Liemeer Nieuwkoop Ter Aar RAADSVOORSTEL Nr Datum Onderwerp : 1630/02; : 29 april 2003 : Voorstel met betrekking tot Samenwerking of Herindeling Aan de raad, Inleiding In de afgelopen jaren zijn diverse initiatieven genomen om te komen tot duidelijkheid over de beste bestuurlijke organisatie in de Rijnstreek. Dit was en is noodzakelijk omdat geconstateerd werd en wordt dat de huidige omvang van verschillende gemeenten het noodzakelijk maakten en maken, maatregelen te treffen om enerzijds de bedrijfsvoering te waarborgen en anderzijds de bestuurlijke invloed vanuit het gebied te versterken c.q. te vergroten. Hieronder is weergegeven welke stappen inmiddels zijn gezet in het denkproces zoals dat vanaf 1999 tot nu toe is verlopen. Aanleiding In 1999 werd geconstateerd dat in de jaren daarvoor in de Rijnstreek ongeveer 40 samenwerkingsverbanden op alle taakgebieden van de gemeente in het leven geroepen waren waarvan in te weinig gevallen geen directe resultaten of efficiencyverbeteringen werden waargenomen. Toch werd de noodzaak van samenwerking door alle gemeenten onderschreven. Voor wat betreft Liemeer, Nieuwkoop en Ter Aar wordt op dit moment op de volgende onderdelen reeds concreet samengewerkt door de respectievelijke organisaties: Brandweer, ICT, Asfaltering wegen, ISD (met Jacobswoude), Belastingen (samen met 3 andere gemeenten). Onderzocht wordt op dit moment de samenwerking op het gebied van voorlichting, systeembeheer, documentaire informatievoorziening en milieu. Eind mei 2000 werd aan KPMG opdracht gegeven om een onderzoek te doen naar de meest optimale vorm van bestuurlijke organisatie op basis van het door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gehanteerd begrip ‘krachtige en robuuste gemeenten’, nader toegespitst op de Rijnstreek. Medio 2001 bracht KPMG rapport uit in de vorm van position papers per gemeente en voor de gehele regio. Hierin werd voor 5 van 5 Agendapunt 2 Liemeer, Nieuwkoop, Ter Aar en Jacobswoude geconstateerd dat in die gemeenten ‘op dun ijs geschaatst wordt’ als het gaat om de ambtelijke kwetsbaarheid, bovenmatige bestuurlijk inzet, het aanpakken van complexe ontwikkelingen en te leveren inspanningen op het gebied van samenwerking. De position papers zouden hebben moeten leiden tot een vervolgopdracht aan KPMG maar daar is het niet meer van gekomen. Het burgemeestersoverleg Rijnstreek heeft eind 2001 de conclusie getrokken dat een nader concept voor een model zou moeten worden ontwikkeld dat er in moet voorzien dat de bestuurlijke organisatie van het gebied de komende 15 á 20 jaar - onder normale omstandigheden - vooruit kan. Dat model zou moeten aansluiten bij inmiddels ontwikkelde verhoudingen en verbanden binnen de Rijnstreek op het gebied van samenwerking en karakters en moet er van uit gaan dat de bestaande gemeenten niet worden opgesplitst. In maart 2002 heeft het in de vorige paragraaf gememoreerde standpunt van het burgemeestersoverleg ertoe geleid dat het portefeuillehoudersoverleg Bestuurlijke Zaken van het Rijnstreekberaad aan de 6 gemeentesecretarissen van de Rijnstreekgemeenten hebben verzocht advies uit te brengen over de bestuurlijke organisatie in de Rijnstreek. Dat advies neergelegd in het rapport ‘Opschudden of opschudding’ van 2 oktober 2002. De 3 gemeentesecretarissen van de Liemeer, Nieuwkoop en Ter Aar hebben op 4 november 2002 een gezamenlijk rapport uitgebracht onder titel ‘Naar een gezamenlijke back-office ?’ Gezien de organisatorische problemen zoals door de secretarissen naar voren gebracht werd bestuurlijk de conclusie getrokken dat de resultaten van het gesprek in de regio over de bestuurlijke (en daarmee ook de ambtelijke) organisatie te lang op zich laat wachten en dat de huidige situatie qua bedrijfsvoering en dienstverlening concrete stappen eist om de problemen van alle dag te helpen oplossen of op z’n minst verbeteren. De inschatting daarbij was en is dat er over 1 tot 2 jaar vanaf nu forse problemen te verwachten zijn in het uitvoeren van de minimale taken door de gemeentelijke organisatie. De colleges van B&W hebben zich enkele malen gezamenlijk gebogen over de aangegeven problematiek en de mogelijk oplossingen hiervoor. Op 17 december 2002 hebben de colleges een verklaring getekend waarin de colleges aangeven dat zij in ieder geval met z’n drieën toe willen naar een gezamenlijke toekomst. Het voornoemde rapport is aan de raden gepresenteerd op 28 januari jl. Hierbij zijn door verschillende raadsleden vragen gesteld die zij eerst beantwoord wilden zien voordat van besluitvorming in welke vorm dan ook sprake kon zijn. 2 van 5 De heer M. Paats, oud burgemeester van Alphen aan den Rijn, trad deze avond op als voorzitter; hij