAB + partners) in te vullen, niet door de werkzoekende. □ Het is ook niet de bedoeling dit document mee te geven met de klant als dusdanig, het moet uiteraard wel besproken worden als de klant erom vraagt. □ Je vertrekt van jouw perspectief als bemiddelaar. Opbouw inschattingslijst □ In Deel 1 wil je een inschatting maken van de zoektocht naar werk en in deel 2 peil je naar drempels die een reguliere tewerkstelling in de weg staan. □ In de Conclusie noteer je je bevindingen met een verplichte motivatie van je doorverwijzing. Link : voor de uitgebreide handleiding, zie (in ontwikkeling) ……….. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 Instructie 55 Deze bevraging omvat een selectie van drempels die personen met een multipele problematiek kunnen ervaren in hun zoektocht naar werk. Duid in overleg met de werkzoekende de drempels aan die van toepassing zijn in het leven van de werkzoekende. Mobiliteit De werkzoekende woont afgelegen en heeft geen eigen vervoer (auto, bromfiets, fiets). De werkzoekende durft of kan zich niet alleen verplaatsen met het openbaar vervoer. De werkzoekende heeft geen enkel geografisch inzicht. Hij/zij kent nergens de weg. Ondersteuning en relatie met naaste familie en vrienden De werkzoekende geeft zelf aan - of jij krijgt de indruk - dat familieleden niet willen dat de werkzoekende gaat werken. De werkzoekende leeft in een omgeving (gezin/vriendenkring/kennissenkring ) waar bijna niemand werkt. De werkzoekende is een alleenstaande met kinderlast. De werkzoekende heeft thuis de zorg voor personen met een handicap, hoogbejaarden of langdurig zieken. Afhankelijkheid / Hunkering De werkzoekende geeft zelf aan dat hij last heeft (gehad) met een verslaving. De werkzoekende vertoont signalen die op een verslavingsproblematiek kunnen wijzen alcoholgeur). (vb. waarneembare Laaggeletterdheid De werkzoekende is laaggeletterd. De werkzoekende is analfabeet. De werkzoekende is anderstalig. Armoede De werkzoekende heeft schulden. De werkzoekende geeft aan moeilijk in de eigen basisbehoeften (voeding, kleding, gezondheid en huisvesting) te kunnen voorzien. De werkzoekende is dakloos. De werkzoekende geeft aan dat er één of andere vorm van budgetbegeleiding is. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 56 Organisatie en planning De werkzoekende slaagt er niet in om regelmaat te brengen in het dagelijkse leven (op tijd opstaan, afspraken nakomen,…). De werkzoekende slaagt er niet in het eigen huishouden goed te organiseren. De werkzoekende daagt niet steeds op bij afspraken, vergist zich van uur of zelfs van dag, … Verzorgen van lichaamsdelen De werkzoekende heeft te weinig aandacht voor persoonlijke hygiëne in functie van werk. De werkzoekende geeft aan doktersbezoeken uit te stellen, bijvoorbeeld omdat hij/zij geen aandacht heeft voor de eigen verzorging. Aangaan van relaties De werkzoekende heeft het moeilijk met sociaal contact. De werkzoekende voelt grenzen en maatschappelijke verwachtingen in een relatie niet (correct) aan. De werkzoekende komt met verhalen rond moeilijke sociale omgang (problemen met vroegere collega’s, breuk met familie) en verhalen over ruzie en pesterijen bij elke vorige werkervaring. Gezondheidsproblemen De werkzoekende is regelmatig ziek, leeft in moeilijke omstandigheden waardoor de draagkracht/draaglast balans zwaar onder druk komt te staan. De werkzoekende heeft tewerkstellingsperiodes regelmatig afgewisseld met periodes van langdurige ziekte-uitkering. De werkzoekende kampt met een ernstige gezondheidsproblematiek. NAAM WERKZOEKENDE: Deel 1 : Inschatting zoektocht naar werk door de consulent Aanpak Ik denk van wel. De werkzoekende denkt snel werk te vinden. De werkzoekende doet ernstige inspanningen om werk te vinden. De werkzoekende is in staat zelf vacatures op te sporen. De werkzoekende heeft discipline en komt afspraken na. De werkzoekende heeft een degelijk cv en kan goede sollicitatiebrieven schrijven. