Samenvattingen van de lezingen

advertisement
Samenvattingen van de lezingen
Constraint-interactie in acquisitie
Lotte Hogeweg
Aan de hand van data van de acquisitie van het partikel wel, zal ik beargumenteren dat de
interpretatie van woorden door kinderen bepaald wordt door dezelfde constraints als bij
volwassenen. Echter, bij kinderen verloopt de interactie tussen de constraints volgens het
Harmonic Grammar-model, terwijl de interactie bij volwassenen volgens de regels van
Optimality Theory verloopt. Dit verschil is hangt samen met het verminderen van het
belang van de context in interpretatie naarmate de ervaring met taal groeit.
Voorspellende variabelen
Kino Jansonius
Samenvatting volgt.
Dubbel Geluk bij Inbeddingen?
Een onderzoek naar talige inbedding en Theory of Mind
Bart Hollebrandse
Het is niet toevallig dat het toeschrijven van een gedachte of denkbeeld aan een andere
persoon talig het beste kan worden geuit in de vorm van een dat-zin. Er is een inherente
relatie tussen de zin Koekiemonster denkt dat het buiten regent en de “gedachteballon”
representatie uit stripboeken:
Koekie Monster
denkt
dat het buiten regent
Bij het taallerend kind vinden we aanwijzingen voor deze relatie. En het zou zelf zo
kunnen zijn dat de kennis van dat-zinnen je helpt bij het leren van de gedachteballon.
Maar wat dan met talen waarin dat-zinnen laag frequent zijn (of niet voorkomen).
Nederlandse Gebarentaal sprekers gebruiken liever directe rede, in plaats van indirect
rede. Bovendien is de representatie van een inbedding in NGT radicaal anders dan in
standaard Nederlands.
In de lezing zullen we niet alleen enkelvoudige inbedding bespreken, maar ook dubbele
inbedding. Dubbele inbeddingen zijn eenduidiger qua betekenis en daarmee functioneel
aantrekkelijk. Ze vormen echter wel weer een grote verwerkingsdruk. De interessante
vraag rijst wat een kind allemaal moet leren en welke verbanden er bestaan tussen de
verschillende cognitieve domeinen taal en redeneren.
Ik zal in deze lezing Nederlandse kindertaaldata en testmateriaal voor NGT laten zien.
Afwijkende patronen in de ontwikkeling van (onregelmatige)
werkwoordsmorfologie bij kinderen met een risico op dyslexie
Evelien Krikhaar
Bij een grote groep kinderen met en zonder een erfelijk risico op dyslexie is tussen de 2e
en de 6e verjaardag de ontwikkeling van de productie van werkwoordsmorfologie
gevolgd. Via een vragenlijst werd door de ouders van de kinderen gerapporteerd over de
ontwikkeling van de productie van twee typen werkwoordsvormen, het voltooid
deelwoord en de verleden tijdsvorm. Toen de kinderen in groep 2 van de basisschool
zaten en rond de 5;6 jaar oud waren, is een werkwoordselicitatie-taak afgenomen voor
onregelmatige werkwoorden. De resultaten van het onderzoek wijzen op een afwijkend
ontwikkelingspatroon voor kinderen met een risico op dyslexie met betrekking tot hun
productie van zowel correcte vormen (brak, gebroken) als typische overregularisatievormen (breekte, gebreekt).
Dit afwijkende patroon zal gerelateerd worden aan de eerdere bevindingen van een
auditieve verwerkingstaak, afgenomen bij dezelfde kinderen op de leeftijd van 2
maanden. De resultaten zullen verder besproken worden in het perspectief van mogelijke
onderliggende oorzaken van dyslexie en de effecten hiervan op de morfo-fonologische
segmentatie van het taalaanbod, als basis voor de verwerving van
werkwoordsmorfologie. Tot slot zal ook al vooruit gekeken worden naar de eerste
resultaten op leesgerelateerde taken en kenmerken van dyslexie bij de betreffende risicokinderen.
Download