Jung Funkmanagement

advertisement
Umschlag FM-Handbuch NL:Umschlag FM-Handbuch NL
04.07.2008
11:37 Uhr
Seite 1
Funkmanagement
Radiografische besturingssystemen
Verlichting
ALBRECHT JUNG GMBH & CO. KG
Postfach 13 20
D-58569 Schalksmühle
Vertegenwoordiging
voor Nederland:
deelnemer aan:
Jaloezieën
Postbus 111
2394 ZG Hazerswoude-Rd
telefoon 071 • 3 41 90 09
fax 071 • 3 41 35 59
email: jung @ hateha.nl
www.jung-catalogus.nl
www.elux.nl
Vorspann QXD7:Vorspann
04.07.2008
11:35 Uhr
Seite 1
Radiografisch bestuurde installaties –
de eenvoudige weg naar comfort
Van elektrotechnische installaties wordt
tegenwoordig meer flexibiliteit, functionaliteit en comfort verwacht, zoals bijv.
het centraal in- en uitschakelen van alle
verlichting in huis, of het oproepen van
lichtscènes met één druk op de knop.
Daarbij neemt de behoefte aan meer
zekerheid en veiligheid sterk toe.
Om die redenen dient de elektrotechnische installatie zich ook in die richting
verder te ontwikkelen.
De bestaande elektrotechnische installaties bieden zelden deze besturingsmogelijkheden. In een enkel geval zal er
wat extra buis gelegd zijn of is er nog
ruimte in bestaande buis voor uitbreiding, maar in de meeste gevallen zou er
toch gehakt en gefreesd moeten worden,
of in het zicht gewerkt. Dit brengt naast
stof en overlast, hoge renovatiekosten
met zich mee.
Al deze dingen zorgen ervoor dat er vaak
wordt afgezien van de doorgaans nuttige
en comfortabele aanpassingen.
Speciaal voor die markt is JUNG Funkmanagement ontwikkeld. Hiermee kan
men de aanvullende comfort- en veiligheidseisen goed integreren in bestaande
installaties zonder de hierboven
genoemde bezwaren.
Alle componenten staan radiografisch
met elkaar in verbinding en zijn onafhankelijk van bestaande leidingen of vullen
deze juist aan. De montage is eenvoudig.
Ook kunnen combinaties met bestaande
systemen, zoals bijvoorbeeld het KNX
bussysteem, probleemloos worden
gemaakt.
Deze innovatieve techniek biedt alle
mogelijkheden voor het snel en schoon
installeren van een moderne installatie.
De eenvoudige bediening en de betrouwbare werking garanderen een hoge
acceptatie voor het inzetten bij en
uitbreiden van bestaande installaties.
Vorspann QXD7:Vorspann
04.07.2008
11:35 Uhr
Seite 3
De signaaloverdracht
Zenders
Homecontroller
Ontvangers
REG-componenten –
voor DIN-railmontage
Lichtsturing
Radiografische handzender
„Mini“
Radiografische handzender
comfort / standaard
Lichtlijn
1
Lichtlijn
1
Lichtlijn
2
Lichtlijn
2
Radiografische
vlakke wandzender
met tastsensor 4-voudig
Radiografische
wandzender
met tastsensor 4-voudig
Radiografische
sensorschakelaar
“vlak”
Radiografische actor EB
schakelaar / pulsgever
In tegenstelling tot infrarood techniek is het bereik
van radiografie niet beperkt tot één ruimte, daar radiogolven ongehinderd door muren heen kunnen gaan.
Dit betekent dat radiografische signaaloverdracht
ruimteoverschrijdend werkt en niet richtinggevoelig is.
JUNG Funkmanagement werkt op een frequentie van
433 Mhz, binnen de daarvoor toegewezen ISM band,
bestemd voor industriële, wetenschappelijke en
medische toepassingen. In dit frequentiegebied zijn
zowel de reikwijdte als de capaciteit om door materie,
zoals vloeren en wanden heen te dringen, zeer gunstig.
Negatieve uitwerkingen op het menselijk lichaam door
straling zijn niet te verwachten.
JUNG Funkmanagement werkt in vergelijking met
mobiele telefonie, radio- of tv-zenders met een minimale straling. Het systeem bestaat uit drie soorten
componenten: zenders, ontvangers en repeaters,
ofwel steunzenders. In het programma vindt u voor
elke toepassing de juiste oplossing. Daarmee kan een
op maat gesneden installatie gerealiseerd worden.
Radiografische universeel
snoerdimmer
Radiografische actor UP
1- of 2-kanaals
schakelaar / pulsgever
Radiografische
1 – 10 V stuureenheid
Radiografische
universeeldimmer EB
Radiografische
universeeldimmer
inbouw
Tastafdekking
met radiografische ontvanger
voor eenheden
lichtmanagement
Radiografische tussenstekerschakelaar/dimmer
Radiografische universeeldimmer
4-voudig
Radiografische
universeeldimmer
2-voudig
Radiografische
schakelactor
enkelvoudig
Radiografische
stuureenheid
1 – 10 Volt
Radiografische
schakelactor
4-voudig
Jaloezie- en rolluikbesturing
Radiografische
klokthermostaat
Radiografische
multifunctionele
zender
Radiografische
universeelzender
Funkkop REG
Antenne
Radiografische
jaloezie actor UP
Repeater
Motorstuureenheid
met afdekking JM met
radiografische ontvanger
KNX
Radiografische
jaloezieactor
Temperatuurmanagement
Plafondverlichting
Serreverlichting
Hal spots
Jaloezieën
Radiografische
raamzender
Radiografische
aanwezigheidsmelder
Radiografische
observer 180°
Opbouwbehuizing
Tussenstekerbehuizing
Buskoppeling met tastafdekking
met radiografische ontvanger
Radiografische
schakeleenheid
Radiografisch
stelventielaandrijving
Vorspann QXD7:Vorspann
04.07.2008
11:35 Uhr
Seite 5
Systeemcomponenten: zenders
Wandzender
Dit modulair opgebouwde
apparaat bestaat uit een
zender-inbouwelement en
enkel- of meervoudige standaard tastsensoren uit het
KNX programma, welke
geleverd wordt in de volgende uitvoeringen: AS 500,
A 500, CD 500, LS 990,
Edelstaal, Aluminium,
Antraciet, Glanzend Chroom,
Goud en Flat Design.
De handzender comfort
heeft als extra mogelijkheid
het afroepen van vooraf ingestelde lichtsccènes, terwijl
middels de zg. masterknop
de gehele lichtscène gezamenlijk kan worden gedimd.
Vlakke wandzender
Als men uit esthetische
overwegingen geen inbouwmontage kan plegen is dit
een ideale oplossing.
De Homecontroller verzorgt de centrale sturing van de
gezamenlijke ontvangers in de Funkinstallatie.
Dit gebeurt op 3 verschillende manieren: via handmatige
instelling, volautomatisch (door individueel ingestelde
tijdprogramma’s), of via lifestyle/lichtscène programma’s.
Een voorbeeld van zo’n scenario kan zijn: op een vooraf
ingestelde tijd sluiten de rolluiken in de slaapkamer en
de woonkamer en bepaalde verlichtingsgroepen worden
uitgeschakeld of gedimd, dit alles volgens de programmering, dus onafhankelijk van of men nu wel of niet
thuis is.
Lichtlijn
1
Lichtlijn
2
Tot vier individuele ontvangers kunnen hiermee
worden aangestuurd. „Alles
aan/alles uit“ is ook mogelijk, evenals lichtscènes. De
wandzender werkt op
batterijen en is daardoor
niet plaatsgebonden en kan
exact op de gewenste plaats
worden geïnstalleerd.
Handzender
Er zijn twee typen handzenders: "comfort" en
"standaard". Met een druk
op de knop wordt een telegram verzonden, dat door
alle ontvangers gelezen
wordt, maar alleen door de
gewenste ontvanger wordt
uitgevoerd. Ter beschikking
staan drie groepen, A, B en C
met elk 8 kanalen.
Er kunnen 24 individuele
ontvangers mee worden
aangestuurd. Deze voeren
afhankelijk van de ontvanger
de volgende opdrachten uit:
aan/uit, op/neer of dimmen.
Bijzonder praktisch is de
"alles aan/alles uit" knop,
waarmee alle, op die knop
ingestelde ontvangers,
reageren.
De zender is batterijgevoed,
volkomen vlak en kan
daardoor overal geplaatst
worden. Zelfs de montage
op glazen vlakken of
spiegels met dubbelzijdig
tape behoort tot de mogelijkheden.
De universele zender
(inbouwdiepte 1 cm)
De universele zender is in
combinatie met conventionele licht- of jaloezieschakelaars te gebruiken. Door de
compacte bouwwijze is deze
achter de schakelaar in de
inbouwdoos te plaatsen.
Zo laat het radiografische
systeem zich ook in reeds
aanwezige installaties
probleemloos integreren.
Multifunctionele zender
Deze 4-kanaals zender
kenmerkt zich door zijn
compacte bouw en batterijvoeding. Hierdoor werkt hij
onafhankelijk van het lichtnet en kan dus overal
geplaatst worden.
De vier ingangen worden
door middel van de aansluitdraden aan schakelaar
of pulsgevers aangesloten.
Er kunnen 8 functies door
5 dipswitches worden geïnstalleerd,
Automatische schakelaar
De batterijgevoede zender
verzendt bij detectie van
beweging een draadloos telegram naar ingeleerde ontvangers, die deze uitvoeren. De
radiografische schakeleenheid en de homecontroller
hebben de mogelijkheid de
lichtwaarde en de inschakeltijd in te stellen. Alle andere
ontvangers hebben een vaste
inschakeltijd van 1 minuut.
Door de vlakke bodemplaat
kan de ..FAS 180.. op elke
ondergrond geplakt of
geschroefd worden. Op deze
wijze is automatische besturing van verlichting ook daar
mogelijk waar leidingen om
technische of esthetische
redenen niet aangelegd
kunnen worden.
De klokthermostaat stuurt
temperatuur -en tijdafhankelijk één of meerdere aandrijvingen van radiatoren aan.
Parallel daarmee kan de
Homecontroller als centrale
stuur-eenheid dienen voor
zowel licht, jaloezieën als
ook verwarming.
Alle belangrijke informatie wordt op het verlichte tekstdisplay van de Homecontroller vermeld. Daartoe behoren
ingegeven menu’s, de bedrijfsstanden en de omgevingstemperatuur. De ingebouwde DCF 77-ontvanger zorgt
automatisch voor de juiste tijdsvermelding en voor een
omschakeling van zomer- naar wintertijd en omgekeerd.
Met een chipkaart worden de instellingen vastgelegd en
nieuwe functies ingelezen.
Vorspann QXD7:Vorspann
04.07.2008
11:35 Uhr
Seite 7
De systeemcomponenten: ontvangers
Radiografische actor UP,
1 of 2 kanaals jaloezieactor
Als er weinig ruimte is komt
deze oplossing in beeld.
Dankzij de compacte
bouwwijze past deze actor
in een inbouwdoos, achter
een wandcontactdoos,
schakelaar etc. of een
blinde afdekplaat.
Radiografische universeeldimmer inbouw
De radiografische universeeldimmer kan worden ingebouwd in een inbouw- of centraaldoos. Bij uitstek geschikt
voor situaties waar geen ruimte is boven het plafond of als
het lastig is om schakeldraden
terug te halen naar de meterkast voor radiografische dimmers voor DIN-railmontage.
1 – 10 V stuureenheid
Deze ontvanger schakelt en
dimt complexe verlichtingssystemen met een 1 – 10 volt
stuuringang en kan om
ruimte te winnen boven het
plafond geplaatst worden.
Ook kan deze ontvanger
in lichtscèneschakelingen
worden opgenomen.
Tastafdekking met radiografische ontvanger voor
units uit Lichtmanagement
Tastdimmers, relaisunits en
taststuureenheden kunnen
gecombineerd worden met
een afdekking met radiografische ontvanger en zo
op afstand worden worden
aangestuurd. Deze tastafdekkingen kunnen ook met de
hand worden bediend.
Jaloezie
afdekking met
radiografische ontvanger
Voor de motorstuureenheid
van het Jaloeziemanagement. Deze centraalplaat
biedt de mogelijkheid om
Funk radiografische
wandcontactdoos adapter
‘schakelen’ of ‘dimmen’
Met deze adapters kunnen
apparaten, die niet aan een
vaste standplaats gebonden
zijn, in het systeem opgenomen worden.
Daartoe wordt de mobiele
ontvanger in een wandcontactdoos gestoken en
de netsteker van bijv.
staande-of tafelschemerlamp
eenvoudigweg in de adapter
gestoken. Deze kan nu
radiografisch geschakeld
of gedimd worden.
radiografisch jaloeziemotoren te bedienen.
De bediening kan met een
hand- of wandzender gebeuren of ter plaatse.
Door het aansluiten van
diverse sensoren zoals een
glasbreukmelder en/of zonnesensor is het bedieningscomfort gemakkelijk uit te
breiden.
en Radiografische actor EB
Deze uitvoering heeft een
relaisuitgang en kan daardoor ook grotere vermogens
schakelen. Deze compacte
actor laat zich gemakkelijk
wegwerken boven het
systeemplafond.
Ook kan men neventoestellen
aansluiten om deze te
bedienen.
Radiografische dimactor
Met de radiografische universeeldimmer EB kan men
ook grotere vermogens
dimmen.
Het apparaat is elektronisch
tegen kortsluiting, overbelasting en oververhitting
beveiligd.
Radiografische
snoerdimmer
Voor verplaatsbare
apparaten zoals staande
schemerlampen is er een
radiografische snoerdimmer.
De radiografische
stelventielaandrijving
Deze kan op vrijwel alle in de
handel voorkomende radiatorkranen gemonteerd worden. Twee batterijen zorgen
voor de voeding – goed
voor twee stookseizoenen –
van de aandrijving.
De radiografische ontvanger heeft een blokstructuur.
Het signaal komt binnen op de antenne en wordt vervolgens naar een versterker gevoerd die het signaal van de
draaggolf scheidt en versterkt. Daarna wordt het signaal
door een microprocessor gecontroleerd en omgezet.
Het systeem garandeert een hoge mate van betrouwbaarheid en voorkomt foutschakelingen.
Vorspann QXD7:Vorspann
04.07.2008
11:35 Uhr
Seite 9
Radiografische REG-componenten
De Funkkop is de centrale
ontvanger van de radiografische signalen. Deze signalen
worden in leidinggebonden
data omgezet en ter evaluatie naar aangesloten funkactoren (REG) doorgezonden.
Er kunnen tot 30 actoren
worden aangesloten. De
funkkop is uitgerust met
een interne antenne.
Externe antenne
Bij ongunstige ontvangst
(bijv. door bouwkundige
voorzieningen) of bij plaatsing in een metalen verdeler
kan een externe antenne
geïnstalleerd worden
(art.nr. F-ANT).
Radiografische 1 – 10 V
stuureenheid REG
De radiografische stuureenheid stuurt in combinatie
met de Funkkop EVSA’s en
elektronische trafo’s met een
1 – 10 V sturing, zodra een
overeenkomstig (ingeleerd)
radiografisch signaal ontvangen wordt. Er kunnen tot
30 zenders worden ingeleerd.
De inschakellichtsterkte kan
in het geheugen opgeslagen
worden.
Radiografische
universeeldimmer REG
enkelvoudig
viervoudig
De radiografische universeeldimmer is een dimmer met
automatische lastherkenning
(fase-aan- of fase-afsnijd).
De dimmer schakelt en dimt
in combinatie met de
Funkkop elektrische lasten,
zodra een overeenkomstig
(ingeleerd) radiografisch signaal ontvangen wordt. De
inschakellichtsterkte kan in
het geheugen opgeslagen
worden.
Radiografische
jaloezie actor REG
Functie: de radiografische
jaloezieactor stuurt in combinatie met de funkkop
jaloezieën en rolluiken aan.
Radiografische
schakelactor REG
enkelvoudig
viervoudig
De radiografische schakelactor schakelt in combinatie
met de Funkkop elektrische
lasten (bijv. gloeilampen,
Tronic of conventionele
trafo’s, fluorescentielampen)
zodra een overeenkomstig
(ingeleerd) radiografisch
signaal ontvangen wordt.
Bij ontvangst van een signaal
van een radiografische
observer of sensorschakelaar
schakelt het apparaat gedurende één minuut in.
Met de radiografische REG-componenten
wordt het toepassingsgebied van
Funkmanagement consequent verbreed.
Zij worden precies daar geplaatst waar
de bedrading samenkomt, namelijk in de
verdeelinrichting. Deze apparaten kunnen
via de funkkop direct door de radiografische
zenders aangestuurd worden.
De funkkop is een centrale ontvanger die
telegrammen ontvangt en deze in leidinggebonden data omzet en ter evaluatie naar
aangesloten funkactoren (REG) doorzendt.
Vorspann QXD7:Vorspann
04.07.2008
11:35 Uhr
Seite 11
Radiografische observer/Radiografische aanwezigheidsmelder
De radiografische observer
werkt op een 9 V blokbatterij. De "inbedrijf" stand
en batterijspanning worden
door middel van LED
indicatoren aangegeven.
Bij het installeren van het
"bewakingssysteem" wordt
elke observer 'geleerd' hoe
en wat te communiceren.
Dit garandeert een storingvrije data-overdracht zonder
storingen van buitenaf, voor
de hoogste bedrijfszekerheid.
Radiografische Observer
180º
Bij een montagehoogte van
2,40 m is het detectieveld
ca. 16 x 32 m. De sensor heeft
een detectiebereik van 180°.
Het signaal wordt in de schakelunit verwerkt.
De inschakelduur en gevoeligheid laten zich eenvoudig
instellen.
Systeem schakelunit
Hier wordt het signaal van de
observer omgezet in schakelacties. Ook andere signalen
die het systeem verzendt,
kunnen ontvangen en
bewerkt worden, om bijvoorbeeld de schakel-cyclus van
de observer voor de tijd van
2 uur te kunnen overbruggen.