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 Ik denk van niet. 57 De werkzoekende komt overtuigend over bij sollicitatiegesprekken. De werkzoekende heeft een sterk persoonlijk en professioneel netwerk en schakelt dit in bij het zoeken naar werk. Jobdoelwit Ik denk van wel. Ik denk van niet. De werkzoekende kan verwoorden welk soort werk hij/zij zoekt. De werkzoekende heeft de competenties voor het werk dat hij/zij zoekt. De werkzoekenden zoekt werk waarvoor voldoende vacatures zijn op de (lokale) arbeidsmarkt. De werkzoekende heeft een goed zicht op zijn/haar kwaliteiten. De werkzoekende heeft een goed zicht op zijn/haar sleutelvaardigheden. De werkzoekende zoekt naar werk dat aansluit bij zijn/haar waarden en interesses. De werkzoekende zoekt naar werk dat hij/zij later wil blijven doen. Meer informatie over de inschatting zoektocht naar werk: Deel 2 : Drempels tot de arbeidsmarkt, door de consulent in te vullen Meer informatie over de drempels tot de arbeidsmarkt: Conclusie van deel 1 en deel 2 Kruis één van deze mogelijkheden aan en vervolledig : 1. ☐Ik bemiddel de werkzoekende verder, zonder verdere ondersteuning/verwijzing 2. ☐ Ik bemiddel de werkzoekende verder en verwijs door naar het triagepunt ☐ Indicatie PMP ☐ Aanvraag mmpp advies (TAZ, AZ, DAZ, niet toeleidbaar – aanvraag W² (werk-zorg)) ☐ Aanvraag niet automatisch recht (BTOM (‘individueel maatwerk’), collectief maatwerk, LDE) ☐ Aanvraag screening (vb: competentieprofiel ifv de afstand tot de arbeidsmarkt) 3. ☐ Ik verwijs de werkzoekende door naar gespecialiseerde begeleiding (GTB/GOB) 4. ☐ Ik verwijs door naar Werkervaring Indien 2, 3 of 4: Dit is mijn concrete doorverwijsvraag: Licht grondig toe waarom deze doorverwijzing noodzakelijk is : Is er ergens anders nuttige informatie terug te vinden (vb verslagen GA, bijlage privacy, verslagen partners, … ) ? Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 58 Datum : Naam aanvrager : In beide gevallen moet dit document opgeladen worden in Mijn Loopbaan, vertrouwelijk dossier, flap : contacten en documenten. Print screen : Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 59 BIJLAGE 6: Personen met een arbeidsbeperking – aanvraagprocedure screening. 1) Nadat je de screening besproken hebt met de werkzoekende en de inschattingslijst volledig is ingevuld (de onderzoeksvraag is geconcretiseerd en de kwalitatieve informatie (verhaal van de burger) is weggeschreven), laad je het document op in MLP (onder PMAB, Vertrouwelijk, Contacten en Documenten). Je geeft het document de naam ‘Inschattingslijst’. OPGELET: Indien het vertrouwelijk luik nog niet beschikbaar is dan dient de inschattingslijst per mail bezorgd te worden aan het DABP triagepunt met enkel de IKL (klantnummer) en de initialen van de klant als onderwerp. 2) Je maakt een doorverwijslijn aan naar het DABP triagepunt. In de doorverwijskaart neem je volgende passage op in het veld ‘Informatie voor de doorverwijskaart’, dit om een eventuele doorverwijzing van het DABP triagepunt naar GA te regelen mbt privacy: "Met de ondertekening van deze doorverwijskaart stemt de werkzoekende ook in met een doorverwijzing voor screening naar een Gespecialiseerde Arbeidsonderzoeksdienst (GA) indien de gespecialiseerde screening van de VDAB dit nodig acht. Deze doorverwijzing naar GA gebeurt volgens dezelfde hieronder vermelde afspraak voor de doorverwijzing naar de gespecialiseerde screening.” Wanneer de doorverwijskaart ondertekend is door de betrokkene, zet je de doorverwijslijn op “geïnitieerd” en ga je verder door op “Doorverwijzing zonder uitnodiging” te klikken. OPMERKING: In de MLP handleiding “Een doorverwijzing aanmaken” staat dat de doorverwijskaart aan VDAB moet bezorgd worden zodat er inzagerecht kan toegekend worden aan de bestemmeling. Dit is in het kader van deze procedure echter niet nodig. Doorverwijslijn aanmaken naar het DABP triagepunt Provincie OE triagepunt e-mailadres triagepunt Naam contactpersoo Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 60 n triagepunt Antwerpen 10008112 [email protected] Gerard De Bie VlaamsBrabant 10012323 psychologische_dienst_vlaamsbrabant@vdab .be Daniël Poorter Limburg 10008532 [email protected] Kristien Nelissen WestVlaanderen 10008135 [email protected] Carmen De Schauwer of Daisy Duyck OostVlaanderen 10008134 [email protected] DABP OostVlaanderen De 3) In MLP maak je een ‘advies psycholoog lijn’ aan en zet deze op ‘aanvraag’ (ADVPSY-AV). Bij de OE van de uitvoerder vul je de OE in van het triagepunt. OPMERKING: Bij registraties in het elektronisch dossier van de