Belangrijke Begrippen, Personen en Gebeurtenissen

advertisement
Het Romeinse Keizerrijk
(60 v. Chr. – 160 n. Chr.)
BELANGRIJKE BEGRIPPEN, PERSONEN EN
GEBEURTENISSEN
Begrippen
EQUITES
Ridder geworden tweederangse ondernemers uit de Italiaanse steden van de provincie
met economische belangen in Rome. Gekoesterd door keizers als een tegengewicht in
het keizerlijk bestuur tegenover senatoren, die hen beschouwden als een aparte stand.
Werden gecoöpteerd in de senaat, en namen mettertijd de plaats in van de meeste
patriciërs.
PROCONSUL
Post verleend aan consuls na hun ambtsjaar. Was een provinciale militaire
leiderschapstoewijzing, waarvan de aanstelling al in handen van de keizers kwam
vanaf Augustus.
PRETORIAANSE PREFECT
Hoofd van de Pretoriaanse Garde, de paleiswacht van de keizer en zijn bezittingen.
Werden machtige figuren achter de schermen in tijden van sociaal-politieke
instabiliteit. Een nieuwigheid van Augustus.
ALIMENTA
Nerva's leningen aan kleine landbouwkundigen, waarvan de opbrengst de fisci van
Italiaanse en Gallische steden ging ondersteunen. Voortgezet door Trajanus.
AELIA CAPITOLINA
Trajanus' idee om Palestina te herbouwen en opnieuw te bevolken met een niet-Joods,
Romeins kapitaal.
LATIFUNDIA
Middel voor omvangrijke landgoederen in Italië en zuidelijk Gallië. Materiële basis
voor de rijkdom van patriciërs en ridders en voor stadsuitbreiding.
Personen
SEXTUS POMPEIUS
Consul in de jaren 70 v.Chr., proconsul daarna. Maakte een rondreis door het Nabije
Oosten en reorganiseerde daar de provincies. Was in het eerste driemanschap met
Caesar, alvorens zij de gelederen verbraken en leidende tegenstanders warden tot
46 v.Chr, toen Caesar de overwinning behaalde bij Munda.
© 2009 door Luc Goossens
Belangrijke Begrippen, Personen en Gebeurtenissen
9
Het Romeinse Keizerrijk
(60 v. Chr. – 160 n. Chr.)
CAESAR
Consul, dan proconsul in de jaren 60 -50 v.Chr. Toen de macht hem werd ontzegd door
de senaat, trok hij de Rubicon over met zijn loyale strijdmacht en maakte zich meester
van de macht in Rome. Vestigde het driemanschap met Sextus Pompeius, daarna
scheidde het tweetal en werden ze bittere rivalen om de macht. Vormde een
pressiegroep rond zich heen en binnen korte tijd versloeg hij Pompeius, waarna hij de
macht veroverde in Rome en belangrijke hervormingen van de senaat, de kolonisatie,
enz. doorvoerde. Vermoord door de senaat, die vreesde dat hij de republiek vernietigde,
op 15 maart 44 v.Chr.
MARCUS ANTONIUS
Een luitenant van Caesar, beschouwde zichzelf als zijn opvolger. Na het tweede
driemanschap van 43 - 33, waarin hij de macht deelde met Octavianus, kwam het
tweetal in openlijk conflict. Sloot een verbond met Cleopatra, maar werd uiteindelijk
verslagen in 30 v.Chr.
LEPIDUS
Lid van het tweede driemanschap. Trok zich spoedig terug, nadat zijn troepen waren
overgelopen naar Octavianus.
OCTAVIANUS
Neef van Caesar, door hem geadopteerd voor zijn dood, en vermeld als erfgenaam in
zijn testament. Streed tegen Marcus Antonius, waarbij hij ten slotte onbestreden,
onbetwiste macht over Rome vestigde en het principaat inluidde. Regeerde van
30 v.Chr. tot 14 n.Chr.
AGRIPPA
Wapenbroeder, vriend, en raadgever van Octavianus. Zijn veldheerskunst verzekerde
Octavianus' overwinningen, droeg bij in de stedelijke infrastructuur van Rome, en
waarborgde het succes van de Rijnveldtochten. Stierf voor hij keizer kon worden.