Radiografische
aanwezigheidsmelder
De flexibiliteit van de aanwezigheidsmelder opent nieuwe toepassingsgebieden: de
inzet van aanwezigheidgestuurde verlichting daar
waar het vanwege
aanleggen van leidingen uit
technische of optische overwegingen niet ter
sprake zou komen. De funk
aanwezigheidsmelder kan
overal worden geïnstalleerd,
zonder inbouwdoos en zonder voeding.
Schoon en snel gemonteerd,
grootschalige renovatie kan
achterwege blijven.
Toepassingen zijn kantoor,
vergaderruimtes of conferentiezalen.
Het licht moet slechts branden als de ruimtes in
gebruik zijn. Bij gebruikmaking van dim-actoren is
ook een daglicht-afhankelijke lichtregeling mogelijk
Vorspann QXD7:Vorspann
04.07.2008
11:35 Uhr
Seite 13
Funkmanagement - de temperatuur draadloos automatisch instellen
De radiografische klokthermostaat stuurt de temperatuur
tijdafhankelijk. Hiertoe stuurt deze een radiografisch signaal
aan één of meerdere stelventielaandrijvingen, die deze signalen uitlezen en de radiotorkranen aansturen. Het stelventiel
kan op alle reguliere radiatoren worden gemonteerd. Twee AA
batterijen verzorgen de bedrijfspanning - dit is voldoende
voor twee stookseizoenen.
De Homecontroller stuurt tijdafhankelijk de gezamenlijke
radiografische ontvangers van Funkartikelen. De Homecontroller bundelt zo de complete sturing van licht, rolluiken,
jaloezieën en nu ook de temperatuur. De Homecontroller kan,
net zoals de radiografische klokthermostaat, bevelen uitzenden en daarbij ook informatie ontvangen - zoals bijvoorbeeld
de toestand van de batterij in de stelventielaandrijving.
Funkmanagement van JUNG beschikt vandaag de dag over
een breed spectrum van functies. Dit reikt van schakelen
en dimmen via jaloezie- en rolluikbediening tot aan
gecombineerde sturing van complexe lichtscènes. Om
een complete sturing van alle functies in de woning te
realiseren met Funkmanagement is nu ook temperatuursturing ontwikkeld. Dit gebeurt via een radiografische
klokthermostaat of de Homecontroller. Het voordeel
van deze techniek: het aanleggen van leidingen tussen
stuur- en controlleapparaten en de stelventielaandrijving
is hiermee overbodig. Hierdoor worden verbouwingskosten en arbeidskosten beperkt gehouden. Het systeem
bestaat uit een netgevoede radiografische klokthermostaat
en afdekking met display en een batterijgevoede stelventiel
aandrijving.
De radiografische
klokthermostaat stuurt
tijdafhankelijk en radiografisch de stelventielaandrijving aan van een
of meerdere radiatoren.
Parallel daaraan kan de
Homecontroller als
centrale eenheid zowel
de temperatuursturing
als ook de bediening van
licht en jaloezieën overnemen. Zo kunnen alle
functies in een pand
radiografisch geregeld
worden.
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:42 Uhr
Seite 14
Funkmanagement
Funkmanagement
Het zendbereik (max. 100 m, vrij veld) is afhankelijk van de montagehoogte
boven de grond en de bouwkundige gegevens van het object.
Art.nr.
Radiografische handzender
De handzender zendt bij het bedienen van de taster een radiografisch telegram.
Dit radiografische telegram wordt door alle radiografische ontvangers van het
Funkmanagementsysteem ontvangen en geëvalueerd.
Er staan 3 groepen (A, B, C) met 8 kanalen ter beschikking (3 x 8 kanalen = 24 kanalen).
De handzender, reikwijdte 100 m vrij veld, wordt met 4 alkaline micro penlite
batterijen (AAA) gevoed (niet meegeleverd). Levensduur batterijen ca. 2 jaar.
Standaard
antraciet
48 FH
3 x 8 kanalen: aan/uit, op/neer, dimmen
Extra functies: alles aan/uit
Technische gegevens zie pag A 1.
Radiografische handzender
Comfort
antraciet
48 KFH
3 x 8 kanalen: aan/uit, op/neer, dimmen
Extra functies: alles aan/uit • 5 lichtscènes • masterdimfunctie voor lichtscènes
Technische gegevens zie pag. A 1.
Radiografische handzender "mini"
antraciet
42 FH
De radiografische handzender "mini" bestuurt 2 kanalen (aan/uit, op/neer, dimmen).
Batterijgevoed door één lithium knoopcel (CR 2032), meegeleverd.
Reikwijdte 30 m vrij veld
Levensduur batterij ca. 5 jaar.
Technische gegevens zie pag A 4.
Wandhouder
voor handzender 48 FH en 48 KFH
antraciet
WH 48
Art.nr.
Radiografische wandzender
voor montage in inbouwdoos of opbouwkap
40 FW
Batterijgevoed door twee lithium knoopcellen (CR 2032, worden meegeleverd).
Levensduur batterijen: ca. 2 jaar
De wandzender wordt in combinatie met standaard tastsensoren
(1-, 2- of 4-voudig) uitgevoerd.
Door de tasters te bedienen wordt een telegram verzonden.
Het aantal kanalen dat bediend wordt, is afhankelijk van het aantal tasters
van de afdekking; twee tegenover elkaar liggende tasters vormen een kanaal.
Technische gegevens zie pag A 3.
Bedieningselement
voor radiografische wandzender art.nr. 40 FW
voor programma's AS 500 / A 500
1-kanaals
2-kanaals
4-kanaals
A 2071 NABS ..
A 2072 NABS ..
A 2074 NABS ..
voor programma CD 500
1-kanaals
2-kanaals
4-kanaals
.. 2071 NABS ..
.. 2072 NABS ..
.. 2074 NABS ..
voor programma LS 990
1-kanaals
2-kanaals
4-kanaals
LS 2071 NABS ..
LS 2072 NABS ..
LS 2074 NABS ..
voor programma Aluminium
1-kanaals
2-kanaals
4-kanaals
AL 2071 NABS
AL 2072 NABS
AL 2074 NABS
voor programma Edelstaal
1-kanaals
2-kanaals
4-kanaals
ES 2071 NABS
ES 2072 NABS
ES 2074 NABS
voor programma Antraciet
1-kanaals
2-kanaals
4-kanaals
AL 2071 NABS AN
AL 2072 NABS AN
AL 2074 NABS AN
voor programma Glanzend Chroom
1-kanaals
2-kanaals
4-kanaals
GCR 2071 NABS
GCR 2072 NABS
GCR 2074 NABS
voor programma Goud (goudkleurig)
1-kanaals
2-kanaals
4-kanaals
GO 2071 NABS
GO 2072 NABS
GO 2074 NABS
Radiografische zender Universeel, 230 V stuuringangen
FUS 22 UP
De radiografische universeelzender dient om schakelfuncties van “bestaande”
230 V apparaten om te zetten in draadloze commando´s. Dat kan schakelen,
dimmen of jaloeziebesturing zijn. Nominale spanning van 230 V ~ via ingangen E1 en E2.
Het telegram van de radiografische zender wordt door alle daarop afgestelde ontvangers
van het funkmanagement ontvangen en uitgelezen.
Op het apparaat bevinden zich een drukknop en een LED voor keuze c.q. indicatie van de bedrijfsmodus.
De radiografische universeelzender heeft vier bedrijfsmodi:
Modus A: 2 kanaals dimmen (toggle) (E1 en E2)
Modus B: 2 kanaals schakelen (E1 en E2)
Modus C: 1 kanaals dimmen (E1/E2)
Modus D: 1 kanaals jaloeziesturing (E1/E2)
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~
Zendfrequentie:
433,42 MHz
Zendbereik:
ca. 100 m (in vrij veld)
Bedrijfstemperatuur:
ca. –20 °C tot +55 °C
Beschermingsgraad:
IP 20
Afmetingen (Ø x H):
52 mm x 23 mm
Technische gegevens zie pag A 8.
14
15
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:42 Uhr
Seite 16
Funkmanagement
Funkmanagement
Technische gegevens zie pag A 5.
Art.nr.
Radiografische wandzender "vlak"
De wandzender zendt bij het indrukken van een knop een radiografisch telegram. Dit radiografisch telegram
wordt door alle radiografische ontvangers van het Funkmanagement programma gelezen en geëvalueerd.
Alles aan -alles uit en lichtscènes behoren tot de mogelijkheden. Zenderbereik (vrije veld): 100 m (AS 500 /
A 500) resp. 30 m (CD 500 en LS range). De radiografische wandzender wordt met lithium knoopcel
batterijen gevoed (1 x CR 2032 voor programma's AS 500 / A 500, 2 x CR 2016 voor programma's CD 500
en LS range). Batterijen meegeleverd. Levensduur batterij: ca. 3 – 5 jaar. Montage door plakken of schroeven
op om het even welke ondergrond (stuc, hout, glazen wand, spiegel of inbouwdoos).
voor programma's AS 500 / A 500
wit
1-kanaals
alpin wit
1-kanaals
zwart
1-kanaals
aluminium
1-kanaals
wit
2-kanaals
alpin wit
2-kanaals
zwart
2-kanaals
aluminium
2-kanaals
wit
4-kanaals
alpin wit
4-kanaals
zwart
4-kanaals
aluminium
4-kanaals
A 41 F
A 41 F WW
A 41 F SW
A 41 F AL
A 42 F
A 42 F WW
A 42 F SW
A 42 F AL
A 44 F
A 44 F WW
A 44 F SW
A 44 F AL
voor programma CD 500
wit
1-kanaals
alpin wit
1-kanaals
wit
2-kanaals
alpin wit
2-kanaals
wit
4-kanaals
alpin wit
4-kanaals
CD 41 F
CD 41 F WW
CD 42 F
CD 42 F WW
CD 44 F
CD 44 F WW
voor programma LS 990
wit
1-kanaals
alpin wit
1-kanaals
zwart
1-kanaals
lichtgrijs
1-kanaals
zwart
1-kanaals
wit
2-kanaals
alpin wit
2-kanaals
zwart
2-kanaals
lichtgrijs
2-kanaals
zwart
2-kanaals
wit
4-kanaals
alpin wit
4-kanaals
zwart
4-kanaals
lichtgrijs
4-kanaals
zwart
4-kanaals
16
LS 41 F
LS 41 F WW
LS 41 F SW
LS 41 F LG
LS 41 F SW
LS 42 F
LS 42 F WW
LS 42 F SW
LS 42 F LG
LS 42 F SW
LS 44 F
LS 44 F WW
LS 44 F SW
LS 44 F LG
LS 44 F SW
Art.nr.
voor programma's Aluminium / Edelstaal / Antraciet / Glanzend Chroom
Aluminium (gelakt)
1-kanaals
AL 41 F
Aluminium (gelakt)
2-kanaals
AL 42 F
Aluminium (gelakt)
4-kanaals
AL 44 F
Edelstaal
1-kanaals
ES 41 F
Edelstaal
2-kanaals
ES 42 F
Edelstaal
4-kanaals
ES 44 F
Antraciet (gelakt)
1-kanaals
AL 41 F AN
Antraciet (gelakt)
2-kanaals
AL 42 F AN
Antraciet (gelakt)
4-kanaals
AL 44 F AN
Glanzend Chroom
1-kanaals
GCR 41 F
Glanzend Chroom
2-kanaals
GCR 42 F
Glanzend Chroom
4-kanaals
GCR 44 F
Goudkleurig 1-kanaals
GO 41 F
Goudkleurig 2-kanaals
GO 42 F
Goudkleurig 4-kanaals
GO 44 F
Goud 24 Karaat
1-kanaals
LS 41 F GGO
Goud 24 Karaat
2-kanaals
LS 42 F GGO
Goud 24 Karaat
4-kanaals
LS 44 F GGO
Radiografische multifunctionele zender
4-kanaals
FMS 4 UP
De radiografische multifunctionele zender is een batterijgevoede draadloze 4-kanaals zender ter
uitbreiding van een bestaande funk installatie. De multifunctionele zender herkent aan de 4 ingangen
E1 – E4 schakeltoestanden van potentiaalvrije schakelaars resp. pulsdrukkers. Deze zendt radiografische
telegrammen, die door alle ontvangers worden geëvalueerd. Een 5-voudige microschakelaar maakt kiezen
van 8 verschillende bedrijfsstanden mogelijk. De rode LED signaleert het zenden van telegrammen
(langzaam asymmetrisch knipperen, 4 Hz) of een lege batterij "LowBatt" (snel symmetrisch knipperen 10 Hz).
Batterij: De zender wordt met een lithiumbatterij gevoed (CR 2032, wordt meegeleverd)
Technische gegevens zie pag A 6.
Batterij
Capaciteit
Levensduur
bij bedieningen per 24 uur
0
1 – 10
24
15 jaar
5 jaar
4 jaar
1 x CR2032
180 mAh
Aansluitdradenset
De achtaderige aansluitbedrading dient voor aansluiting van potentiaalvrije schakelaars of pulsdrukkers.
Niet benodigde draden dienen geïsoleerd te worden en mogen niet met spanningvoerende delen in contact
komen, omdat het toestel anders kan beschadigen.
Technische gegevens
Nominale spanning:
Batterij:
Lengte aansluitleidingen:
Zendfrequentie:
Zendbereik:
Codering:
Beschermingsgraad:
Temperatuurbereik:
Afmetingen (B x H x D):
3 V DC
1 lithiumcel CR 2032
ca. 290 mm
433,42 MHz
max. 100 m (vrij veld)
> 1 miljard mogelijkheden
IP 20
–20 °C tot +55 °C
45 x 40 x 10 mm
17
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:42 Uhr
Seite 18
Funkmanagement
Funkmanagement
Noviteit
Technische gegevens zie pag A 13.
Art.nr.
Radiografische raamzender
inclusief magneet
wit
1-kanaals
FF 21 WW
Raambeveiliging overeenkomstig brandverordening (FeuV § 4 in Duitsland)
Raambewaking in combinatie met afzuigkappen en open haarden.
Bij gesloten raam en ingeschakelde afzuigkap kan door onderdruk rook de woonkamer
binnenkomen. De afzuigkap mag alleen bij geopend raam aangezet worden. Bij gesloten
raam wordt de spanningstoevoer van de afzuigkap door een radiografische actor onderbroken.
De radiografische raamzender herkent het openen of sluiten van een raam.
Zodra een raam geopend wordt, stuurt hij een radiografisch telegram dat door alle schakelen dimactoren ontvangen wordt. De actoren schakelen alleen in als zij een telegram ontvangen.
Wordt het raam gesloten dan schakelt de actor uiterlijk een minuut later het apparaat uit.
Technische gegevens zie pag A 20.
Art.nr.
Radiografische opbouw actor
Schakelaar
FA 10 EB
De radiografische inbouwactor schakelt elektrische belastingen (230 V / 10 A), zodra hij een overeenkomstig
("ingeleerd") telegram ontvangt. De radiografische actor kan tot maximaal 30 zenders "inleren".
Bij ontvangst van een telegram van een radiografische observer schakelt hij ca. 1 minuut in.
De radiografische actor is tevens via een neventoestel signaal (230 V) bedienbaar, b.v. neventoestel 1220 NE.
Lichtscènes
Met de radiografische hand- of wandzender is een lichtscènebedrijf (alleen schakelen) mogelijk b.v.
verlichting ingeschakeld. De gewenste lichtscènetaster van de hand- of wandzender moet in de actor
worden "ingeleerd". Er kunnen tot maximaal 5 lichtscènes worden opgeslagen.
Technische gegevens zie pag A 9.
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50 Hz
Schakelcontact:
Relais (10 A) potentiaalgebonden
Schakelvermogen
Gloeilampen:
2300 W
HV-halogeenlampen
– conventionele trafo:
1000 W
– Tronic-trafo:
1500 W
Fluorescentielampen
– niet gecompenseerd:
1200 W
0920 W
– parallel gecompenseerd:
– duo gecompenseerd:
2300 W
Temperatuurbereik:
–20 °C tot + 55 °C
Beschermingsgraad:
IP 20
Aantal neventoestellen:
onbegrensd
Afmetingen (L x B x H):
175 x 42 x 18 mm
Technische gegevens
Nominale spanning:
Batterijtype:
Zendvermogen:
Zendfrequentie:
Zendbereik:
Bedrijfstemperatuur:
Afmetingen (L x B x H):
Afmetingen (L x B x H):
Versterker (repeater)
in AP-behuizing
Technische gegevens
Nominale spanning:
Temperatuurbereik:
Beschermingsgraad:
Afmetingen (B x H x D):
Lengte van het netsnoer:
9 V DC
9 V blokbatterij (alkaline)
(niet bij de levering inbegrepen)
< 10 mW
433,42 MHz
max. 100 m (vrij veld)
–5 °C ... +45 °C
ca. 132 x 36 x 35 mm (radiografische raamzender)
ca. 43 x 12 x 15 mm (magneet)
100 FR
AC 230 V ~, 50 Hz
–20 °C tot +55 °C
IP 20 met naar buiten uitgevoerde antenne
IP 44 met niet naar buiten uitgevoerde antenne
110 x 94 x 38 mm
1,5 m
Versterker (repeater)
in wandcontactdoos adapterbehuizing
100 FRSG
De wandcontactdoos met geïntegreerde verhoogde aanrakingsveiligheid
behoudt zijn volledige functie.
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50 Hz
Temperatuurbereik:
–20 °C tot +55 °C
Beschermingsgraad:
IP 20
Afmetingen (B x H x D):
70 x 136 x 72 mm
Door het toepassen van repeaters wordt de actieradius van het Funkmanagement sterk vergroot.
De repeater ontvangt radiotelegrammen van ingeleerde zenders en zendt deze versterkt weer uit.
Cascadeschakeling van repeaters is niet mogelijk.