klant, wordt automatisch het financieringsnummer van de tender ingevuld. De dienstverlener kan dit niet wijzigen, de wijziging gebeurt door de VDAB-psycholoog. Kwaliteit Deze inschattingslijst vormt de start van een verder proces van de werkzoekende, namelijk indicering als persoon met een multiple problematiek, het aanvragen van een niet automatisch recht op bijvoorbeeld VOP of maatwerk, een gespecialiseerd arbeidsonderzoek, … Collega’s (indiceringsconsulent, VDAB psycholoog, screener, …) werken verder op deze lijst. Het is dan ook belangrijk dat deze inschattingslijst kwalitatief is ingevuld. Hou hierbij rekening met volgende tips: Schrijf voor iemand die de werkzoekende niet kent. Geef voorbeelden om je vermoeden te staven. Vermeld welke stappen naar werk je reeds zette met deze werkzoekende en waarom deze niet het gewenste resultaat bekwamen. Is de lijst onvolledig ingevuld, de onderzoeksvraag niet duidelijk, … dan zal het DABP triagepunt ook de vraag stellen dit instrument te vervolledigen. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 61 BIJLAGE 7: Indicatie PmAH en BTOM Sinds 1 oktober 2008 worden de personen met een recht op BTOM, personen met arbeidshandicap genoemd. De tot 30 september 2008 bestaande kansengroep “personen met een arbeidshandicap” volgens de vroegere bepalingen van de VDAB vergeleken worden met de (nieuwe) kansengroep van “personen met een indicatie arbeidshandicap” vastgelegd volgens het besluit van 18 juli 2008. een van kan van Vanaf 1 januari 2009 zal VDAB deze nieuwe definities en indeling gebruiken bij de monitoring en de rapportering. Voor acties bij derden (waaronder tendering) die in het verleden goedgekeurd werden voor de kansengroep “werkzoekenden met arbeidshandicap” (vroegere bepaling) komen alle werkzoekenden met een “indicatie van arbeidshandicap” in aanmerking. Dit is conform aan de regelgeving voor de gespecialiseerde diensten GTB en GOB die personen met een indicatie van arbeidshandicap kunnen opnemen in hun regulier gefinancierde werking (BVR van 15 februari 2008). 7 indicaties PmAH: 1. Erkend zijn door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) of zijn rechtsvoorgangers: het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH), het Rijksfonds voor de sociale reclassering van mindervaliden (RF), het Fonds voor medische, sociale en pedagogische hulp aan gehandicapten (Fonds’81) 2. Gewezen leerling zijn van het buitengewoon onderwijs en hoogstens een (kwalificatie)getuigschrift of diploma behaald hebben in het buitengewoon onderwijs 3. Op basis van de handicap in aanmerking komen voor een inkomensvervangende tegemoetkoming of integratietegemoetkoming 4. In het bezit zijn van een afschrift van een definitief geworden gerechtelijke beslissing of van een attest van een bevoegde federale instelling waaruit een blijvende graad van arbeidsongeschiktheid blijkt 5. Recht geven op bijkomende kinderbijslag of als ouder met een handicap recht hebben op verhoogde kinderbijslag 6. Een invaliditeitsuitkering ontvangen 7. Een attest voorleggen van één van volgende door VDAB aangewezen diensten of artsen: Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 62 BIJLAGE 8: BTOM’s De maatregelen: wat, wie en hoe vraag ik ze aan? Bijstand van een doventolk: Ben je doof of slechthorend, dan kan je gratis beroep doen op een tolk als je op zoek bent naar werk of om je werk beter uit te voeren. VDAB betaalt de kosten. Tegemoetkoming voor arbeidsgereedschap, -kleding en arbeidspostaanpassingen: VDAB betaalt het arbeidsgereedschap en de kleding die je nodig hebt om je werk goed uit te voeren. Verder vergoedt VDAB je werkgever als hij aanpassingen moet doen aan je arbeidspost (= alles in het bedrijf dat niet verplaatst kan worden). Tegemoetkoming in je verplaatsingskosten: VDAB betaalt je kosten als je een begeleider of aangepast vervoer nodig hebt om naar je werk te kunnen. Vlaamse ondersteuningspremie (VOP): VDAB betaalt een premie aan je werkgever omdat hij je in dienst neemt of houdt. Tewerkstelling in een beschutte werkplaats: Je kan in een beschutte werkplaats aan de slag als het gewone arbeidscircuit niet haalbaar is voor je. Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701 63 Draaiboek TIBB 1ste publicatie 20110211 Update 20140701