AUGUSTUS
‘Brenger van groei’; een epitheton van de goden verleend aan Octavianus door de
senaat in de jaren 20 v.Chr.
TIBERIUS
Regeerde 14 - 38 n.Chr. Bekwame veldheer onder Augustus, als opvolger verscheidene
keren over het hoofd gezien. Niet geliefd door de senaat omwille van afstandelijk,
teruggetrokken, soms wreed gedrag.
MARCOMANNEN
Germaanse stam in het Rijngebied, actief vanaf de eerste eeuw n.Chr.
VARRUS
Romeinse legaat uitgezonden om de Marcomannen te bedaren in 7 n.Chr. Werd
verslagen in het Teutoburgerwoud in wat een bloedbad werd.
© 2009 door Luc Goossens
Belangrijke Begrippen, Personen en Gebeurtenissen
10
Het Romeinse Keizerrijk
(60 v. Chr. – 160 n. Chr.)
SEJANUS
Als metgezel van Tiberius zette hij buitensporige processen over hoogverraad en
nepotisme op touw in Rome, terwijl de keizer op Capri woonde. Heeft misschien
gecomplotteerd tegen de keizer. Tiberius liet hem vermoorden in 31 n. Chr.
CALIGULA
Gaius, ‘Laarsje’, zoon van Augustus' geadopteerde erfgenaam Germanicus. Werd
keizer in 38, ging spoedig over op krankzinnigheid en Hellenistische verslaafdheid.
Vermoord in 41 door de Pretoriaanse Garde.
CLAUDIUS
Zoon van Augustus, verscheidene keren over het hoofd gezien, gehekeld omwille van
lichamelijke gebreken. Werd keizer bij Caligula's dood en regeerde van 40 - 54 n.Chr.
Was op bestuurlijk en militair vlak succesrijk – veroverde Groot-Brittannië – maar viel
niet in de smaak bij de Romeinse elite. Stierf in 54 n.Chr.
NERO
Geadopteerde zoon van Claudius, en was de zoon van de jongere Agrippina. Vroege
jaren van zijn bewind (55-61) gingen goed, dan zakte hij snel neer in een wrede
waanzin die herinneringen opriep aan Caligula; werd onverschillig in het leger of he
bestuur, alleen geobsedeerd door Grieks hellenisme. Schakelde verscheidene veldheren
en hun vrouwen uit, pleegde zelfmoord in 69 n.Chr.
VESPASIANUS
Veldheer in Judea met ridderlijke achtergrond die rebelleerde in 69, ten slotte tegen
andere militaire troonpretendenten weerstand bood, en keizer werd vanaf
69 - 79 n.Chr., waarbij hij de Flavische dynastie instelde, waarvan Trajanus lid was.
PLAUTINUS
Veldheer uit Claudius' tijd, veroverde Britannië voor de keizer in 44 n.Chr.
PAULINUS
Veldheer van Claudius die Mauritanië veroverde en annexeerde voor Rome.
BURRUS
Een van Nero's vroege privéleraars tijdens de geode jaren.
SENECA
Romeinse geleerde en vroege privéleraar van Nero. Gedood door hem in het
schrikbewind.
CORBULO
Succesrijk Romeins veldheer in het Oosten. Door Nero naar Rome ontboden en gelast
om zelfmoord te plegen, hetgeen hij deed, in 66 n.Chr.
GESSIUS FLORUS
Romeins procurator in Judea toen de Joodse opstand begon in 68 n.Chr. Werd ten
slotte de keizerlijke legaat na de oorlog.
© 2009 door Luc Goossens
Belangrijke Begrippen, Personen en Gebeurtenissen
11
Het Romeinse Keizerrijk
(60 v. Chr. – 160 n. Chr.)
GALBA
Spaans landvoogd die in opstand kwam in 68 - 69, tijdens het vierkeizersjaar.
Afkomstig uit een oude senatoriale familie, werd hij aanvaard in Rome, maar had
onvoldoende troepen om andere pretendenten af te weren. Werd gedood in 69.
OTHO
Vroegere makker van Nero die de Pretoriaanse Garde omkocht om hem als keizer te
doen opstaan in 69 n.Chr. Werd verslagen door Vitellius in 69 n.Chr.