Er kunnen meerdere repeaters in een project worden toegepast bijv. twee repeaters (A + B) zenden aan
een radiografische actor. De repeater bij voorkeur in het midden van het werkgebied plaatsen. Er kunnen tot
60 zenders in de repeater worden ingeleerd. Om een commando van een zender te kunnen herhalen, moet
de zender wel eerst ingeleerd zijn. De zender wordt volledig herkend zodra 1 kanaal is ingeleerd.
18
Radiografische inbouwactor 1-kanaals
Schakelaar
FA 10 UP
De radiografische schakelactor schakelt elektrische lasten (AC 230 V, 8 A) in zodra een ingeleerd telegram
is ontvangen. De schakelactor kan tot 14 zenders inleren. Na ontvangst van een signaal van de radiografische observer schakelt de actor voor 1 minuut in.
Lichtscènes
Met de radiografische hand- of wandzenders is lichtscènebedrijf mogelijk (alleen schakelen).
De gewenste lichtscènetaster van de hand- of wandzender moet in de actor worden ingeleerd.
Er kunnen tot 5 lichtscènes worden opgeslagen.
Radiografische inbouwactor 1-kanaals
Impulsgever, max. impulsduur ca. 10 seconden
FA 10 UPT
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
Temperatuurbereik:
–20 °C tot +55 °C
Schakelcontact:
Relais, μ-contact, 8 A
Beschermingsgraad:
IP 20
Voorbeveiliging:
10 A
Afmetingen:
Ø x H = 52 x 23 mm,
Schakelvermogen
centergat Ø = 7,5 mm
Gloeilampen:
1000 W
HV-halogeenlampen:
1000 W
LV-halogeenlampen
– conventionele trafo: 0750 VA, met min. 85 % nominale belasting
0750 W
– Tronic trafo:
Fluorescentielampen
– niet gecompenseerd: 0500 VA
– parallel gecompenseerd
0400 VA
(47 μF):
– duo gecompenseerd: 1000 VA
Let op: Spaarlampen kunnen hoge aanloopstromen veroorzaken. Geschiktheid van lampen voor het monteren controleren. Het maakcontact is intern van de fase gescheiden. Er kunnen de volgende belastingen
mee geschakeld worden: Laagvolt stuurspanning (FELV), of fase L (230 V ~) ten opzichte van de nul.
19
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:42 Uhr
Seite 20
Funkmanagement
Funkmanagement
Art.nr.
Radiografische inbouwactor 2-kanaals
Schakelaar
FA 26 UP
De schakelactor kan twee van elkaar onafhankelijke elektrische lasten schakelen zodra een ingeleerd
telegram is ontvangen. De actor kan tot 2 zenders per kanaal inleren.
Na ontvangst van een signaal van de radiografische observer schakelt de actor voor 1 minuut in.
Lichtscènes
Met de radiografische hand- of wandzenders is lichtscènebedrijf mogelijk (alleen schakelen).
De gewenste lichtscènetaster van de hand- of wandzender moet in de actor worden ingeleerd.
Er kunnen tot 5 lichtscènes worden opgeslagen.
Radiografische inbouwactor 2-kanaals
Impulsgever, max. impulsduur ca. 10 seconden
FA 26 UPT
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
Aantal zenders:
max. 7 per kanaal
Schakelcontact:
Relais, μ-contact 6 A
Temperatuurbereik:
–20 °C tot +55 °C
(alleen bij ohmse last)
Beschermingsgraad:
IP 20
Voorbeveiliging:
10 A
Afmetingen:
Ø x H = 52 x 23 mm,
Schakelvermogen per kanaal
centergat Ø = 7,5 mm
Gloeilampen:
350 W
HV-halogeenlampen:
300 W
LV-halogeenlampen
– conventionele trafo: 350 VA, met min. 85 % nominale belasting
– Tronic-trafo:
300 W
Fluorescentielampen
niet gecompenseerd: 350 VA
Niet geschikt voor fluorescentielampen parallel gecompenseerd (47 μF) of duo-schakeling
en energiespaarlampen.
Radiografische universeeldimmer UP 50 – 210 W
1-kanaals
Technische gegevens
Netspanning:
Belasting:
Omgevingstemperatuur:
Ontvangstfrequentie:
20
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50 Hz
Zekering:
T 6,3 H 250 V
Schakelvermogen (relaiscontact)
Gloeilampen:
1000 W
HV-halogeenlampen:
1000 W
LV-halogeenlampen:
0750 VA
– conventionele trafo:
0750 W
– Tronic trafo:
Fluorescentielampen
0500 VA
– niet gecompenseerd:
0400 VA
– parallel gecompenseerd (47 μF):
– duo gecompenseerd:
1000 VA
Temperatuurbereik:
–20 °C tot +55 °C
Beschermingsgraad:
IP 20
Afmetingen (B x H x D):
70 x 136 x 72 mm
Let op: Spaarlampen kunnen hoge aanloopstromen veroorzaken.
Geschiktheid van lampen voor het monteren controleren.
Radiografische inbouwactor jaloezie
AC 230 V ~, 50/60 Hz
230 V gloeilampen (ohmse last, fase-afsnijd)
230 V halogeenlampen (ohmse last, fase-afsnijd)
Tronic trafo’s (capacitieve last, fase-afsnijd)
of conventionele trafo’s (inductieve last, fase-aansnijd)
Gemengde lasten toegestaan (geen capacitieve en
inductieve lasten samen).
Bij een gemengde last met conventionele trafo’s
mag het aandeel ohmse last de 50% (gloeilampen,
HV-halogeenlampen) niet overschrijden.
ca. 0 … 45°C
433,42 MHz
• De Funk universeeldimmer UP kan maximaal 30 Funk zenders inleren
• Kortsluitvast
• Thermische beveiliging
• Geheugenfunctie instelbaar
• Lichtscenebedrijf
• Constante lichtregeling mogelijk
• Te combineren met Funk automatische schakelaar
Technische gegevens zie pag A 12.
FUD 1521 UP
Art.nr.
Radiografische tussensteker "schakelaar"
alpin wit
FZS 10 WW
De radiografische tussensteker maakt het mogelijk in combinatie met een radiografische
wand-, hand- of universeelzender of observer een plaatsonafhankelijk apparaat met steker
(bv. schemerlamp) op afstand te kunnen schakelen. Bij ontvangst van een signaal van een
radiografische observer schakelt hij ca. 1 minuut in. De radiografische tussensteker kan
maximaal 30 zenders inleren. De tussensteker bezit een verhoogde aanraakingsveiligheid.
Lichtscènes
Bij gebruik van een radiografische hand- of wandzender kan een aangesloten lamp in de
standen “aan” of “uit” worden opgenomen in een lichtscène.
B.v. lichtscène 1 = schemerlamp ingeschakeld.
De gewenste lichtscènetaster van de zender moet eerst in de radiografische tussensteker
worden ingeleerd. Er kunnen tot 5 lichtscènes worden vastgelegd.
Technische gegevens zie pag A 21.
FAJ 6 UP
De radiografische jaloezieactor stuurt een jaloezie- of rolluikmotor aan.
Afhankelijk van de bedieningswijze van een zender worden de lamellen versteld
(kort indrukken van de toets < 1 s) of wordt de jaloezie op of neer gestuurd (langer indrukken
van de toets > 1 s). Er kunnen tot 14 zenders ingeleerd worden.
Lichtscènes
De eindpositie van de jaloezie (geheel boven, geheel beneden) kan samen
met verlichting in maximaal 5 lichtscènes opgenomen worden.
De gewenste lichtscènetaster moet eerst in de jaloezieactor worden ingeleerd.
Technische gegevens zie pag A 17.
Technische gegevens
Nominale spanning:
Voorbeveiliging:
Schakelvermogen:
Relaisuitgang:
Omschakeltijd bij richtingwissel:
Continu-bedrijf:
Temperatuurbereik:
Beschermingsgraad:
Afmetingen:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
10 A
max. 1 motor 700 W
2 maakcontacten (potentiaalgebonden
en onderling vergrendeld)
ca. 1 seconde
ca. 2 minuten
–20 °C tot +55 °C
IP 20
Ø x H = 52 x 23 mm, centergat Ø = 7,5 mm
21
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:42 Uhr
Seite 22
Funkmanagement
Funkmanagement
Art.nr.
Radiografische opbouw stuureenheid 1 – 10 V
FST 1240 EB
Met de radiografische stuureenheid 1 – 10 V kan men een lichtbron op afstand bedienen.
Deze lichtbron kan worden geschakeld (kortstondig bedienen) of worden gedimd (langdurig bedienen).
Bij ontvangst van een telegram van een radiografische observer schakelt de stuureenheid ca. 1 minuut in.
De stuureenheid kan tot 30 zenders inleren.
Lichtscènes: Met de radiografische hand- of wandzender is lichtscènebedrijf mogelijk. De gewenste
lichtscènetoets van de hand- of wandzender moet worden ingeleerd in de stuureenheid c.q. de radiografische universeel dimmer. Er kunnen tot 5 lichtscènes worden vastgelegd.
Technische gegevens zie pag A 17.
Technische gegevens
Nominale spanning:
Stuurspanning:
Stuurstroom:
Galvanische
scheiding 1 – 10 V:
Schakelcontact:
Belasting
ohmse last:
EVSA, trafo:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
1 – 10 V
max. 15 mA
Voorbeveiliging:
Temperatuurbereik:
Beschermingsgraad:
Afmetingen (L x B x H):
10 A
–20 °C tot +55 °C
IP 20
187 x 28 x 28 mm
2 kV basisisolatie
μ-relaiscontact
max. 1800 W
typeafhankelijk
Radiografische opbouwdimmer Universeel
FUD 1253 EB
De radiografische universeeldimmer maakt afstandbediening en handmatige aansturing
van verlichting mogelijk. Deze verlichting kan geschakeld (kort bedienen) of gedimd (lang bedienen) worden.
Bij het ontvangen van een telegram van een radiografische observer of sensorafdekking 180° schakelt
de universeeldimmer in gedurende ca. 1 minuut. Er kunnen tot 30 zenders ingeleerd worden.
De radiografische universeeldimmer is via een neventoestel (230 V) te bedienen, bijv. art.nr.: 1220 NE
(2-vlaksbediening).
Lichtscènes: Met de radiografische hand- of wandzender zijn lichtscènes mogelijk. De gewenste
lichtscènetaster moet eerst in de radiografische universeeldimmer ingeleerd worden. De dimmer kan in
max. 5 lichtscènes opgenomen worden.
Technische gegevens zie pag A 11.
Technische gegevens
Nominale spanning:
Belasting:
AC 230 V ~, 50 Hz (N-leider niet noodzakelijk)
50 – 315 W/VA
230 V gloeilampen (ohmse last, fasenafsnijd)
230 V halogeenlampen (ohmse last, fasenafsnijd)
Tronic-trafo's (capacitieve last, fasenafsnijd) of
conventionele trafo's (inductieve last, fasenaansnijd)
Gemengde lasten toegestaan (geen capacitieve en inductieve lasten samen).
Bij gemengde last met conventionele trafo's 50 % aandeel ohmse last (gloeilampen,
HV-halogeenlampen) niet overschrijden.
Vermogenuitbreiders:
art.nr. 247 EB of 246 EB: max. 10 stuks;
last moet tussen dimmer en vermogenuitbreider "opgedeeld" worden!
art.nr. ULZ 1215 REG: max. aantal zie techn. gegevens vermogenuitbreider
Aantal neventoestellen:
onbegrensd
Storingsonderdrukking: conform EN 55015
Temperatuurbereik:
0 °C tot +55 °C
Beschermingsgraad:
IP 20
Afmetingen (L x B x H): 187 x 28 x 28 mm
22
Art.nr.
Radiografische snoerdimmer Universeel
zwart
FUSD 1253 SW
De radiografische snoerdimmer Universeel maakt radiografisch schakelen en dimmen van een verlichting
mogelijk. Afhankelijk van de bedieningswijze van een zender (hand- of wandzender) wordt de verlichting
geschakeld (kort drukken) of gedimd (langer drukken). De inschakelhelderheid kan in het toestel als
memorywaarde worden opgeslagen. Er kunnen tot 30 zenders ingeleerd worden.
Lichtscènes: De snoerdimmer kan in max. 5 lichtscènes opgenomen worden. Deze worden met een
radiografische zender (bijv. handzender comfort) afgeroepen en opgeslagen. De gewenste lichtscènetaster
moet eerst in de snoerdimmer worden ingeleerd.
Technische gegevens zie pag A 12.
Technische gegevens
Nominale spanning:
Belasting:
AC 230 V ~, 50 Hz
50 – 315 W/VA
230 V gloeilampen (ohmse last, fasenafsnijd)
230 V halogeenlampen (ohmse last, fasenafsnijd)
Tronic-trafo's (capacitieve last, fasenafsnijd) of
conventionele trafo's (inductieve last, fasenaansnijd)
Gemengde lasten toegestaan (geen capacitieve en inductieve lasten samen).
Bij gemengde last met conventionele trafo's 50 % aandeel ohmse last (gloeilampen,
HV-halogeenlampen) niet overschrijden.
Ontvangstfrequentie:
433,42 MHz
Afmetingen (L x B x H):
126 x 60 x 28 mm
Radiografische tussensteker "Universeel dimmer"
alpin wit
FZD 1254 WW
De radiografische tussensteker "Universeel dimmer" zorgt dat niet plaatsgebonden verlichting
geschakeld en gedimd kan worden. De inschakellichtwaarde kan in het geheugen worden opgeslagen.
De bediening gebeurt middels een ingeleerde zender, bij kort bedienen wordt de verlichting in of uitgeschakeld, bij langere bediening wordt gedimd. Bij ontvangst van een telegram van een radiografische
observer of automatische schakelaar schakelt de dimmer in op de vastgelegde lichtwaarde en heeft een
nalooptijd van ca. 1 minuut. De tussensteker universeel dimmer kan tot 30 zenders inleren.
Lichtscènes
De tussensteker universeel dimmer kan tot 5 lichtscènes inleren. Deze worden met zenders afgeroepen.
De gewenste lichtscène moet vooraf in de tussensteker universeel dimmer ingeleerd worden.
Technische gegevens zie pag A 19.
Technische gegevens
Nominale spanning:
Zekering:
Belasting:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
T 6,3 H 250 V
50 – 420 W/VA
230 V gloeilampen (ohmse last, fasenafsnijd)
230 V halogeenlampen (ohmse last, fasenafsnijd)
Tronic-trafo's (capacitieve last, fasenafsnijd) of
conventionele trafo's (inductieve last, fasenaansnijd)
Gemengde lasten toegestaan (geen capacitieve en inductieve lasten samen).
Bij gemengde last met conventionele trafo's 50 % aandeel ohmse last (gloeilampen,
HV-halogeenlampen) niet overschrijden.
Ontvangstfrequentie:
433,42 MHz
Afmetingen (B x H x D):
70 x 136 x 72 mm
23
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:42 Uhr
Seite 24
Funkmanagement
Observer
Niet voor alarmtoepassingen geschikt!
Opgave van variabele instellingen zijn altijd ca.-waarden!
Keuze van de opstellingsplaats
Voor optimale reikwijdte de observer op 2,4 m hoogte en haaks op de looprichting monteren,
daar anders met beperkingen rekening dient te worden gehouden.
Funkmanagement
Technische gegevens zie pag A 18.
Homecontroller
Versie: V0 met DCF 77-tijdschakelklok
FMC 1000 NL
Aansluiting middels bijgeleverd wit snoer met eurosteker of direct aan het 230 V-lichtnet.
Opgenomen vermogen: max. 2,1 W
Noodvoorziening d.m.v. 5 microbatterijen type AAA 1,5 V LR 03 (niet meegeleverd).
Autonomietijd (zenden/ontvangen voor ca. 2 tot 6 uur) afhankelijk van de conditie van de batterijen.
Van een centrale plaats kunt u met de homecontroller alle geïnstalleerde Funk componenten
tijdafhankelijk, indien gewenst, automatisch aansturen en controleren.
Dit gebeurt d.m.v. individueel ingegeven tijdprogramma´s of spontaan door lifestyle of lichtscène
programma´s: bijv. in de slaapkamer sluiten de rolluiken, in de kinderkamer dimt het licht naar 50 %
en ook in de woonkamer sluiten de rolluiken en wordt de verlichting uitgeschakeld of gedimd, volgens
de ingave. Of men nu wel of niet aanwezig is. Alle functies kunnen ook ter plaatse geregeld worden.
Op het verlichte display kunnen alle gegevens zoals, actuele statussen, actuele tijd en omgevingstemperatuur uitgelezen worden. Middels een chipkaart worden gegevens opgeslagen en nieuwe
functionaliteiten ingelezen.
Functies
• Inbedrijfname met 230 V – netaansluiting of met batterijen mogelijk. Pulserende interne zoemer bij
batterij-bedrijf en "LOW-BAT" op het display bij aansluiting op het net. • Nederlandstalige displayteksten.