heeft ook op verzoek van de colleges de volgende vergaderingen geleid. De 3 colleges hebben de gemeentesecretarissen op 4 februari jl. gevraagd ‘in een korte slag’ de gestelde vragen door de raden door een externe adviseur te laten beantwoorden. Zij hebben hiertoe een opdrachtformulering opgesteld welke aan de heer D. Groenendijk, oud gemeentesecretaris en voorzitter van de commissie bezwaar en beroep van de gemeente Papendrecht is verstrekt om zo tot een geobjectiveerd en onafhankelijk antwoord te komen op de vragen. De heer Groenendijk heeft zijn rapport op 15 maart jl. laten verschijnen. Hierin wordt duidelijk dat de situatie van nu in de 3 gemeenten reeds dermate zorgelijk is dat voorbereiding van maatregelen niet langer uit kan blijven. Op dit moment kan reeds worden geconstateerd dat op cruciale onderdelen (vergunningverlening, handhaving, (fysieke) veiligheid) niet voldaan kan worden aan de door de wet gestelde eisen. Gelet op de praktijk van alle dag is zijn advies om niet te kiezen voor het zogenaamde ‘SETA’model. Hij is daar uitgesproken somber over omdat hieraan een aantal voorwaarden moeten worden verbonden die thans niet te realiseren lijken. Daarnaast is het draagvlak hiervoor niet aanwezig bij leidinggevenden en het personeel. Zijn conclusie is dat er wel draagvlak is voor herindeling en dat dit objectief gesproken ook een veel beter begaanbare weg is, als daar ook bestuurlijk voor kan worden gekozen. Op 25 maart hebben de gezamenlijke colleges zich over dit rapport gebogen en hierbij zijn de volgende punten besproken: 1. De noodzaak dat er iets moet gebeuren wordt nogmaals onderschreven; 2. De conclusie is dat het ‘SETAmodel’ niet het meest haalbare is en ook niet het medicijn lijkt om de geconstateerde problemen op te lossen; 3. De raden zal worden voorgesteld een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden van herindeling. Hierbij is de primaire vraag naar welke schaal moeten en kunnen wij wanneer toe groeien ? 4. Het is van het grootste belang dat de 3 gemeenten gezamenlijk optrekken; 5. Een studie naar de financiële positie van de 3 gemeenten is noodzakelijk om zo (ook vergelijkenderwijs) te kunnen vaststellen wat de financiële consequenties ten opzichte van de huidige situatie in de afzonderlijke gemeenten zijn, indien gekozen wordt voor herindeling; 6. De opdrachtformulering aan, en de rapportage van, de heer Groenendijk worden met een voorstel aan de gemeenteraden gezonden. De overige in dit raadsvoorstel genoemde stukken worden eveneens in het bezit gesteld van de raden voor zover dat niet reeds is geschiedt. Ook het verslag van het overleg van 25 maart wordt (vertrouwelijk) aan de raden toegezonden. 3 van 5 7. De heer Paats is gevraagd een rondgang te doen bij de omliggende gemeenten in hoeverre daar bereidheid is om betrokken te worden bij een onderzoek naar herindeling. De uitkomst hiervan wordt eveneens (vertrouwelijk) aan de raden toegestuurd. Voorstel De gemeenteraden van Liemeer, Nieuwkoop en Ter Aar wordt voorgesteld: a. zich uit te spreken over de beantwoording van de op 28 januari jl. gestelde vragen; b. de noodzaak te onderschrijven om iets te doen aan de meerdere malen geconstateerde feiten; c. zich uit te spreken voor in ieder geval de keuze van de beide andere gemeenten als partner in dit proces. d. een vergelijkend onderzoek naar de financiële situatie van de 3 gemeenten afzonderlijk te onderschrijven; e. een extern onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden voor herindeling alsmede de optimale schaal en de gewenste fasering hiervan; Burgemeester en wethouders van de gemeenten Liemeer, De secretaris, De burgemeester, mr. R.P Wolf drs. N.C. Barendregt Nieuwkoop, De secretaris, De burgemeester, P.W. van Steensel dr. G.O. van Veldhuizen Ter Aar, De secretaris, De burgemeester, J.W. van Tuijl A.J. Epskamp 4 van 5 Liemeer Nieuwkoop Ter Aar RAADSBESLUIT De raden van de gemeenten Liemeer, Nieuwkoop en Ter Aar; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 april 2003, nummer 1630/02; besluiten: a. zich uit te spreken voor in ieder geval de keuze van de beide andere gemeenten als partner in dit proces; b. een vergelijkend onderzoek naar de financiële situatie van de 3 gemeenten afzonderlijk te onderschrijven; c. een extern onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden voor herindeling alsmede de optimale schaal en de gewenste fasering hiervan; Aldus besloten door de raden van de gemeenten Liemeer, De griffier, De burgemeester, M. van Toor drs. N.C. Barendregt Nieuwkoop, De griffier, De burgemeester, G. Kranenburg Ter Aar, De griffier, R.R. Stilting dr. G.O. van Veldhuizen De burgemeester, A.J. Epskamp 5 van 5 Agendapunt 2