Anatomie / fysiologie Regulatie Hormoonstelsel 2 & Zintuigen FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 1 Glandulae parathyroidea (Bijschildklieren) • Parathyroïdaal hormoon (parathormoon) – Belangrijkste functie is calciumspiegel in het bloed verhogen door: • Remt afgifte van Ca+ in nieren • Meer botafbraak door stimulatie osteoclasten • Stimulatie nieren tot productie calcitrol uit vitamine D waardoor meer opname darmwand – Calcitonine uit schildklier remt osteoclasten FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 2 Voorbeeld gecombineerde feedback PTH ->mobilisatie calcium uit de botten terugresorptie calcium nieren calcium resorptie Calcitonine is de antagonist FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 3 FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 4 Glandula suprarenalis (bijniermerg) FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 5 Medulla / Bijniermerg • Bevat zenuwweefsel en is onderdeel van het sympathisch zenuwstelsel. • Productie van adrenaline en noradrenaline – Versnellen de hartslag – Verhogen bloeddruk • Lijken erg op elkaar – Adrenaline -> hart en stofwisseling – Noradrenaline -> bloedvaten Komt nog aan bod bij colleges CZS FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 6 Pancreas (alvleesklier) Duodenum / twaalfvingerige darm Lien / milt FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 7 Eilandjes van Langerhans • Alfacellen -> glucagon – Bloedglucose door glucogenolyse en gluconeogenese • Bètacellen -> insuline – Bloedspiegel van glucose, aminozuren en vetzuren (vooral glucose) – Celmembraan doorgankelijk maken voor glucose – Stimulatie van glucogenese (lever en spieren) – Versnellen opname aminozuren en eiwitsynthese – Stimulatie van vetzuren synthese en opslag van vet (lipogenese) – Afremmen glycogenolyse – Afremmen glyconeogenese FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 8 Gluco Glyco – glucogenolyse – gluconeogenese – glucogenese – glycogenolyse – glyconeogenese – lipogenese Veel woorden, hoe te onthouden? Gluco = glyco Genese = ontstaan, scheppen Glycogenese(glucogenese) vorming van glycogeen uit glucose Glucogenolyse omgekeerde van glucogenese Gluconeogenese = glyconeogenese = neoglycogenese vorming van glucose uit eiwitten en vetten FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 9 Handhaving bloedsuikerspiegel FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 10 Epifyse (pijnappelklier) FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 11 Epifyse cerebri • Typische jeugdklier die na het tiende levensjaar begint af te nemen, tot grootte van een erwt. • Productie van hormoon melatonine (slaaphormoon) – Heeft 24uurs ritme; productie is hoger in donker – Mogelijk van invloed op slaap/waak -en voortplantingsritme (bij veel dieren), bij de mens niet overtuigend aangetoond. – Volgens bepaalde geesteswetenschappen vormt de epifyse de koppeling tussen lichaam en geest – Remt de groei en ontwikkeling van de geslachtsklieren tot de puberteit door verhindering van synthese of secretie van gonadotropinen FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 12 Thymus (zwezerik) FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 13 A = Thymus bij een pasgeborene B = Kind circa 2 jaar 1 A 2 C = Volwassene 1 = thymus 2 = hart B Wordt kleiner als je geslachtsrijp wordt C FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 14 Thymus • Lange tijd is functie onduidelijk geweest • Productie van T-lymfocyten, is niet veel anders dan gewoon lymfeweefsel • Bij baby’s waarbij de thymus niet is ontwikkeld treden de volgende verschijnselen op: – veel infecties – geen vergroting van secundaire lymfoïde organen (o.a. milt en lever) tijdens infecties; de plaatsen waar zich normaal T-lymfocyten bevinden zijn leeg – iets verlaagde antilichamenconcentratie in de lichaamsvloeistoffen – geen T-lymfocyten in het bloed FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 15 Thymus functie • Activatie van T-lymfocyten, gevoelig voor één bepaald antigeen. • Eliminatie van T-lymfocyten die op lichaamseigen cellen reageren. – (verstoring bij auto-immuunziekten) • Productie van hormoon thymosine – Stimuleert de rijping van de thymus en ander lymfoïd weefsel • Thymus krimpt tijdens de adolescentie en effectiviteit van antilichaam antigeen activiteit neemt af met de leeftijd FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 