• Bestaande zender/ontvanger situatie wordt door de controller NIET gewijzigd. • Onderverdeling in
20 groepen, bijv. ruimten. • Vrij definieerbare namen voor sensoren en actoren, snelkeuzemenu met
sleutelwoorden. Vooringestelde tekst, bijv. woonkamer. • Aansturen van actoren voor verlichting – dimmen
middels absolute waarde (%) • Aansturen van jaloezieactoren: eindstand door lang commando –
lamellenverstelling door kortstondig commando – een inleerbare jaloezielooptijd is mogelijk. • Lichtscènes
1 tot 5, alles aan – alles uit. • Snel scenario´s "gaan" en "komen". • Masterreset voor parameters bijv.
verknopingen, ingeleerde zenders/ontvangers blijven bestaan. • Tijdfuncties met DCF 77 tijdschakelklok
(interval van 1 minuut). • Astro-functie • Aanwezigheidssimulatie, regulier of met toevalsprincipe. Bij geen
ontvangst een knipperend antennesymbool. • Repeaterfunctie • Configuratie met chipkaart A (masterkaart)
op te slaan, in te lezen en af te roepen. • Fabrieks update met chipkaart mogelijk. • Tijdvertraagde
inschakeling van jaloezieën onderling – vaste tijd 3 sec. – (begrenzing van inschakelstromen) • Logische
en tijdafhankelijke verknopingen van sensoren en actoren middels EN, OF, EXCLUSIEF OF, NIET functie
• Verknoping met telegram inhoud bijv. "LOW-BAT" • Groepsvorming • Alfanumerieke tekstingave, identiek
aan SMS functies • Voorgeprogrammeerde functietoetsen (F1 – F4), functie is afhankelijk van het actuele
menu in het display. • Vrij programmeerbare blauwe toets • Snelkeuze (lichtscènes, scenario´s) d.m.v.
cijfertoetsen 1 tot 9 • Menu "zendertest“, hier worden ingeleerde zenders bij uitschakelen getoond (zonder
zendsignaal), met ingegeven benaming, bijv. wandzender woonkamer, er volgt dus geen schakeling.
• Toetsenbordvergrendeling (kinderbeveiliging) • Geïntegreerde zoemer • Bij netaansluiting is het display
na bediening van een druktoets ca. 1 min. verlicht • Druktoetsen zijn niet verlicht • Akoestisch signaal bij
bediening druktoets (afschakelbaar).
Toestand bij netuitval /terugkeer
Uitval
• Opslag van alle parameters (sensoren, actoren, verknopingen)
• Storingsmelding op het display en d.m.v. pulserende interne zoemer
• Noodstroomvoorziening wordt geactiveerd indien batterijen zijn voorzien
Terugkeer
• Normaal bedrijf wordt geactiveerd
• Tekst tijd van de netuitval op display
Voor volledige informatie zie:
www.jung-catalogus.nl/pdf/jung_nl/downloads/bedienungsanleitungen/FMC1000NL.pdf
Niet in combinatie met: FWL 2200, 2094 F, 2700 AP
Masterreset
Met bijgeleverde FMC-Masterresetcard kan alle data onherroepelijk worden gewist.
Daarna bevindt de controller zich weer in fabrieksinstelling.
24
Art.nr.
Radiografische observer 180
Met halfcirkelvormig detectieveld ca. 16 x 32 m (180°)
bij een montagehoogte van ca. 2,40 m.
144 schakelsegmenten opgebouwd in 3 lagen, met LED-functie-indicatie
en afschermkap om het detectieveld te beperken.
De signalen van de radiografische observer worden door alle radiografische dim/schakelactoren,
repeaters, de homecontroller (FMC 1000 NL) en de radiografische schakeleenheid geëvalueerd.
alpin wit
FW 180 WW
De radiografische observer wordt gevoed door een 9 V-blokbatterij (niet meegeleverd), en heeft daarom
geen voedingskabel nodig. Men kan de observer plaatsen waar dit gewenst is en niet daar waar een voeding
aanwezig is. De LED signaleert een detectie. Radiografische systemen zijn een praktisch alternatief als men
meerdere observers nodig heeft. Radiografische observers reageren op bewegende warmtebronnen zoals
mensen, dieren of objecten en zenden dan een telegram, dat door alle schakel- en dimactoren van het funkmanagement (uitzondering: jaloezieactoren en impulsgever-actoren) en de radiografische schakeleenheid
wordt geëvalueerd. Bij gebruik van een radiografische schakel- of dimactor wordt deze voor de inschakelduur
van de actor geactiveerd (1 min.). Bij gebruik van een radiografische schakeleenheid als ontvanger kan zowel
de inschakelduur als de helderheidswaarde, bij onderschrijding waarvan het systeem actief wordt, worden
ingesteld. Met deze ontvanger zijn tevens additionele functies zoals “twee uur aan” of “twee uur uit” mogelijk.
Technische gegevens
Voeding:
9 V DC
Detectie
Batterijtype:
9 V blokbatterij (alkaline)
Detectiehoek:
180°
(niet bij de levering inbegrepen)
Detectieveld:
ca. 16 x 32 m
Verbruik
Montagehoogte:
ca. 2,40 m
Dagbedrijf:
ca. 0,14 mW
Gevoeligheid:
ca. 20 % – 100 %
Nachtbedrijf:
ca. 0,27 mW
Evaluatie
Radiosignaal:
ca. 27 mW
Werkgebied:
ca. 3 tot 200 Lux,
Radiotransmissie
± 50 %
Zendvermogen:
< 10 mW
Sensor,
Zendfrequentie:
433,42 MHz
normale bedrijf:
≤ 80 Lux
Reikwijdte:
ca. 100 m (vrij veld)
Sensor, natriggering: ≤ 200 Lux
Codering:
> 1 miljard mogelijkheden
Sensor is uit:
> 200 Lux
Temperatuurbereik:
–25 °C tot +55 °C
Beschermingsgraad:
IP 55
detectieveld FW 180 WW
~ 32 m
~ 16 m
16 m
9m
3m
2,4 m
Art.nr.
Radiografische schakeleenheid
alpin wit
FWL 2200 WW
De radiografische schakeleenheid schakelt elektrische lasten in zodra een ingeleerd telegram is ontvangen.
De inschakelduur is instelbaar. Bij ontvangst van een telegram van een radiografische observer is tevens de
helderheidswaarde, bij onderschrijding waarvan het systeem actief wordt, op de eenheid instelbaar.
Additionele functies zoals "twee uur aan" of "twee uur uit" zijn mogelijk via een impulsdrukker of handc.q. wandzenders. Er kunnen tot 30 zenders ingeleerd worden.
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50 Hz
Verbruik:
< 2,5 W
Schakelcontact:
Relais
Inschakelstroom:
max. 20 A
Schakelvermogen
Inschakeltijd:
ca. 10 sec. tot
Gloeilampen:
2300 W
ca. 15 min., natriggering
HV-halogeenlampen: 2300 W
Nauwkeurigheid:
± 10 %
Fluorescentielampen
Lichtwaarde-instelling: ca. 3 tot 80 Lux
– niet gecompenseerd: 1200 W
Nauwkeurigheid:
± 10 %
– parallel
Temperatuurbereik:
–25 °C tot +55 °C
gecompenseerd:
920 W
Beschermingsgraad:
IP 44
– duo gecompenseerd:2300 W
Afmetingen (B x H x D): 100 x 94 x 38 mm
Voorbeveiliging:
10 A
Aanvullende functies met impulsdrukker (verbreek):
Impulsduur 200 – 600 ms, tijd tussen impulsen 600 ms
1 x drukken: inschakeltijd T IN • 2 x drukken: 2 uren IN, ± 10 % • 3 x drukken: 2 uren UIT, ± 10 %
Let op: Spaarlampen kunnen hoge aanloopstromen veroorzaken.
Geschiktheid van lampen voor het monteren controleren.
25
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:42 Uhr
Seite 26
Funkmanagement Bewegingsmelder
Aanwezigheidsmelder
Niet voor alarmtoepassingen geschikt!
Opgave van variabele instellingen zijn altijd ca.-waarden!
Men dient er op toe te zien dat geen direct zonlicht op de lens valt
waardoor deze door de hoge warmte-energie in storing valt.
Niet voor alarmtoepassingen geschikt!
Art.nr.
Radiografische automatische schakelaar 180°
sensorafdekking "vlak"
De signalen van de radiografische sensorafdekking worden door alle radiografische dim/schakelactoren,
repeaters, de homecontroller (FMC 1000 NL) en de radiografische schakeleenheid geëvalueerd.
Functie
De radiografische sensorafdekking reageert op warmtebeweging veroorzaakt door personen, dieren of
voorwerpen. Bij voldoende donkerheid zendt het een radiografisch telegram dat door alle actoren wordt
ontvangen en indien van toepassing wordt uitgevoerd. De actoren blijven ingeschakeld zolang er beweging
wordt gedetecteerd. De inschakeltijd nadat geen beweging meer is waargenomen is 1 minuut voor radiografische schakel- of dimactoren.
Bij toepassing van een radiografische schakeleenheid FLW 2000 WW als ontvanger kan zowel de
nalooptijd als de lichtwaarde worden ingesteld.
voor programma's AS 500 / A 500
Lenstype 1,10 m
wit
alpin wit
zwart
aluminium
Funkmanagement
A FAS 180
A FAS 180 WW
A FAS 180 SW
A FAS 180 AL
Art.nr.
Radiografische aanwezigheidsmelder
alpin wit
FPM 360 WW
De batterijgevoede aanwezigheidsmelder zorgt voor een optimale
energiebesparing door aanwezigheid-gestuurde verlichting.
Hij werkt met een passief infrarood sensor en reageert op warmteverplaatsing,
die wordt veroorzaakt door personen, dieren of objecten. Bij detectie zendt hij
een radiografisch telegram uit dat door alle radiografische actoren en dimmers
vanaf release R2 (op product gekenmerkt) kan worden ontvangen en uitgevoerd.
Ook kan men in combinatie met een 2-kanaals relaisunit met potentiaalvrije contacten
bewegingsafhankelijk en lichtonafhankelijk koeling en verwarming sturen.
Bij bewegingsherkenning en onderschrijding van een ingestelde lichtwaarde schakelt
de aanwezigheidsmelder de ingeleerde ontvanger in. Deze voert afhankelijk van de
ingestelde lichtwaarde de lichtregeling door.
De lichtregeling blijft ingeschakeld zolang er beweging wordt waargenomen.
Wordt geen beweging meer waargenomen dan schakelt de actor, na afloop van
de ingestelde nalooptijd, de verlichting uit. Ook wordt de verlichting uitgeschakeld
bij overschrijding van de bovengrens van de lichtsterkte.
Ter bewaking van grotere oppervlakten kunnen meerdere aanwezigheidsmelders
in een gezamenlijk systeem worden opgenomen. Hierbij werkt één aanwezigheidsmelder als hoofdtoestel (master) en de overigen als neventoestellen (slaves).
FPM 360 WW
1m
0
5m
3m
2m
4m
Technische gegevens
Nominale spanning:
Batterijen:
voor programma CD 500
Lenstype 1,10 m
wit
alpin wit
CD FAS 180
CD FAS 180 WW
voor programma LS 990
Lenstype 1,10 m
wit
alpin wit
zwart
LS FAS 180
LS FAS 180 WW
LS FAS 180 SW
voor programma's Aluminium / Edelstaal / Antraciet
Lenstype 1,10 m
Aluminium (gelakt)
Edelstaal (gelakt)
Antraciet (gelakt aluminium)
6V
4 x 1,5 V Micro LR03 (AAA) Alkaline
(niet bij de levering inbegrepen)
Opmerking: geen zink-kool batterijen (R03) of accu's toepassen.
Zendfrequentie:
433,42 MHz
Zendbereik:
max. 100 m in vrij veld
Codering:
> 1 miljard mogelijkheden
Detectiehoek:
ca. 360°
Nominale reikwijdte:
Bureauhoogte
Ø ca. 5 m
Vloer
Ø ca. 8 m
Montagehoogte voor nominale reikwijdte: 2,5 m
Nalooptijd:
ca. 2 min. tot 1 uur.
Lichtwaarde:
ca. 3 tot 2000 Lux
Temperatuurbereik:
0 °C tot 45 °C
Beschermingsgraad:
IP 20
Afmetingen:
Doorsnede
103 mm
Hoogte
42 mm
Technische gegevens zie pag A 23.
De aanwezigheidsmelder
heeft een detectiehoek van
360°.
De melder werkt met
60 velden en 80 lenzen.
De reikwijdte bedraagt
ca. Ø 5 m op werkbladhoogte (ca. 80 cm).
2,50 m
0,8
4
3
2
1
0
4m
Bij een montagehoogte
boven 2,5 m wordt het
detectieveld vergroot, maar
lopen de gevoeligheid en
waarnemingsdichtheid terug.
AL FAS 180
ES FAS 180
AL FAS 180 AN
Technische gegevens zie pag A 22.
26
27
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:42 Uhr
Seite 28
Temperatuur
Temperatuur
Art.nr.
Funkmanagement
Art.nr.
Basiseenheid radiografische klokthermostaat
F-HLKE
Montage
De radiografische eenheid wordt in een inbouwdoos geplaatst.
Voor optimaal functioneren wordt aanbevolen:
• Montagehoogte 1,5 m
• Niet in direct zonlicht, in de buurt van luchtstromen of van radiatoren e.d. te plaatsen,
daar deze de werking ervan negatief kunnen beïnvloeden.
• De basiseenheid niet met andere basiselementen (bijv. dimmers) samenbouwen daar
dit door mogelijke opwarming de werking zou kunnen verstoren.
Uitsluitend de combinatie basiseenheid radiografische klokthermostaat (art.nr. F-HLKE) in verbinding
met de afdekking (art.nr. ..HLK-FT..), radiografische motor-stelventielaandrijving (art.nr. HLK-FMS) en/of
Homecontroller (art.nr.: FMC 1000 NL) toegestaan.
Afdekking met timerfunctie
voor radiografische klokthermostaat art.nr. F-HLKE
voor programma's AS 500 / A 500
A HLK-FT ..
A HLK-FT ..
voor programma CD 500
CD HLK-FT ..
voor programma LS 990
LS HLK-FT ..
Technische gegevens
Bedrijfsspanning:
Verbruik (bij gemonteerde afdekking):
Zendfrequentie:
Omgevingstemperatuur:
AC 230 V ~, 50 Hz
ca. 4 VA
433,42 MHz
0 tot +50 °C
Bediening van de radiografische klokthermostaat
Met de druktoetsen + of – worden waarden zoals tijd of temperatuur ingesteld.
Met de druktoets SET worden de waarden opgeslagen.
Wordt na een instelling SET niet bekrachtigd, dan keert de display na 1 minuut terug naar normaalbedrijf.
Wijzigingen worden in dat geval niet overgenomen. Met de druktoets PROG kan ten allen tijde naar
normaalbedrijf worden teruggekeerd.
Hoe functioneert de radiografische klokthermostaat
De klokthermostaat werkt zoals elke andere tijdschakelklok.
Op een ingestelde tijd wordt een verwarming op een van de drie instelbare temperaturen geregeld:
• De comforttemperatuur wordt overwegend overdag benut, om precies te zijn, bij aanwezigheid.
• De verlagingstemperatuur wordt hoofdzakelijk ‘s nachts gebruikt.
Ze wordt ook wel de spaartemperatuur genoemd.
• De vorstbeschermingstemperatuur wordt bij langere afwezigheid gebruikt om calamiteiten bij
extreme weersomstandigheden te voorkomen. De temperatuur is zo ingesteld dat de verwarmingsinstallatie geen vorstschade kan oplopen.
voor programma's Aluminium / Antraciet
AL HLK-FT ..
CD HLK-FT..
voor programma Edelstaal
ES HLK-FT
Technische gegevens
Temperatuurbereik:
Temp.-schakeldifferentie:
Voeler:
overige instellingen:
Tijdfunctie:
Schakelingen:
Gangreserve:
Bedrijfsspanning:
Verbruik:
Zendfrequentie:
Werking:
+18 ... +30 °C comforttemperatuur
+10 ... +22 °C comfort- en nachtverlagingstemperatuur
+5 ... +15 °C vorstbeveiligingstemperatuur
+10 ... +30 °C individuele temperatuur
–3 ... +3 K drempelwaardeverstelling bij gebruik van
homecontroller
interval 0,5 K
± 0,1 ... ± 1,3 K,
interval van 0,1 K
halfgeleider voeler (KTY) intern
menusturing met 4 druktoetsen
elektronische tijdschakelklok met weekprogramma,
automatische zomer/-wintertijdomschakeling
32, vrij in te delen over de week, interval van 10 minuten
min. 4 uur over Gold-Cap
(condensator, geen batterij)
AC 230 V, 50 Hz
ca. 4 VA
433,42 MHz
1.C (geen begrenzerfunctie)
LS HLK-FT ..
AL HLK-FT AN
ES HLK-FT
28
29
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:42 Uhr
Seite 30
Temperatuur
Jaloeziemanagement
Art.nr.
Art.nr.
Radiografisch signaal overdracht
De overdracht vindt plaats via een niet exclusief overdrachtmedium,
daarom kunnen storingen niet uitgesloten worden.
Motorstuureenheid
Universeel – AC 230 V ~
Het zendbereik van een Funk-handzender (max. 100 m vrij veld) is afhankelijk
van de bouwkundige gegevens van het object.
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50 Hz, N-leider noodzakelijk
Schakelvermogen:
max. 1 Motor 1000 W
Relaisuitgang:
2 potentiaalgebonden maakcontacten, onderling vergrendeld
Per motor sturingseenheid kan 1 motor met eindschakelaar tot max. 1000 W aangestuurd worden.
Let op: voorschriften van de motorfabrikant toepassen.
Geschikt voor master-slave functies!
Radiografische motor-stelventielaandrijving
HLK-FMS
De radiografische stelventielaandrijving regelt de stand van de radiatorkraan
voor vloer-, radiator- of convectorverwarming.
De batterijgevoede aandrijving wordt door de radiografische klokthermostaat
of de homecontroller gestuurd. Over de beide druktoetsen kan de instelwaarde
van de temperatuur licht worden gecorrigeerd.
Uitsluitend de combinatie basiseenheid radiografische klokthermostaat
(art.nr. F-HLKE) in verbinding met de afdekking (art.nr. ..HLK-FT..),
radiografische motor-stelventielaandrijving (art.nr. HLK-FMS) en/of Homecontroller
(art.nr.: FMC 1000 NL) toegestaan.
Technische gegevens
Nominale spanning:
Batterijen:
Uitslag ventiel:
Koppelvermogen:
Antiblokkeerbescherming:
Mediumtemperatuur:
Afmetingen (B x H x D):
Adapterring:
Technische gegevens zie pag A 7.
