CALAMITEITENPLAN Voor aanvang van de

advertisement
CALAMITEITENPLAN
Aandachtspunten
bij
een
oefenprogramma
Voor
aanvang
van
de
training
wordt
gevraagd
naar
de
huidige
gezondheidstoestand
van
de
deelnemers:
•
aanwezigheid
van
een
ziekten;
•
recent
ontstane
of
verergerde
klachten;
•
recente
valincidenten;
•
veranderingen
in
de
belastbaarheid;
•
veranderingen
in
medicatie;
•
angina
pectoris;
•
tekenen
van
cardiale
overbelasting
in
het
dagelijks
leven
–
tijdens
het
bewegen/trainen;
•
recent
ontstane
klachten
aan
spieren,
botten
en
gewrichten.
Tijdens
de
het
programma
wordt
aandacht
besteed
aan:
•
de
ervaring
met
en
de
fysieke
ervaarde
belasting
van
de
deelnemers;
•
tekenen
van
cardiale
overbelasting;
•
het
beperkt
houden
van
de
valrisico’s.
Calamiteitenplan
ACTIE:
REANIMEREN
ASSISTENTIE
AMBULANCE
BELLEN
PERSONEN:
1.
2.
3.
1.
2.
ATTRIBUTEN
BIJZONDERHEDEN:
EHBO‐TAS
EHBO
TAS
BRENGEN
112 BELLEN MET MELDING:
WE
ZITTEN
HIER
MET
EEN
SPORTGROEP
EEN
DEELNEMER
IS
ONWEL
GEWORDEN
WE
ZIJN
GESTART
MET
REANIMEREN
LOCATIE:
IK
BEN
IN
(adres)………………
IN
DE
GEMEENTE
(plaats)
……..
BIJ
…………………
WACHT
IEMAND
VAN
ONS
DE
AMBULANCE
OP
ONS
TERUGBELNUMMER
IS
…………………………
APART
GAAN
STAAN
BEGELEIDEN
SPORTGROEP:
OPWACHTEN
AMBULANCE:
MEE
MET
AMBULANCE:
INLICHTEN
FAMILIE:
GEBRUIK
GEGEVENS
PRESENTIELIJST
Aandachtspunten
bij
het
calamiteitenplan:
Het
calamiteitenplan
is
een
goede
leidraad
bij
het
handelen
in
geval
van
nood.
Het
geeft
een
samenvatting
van
een
aantal
essentiële
handelingen
weer.
Maak
vooraf
een
goede
taakverdeling.
Vermeld
duidelijk
wie
welke
taak
op
zich
neemt.
Instrueer
niet
alleen
de
begeleiders,
maar
ook
de
deelnemers
hoe
te
handelen
bij
noodgevallen.
Tijdens
het
bellen
met
de
hulpdiensten
zijn
enkele
punten
nog
van
belang.
Bel
zo
snel
mogelijk
112.
Zorg
ervoor
van
te
voren
een
goede
meldtekst
te
hebben
opgesteld.
Zet
deze
op
papier.
Vraag
direct
naar
een
ambulance.
Indien
met
een
mobiele
telefoon
wordt
gebeld,
dan
wordt
u
doorverbonden
met
de
centrale
landelijke
meldkamer.
Dit
kan
iets
langer
duren
dan
wanneer
men
met
een
”vaste
telefoon”
belt
en
met
een
lokale
meldkamer
wordt
verbonden.
Het
is
aan
te
bevelen
om
van
te
voren
de
hulpdiensten
op
de
hoogte
te
stellen
als
u
met
(hart)patiënten
gaat
trainen
of
testen
gaat
uitvoeren.
Dit
kan
misverstanden
voorkomen.
Een
goede
reanimatie
dient
het
slachtoffer
in
een
zo
optimaal
mogelijk
toestand
te
houden
tot
de
ambulance
is
gearriveerd.
Geef
aan
het
ambulancepersoneel
duidelijk
door
wat
er
gebeurd
is
en
stuur
iemand
mee
met
de
patiënt
als
begeleider.
Omdat
een
calamiteit
heftige
emotionele
reacties
kan
oproepen
bij
andere
deelnemers
is
ook
een
opvang
van
de
groep
noodzakelijk.
Daarnaast
is
ook
een
opvang
van
diegenen
die
gereanimeerd
hebben
belangrijk.
Naast
de
algemene
veiligheidseisen
en
blessurepreventieve
maatregelen
gelden
ten
aanzien
van
de
cardiale
belastbaarheid
nog
enkele
extra
aandachtspunten.
• Submaximale
inspanningstesten
kunnen
relatief
veilig
worden
uitgevoerd
binnen
fysiotherapie
praktijken
indien
de
test
wordt
voorafgegaan
door
een
screening
met
de
PAR‐Q
vragenlijst
(ACSM,
1991).
• Bij
mensen
die
verdacht
worden
van
een
verminderde
belastbaarheid
is
het
raadzaam
om
toestemming
te
vragen
van
de
behandelend
arts
alvorens
een
inspanningstest
te
ondergaan.
Voor
de
KNGF‐beweegprogramma’s
kan
een
deelnemer
pas
worden
toegelaten
na
screening
door
een
arts.
Aan
de
hand
van
deze
screening
en
aanvullende
onderzoeksgegevens
krijgt
de
fysiotherapeut
enig
inzicht
in
de
belastbaarheid
van
de
deelnemer.
Dit
is
zeer
belangrijk
bij
de
opzet
van
het
individuele
beweegprogramma.
• De
locatie
moet
goed
bereikbaar
zijn
voor
een
ambulance.
De
deelnemer
dient
een
medicijnkaart
/
beweegpas
®
meebrengen.
• Hartpatiënten
dienen
nitrobaat
mee
te
brengen.
In
geval
van
‘angina
pectoris’
bij
hartpatiënten
dient
nitrobaat
gebruikt
te
worden
(in
de
vorm
van
een
tablet
of
spray).
• Voor
aanvang
van
de
test/training
dient
men
te
controleren
of
er
in
de
afgelopen
dagen
nog
bijzonderheden
zijn
geweest
en
hoe
de
reactie
op
een
eventuele
vorige
training
was.
•
•
•
•
•
•
Ook
na
de
warming‐up
is
het
verstandig
om
te
vragen
of
er
klachten
zijn.
Geef
aan
de
deelnemer
aan
dat
eventuele
klachten
direct
gemeld
moeten
worden.
Warming‐up
en
Cooling‐down
zijn
voor
mensen
met
een
verminderde
cardiale
belastbaarheid
extra
belangrijk.
Bij
kortademigheid
die
niet
in
verhouding
is
met
de
geleverde
inspanning
moet
men
stoppen
met
de
belasting.
Het
is
aan
te
bevelen
dat
er
altijd
minimaal
twee
begeleiders
bij
een
groep
aanwezig
zijn.
Begeleiders
dienen
in
het
bezit
te
zijn
van
reanimatie
en
bij
voorkeur
EHBO
diploma.
Voor
het
behandelen
van
kleine
blessures
dient
EHBO
materiaal
aanwezig
te
zijn.
In
ieder
geval
coldpacks,
gaasjes,
(snel)verband,
vette
watten
en
zwachtels
en
pleisters.
Wees
bij
het
behandelen
van
wondjes
en/of
verstuikingen
alert
op
het
eventuele
gebruik
van
bloedverdunners
door
patiënten.
Door
de
vertraagde
stolling
kunnen
uitgebreide
bloedingen
ontstaan
bij
deze
blessures.

Download