VITELLIUS
Een van de vier troonpretendenten in 69 n.Chr. Versloeg Otho, hoewel hij uiteindelijk
verslagen werd door Vespasianus.
TITUS
Vespasianus' zoon en opvolger, had zowel Palestina als, ten slotte, het principaat onder
controle. Regeerde 79 - 81 n.Chr.
QUADI
Germaanse stam in het gebied van de Rijn en de Donau.
DOMITIANUS
Tweede zoon van Vespasianus. Impopulaire heerser, maar niet inefficiënt. Vermoord in
96 n.Chr.
DACIËRS
Volk van Transsylvanië, dat een georganiseerd, versterkt koninkrijk bezat. Bestookte
voortdurend Romeinse gebieden die grensden aan de Donau voor het eerst in de tijd
van Domitianus. Trajanus brak ten slotte in hun streken door en annexeerde het gebied,
hetgeen leidde tot de verlatijnsing.
NERVA
Plaatsbekledend keizer na Domitianus. Bekend voor de alimenta en de adoptie van
Trajanus als erfgenaam.
CHOSROES
Parthische koning die overmatig met Armenië kon opschieten, en aldus Trajanus
aanmoedigde om de Parthische gebieden vanaf 113 binnen te vallen.
TRAJANUS
Romeinse keizer, 98 - 117. Meest populaire keizer na Augustus. Breidde de Romeinse
gebieden uit naar de Donau-streek en het oosten. Onder zijn bewind had Rome goed
bestuur en financiën. Hij behandelde de senaat naar wens.
HADRIANUS
Regeerde 117 - 138. Niet populair, omdat hij geen strijdlustige keizer was naar het
buitenland toe, en scheen te zinspelen op degradatie van Italië’s status in eigen land.
Stond tegenover en onderdrukte een tweede Joodse opstand in Palestina.
© 2009 door Luc Goossens
Belangrijke Begrippen, Personen en Gebeurtenissen
12
Het Romeinse Keizerrijk
(60 v. Chr. – 160 n. Chr.)
ANTONINUS PIUS
Regeerde 138 - 161. Zijn bewind was uitermate onbewogen in het binnenland, met
buitenlandse vrede en rijkdom. Germanen beginnen weerspannig te worden.
Hoogtepunt van Rome's macht.
Gebeurtenissen
MUNDA
Laatste slag in de burgeroorlog uit de periode Caesar - Pompeius. Caesar verslaat
Pompeius in 46 v.Chr.
IDEN VAN MAART
Verwijst eigenlijk naar het midden van de maand; de iden van maart betekent gewoon
15 maart. Beroemd geworden omdat op 15 maart 44 v.Chr. Caesar werd vermoord
door een groep senatoren aangevoerd door Brutus en Cassius. De senatoren vreesden
dat hij een alleenheerser werd, en doodden Caesar om de republiek te redden.
ACTIUM
Beslissende veldslag Octavianus -Marcus Antonius in 30 v.Chr. Marcus Antonius
verliest de zeeslag omdat zijn eskaders en Cleopatra hem in de steek laten.
TEUTOBURGERWOUD
Locatie van Varrus' nederlaag en afslachting van een Romeins legioen door
Germaanse barbaren in 7 n.Chr. Enige militaire ramp uit Augustus' bewind; maakte
een eind aan zijn plannen om te veroveren tot de Elbe.
PISO'S SAMENZWERING
Samenzwering van een aantal senatoren en Romeinse elites om Nero ten val te brengen
en de senator Piso te installeren in 64 - 65. Ze mislukte en alle samenzweerders werden
vermoord, hetgeen leidde tot nieuwe processen en angst.
BEDRICUM I
Slag tussen Otho en Vitellius bij Cremona in 69 n.Chr. Alleen gesteund door de
Pretoriaanse Garde, was Otho in de minderheid en hij werd verslagen.
BEDRICUM II
Slag tussen Antonius Primus en Vitellius bij Cremona later in 69. Strijdend in het
voordeel van Vespasianus, versloeg Primus Vitellius toen de officieren van
laatstgenoemde overliepen.
© 2009 door Luc Goossens
Belangrijke Begrippen, Personen en Gebeurtenissen
13
Download