3 V DC
2 x 1,5 V Mignon LR06 (AA), 2600 mAh
(niet meegeleverd)
7,5 mm
80 N
1 maal / week
max. 100 °C
51 x 80 x 60 mm
M 30 x 1,5
(Montage op ventielen Fa. Roth, KaMo, MNG,
Heimeier, Gampper)
Funkmanagement
232 ME
Motorstuureenheid
Universeel – DC 24 V
224 ME
Technische gegevens
Nominale spanning:
DC 24 V ~, ± 10 %, incl. rimpel
Schakelvermogen:
max. 3 A
Relaisuitgang:
2 wisselcontacten (relais) van een omkeerschakeling
Met de motorstuureenheid DC 24 V is parallelschakeling van motoren toegestaan
mits de totaalstroom de 3 A niet te boven gaat.
Let op: voorschriften van de motorfabrikant toepassen.
Geschikt voor master-slave functies!
Aansluiting
Voor de voeding van de motorstuureenheid moet een netvoedingsapparaat toegepast
worden die 24 V DC SELV levert. Tevens moeten primair en secundair gescheiden zijn.
Motorstuureenheid
Standaard – AC 230 V ~
230 ME
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50 Hz, N-leider noodzakelijk
Schakelvermogen:
max. 1 Motor 1000 W
Relaisuitgang:
2 potentiaalgebonden maakcontacten, onderling vergrendeld
Per motor sturingseenheid kan 1 motor met eindschakelaar tot max. 1000 W aangestuurd worden.
Let op: voorschriften van de motorfabrikant toepassen.
Niet geschikt voor master-slave functies!
30
31
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:43 Uhr
Seite 32
CD 500 / AS 500 / A 500 / LS 990 / Antraciet
Edelstaal / Aluminium / Glanzend Chroom
Jaloeziemanagement
Funkmanagement
Centrale schakelingen kunnen, afhankelijk van de situatie gecreëerd worden middels funk of via conventionele
bedrading met een extra basiselement 232 ME (master-slave functie). Technische gegevens zie pag A 16.
Art.nr.
Functies van de jaloezie afdekking met radiografische ontvanger:
1. de centraalplaat is een component van Jaloeziemanagement. In combinatie met een
motorstuureenheid kunt u hiermee zowel met de hand als op afstand sturen.
2. kort drukken (tot 1 sec.): verstellen van de jaloezielamellen.
3. lang drukken (min. 1 sec.): jaloezie in constante doorloop.
3. er kunnen tot 30 zenders worden aangemeld.
4. de eindstanden van de jaloezieën kunnen in een lichtscène worden geïntegreerd.
Afdekking met radiografische ontvanger
Afdekkingen met sensoraansluiting en radiografische ontvanger
voor programma’s CD 500 / CD plus
wit
blauw
bruin
grijs
lichtgrijs
rood
zwart
alpin wit
goud-brons
platina
CD 5232 FS
CD 5232 FS BL
CD 5232 FS BR
CD 5232 FS GR
CD 5232 FS LG
CD 5232 FS RT
CD 5232 FS SW
CD 5232 FS WW
CD 5232 FS GB
CD 5232 FS PT
voor programma’s A 500 / A plus
alpin wit
zwart
aluminium
A 5232 FS WW
A 5232 FS SW
A 5232 FS AL
voor programma’s CD 500 / CD plus
wit
blauw
bruin
grijs
lichtgrijs
rood
zwart
alpin wit
goud-brons
platina
CD 5232 F
CD 5232 F BL
CD 5232 F BR
CD 5232 F GR
CD 5232 F LG
CD 5232 F RT
CD 5232 F SW
CD 5232 F WW
CD 5232 F GB
CD 5232 F PT
voor programma A 500
alpin wit
zwart
aluminium
A 5232 F WW
A 5232 F SW
A 5232 F AL
voor programma AS 500
wit
alpin wit
AS 5232 FS
AS 5232 FS WW
voor programma AS 500
wit
alpin wit
AS 5232 F
AS 5232 F WW
voor programma SL 500
goud-brons
zwart
alpin wit
SL 5232 FS GB
SL 5232 FS SW
SL 5232 FS WW
voor programma SL 500
goud-brons
alpin wit
zwart
SL 5232 F GB
SL 5232 F WW
SL 5232 F SW
voor programma LS 990
wit
lichtgrijs
alpin wit
zwart
LS 5232 FS
LS 5232 FS LG
LS 5232 FS WW
LS 5232 FS SW
Metaaluitvoeringen
Aluminium / Edelstaal / Antraciet / Glanzend chroom
Aluminium
Edelstaal
Antraciet (gelakt aluminium)
Glanzend Chroom
AL 5232 FS
ES 5232 FS
AL 5232 FS AN
GCR 5232 FS
voor programma LS 990
wit
lichtgrijs
alpin wit
zwart
Metaaluitvoeringen
Aluminium / Edelstaal / Antraciet / Glanzend Chroom
Aluminium
Edelstaal
Antraciet (gelakt aluminium)
Glanzend Chroom
32
Art.nr.
Jaloezie centraalplaat met radiografische ontvanger voor basiselement 230 ME, 232 ME, 224 ME
en sensoren 32 G, 32 SD en voor koppeling 32 K
LS 5232 F
LS 5232 F LG
LS 5232 F WW
LS 5232 F SW
AL 5232 F
ES 5232 F
AL 5232 F AN
GCR 5232 F
33
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:43 Uhr
Seite 34
Lichtmanagement
Lichtmanagement
Art.nr.
Art.nr.
Tastdimmer standaard
Tastdimmer universeel
1225 SDE
1254 UDE
Technische gegevens
Nominale spanning:
Belasting:
Lasttypen:
Aansluiting:
Funkmanagement
AC 230 V ~, 50/60 Hz
50 – 420 W/VA
230 V gloeilampen (ohmse last, fasenafsnijd)
230 V halogeenlampen (ohmse last, fasenafsnijd)
Tronic trafo's (capacitieve last, fasenafsnijd) of
conventionele trafo's (inductieve last, fasenaansnijd)
Gemengde belasting toegestaan (geen capacitieve en
inductieve lasten samen).
Bij gemengde last met conventionele trafo's 50 % aandeel
ohmse last (gloeilampen, HV-halogeenlampen) niet
overschrijden.
schroefklemmen
• geheugenfunctie geïntegreerd
• kortsluitvast (elektronische beveiliging)
• bescherming tegen overbelasting
• thermische beveiliging
• lampsparende softstart
• vermogenuitbreiders: art.nr. 247 EB of 246 EB: max. 10 stuks; last moet tussen dimmer
en vermogenuitbreider "opgedeeld" worden!
art.nr. ULZ 1215 REG: max. aantal zie techn. gegevens ULZ 1215 REG
Toepassing van neventoestellen ("neventoestellen-combinatie" mogelijk):
Neventoestel "2-draads" art.nr. 1220 NE
Dezelfde functionaliteit met tastafdekking (art.nr. .. 1561.07..) als de tastdimmer universeel.
Aantal neventoestellen: onbegrensd
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
Mechanische impulsdrukker (maakcontact)
Kort indrukken: aan / uitschakelen
Langer indrukken: dimmen
Aantal neventoestellen: onbegrensd
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
Opmerking: bediening van de neventoestellen is alleen mogelijk als er een afdekking
op het hoofdtoestel geplaatst is.
Verlichte impulsdrukkers moeten van een N-aansluiting voorzien zijn.
Het opslaan van een lichtsterkte met een mechanische impulsdrukker is niet mogelijk.
Neventoestel "3-draads" art.nr. 1223 NE
in combinatie met sensorafdekking 180° art.nr. ..1180.., ..1180-1.., ..1280.., ..1280-1..,
aanwezigheidsmelder art.nr. PMU 360 WW of
bewegingsmelder plafondmontage art.nr. DAW 360 WW
Op de hoofdtoestel moet hiervoor ook de sensorafdekking, aanwezigheidsmelder
of bewegingsmelder plafondmontage gebruikt worden.
Anders is geen functie voorzien.
Aantal neventoestellen: max. 5 stuks
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
Technische gegevens
Nominale spanning:
Belasting:
Lasttypen (fasenaansnijd):
Aansluiting:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
20 – 500 VA
230 V gloeilampen
230 V halogeenlampen
conventionele trafo's
gemengde belasting toegestaan
schroefklemmen
Conventionele trafo's min. 85 % belasten
Totale belasting, incl. eigen verbruik, mag de 500 VA niet overschrijden.
• geheugenfunctie geïntegreerd
• thermische beveiliging
• vermogenuitbreiders: art.nr. 246 EB: max. 10 stuks; last moet tussen dimmer
en vermogenuitbreider "opgedeeld" worden!
art.nr. ULZ 1215 REG: max. aantal zie techn. gegevens ULZ 1215 REG
Toepassing van neventoestellen ("neventoestellen-combinatie" mogelijk):
Neventoestel "2-draads" art.nr. 1220 NE
Dezelfde functionaliteit met tastafdekking (art.nr. .. 1561.07..) als de tastdimmer standaard.
Aantal neventoestellen: onbegrensd
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
Mechanische impulsdrukker (maakcontact)
Kort indrukken: aan / uitschakelen
Langer indrukken: dimmen
Aantal neventoestellen: onbegrensd
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
Opmerking: bediening van de neventoestellen is alleen mogelijk als er een afdekking
op het hoofdtoestel geplaatst is.
Verlichte impulsdrukkers moeten van een N-aansluiting voorzien zijn.
Het opslaan van een lichtsterkte met een mechanische impulsdrukker is niet mogelijk.
Neventoestel "3-draads" art.nr. 1223 NE
in combinatie met sensorafdekking 180° art.nr. ..1180.., ..1180-1.., ..1280.., ..1280-1..,
aanwezigheidsmelder art.nr. PMU 360 WW of
bewegingsmelder plafondmontage art.nr. DAW 360 WW
Op de hoofdtoestel moet hiervoor ook de sensorafdekking, aanwezigheidsmelder
of bewegingsmelder plafondmontage gebruikt worden.
Anders is geen functie voorzien.
Aantal neventoestellen: max. 10 stuks
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
Reservezekering
T 2 A H 250 V
2 AT
Gegarandeerd probleemloze werking bij gebruik met JUNG Tronic trafo's.
34
35
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:43 Uhr
Seite 36
Lichtmanagement
Lichtmanagement
Art.nr.
Art.nr.
Taststuureenheid
voor het regelen van elektronische voorschakelapparaten (TL-lampen)
of elektronische transformatoren met 1 – 10 V stuuringang
1240 STE
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50/60 Hz, N-leider noodzakelijk
Belasting:
Gloeilampen 700 W EVSA type afhankelijk
Stuurspanning:
0,5 ... 10 V
Stuurstroom:
max. 50 mA
Schakelcontact:
Relaiscontact niet potentiaalvrij
Toepassing van neventoestellen ("neventoestellen-combinatie" mogelijk):
Neventoestel "2-draads" art.nr. 1220 NE
Dezelfde functionaliteit met tastafdekking (art.nr. .. 1561.07..) als de taststuureenheid.
Instellen van de basislichtsterkte niet mogelijk.
Aantal neventoestellen: onbegrensd
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
Mechanische impulsdrukker (maakcontact)
Kort indrukken: aan / uitschakelen
Langer indrukken: dimmen
Aantal neventoestellen: onbegrensd
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
Opmerking: bediening van de neventoestellen is alleen mogelijk als er een afdekking
op het hoofdtoestel geplaatst is.
Verlichte impulsdrukkers moeten van een N-aansluiting voorzien zijn.
Het opslaan van een lichtsterkte met een mechanische impulsdrukker is niet mogelijk.
Neventoestel "3-draads" art.nr. 1223 NE
in combinatie met sensorafdekking 180° art.nr. ..1180.., ..1180-1.., ..1280.., ..1280-1..,
aanwezigheidsmelder art.nr. PMU 360 WW of
bewegingsmelder plafondmontage art.nr. DAW 360 WW
Op de hoofdtoestel moet hiervoor ook de sensorafdekking of de aanwezigheidsmelder
gebruikt worden.
Anders is geen functie voorzien.
Aantal neventoestellen: max. 10 stuks
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
36
Funkmanagement
Relaiseenheid 1-kanaals
1201 URE
Technische gegevens
Nominale spanning:
Belasting:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
N-leider noodzakelijk
Gloeilampen 2300 W
HV-halogeenlampen 2300 W
Tronic trafo's 1500 W
Conventionele trafo's 1000 VA
Conventionele trafo's min. 85 % belasten.
Totaalbelasting mag niet hoger zijn dan 1000 VA.
Fluorescentielampen:
niet gecompenseerd 1200 VA
parallel gecompenseerd 920 VA
duoschakeling 2300 VA
gemengde lasten toegestaan
Let op: Spaarlampen kunnen hoge aanloopstromen veroorzaken.
Geschiktheid van lampen voor het monteren controleren.
Toepassing van neventoestellen ("neventoestellen-combinatie" mogelijk):
Neventoestel "2-draads" art.nr. 1220 NE
Dezelfde functionaliteit met tastafdekking (art.nr. .. 1561.07..) als de relaisschakeleenheid.
Aantal neventoestellen: onbegrensd
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
Mechanische impulsdrukker (maakcontact)
Kort indrukken: aan / uitschakelen
Aantal neventoestellen: onbegrensd
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
Opmerking: bediening van de neventoestellen is alleen mogelijk als er een afdekking
op het hoofdtoestel geplaatst is.
Verlichte impulsdrukkers moeten van een N-aansluiting voorzien zijn.
Neventoestel "3-draads" art.nr. 1223 NE
in combinatie met sensorafdekking 180° art.nr. ..1180.., ..1180-1.., ..1280.., ..1280-1..,
aanwezigheidsmelder art.nr. PMU 360 WW of
bewegingsmelder plafondmontage art.nr. DAW 360 WW
Op de hoofdtoestel moet hiervoor ook de sensorafdekking, aanwezigheidsmelder
of bewegingsmelder plafondmontage gebruikt worden.
Anders is geen functie voorzien.
Aantal neventoestellen: max. 10 stuks
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
37
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:43 Uhr
Seite 38
Lichtmanagement
Lichtmanagement
Art.nr.
Art.nr.
Relaiseenheid met potentiaalvrij contact
1-kanaals
Het potentiaalvrije relaiscontact (min. belasting 12 V, 100 mA)
is geschikt voor het schakelen van een tweede stroomkring
(niet voor SELV!)
Technische gegevens
Nominale spanning:
N-leider noodzakelijk
Belasting
Gloeilampen:
HV-halogeenlampen:
Gemengde lasten toegestaan
Minimum belasting:
Schakelcontact μ:
í–²
í–³
í–´
í–µ
í–¶
í–² Relaiseenheid
í–³ Neventoestel 2-draads
í–´ Neventoestel 3-draads
í–µ Mechanische taster
í–¶ Naar volgende neventoestellen
38
1201-1 URE
AC 230 V ~, 50/60 Hz
800 W
750 W
12 V, 100 mA
Potentiaalvrij relaiscontact,
niet voor SELV.
Toepassing van neventoestellen
("neventoestellen-combinatie" mogelijk):
Neventoestel "2-draads" art.nr. 1220 NE
Dezelfde functionaliteit met tastafdekking
(art.nr. .. 1561.07..) als de relaisschakeleenheid.
Aantal neventoestellen:
onbegrensd
Gezamenlijke leidinglengte van
de neventoestellen:
max. 100 m
Mechanische impulsdrukker (maakcontact)
Kort indrukken: aan / uitschakelen
Aantal neventoestellen:
onbegrensd
Gezamenlijke leidinglengte van
de neventoestellen:
max. 100 m
Opmerking: bediening van de neventoestellen is
alleen mogelijk als er een afdekking op het hoofdtoestel geplaatst is.
Verlichte impulsdrukkers moeten van een N-aansluiting voorzien zijn.
Neventoestel "3-draads" art.nr. 1223 NE
in combinatie met sensorafdekking 180° art.nr. ..1180.., ..1180-1..,
..1280.., ..1280-1..,
aanwezigheidsmelder art.nr. PMU 360 WW of
bewegingsmelder plafondmontage art.nr. DAW 360 WW
Op de hoofdtoestel moet hiervoor ook de sensorafdekking, aanwezigheidsmelder of bewegingsmelder plafondmontage gebruikt worden.
Anders is geen functie voorzien.
Aantal neventoestellen:
max. 10 stuks
Gezamenlijke leidinglengte van
de neventoestellen:
max. 100 m
Funkmanagement
Relaiseenheid "HLK"
2-kanaals
1202 URE
De relaiseenheid heeft twee schakelcontacten. Hiermee is het mogelijk naast
de verlichting een andere verbruiker te schakelen b.v. een ventilator.
Kanaal 1 en 2 hebben een eigen relais.
Het relaiscontact van kanaal 1 is met de AC 230 V netspanning verbonden.
Het relaiscontact van kanaal 2 is potentiaalvrij en kan gebruikt worden voor een 2e fase
(geen SELV-spanning).
De functie van de relaiseenheid is afhankelijk van de gebruikte afdekking.
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50/60 Hz, N-leider noodzakelijk
Relais kanaal 1
(verlichting):
Belasting:
Gloeilampen 1000 W
230 V halogeen 1000 W
Tronic trafo's 750 VA
conventionele trafo's 750 VA
Fluorescentielampen niet gecompenseerd 500 VA
Schakelcontact:
Relaiscontact is met de AC 230 V netspanning verbonden
Nalooptijd:
wordt door de afdekking bepaald
Relais kanaal 2
(motor):
5 stappen = ca. 2, 10, 30, 60, 120 minuten
Nalooptijd:
Belasting:
Gloeilampen 800 W
230 V halogeen 750 W
Motorlast 450 VA bij een max. inschakelstroom van 2,1 A
Schakelcontact:
Potentiaalvrij relaiscontact, voor ev. 2e fase te schakelen.
Niet voor SELV geschikt.
