Engels logisch, Duits broodnodig! “Wil Nederland blijven meekomen in de internationale economie, dan is het nodig dat meer Nederlanders meer talen beheersen en dat het niveau van taalbeheersing stijgt. Nederlanders hebben een te hoge dunk van hun kennis van vreemde talen,” aldus de Onderwijsraad in 2008 in een advies aan de Tweede Kamer. Op de arbeidsmarkt is er een toenemende behoefte aan jonge mensen met een behoorlijke kennis van Duits. In Nederland blijken Engels en Duits in ruim 90% van de bedrijven vereist, ver daarachter komt Frans met 33%. Hoewel de behoefte aan Duits in het oosten van Nederland natuurlijk het grootst is door het intensieve grensoverschrijdende verkeer wordt de roep naar personeel met een gedegen kennis van Duits in de rest van het land steeds luider. Duitsland is met afstand de belangrijkste Nederlandse handelspartner. Kennis van de Duitse taal en cultuur is niet alleen een vereiste voor logistiek dienstverleners of bouwbedrijven die opdrachten in Duitsland vervullen, maar vooral ook op het brede gebied van dienstverlening: van advocatenkantoren en banken tot en met architectenbureaus, de gezondheidssector en niet te vergeten de horeca – bijna overal kom je met Duitse klanten en partners in aanraking. Engels en Duits zijn op managementniveau het meest gevraagd. Op werkvloerniveau zijn dat echter vaak contacten in de moedertaal van de buitenlandse partners. Daarom is het absoluut noodzakelijk om vooral ook de taal van je buurman te spreken. Voor Nederland gaat het dan hoofdzakelijk om Duits. Ook in Duitsland wint Engels aan terrein, maar dit is vooral op het hogere niveau in multinationals. In het midden- en kleinbedrijf prefereert men nog sterk de eigen landstaal. Niet alleen in Duitsland, maar ook in Oostenrijk en deels in Zwitserland, Noord-Italië, Liechtenstein, Luxemburg en zelfs in kleine delen van Oost-België en Oost-Frankrijk is Duits de voertaal. Beheersing van het Duits betekent dus, dat men gemakkelijk met ongeveer 100 miljoen mensen kan communiceren in hun eigen taal. Samen met het Russisch is het Duits de meest gesproken moedertaal in Europa en staat ze in de top-10 van de meest gesproken talen ter wereld. Duits kunnen spreken verbetert de economische relaties met de derde grootste industriële natie en een van de belangrijkste exporterende landen ter wereld. In een uitbreidende Europese Unie ontkomt men er niet meer aan. Maar ook in de toeristische sector is een gedegen kennis van het Duits een pre, omdat het grootste deel van de toeristen uit een van de Duitstalige landen komt. De conclusie uit bovenstaande mag zijn, dat het in het eigen belang van Nederland is dat Duits naast Engels een populaire taal blijft. “Englisch ist ein Muss, Deutsch ein Plus!” Door allerlei redenen blijkt de actieve en passieve taalbeheersing in het Duits heden ten dage onvoldoende om aan de eisen van de arbeidsmarkt te kunnen voldoen. Dit geldt zowel voor vmbo, alsook voor havo en vwo. Als we ons de vraag stellen hoeveel Duits een leerling met drie lesuren Duits per week zelf in deze tijd de doeltaal spreekt, dan blijkt vaak, dat dat gemiddeld maximaal op een minuut of drie per week uitkomt binnen de lestijd. Dat is ver ontoereikend om echt in de vreemde taal te leren communiceren. Het is daarom zeer de overweging waard leerlingen meer bagage voor hun toekomst te bieden door middel van extra Duits naast het reguliere schoolvak Duits. Op veel middelbare scholen is het nog steeds zo dat Duits pas vanaf de tweede klas gegeven wordt en het daardoor met veel minder uren moet stellen dan Engels en Frans. In de tijd dat we in het oosten des lands nog opgroeiden met de Duitse televisie was dit niet zo’n probleem. Maar tegenwoordig kijken de meeste jongeren liever naar engelstalige programma’s. Duits is daarom zelfs in de grensstreek een echte vreemde taal geworden met alle gevolgen van dien. Het is in het belang van de gehele Nederlandse economie dat Duits een prominenter aandeel krijgt in het Nederlandse onderwijs. Dat kan door middel van tweetalig onderwijs in het Duits, waarbij in een aantal vakken in toenemende mate het Duits als voertaal gebruikt wordt, maar ook door méér Duits aan te bieden, zodat men naast het reguliere lesprogramma ook aan echte taalbeheersing kan gaan werken. Onderdompeling in de taal is daarbij de formule. Breng een zesjarige een half jaar onder in een Spaans gastgezin dan spreekt en verstaat dat kind na die periode Spaans, zonder er les in te hebben gehad. En ook hier geldt weer: hoe vroeger deze onderdompeling in de doeltaal gebeurt, hoe beter. Eigenlijk zou om die reden Duits naast Engels al vroeg in de basisschool ingevoerd moeten worden. Het Valuascollege, de enige school in Nederland met een tweetalige havo/vwoafdeling met Duits gaat in schooljaar 2012/2013 van start met een 6-jarige t-havo, waarbij Duits naast het Engels om eerder genoemde reden versterkt wordt aangeboden. Tot slot: veel Nederlanders denken, dat ze wel een aardig mondje Duits spreken, maar vaak blijkt dat steenkolenduits, een soort Nederlands dat enigszins Duits klinkt, omdat men Nederlandse woorden transformeert met een Duitse klank. In het zakenleven kan men daarmee behoorlijk de plank misslaan. “Man muss nicht allein Rechnung damit halten, dass das auch Deutsch klinkt. Aber so eingewickelt ist das nicht.“ Louis Seelen, tweetalige afdeling Duits, Valuascollege