16 Prostaglandines • Lokaal hormoon door de meeste weefsels geproduceerd (weefselhormonen) – Regulatie van veel (patho)fysiologische processen • • • • • • Regulatie van ontstekingen Vasodilatatie / vasoconstrictie Pijn Koorts Bloedstolling Bescherming maagwand tegen inwerking maagzuur • Ontstaan van weeën – Worden geremd door NSAID’s (niet steroïde anti-inflammatoire drug) => maagklachten FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 17 Histamine • • • • Fungeert als neurotransmitter Functie in afweersysteem Functie in maagdarmkanaal Komt niet vrij voor. Opgeslagen in granulocyten en mestcellen – Mestcellen bevinden zich in weefsels die in contact staan met de buitenwereld, longen, huid en maagdarmkanaal FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 18 Histamine • Komt vrij bij allergische reacties • Als transmitterstof. Vooral op waakcentrum (antihistaminica -> slaperig/suf) • Werkt in op verschillende receptoren: – Bloedvaten: vasodilatatie verhoogd permeabiliteit capillairen – Luchtwegen: contractie gladde spiercellen – Maagdarmkanaal: contractie gladde spiercellen, secretie van maagsap FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 19 Zintuig, sensor • Zintuig is een orgaan dat gevoelig is voor een bepaald soort prikkel, die we al dan niet bewust worden • receptor = zintuigcel, ontvanger, meer gebruikte term is sensorcellen of sensoren • receptormoleculen = bepaalde moleculen zijn een soort herkenningsbaken waaraan een bepaalde stof kan hechten • sensoren of sensorcellen =zintuigcel FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 20 Prikkel • Prikkeldrempel =minimale prikkel nodig om een impuls (stroompje) te geven • adequate prikkel of passende prikkel specifiek voor een zintuig, stomp op oog geeft sterretjes • onderscheidingsdrempel, oog 1%, geluid 15% • gevoeligheid lichtprikkels tussen 400-800 nm • aandacht voor prikkel, drempelwaarde verhoogd? Zakkenrollers • adaptatievermogen aanpassing van licht -> donker FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 21 Accommodatie van het oog FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 22 Accommodatiespier van het oog FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 23 Accommodatie van het oog • Accommodatie = aanpassing, vermogen om lens van het oog boller of platter te maken, om scherp te kunnen zien bij afstandverschillen. • Brandpuntsafstand accommodatie middels accommodatie spier in het straalvormige lichaam. • Spiercontractie => slappe lensbandjes => dichtbij zien • spierontspanning => trekt lensbandjes aan => veraf zien FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 24 FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 25 Iris en pupil • Regenboogvlies of iris bevat veel pigment en bepaald daardoor oogkleur (blauw minder dan bruin) • Pupil is opening in de iris. Kijkt op de lens – regelt de hoeveelheid licht die in het oog valt – pupilreactie = pupilreflex is een vegetatieve reflex – pupil spieren: nauwer m. constrictor pupillae – pupil spieren: wijder m. dilatator pupillae – zoals bij alle spieren zijn het antagonisten, denk aan buigers, strekkers FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 26 Pupil reflex FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 27 FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 28 Onderdelen oor • geluidsopvangend • geluidsgeleidend • zintuigorgaan - FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 oor zelf middenoor binnenoor 29 Geluidsopvangend • Oorschelp • gehoorgang, stopt bij rotsbeen • trommelvlies FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 30 middenoor • • • • Trommelholte buis van Eustachius gehoorbeentjes/ steel / hamer / aambeeld ovale venster FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 31 Middenoor / gehoorbeentjes • Steel hamer zitvast aan het trommelvlies • kop hamer, vormt gewricht met aambeeld • aambeeld, vormt gewricht met stijgbeugel • voetplaat stijgbeugel past op ovale venster FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 32 Middenoor / gehoorbeentjes • Gehoorbeentjes brengen trilling naar ovale venster • gehoorbeentjes werken als hefboom, waardoor kracht vergroot wordt • ovale venster is 22 X kleiner dan trommelvlies • achter ovale venster soort vloeistof FHV2009 / Cxx55 11+12 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 2 33