Functie als nadraaischakelaar:
Deze functie wordt m.b.v. een tastafdekking gerealiseerd
Kanaal 1
wordt bij bediening zonder vertraging aan- en uitgeschakeld
Kanaal 2
wordt, afhankelijk van kanaal 1 direct of tijdvertraagd in- en tijdvertraagd uitgeschakeld.
De tijdvertraging kan worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Toepassing van neventoestellen ("neventoestellen-combinatie" mogelijk):
Neventoestel "2-draads" art.nr. 1220 NE
Dezelfde functionaliteit met tastafdekking (art.nr. .. 1561.07..) als de relaisschakeleenheid.
Aantal neventoestellen: onbegrensd
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
Mechanische impulsdrukker (maakcontact)
Kort indrukken: aan / uitschakelen
Aantal neventoestellen: onbegrensd
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
Opmerking: bediening van de neventoestellen is alleen mogelijk als er een afdekking
op het hoofdtoestel geplaatst is.
Verlichte impulsdrukkers moeten van een N-aansluiting voorzien zijn.
Neventoestel "3-draads" art.nr. 1223 NE
in combinatie met sensorafdekking 180° art.nr. ..1180.., ..1180-1.., ..1280.., ..1280-1..,
aanwezigheidsmelder art.nr. PMU 360 WW of
bewegingsmelder plafondmontage art.nr. DAW 360 WW
Op de hoofdtoestel moet hiervoor ook de sensorafdekking, aanwezigheidsmelder
of bewegingsmelder plafondmontage gebruikt worden.
Anders is geen functie voorzien.
Aantal neventoestellen: max. 10 stuks
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
39
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:43 Uhr
Seite 40
Lichtmanagement
Lichtmanagement
Art.nr.
Art.nr.
Neventoestel "2-draads"
Tronic schakeleenheid "geluidloos schakelen"
1220 NE
1254 TSE
Technische gegevens
Nominale spanning:
Belasting:
Lasttypen:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
50 – 420 W/VA
230 V gloeilampen
230 V halogeenlampen
LV-halogeenlampen in combinatie met Tronic trafo's
Gemengde belasting toegestaan
schroefklemmen
Aansluiting:
• kortsluitvast (elektronische beveiliging)
• bescherming tegen overbelasting
• thermische beveiliging
• lampsparende softstart
• vermogenuitbreiders: art.nr. 247 EB of 246 EB: max. 10 stuks; last moet tussen dimmer
en vermogenuitbreider "opgedeeld" worden!
art.nr. ULZ 1215 REG: max. aantal zie techn. gegevens ULZ 1215 REG
Triac schakeleenheid conventioneel "geluidloos schakelen"
1244 NVSE
Technische gegevens
Nominale spanning:
Belasting:
Lasttypen:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
40 – 400 W/VA
230 V gloeilampen
230 V halogeenlampen
LV-halogeenlampen in combinatie met convent. trafo's
Gemengde belasting toegestaan
schroefklemmen
Aansluiting:
Conventionele trafo's min. 85 % belasten
Totale belasting, incl. eigen verbruik, mag de 400 W/VA niet overschrijden
• thermische beveiliging
• lampsparende softstart
• vermogenuitbreiders: art.nr. 246 EB: max. 10 stuks; last moet tussen dimmer
en vermogenuitbreider "opgedeeld" worden!
art.nr. ULZ 1215 REG: max. aantal zie techn. gegevens ULZ 1215 REG
Toepassing van neventoestellen ("neventoestellen-combinatie" mogelijk):
Neventoestel "2-draads" art.nr. 1220 NE
Dezelfde functionaliteit met tastafdekking (art.nr. .. 1561.07..) als de schakeleenheid.
Aantal neventoestellen: onbegrensd
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
Mechanische impulsdrukker (maakcontact)
AAN / UIT (wisselend)
Aantal neventoestellen: onbegrensd
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
Opmerking: bediening van de neventoestellen is alleen mogelijk als er een afdekking
op het hoofdtoestel geplaatst is.
Verlichte impulsdrukkers moeten van een N-aansluiting voorzien zijn.
Neventoestel "3-draads" art.nr. 1223 NE
in combinatie met sensorafdekking 180° art.nr. ..1180.., ..1180-1.., ..1280.., ..1280-1..,
aanwezigheidsmelder art-nr. PMU 360 WW of
bewegingsmelder plafondmontage art.nr. DAW 360 WW
Op de hoofdtoestel moet hiervoor ook de sensorafdekking, aanwezigheidsmelder
of bewegingsmelder plafondmontage gebruikt worden. Anders is geen functie voorzien.
Aantal neventoestellen: max. 10 stuks
Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
40
Funkmanagement
toe te passen in wissel- of kruisschakelingen
Voor het schakelen en dimmen vanaf meerdere plaatsen.
Gelijke bediening als het hoofdtoestel.
Tastafdekking hiervoor ..1561.07..
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
Aansluiting:
op het hoofdtoestel
Aantal neventoestellen:
onbegrensd
Totale leidinglengte:
max. 100 m
Neventoestel "3-draads"
1223 NE
toe te passen in wissel- of kruisschakelingen
Actief neventoestel
De neventoestellen kunnen alleen in combinatie met de aanwezigheidsmelder art.nr. PMU 360 WW,
de bewegingsmelder plafondmontage art.nr. DAW 360 WW of sensorafdekkingen 180° art.nr. ..1180..,
..1180-1.., ..1280.., ..1280-1.. toegepast worden. Andere toepassingen zijn niet zinvol.
Het neventoestel schakelt bij bewegingsherkenning het hoofdtoestel in. De vergrendelingstijd
van het neventoestel bedraagt 3 seconden. Het signaal wordt door het hoofdtoestel uitgelezen.
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
N-leider noodzakelijk
Aansluiting:
aan het hoofdtoestel
(met aanwezigheidsmelder of sensorafdekking 180°)
Aantal toegestane neventoestellen voor
het aansturen van de Universele dimmer: max. 5 stuks
andere inbouw-eenheden:
max. 10 stuks
Totale leidinglengte:
max. 100 m
41
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:43 Uhr
Seite 42
AS 500 / A 500 / CD 500 / Glanzend Chroom
Antraciet / Edelstaal / Aluminium / LS 990
AS 500 / A 500 / CD 500 / Glanzend Chroom
Antraciet / Edelstaal / Aluminium / LS 990
Funkmanagement
Technische gegevens zie pag A 15.
Art.nr.
Functie van de druktoets:
1. lang indrukken van de bovenste helft: van min. naar max. dimmen.
2. kort indrukken van de bovenste helft: inschakelen.
3. lang indrukken van de onderste helft: van max. naar min. dimmen.
4. kort indrukken van de onderste helft: uitschakelen.
5. kort indrukken van het volledige vlak: in- resp. uitschakelen.
6. ingedrukt houden van het volledige vlak in ingeschakelde toestand voor ca. 3 sec.:
de huidige dimwaarde opslaan in het geheugen.
7. Ingedrukt houden van het volledige vlak in uitgeschakelde toestand voor ca. 3 sec.:
eenheid komt in de inleerstand.
Tastafdekking met radiografische ontvanger voor basiseenheid
uit het lichtmanagement
42
voor programma’s CD 500 / CD plus
wit
blauw
bruin
grijs
lichtgrijs
rood
zwart
alpin wit
goud-brons
platina
CD 1561.07 F
CD 1561.07 F BL
CD 1561.07 F BR
CD 1561.07 F GR
CD 1561.07 F LG
CD 1561.07 F RT
CD 1561.07 F SW
CD 1561.07 F WW
CD 1561.07 F GB
CD 1561.07 F PT
voor programma’s A 500 / A plus
alpin wit
zwart
aluminium
A 1561.07 F WW
A 1561.07 F SW
A 1561.07 F AL
voor programma AS 500
wit
alpin wit
AS 1561.07 F
AS 1561.07 F WW
voor programma SL 500
goud-brons
zwart
alpin wit
SL 1561.07 F GB
SL 1561.07 F SW
SL 1561.07 F WW
voor programma’s LS 990 / LS plus
wit
lichtgrijs
alpin wit
zwart
LS 1561.07 F
LS 1561.07 F LG
LS 1561.07 F WW
LS 1561.07 F SW
Metaaluitvoeringen
Aluminium / Edelstaal / Antraciet / Glanzend Chroom
Aluminium
Edelstaal
Antraciet (gelakt aluminium)
Glanzend chroom
AL 1561.07 F
ES 1561.07 F
AL 1561.07 F AN
GCR 1561.07 F
Art.nr.
Tastafdekking met radiografische ontvanger en LED functie-indicatie
voor basiseenheid
voor programma’s CD 500 / CD plus
wit
blauw
bruin
grijs
lichtgrijs
rood
zwart
alpin wit
goud-brons
platina
CD 1561.07 KO
CD 1561.07 KO BL
CD 1561.07 KO BR
CD 1561.07 KO GR
CD 1561.07 KO LG
CD 1561.07 KO RT
CD 1561.07 KO SW
CD 1561.07 KO WW
CD 1561.07 KO GB
CD 1561.07 KO PT
voor programma’s A 500 / A plus
alpin wit
zwart
aluminium
A 1561.07 KO WW
A 1561.07 KO SW
A 1561.07 KO AL
voor programma AS 500
wit
alpin wit
AS 1561.07 KO
AS 1561.07 KO WW
voor programma SL 500
goud-brons
zwart
alpin wit
SL 1561.07 KO GB
SL 1561.07 KO SW
SL 1561.07 KO WW
voor programma’s LS 990 / LS plus
wit
lichtgrijs
alpin wit
zwart
LS 1561.07 KO
LS 1561.07 KO LG
LS 1561.07 KO WW
LS 1561.07 KO SW
Metaaluitvoeringen
Aluminium / Edelstaal / Antraciet / Glanzend Chroom
Aluminium
Edelstaal
Antraciet (gelakt aluminium)
Glanzend chroom
AL 1561.07 KO
ES 1561.07 KO
AL 1561.07 KO AN
GCR 1561.07 KO
43
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:43 Uhr
Seite 44
Flat Design
Flat Design
Module-afdekkingen worden per stuk geleverd.
Module-afdekkingen worden per stuk geleverd.
** voor beschriftingstool zie www.jung.nl
** tevens geschikt voor KNX, meer informatie op aanvraag
** voor beschriftingstool zie www.jung.nl
** tevens geschikt voor KNX, meer informatie op aanvraag
Art.-Nr.
Tastafdekking-module Standaard **
voor radiografisch wandzender 40 FW
Technische gegevens zie pag. 39
1-voudig
2-voudig
3-voudig
4-voudig
Module-afdekking voor tastafdekking-module, 1-voudig
op te klikken op de tastafdekking-module
wit
alpin wit
lichtgrijs
Metaaluitvoeringen
Aluminium
Antraciet
Edelstaal
Module-afdekking voor tastafdekking-module, 2-voudig
op te klikken op de tastafdekking-module
wit
alpin wit
lichtgrijs
Metaaluitvoeringen
Aluminium
Antraciet
Edelstaal
Module-afdekking voor tastafdekking-module, 4-voudig
op te klikken op de tastafdekking-module
wit
alpin wit
lichtgrijs
Metaaluitvoeringen
Aluminium
Antraciet
Edelstaal
Module-afdekking voor tastafdekking-module, 2-voudig
met tekstvenster 32 x 68,5 mm*
op te klikken op de tastafdekking-module
wit
alpin wit
lichtgrijs
Metaaluitvoeringen
Aluminium
Antraciet
Edelstaal
44
2071 TSM
2072 TSM
2073 TSM
2074 TSM
FD 901 TSA
FD 901 TSA WW
FD 901 TSA LG
FDAL 2901 TSA
FDAL 2901 TSA AN
FDES 2901 TSA
FD 902 TSA
FD 902 TSA WW
FD 902 TSA LG
FDAL 2902 TSA
FDAL 2902 TSA AN
FDES 2902 TSA
FD 904 TSA
FD 904 TSA WW
FD 904 TSA LG
FDAL 2904 TSA
FDAL 2904 TSA AN
FDES 2904 TSA
Funkmanagement
Art.-Nr.
Module-afdekking voor tastafdekking-module, 4-voudig
met tekstvenster 32 x 33 mm*
op te klikken op de tastafdekking-module
wit
alpin wit
lichtgrijs
Metaaluitvoeringen
Aluminium
Antraciet
Edelstaal
Module-afdekking voor tastafdekking-module, 1-voudig
met symbolen op te klikken op de tastafdekking-module
wit
alpin wit
lichtgrijs
Metaaluitvoeringen
Aluminium
Antraciet
Edelstaal
Module-afdekking voor tastafdekking-module, 2-voudig
met symbolen op te klikken op de tastafdekking-module
wit
alpin wit
lichtgrijs
Metaaluitvoeringen
Aluminium
Antraciet
Edelstaal
Module-afdekking voor tastafdekking-module, 4-voudig
met symbolen op te klikken op de tastafdekking-module
wit
alpin wit
lichtgrijs
Metaaluitvoeringen
Aluminium
Antraciet
Edelstaal
FD 904 TSANA
FD 904 TSANA WW
FD 904 TSANA LG
FDAL 2904 TSANA
FDAL 2904 TSANA AN
FDES 2904 TSANA
FD 901 TSAP
FD 901 TSAP WW
FD 901 TSAP LG
FDAL 2901 TSAP
FDAL 2901 TSAP AN
FDES 2901 TSAP
FD 902 TSAP
FD 902 TSAP WW
FD 902 TSAP LG
FDAL 2902 TSAP
FDAL 2902 TSAP AN
FDES 2902 TSAP
FD 904 TSAP
FD 904 TSAP WW
FD 904 TSAP LG
FDAL 2904 TSAP
FDAL 2904 TSAP AN
FDES 2904 TSAP
FD 902 TSANA
FD 902 TSANA WW
FD 902 TSANA LG
FDAL 2902 TSANA
FDAL 2902 TSANA AN
FDES 2902 TSANA
45
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:43 Uhr
Seite 46
Funkmanagement
Funkmanagement
Funk overdracht
De Funk overdracht vindt plaats via een niet exclusief overdrachtmedium, daarom kunnen storingen niet
uitgesloten worden. De funk overdracht is niet geschikt voor veiligheidstoepassingen (bijv. noodoproep).
Art.nr.
Funkkop DIN-rail
Inbouwbreedte 2 TE (36 mm)
FK 100 REG
Functie: De funkkop is een apparaat dat radiografische telegrammen ontvangt. Deze worden in
leidinggebonden data omgezet en ter evaluatie naar aangesloten radiografische actoren (DIN-rail)
doorgezonden. Er kunnen tot 30 actoren worden aangesloten.
Antenne: De funkkop is uitgerust met een interne antenne. Bij ongunstige ontvangst (bijv. door
bouwkundige voorzieningen) kan optioneel een externe antenne geïnstalleerd worden (art.nr. F-ANT).
Aansluiting: De funkkop wordt met een busleiding met 2-polige klemmen met de actoren verbonden.
De gezamenlijke leidinglengte mag max. 3 m bedragen. De busleidingen mogen niet verkeerd gepoold
worden. Als busleiding dient een afgeschermde leiding met getwiste aders met een doorsnede van
0,8 mm te worden toegepast (bijv. JY(ST)Y 2x2x0,8).
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
Ontvangstfrequentie:
433,42 MHz
Bedrijfstemperatuur:
ca. 0 °C tot +45 °C
Beschermingsgraad:
IP 20
Inbouwbreedte:
36 mm (2 TE)
Technische gegevens zie pag A 17.
De reikwijdte van een
Funksysteem is afhankelijk van
• het vermogen van de zender
• de ontvangstkarakteristiek
• van de ontvanger
• de luchtvochtigheid
• de montagehoogte
• de bouwkundige eigen• schappen van het pand.
Voorbeeld van doordringbaarheid van materiaal:
Droog materiaal
Hout, gips, gipskarton
ca. 90 %
Baksteen, geperst spaanplaat
ca. 70 %
Gewapend beton ca. 30 %
Metaal, metaalrooster,
aluminiumplaten ca. 10 %
Regen, sneeuw
ca. 0 – 40 %
46
Radiografische DIN-rail actor "schakelaar"
Inbouwbreedte 2 TE (36 mm)
1-kanaals
FA 10 REG
Functie: De radiografische schakelactor schakelt in combinatie met de funkkop
elektrische lasten. De bediening gebeurt door ingeleerde zenders, neventoestellen
of direct op het apparaat. Zodra de schakelactor in uitgeschakelde toestand een
ingeleerd telegram van een radiografische observer ontvangt, schakelt de actor bij
voldoende duisternis gedurende een nalooptijd van ca. 1 min. in.
Er kunnen tot 30 zenders ingeleerd worden.
Lichtscènes: De schakelactor kan in max. 5 lichtscènes opgenomen worden.
Deze worden met een radiografische zender (bijv. handzender comfort) afgeroepen
en opgeslagen. De gewenste lichtscènetaster moet eerst in de schakelactor worden ingeleerd.
Aansluiting: De actor wordt met een busleiding met 2-polige klemmen met de funkkop
verbonden. De gezamenlijke leidinglengte mag max. 3 m bedragen. De busleidingen mogen
niet verkeerd gepoold worden. Als busleiding dient een afgeschermde leiding met getwiste
aders met een doorsnede van 0,8 mm te worden toegepast (bijv. JY(ST)Y 2x2x0,8).
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
Ontvangstfrequentie:
433,42 MHz
Schakelcontact:
Relais (10 A)
Schakelvermogen
Gloeilampen:
2300 W
HV-halogeenlampen:
2300 W
LV-halogeenlampen
– conventionele trafo:
1000 W
– Tronic-trafo:
1500 W
Fluorescentielampen
– niet gecompenseerd:
1200 W
– parallel gecompenseerd:
920 W
– duo gecompenseerd:
2300 W
Bedrijfstemperatuur:
ca. 0 °C tot +45 °C
Beschermingsgraad:
IP 20
Aantal neventoestellen:
onbegrensd, bijv. neventoestel art.nr. 1220 NE of
impulsdrukkers (maak, zonder verlichting) art.nr. 531 EU
Inbouwbreedte:
36 mm (2 TE)
Art.nr.
Radiografische schakelactor voor DIN-rail, 4-voudig
Inbouwbreedte 4 TE (72 mm)
4-kanaals
FA 14 REG
Functie: De radiografische schakelactor schakelt in combinatie met de
funkkop elektrische lasten. De bediening gebeurt door ingeleerde zenders
of direct op het apparaat. Zodra de schakelactor in uitgeschakelde toestand
een ingeleerd telegram van een radiografische observer ontvangt, schakelt
de actor bij voldoende duisternis gedurende een nalooptijd van ca. 1 min in.
Er kunnen tot 30 zenders per kanaal ingeleerd worden. Op het apparaat zijn
4 toetsen (voor bediening en programmering) en 4 LED´s.
Lichtscènes: De schakelactor kan in max. 5 lichtscènes per kanaal
opgenomen worden. Deze worden met een radiografische zender (bijv. handzender comfort) afgeroepen en opgeslagen. De gewenste lichtscènetaster
moet eerst in het respectievelijke kanaal van de schakelactor worden ingeleerd.
Aansluiting: De actor wordt met een busleiding met 2-polige klemmen met
de funkkop verbonden. De gezamenlijke leidinglengte mag max. 3 m bedragen.
De busleidingen mogen niet verkeerd gepoold worden. Als busleiding dient een
afgeschermde leiding met getwiste aders met een doorsnede van 0,8 mm te
worden toegepast (bijv. JY(ST)Y 2x2x0,8).
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
Ontvangstfrequentie:
433,42 MHz
Schakelcontact:
Relais (10 A)
Schakelvermogen per kanaal
Gloeilampen:
2300 W
HV-halogeenlampen:
2300 W
LV-halogeenlampen
– conventionele trafo:
1000 W
– Tronic-trafo:
1500 W
Fluorescentielampen
– niet gecompenseerd:
1200 W
0920 W
– parallel gecompenseerd:
– duo gecompenseerd:
2300 W
Bedrijfstemperatuur:
ca. 0 °C tot +45 °C
Beschermingsgraad:
IP 20
Inbouwbreedte:
72 mm (4 TE)
47
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:43 Uhr
Seite 48
Funkmanagement
Art.nr.
Radiografische jaloezieactor voor DIN-rail
Inbouwbreedte 2 TE (36 mm)
1-kanaals
FAJ 6 REG
Functie: De radiografische jaloezieactor stuurt in combinatie met de funkkop een jaloezie- of rolluikmotor
aan. Afhankelijk van de bedieningswijze van een zender worden de lamellen versteld (kort indrukken van de
toets < 1 s) of wordt de jaloezie op of neer gestuurd (langer indrukken van de toets > 1 s). Er kunnen tot
14 zenders ingeleerd worden. Het apparaat is voorzien van een programmeerknop en een indicatie-LED.
Lichtscènes: De jaloezieactor kan in max. 5 lichtscènes opgenomen worden (eindpositie geheel boven,
geheel beneden). Deze worden met een radiografische zender (bijv. handzender comfort) afgeroepen en
opgeslagen. De gewenste lichtscènetaster moet eerst in de jaloezieactor worden ingeleerd.
Aansluiting: De actor wordt met een busleiding met 2-polige klemmen met de funkkop verbonden.
De gezamenlijke leidinglengte mag max. 3 m bedragen. De busleidingen mogen niet verkeerd gepoold
worden. Als busleiding dient een afgeschermde leiding met getwiste aders met een doorsnede van
0,8 mm te worden toegepast (bijv. JY(ST)Y 2x2x0,8).
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
Ontvangstfrequentie:
433,42 MHz
Schakelvermogen:
max. 1 motor 700 W
Relaisuitgang:
2 maakcontacten (potentiaalgebonden
en onderling vergrendeld)
Omschakeltijd bij richtingwissel:
ca. 1 seconde
Continu-bedrijf:
ca. 2 minuten
Bedrijfstemperatuur:
ca. 0 °C tot +45 °C
Beschermingsgraad:
IP 20
Inbouwbreedte:
36 mm (2 TE)
Radiografische stuureenheid 1 – 10 V, voor DIN-rail
Inbouwbreedte 4 TE (72 mm)
1-kanaals
FST 1240 REG
Functie: De radiografische stuureenheid stuurt in combinatie met de funkkop EVSA´s en elektronische trafo´s
met een 1 – 10 V sturing, zodra een overeenkomstig (ingeleerd) radiografisch signaal ontvangen wordt.
De inschakelhelderheid kan in het apparaat als memorywaarde worden opgeslagen. Direct op het apparaat
schakelen is ook mogelijk. Afhankelijk van de bedieningswijze van een zender wordt de verlichting geschakeld (kort drukken) of gedimd (langer drukken). Zodra de stuureenheid in uitgeschakelde toestand een ingeleerd telegram van een radiografische observer ontvangt, schakelt de eenheid bij voldoende duisternis
gedurende een nalooptijd van ca. 1 min. in. Er kunnen tot 30 zenders ingeleerd worden. Het apparaat is
voorzien van een programmeerknop en een indicatie-LED.
Lichtscènes: De stuureenheid kan in max. 5 lichtscènes opgenomen worden. Deze worden met een
radiografische zender (bijv. handzender comfort) afgeroepen en opgeslagen. De gewenste lichtscènetaster
moet eerst in de stuureenheid worden ingeleerd.
Aansluiting: De stuureenheid wordt met een busleiding met 2-polige klemmen met de funkkop verbonden.
De gezamenlijke leidinglengte mag max. 3 m bedragen. De busleidingen mogen niet verkeerd gepoold
worden. Als busleiding dient een afgeschermde leiding met getwiste aders met een doorsnede van
0,8 mm te worden toegepast (bijv. JY(ST)Y 2x2x0,8).
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
Stuurspanning:
1 – 10 V
Stuurstroom:
max. 15 mA
Galvanische scheiding 1 – 10 V:
2 kV basisisolatie
Schakelcontact:
μ-relaiscontact
Belasting
ohmse last:
max. 1800 W
EVSA, trafo:
typeafhankelijk
Bedrijfstemperatuur:
ca. 0 °C tot +45 °C
Beschermingsgraad:
IP 20
Inbouwbreedte:
72 mm (4 TE)
48
Funkmanagement
Art.nr.
Radiografische universeeldimmer voor DIN-rail
Inbouwbreedte 4 TE (72 mm)
1-kanaals
FUD 1254 REG
Functie: De radiografische universeeldimmer is een dimmer met automatische lastherkenning
(fasenaan- of fasenafsnijd). De dimmer schakelt en dimt in combinatie met de funkkop elektrische
lasten, zodra een overeenkomstig (ingeleerd) radiografisch signaal ontvangen wordt.
De inschakelhelderheid kan in het apparaat als memorywaarde worden opgeslagen.
Bediening ook mogelijk via een neventoestel of direct op het apparaat (alleen schakelen).
Afhankelijk van de bedieningswijze van een zender wordt de verlichting geschakeld (kort drukken)
of gedimd (langer drukken).
Bij ontvangst van een signaal van een radiografische observer schakelt het apparaat op de
memorywaarde gedurende 1 minuut in.
Lichtscènes: De universeeldimmer kan in max. 5 lichtscènes opgenomen worden.
Deze worden met een radiografische zender (bijv. handzender comfort) afgeroepen en opgeslagen.
De gewenste lichtscènetaster moet eerst in de universeeldimmer worden ingeleerd.
Aansluiting: De universeel dimmer wordt met een busleiding met 2-polige klemmen met de
funkkop verbonden. De gezamenlijke leidinglengte mag max. 3 m bedragen. De busleidingen
mogen niet verkeerd gepoold worden. Als busleiding dient een afgeschermde leiding met getwiste
aders met een doorsnede van 0,8 mm te worden toegepast (bijv. JY(ST)Y 2x2x0,8).
Technische gegevens
Nominale spanning:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
Ontvangstfrequentie:
433,42 MHz
Belasting:
50 – 400 W VA
Lasttypen:
230 V gloeilampen (ohms, fasenafsnijd)
HV-halogeenlampen (ohms, fasenafsnijd)
Tronic-trafo's (capacitief, fasenafsnijd) of
conventionele trafo's (inductief, fasenaansnijd)
gemengde lasten toegestaan
(geen capacitieve en inductieve lasten samen)
Bij gemengde last met conventionele trafo's 50 % aandeel
ohmse last (gloeilampen, HV-halogeenlampen) niet
overschrijden.
beveiligd tegen overbelasting, lampsparende softstart,
kortsluitvast (elektronische zekering)
Vermogenuitbreiders:
art.nr. 247 EB of 246 EB: max. 10 stuks;
last moet tussen dimmer en vermogenuitbreider "opgedeeld"
worden!
art.nr. ULZ 1215 REG: max. aantal zie techn. gegevens
vermogenuitbreider
Aantal neventoestellen:
onbegrensd, bijv. neventoestel art.nr. 1220 NE of
impulsdrukker (maak, niet verlicht) art.nr. 531 EU
Bedrijfstemperatuur:
ca. 0 °C tot +45 °C
Beschermingsgraad:
IP 20
Inbouwbreedte:
72 mm (4 TE)
Radiografische antenne
F-ANT
Antenne met magneetvoet en ca. 2,75 m lange leiding
Hoogte ca. 20 cm
49
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 1
Schakelschema's
Vervolg
Radiografische handzender Standaard Art.nr.: 48 FH
Radiografische handzender Comfort Art.nr.: 48 KFH
Radiografische handzender Standaard Art.nr.: 48 FH
Radiografische handzender Comfort Art.nr.: 48 KFH
Functie
De radiografische handzender maakt het
mogelijk draadloos op afstand te kunnen
bedienen.
De handzender zendt bij het bedienen van de
taster een radiografische telegram.
Dit radiografische telegram wordt door alle
radiografische ontvangers van het Funkmanagement-systeem ontvangen en, indien
van toepassing, uitgevoerd.
De handzender heeft de volgende bedieningselementen:
Groeptasters (A, B, C),
met de daarbij behorende groepsLED's,
Kanaaltasters (1, ..., 8)
"Alles aan" taster
"Alles uit" taster
Extra bij de radiografische handzender
Comfort:
Lichtscènetasters (1, ..., 5)
Master taster
Er staan 3 groepen (A, B, C) , met 8 kanalen voor schakelen, dimmen en jaloeziesturing ter beschikking. Hierdoor kunnen
24 radiografische ontvangers apart bediend
worden.
In de instelling af de fabriek worden met de
"alles-aan" resp. "alles-uit" -tasters
alle belastingen in- resp. uitgeschakeld.
Deze tasters corresponderen met de vrij programmeerbare lichtscènes.
Met de radiografische handzender Comfort
kunnen tot maximaal 5 lichtscènes opgeslagen en afgeroepen worden.
De lichtscènes bestaan uit:
• vaste dimwaarden van een verlichtingsgroep (bv. 70 % van de maximale lichtsterkte) of
• vaste schakeltoestand van een belasting
(bv. ventilator ingeschakeld) of
• vaste eindstand van een jaloezie
(bv. jaloezie omlaag)
Met de mastertaster wordt, bij gebruik
van een radiografische tastdimmer-ontvanger, een lichtscène omhoog/omlaag gedimd
of in-/uit-geschakeld.
"Inleren" van een radiografische
ontvanger
Voordat een radiografische ontvanger een radiografische telegram van de handzender begrijpt,
moet de ontvanger het radiografische telegram
"inleren".
Het aantal ontvangers, welke door één kanaal
van een handzender "ingeleerd" kunnen worden, is onbegrensd.
Het "inleren" wijst alleen in de ontvanger een
telegram toe.
Werkwijze
1. De radiografische ontvanger in de "inleer"
modus zetten.
2. "Inleren" van een kanaal:
Druk op de /\ / \/ taster van het gewenste kanaal (bv. groep C, kanaal 6) voor
minstens 1 sec.
A1
Verwijderen van kanalen
Het opnieuw "inleren" van kanalen, lichtscènes
of "alles aan"/"alles uit" van een radiografische handzender heeft het verwijderen van de
eerdere toekenning in de radiografische ontvanger tot gevolg.
Toewijzen van een groep
Er staan 3 groepen (A, B, C) met 8 kanalen ter
beschikking (3 x 8 kanalen = 24 kanalen).
Een groep met 8 functies kan bediend worden.
De actieve groep wordt bij indrukken van één
van de 8 tasters door het kort oplichten van de
groepsLED aangeduid (bv. groep A)
Na het inzetten van de batterijen is groep A
actief.
Het omschakelen van de groepen gebeurt
door het indrukken van een groepstaster (bv. groep B).
Kort wisselen (voor ca. 4 sec.) van groepen
1. Kort indrukken (minder dan 4 sec) van
een groepstaster.
2. Indrukken van de gewenste kanaaltaster
binnen de tijd.
Wisselen van groepen
1. Langer indrukken (minstens 4 sec) van
een groepstaster.
2. De toegewezen groepsLED knippert voor
ca. 4 sec.
Radiografische handzender
Standaard
Radiografische handzender
Comfort
"Inleren" van een lichtscène taster:
Druk de gewenste lichtscène taster (bv. 1) voor minstens 3 sec. in.
Als bevestiging knippert de ingestelde
groepsLED ongeveer 12 sec.
"Inleren" "alles aan"/"alles uit":
Druk op "alles aan" resp. "alles uit" voor
minstens 10 sec. Als bevestiging knipperen
alle groepsLED's ongeveer 12 sec.
3. De radiografische ontvanger in de normaal
modus zetten.
Het "inleren" is afgesloten!
Radiografische overdracht
De radiografische overdracht vindt plaats via
een niet exclusief overdrachtmedium, daarom
kunnen storingen niet uitgesloten worden.
De radiografische overdracht is niet geschikt
voor veiligheids toepassingen (bv. nood
oproep).
Technische gegevens
Spanning
6 V DC
Batterijen
4 x Micro,
Alkaline (LR 03)
Capaciteit
1 Ah
Levensduur van batt.
ca. 2 jaar
Zendfrequentie
433,42 MHz
Zendbereik
max. 100 meter
(vrije veld)
Afmetingen (LxBxH)
192 x 53 x 23 mm
Temperatuurbereik
+4 °C tot +55 °C
Gewicht
ca. 100 gram
Opmerking
Als bij bedienen van de handzender alle
LED's ongeveer 4 sec. blijven knipperen,
dienen de batterijen vervangen te worden.
De maximale zendduur bedraagt 12 sec.,
ook als men de knop langer ingedrukt houdt.
Indien meerdere tasters gelijktijdig bediend
worden, wordt geen radiografische telegram
verzonden.
Het zendbereik van een radiografische handzender (maximaal 100 meter in vrije veld) is
afhankelijk van de bouwkundige gegevens
van het object.
Droog materiaal
Doordringbaarheid
Hout, gips, gipskarton
ca. 90 %
Baksteen, geperste spaanplaat
ca. 70 %
Gewapend beton
ca. 30 %
Metaal, metaalrooster, aluminiumplaten
ca. 10 %
Bediening normale functie
Iedere wip heeft 2 functies (/\ en \/).
Mogelijke functies zie tabel.
Als u de radiografische schakeleenheid
FWL 2200 WW voor ca. 2 uur continue wil
inschakelen, moet de kanaal-taster /\ voor
minstens 1 sec. worden ingedrukt.
Als de schakeleenheid de telegrammen van
de radiografische observer ca. 2 uur mag
negeren, moet de kanaaltaster \/ voor minstens 1 sec. worden ingedrukt.
Radiografische wandzender Art.nr.: 40 FW
Wip
Duur
Licht
Jaloezie
links /\
max. 1 sec.
inschakelen
lamellen verstellen
links /\
min. 1 sec.
omhoog dimmen
omhoog sturen
rechts \/
max. 1 sec.
uitschakelen
lamellen verstellen
rechts \/
min. 1 sec.
omlaag dimmen
omlaag sturen
"Alles aan" / "alles uit"
Bij het "inleren" van een radiografische
kanaal worden automatisch de "alles aan"
taster en de "alles uit" taster van de radiografische ontvanger "ingeleerd" (behalve bij
een jaloezie toepassing).
Om foutkansen te vermijden, moet men bij
afroep van "alles aan" resp. "alles uit" die
bijbehorende taster voor ca. 1 sec. indrukken.
Met de "alles uit" taster worden de
belastingen van alle ingeleerde radiografische ontvangers uitgeschakeld. Bij de "alles
in" taster worden de belastingen ingeschakeld.
Bij bediening van de "alles aan" / "alles uit"
tasters gaan de groepsLED's voor ca. 12 sec.
branden.
Verwijderen van "alles aan" / "alles uit"
Als een radiografische ontvanger niet moet
reageren op alles aan of alles uit, moet de
functie uitgeleerd worden.
Werkwijze
1. De radiografische ontvanger in de "inleer"
modus zetten.
2. Druk op taster "alles aan" resp. "alles uit".
Als bevestiging branden alle groepsLED's
ongeveer 12 sec.
3. De radiografische ontvanger in de normale
modus terugzetten.
Het verwijderen is afgesloten!
Lichtscène
(alleen met radiografische handzender
Comfort)
Met de ronde tasters (1, ..., 5) kunnen
5 lichtscènes opgeslagen (lang indrukken,
minstens 3 sec.) of afgeroepen worden (kort
indrukken, maximaal 3 sec.).
Voor het opslaan resp. afroepen van een
lichtscène moet de lichtscène taster "ingeleerd" worden (zie "inleren" van een lichtscène taster).
Functie
De radiografische wandzender biedt de
mogelijkheid, vanaf een vaste plaats draadloos op afstand te kunnen bedienen.
De wandzender wordt in combinatie met
standaard tastsensoren (1-voudig, 2-voudig
of 4-voudig) uit het programma CD 500,
CD plus, A 500, LS 990, Edelstaal en
Aluminium toegepast.
De elektrische verbinding wordt verzorgd
door een 10-polige connector.
De wandzender zendt bij het bedienen van
een taster een radiografische telegram.
Dit radiografische telegram wordt door alle
radiografische ontvangers van het radiografische Management-systeem begrepen en
uitgevoerd.
Het aantal van de radiografische kanalen
hangt af van het type tastsensor welke
gemonteerd is (bv. enkelvoudige tastsensor
=> 1 radiografische kanaal).
Twee tegenoverliggende tasters vormen één
kanaal.
De wandzender is met een 4-voudig dipswitch S uitgevoerd. Daarmee kunnen de
functies van de gemonteerde tastsensoren
ingesteld worden.
Afzonderlijke kanalen van de tastsensor
kunnen de speciale functie "alles uit" of
"lichtscène" afroepen.
De radiografische wandzender wordt met
schroeven op een inbouwdoos of in een
opbouwbak gemonteerd.
Het teken TOP moet hierbij boven zijn.
Master
(alleen met radiografische handzender
comfort)
Met de master taster kunnen de actieve radiografische dimmers, de laatst afge-
roepen lichtscène lichter / donkerder dimmen (minstens 1 sec. indrukken) of in /
uitschakelen (maximaal 1 sec. indrukken).
S
= functie
OFF (links)
ON (rechts)
S1
= wandzender is ...
uitgeschakeld
ingeschakeld
S2
= taster 1 –
alles uit
kanaal 1 –
= taster 1 +
lichtscène 1 (in)
kanaal 1 +
= taster 2 –
lichtscène 2 (in)
kanaal 2 –
= taster 2 +
lichtscène 3 (in)
kanaal 2 +
= taster 3 –
lichtscène 4 (in)
kanaal 3 –
= taster 3 +
lichtscène 5 (in)
kanaal 3 +
S3
S4
Inbedrijfname
1. Dipswitch "Batt." in de positie ON
(rechts) zetten.
2. De functie van de tastsensor met dipswitch kiezen.
Het veranderen van de functie van de tastsensor is door omschakelen van de dipswitch altijd mogelijk. De fabrieksinstelling is vetgedrukt vermeld.
3. Tastsensor monteren. De elektrische
verbinding wordt gemaakt door een
10-polige connector .
4. De gewenste taster voor ca. 1 sec. indrukken.
Opmerking: taster 4 + resp. 4 – heeft altijd betrekking op kanaal 4
Lichtscéne veranderen
1. Gewenste verlichting situatie instellen.
2. Lichtscène taster (1, ..., 5) minstens 3 sec.
indrukken.
Opmerking: eerst wordt de oude lichtscène
afgeroepen en hierna de nieuwe geactiveerd.
3. Als bevestiging knippert de bijbehorende
groepsLED. Tevens klinkt uit de inbouw
radiografische ontvangers een kort
geluidssignaal.
A2
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 3
Vervolg
Schakelschema's
Radiografische wandzender Art.nr.: 40 FW
Radiografische handzender Mini Art.nr.: 42 FH
"Inleren" radiografische ontvanger
Voordat een radiografische ontvanger een
radiografische telegram van de wandzender
begrijpt, moet de ontvanger het radiografische telegram "inleren".
Het aantal ontvangers dat door één kanaal
van een wandzender "ingeleerd" kan worden,
is onbegrensd. Het "inleren" wijst alleen in
de ontvanger een telegram toe.
"Alles uit"
Bij het "inleren" van een radiografische
kanaal worden automatisch de "alles uit"taster van de radiografische ontvanger "ingeleerd" (behalve bij een jaloezietoepassing).
Bij het afroepen van alles uit moet taster 1–
minstens 1 sec. ingedrukt worden om bedieningsfouten te voorkomen.
De belastingen van alle "ingeleerde" ontvangers worden uitgeschakeld.
Werkwijze
1. De radiografische ontvanger in de "inleer"
modus zetten.
2. "Inleren" van een kanaal:
Druk op de +/– taster van het gewenste
kanaal voor minstens 1 sec.
"Inleren" "alles uit" taster:
Druk op "alles uit" taster voor minstens
10 sec. Als bevestiging knippert
kanaalLED.
"Inleren" van een lichtscène taster:
Druk de gewenste lichtscène taster voor
minstens 3 sec. in. Als bevestiging knippert de ingestelde kanaalLED.
3. De radiografische ontvanger in de "normaal" modus zetten.
Het "inleren" is afgesloten !
Verwijderen van "alles uit"
Als een radiografische ontvanger niet moet
reageren op "alles uit", moet de functie uitgeleerd worden.
Werkwijze
1. De radiografische ontvanger in de "inleer"
modus zetten.
2. Druk op taster alles uit taster 1– voor minstens 10 sec.
Als bevestiging knippert de kanaalLED.
3. De radiografische ontvanger in de normale
modus terugzetten.
Het verwijderen is afgesloten!
Verwijderen van kanalen
Het opnieuw "inleren" van kanalen, lichtscènes
of "alles uit" van een radiografische wandzender heeft het verwijderen van een eerdere toekenning in de radiografische ontvanger tot
gevolg.
Technische gegevens
Spanning
Batterijen
Capaciteit
Levensduur
van batterijen
Zendfrequentie
Zendbereik
Bediening
Bij het bedienen van een kanaal taster wordt
een radiografische telegram verzonden. Als
bevestiging brandt de desbetreffende rode
kanaalLED.
De maximale zendduur bedraagt 12 sec., ook
als er hierna nog een taster ingedrukt wordt.
Indien meerdere tasters bediend worden,
wordt geen radiografische telegram verzonden.
Bij het bedienen van een kanaal taster (bv.
1+) wordt een radiografische telegram verzonden. De reactie is afhankelijk van het soort
radiografische ontvanger (zie tabel).
Als u de radiografische schakeleenheid
FWL 2200 WW voor ca. 2 uur continue wil
inschakelen, moet de kanaaltaster 1+ voor
minstens 1 sec. worden ingedrukt.
Als de schakeleenheid de telegrammen van
de radiografische observer ca. 2 uur mag
negeren, moet de kanaaltaster 1– voor minstens 1 sec. worden ingedrukt.
Temperatuurbereik
A3
ca. 2 jaar
433,42 MHz
max. 100 meter
(vrije veld)
+4 °C tot +55 °C
Opmerking
Om batterijen te sparen kunt u de radiografische wandzender uitschakelen als de tastsensor lange tijd niet gemonteerd is.
Hiervoor dient de functieschakelaar "Batt." in
de positie OFF (links) gezet te worden.
Als na het bedienen van een taster minder
dan 3 sec. alle LEDs 5 x knipperen, dienen
de batterijen vervangen te worden.
Antenne
Om maximale ontvangstbereik te verkrijgen,
legt u de antenne gestrekt en zover als
mogelijk van de radiografische zender verwijderd.
De antenne mag niet opgewikkeld zijn en
moet een grote afstand hebben tot grote
metalen delen zoals bv. een metalen deur of
raam.
De antenne niet isoleren, inkorten of verlengen.
Lichtscène
Er kunnen 5 lichtscènes opgeslagen (lang
indrukken minstens 3 sec.) of afgeroepen
worden (kort indrukken maximaal 3 sec.).
Voor het opslaan resp. afroepen van een
lichtscène moet de lichtscène taster "ingeleerd" worden (zie "inleren" van een lichtscènetaster).
Lichtscène veranderen
1. Gewenste verlichtingssituatie instellen.
2. Gewenste lichtscènetaster minstens 3 sec.
indrukken.
Opmerking:
eerst wordt de oude lichtscène afgeroepen
en hierna de nieuwe geactiveerd.
3. Als bevestiging knippert de bijbehorende
groepsLED, tevens klinkt uit de radiografische ontvangers een geluidssignaal.
6 V DC
2 x lithiumknoopcellen
(CR2032)
0,22 Ah
Taster
Duur
Licht
Jaloezie
X+
max. 1 sec.
in schakelen
lamellen verstellen
X-
max. 1 sec.
uit schakelen
lamellen verstellen
X+
min. 1 sec.
omhoog dimmen omhoog sturen
X-
min. 1 sec.
omlaag dimmen omlaag sturen
Functie
De radiografische handzender "mini" maakt
het mogelijk om draadloos op afstand verlichting of jaloezie te bedienen.
De radiografische handzender "mini" heeft
twee onafhankelijke radiografische kanalen
(kanaal 1 en kanaal 2).
Elk radiografisch kanaal heeft twee drukknoppen ( en ).
Toepassingsvoorbeeld
Met kanaal 1 wordt de verlichting gedimd,
met kanaal 2 wordt de jaloezie bediend.
De handzender zendt bij het indrukken van
een knopje een radiografisch telegram.
Dit radiografische telegram wordt door alle
radiografische ontvangers uit het radiografische managementsysteem ontvangen en,
indien van toepassing, uitgevoerd.
Bediening
Elk radiografische kanaal (1 en 2) heeft
twee druktoetsen ( en ).
Het indrukken van een knop wordt door het
knipperen van de rode LED aangeduid.
Om onbedoelde bediening te vermijden
dient u altijd slechts één knop tegelijk in te
drukken.
De volgende functies zijn mogelijk: (zie tabel
onder)
Speciale functies met radiografische
schakeleenheid (FWL 2200 WW)
Als men de radiografische schakeleenheid
voor ca. 2 uur aanéén wil inschakelen, moet
men de ingeleerde kanaalknop voor minstens 1 sec. indrukken.
Als de radiografische schakeleenheid het
zenden van de radiografische observers voor
ca. 2 uur moet negeren, moet men de
kanaalknop minstens 1 sec. indrukken.
De maximale zendduur bedraagt 12 sec. ook
als men de knop langer ingedrukt houdt.
In bedrijfstelling
De handzender is direct bedrijfsklaar.
Batterij
De radiografische handzender wordt met een
Lithium-knoopcel (CR 2032) gevoed. (Wordt
standaard meegeleverd)
Inleren in radiografische ontvanger
Om een radiografische ontvanger een telegram
van de handzender te laten uitvoeren, moet de
ontvanger dit radiografische telegram "leren".
Het aantal ontvangers dat aan één kanaal van
de handzender toegewezen kan worden is
onbeperkt.
Technische gegevens
Spanningsvoorziening 3 V DC
Batterijen
1 x Lithiumknoopcel (CR 2032)
Batterij levensduur
ca. 5 jaar
Zendfrequentie
433,42 MHz
Zendbereik
max. 30 m., in vrij
veld
PTT toelating
LPD-D
Afmetingen (L x B x H)
73 x 43 x 18 mm
Omgevingstemperatuur 0 °C tot + 55 °C
Relatieve
luchtvochtigheid
max. 80 %
Werkwijze
1. De radiografische ontvanger in de leermodus zetten.
2. Druk de - of de knop van het
gewenste kanaal in voor tenminste 1 sec.
Ter bevestiging knippert het rode LED.
3. De radiografische ontvanger weer terugzetten in de normale modus.
Het inleerproces is afgesloten.
Wissen in radiografische ontvanger
Het opnieuw inleren van een kanaal van de
radiografische handzender "Mini" leidt tot het
wissen van de eerdere toekenning in de radiografische ontvanger.
Radiografische overdracht
De radiografische overdracht vindt plaats via
een niet exclusief overdrachtmedium, daarom
kunnen storingen niet uitgesloten worden. De
radiografische overdracht is daarom niet
geschikt voor beveiligingsdoeleinden zoals
bv. nood uit of nood oproep.
Het zendbereik van de radiografische handzender "Mini" (max. 30 m. in het vrije veld) is
afhankelijk van de bouwkundige gegevens
van het object:
Knop
Duur
Verlichting
Jaloezie
links max. 1 sec.
aan
lamellenverstellen
links min. 1 sec.
aan / feller
langdurig op
rechts max. 1 sec.
uit
lamellenverstellen
rechts min. 1 sec.
uit / minder fel
langdurig neer
Droog materiaal
Doordringbaarheid
Hout, gips, gipskartonplaten
ca. 90 %
Baksteen, spaanplaten
ca. 70 %
Gewapend beton
ca. 30 %
Metaal, metaaldraad, alum. beplating
ca. 10 %
A4
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 5
Schakelschema's
Schakelschema's
Radiografische wandzender "Vlak”
Radiografische multifunctionele zender Art.nr.: FMS 4 UP
1-kanaals Art.nr.: .. 41 F ..
2-kanaals Art.nr.: .. 42 F ..
4-kanaals Art.nr.: .. 44 F ..
In bedrijfstelling
1. Wandzender volgens schema A van de
bodemplaat afschroeven.
2. Functie van de knoppen kiezen met de
functieschakelaar op de achterzijde van
de wandzender. (afbeelding B).
Verandering van de functie is na afnemen
van de afdekking door het omschakelen
A
F
F2
B
Functie
De radiografische wandzender maakt een
draadloze afstandbediening mogelijk van alle
ontvangers van het radiografische management. De radiografische wandzender is als
1-, 2 of 4 kanaals uitgevoerd en in de programma's CD 500, CD plus, Aluminium,
Edelstaal en LS 990 verkrijgbaar.
De wandzender zendt bij het indrukken van
een knop een radiografisch telegram.
Dit radiografisch telegram wordt door alle
radiografische ontvangers van het
Funkmanagement programma ingelezen en
geevalueerd. Elke twee tegenover elkaar
liggende druktoetsen behoren tot één kanaal.
De wandzender is met een 3-voudige functieschakelaar uitgerust. Daardoor is de functie
te kiezen. Hij is steeds aan te passen.
De afzonderlijke knoppen kunnen speciale
functies als "Alles uit" of "Lichtscène" toebedeeld krijgen.
Batterijen
De radiografische wandzender wordt met
twee Lithium knoopcel batterijen (CR 2016)
gevoed, (meegeleverd).
Als na het indrukken van een knop voor minder dan twee seconden de LED 5 x knippert
moeten de batterijen verwisseld worden.
Verwijderen van de batterijen
1. Wandzender van de bodemplaat (afbeelding A) afschroeven.
2. Verwijder de verbruikte batterijen met een
schroevendraaier bij de inkeping.
(afbeelding C).
Aanwijzing:
Niet met de schroevendraaier onder de
batterijhouder wrikken.
3. Bij het inleggen van de nieuwe batterijen
volgens afbeelding D. op juiste plaatsing
letten (
+ naar boven).
4. Ca. 1 seconde een willekeurige knop
indrukken.
Inleren in radiografische ontvanger
Voordat een radiografische ontvanger een
radiografisch telegram van de wandzender
begrijpt, moet de ontvanger het radiografisch
telegram "inleren".
Het aantal ontvangers dat aan 1 kanaal van
de wandzender kan worden toebedeeld is
onbegrensd. Het inleerproces van een kanaal
leidt uitsluitend in de radiografische ontvanger tot een aanpassing.
Werkwijze
1. Radiografische ontvanger in leermodus
zetten.
2. Leren van een kanaal:
De +/– knop van het gewenste kanaal
minstens 1 sec. indrukken.
Leren van de "Alles uit" knop:
De "Alles uit" knop minstens 10 sec.
indrukken.
Leren van een lichtscène knop:
Gewenste lichtscèneknop minstens 3 sec.
indrukken.
3. Radiografische ontvanger in de "normaal"modus zetten.
Het inleren is voltooid !!
"Uitleren" van kanalen
Het opnieuw inleren van een kanaal-, lichtscène- of "Alles uit" knop van de radiografische wandzender leidt tot het verwijderen
van voorgaande toevoegingen in de radiografische ontvanger.
De radiografische overdracht vindt plaats
via een niet exclusief medium, daarom
kunnen storingen niet uitgesloten worden.
De radiografische overdracht is daarom
niet geschikt voor beveiligingsdoeleinden
zoals bijv. nood uit of nood oproep.
Technische gegevens
Spanningsvoorziening 6 V DC
Batterijen
2xLithium knoopcel
(CR2016)
Batterij levensduur
ca. 3 jaar
Zendfrequentie
433,42 MHz
Zendbereik
30 m. in het vrije
veld
PTT toelating
LPD-D
Omgevingstemperatuur 0 °C tot +55 °C
Rel. luchtvochtigheid
max. 80%
Beschermingsgraad
IP 20
C
D
A5
F3
F4
Functie
= Knop 1–
= Knop 1+
= Knop 2–
= Knop 2+
= Knop 3–
= Knop 3+
van de afzonderlijke schakelaars F (2 ... 4)
mogelijk.
2. Aanwijzing:
• De knop 4+ en 4– komen altijd overeen
met kanaal 4+ en kanaal 4–.
• Voor de positie van de knoppen (1–, 1+,
2–, ...) zie afbeelding E.
3. Wandzender weer op de bodemplaat vastschroeven.
OFF
Alles UIT
Lichtscène 1 (aan)
Lichtscène 2 (aan)
Lichtscène 3 (aan)
Lichtscène 4 (aan)
Lichtscène 5 (aan)
ON
Kanaal 1–
Kanaal 1+
Kanaal 2–
Kanaal 2+
Kanaal 3–
Kanaal 3+
Bediening (E)
Door het indrukken van een kanaalknop (bijv. +)
wordt een radiografisch telegram verzonden.
Knop
x+
x–
x+
x–
Duur
max. 1 sec
max. 1 sec
min. 1 sec
min. 1 sec
Verlichting
Inschakelen
Uitschakelen
Dimmen
Dimmen
Jaloezie
Lamellen verstellen
Lamellen verstellen
Op
Neer
E
De maximale zendduur is 12 sec. ook
wanneer daarna de knop nog steeds ingedrukt wordt gehouden. Als meerdere knoppen tegelijk ingedrukt worden, wordt er geen
radiografische telegram verzonden. Moet de
radiografische schakeleenheid voor ca. 2 uur
continu ingeschakeld blijven, dan moet de
ingeleerde kanaalknop x voor minstens 1
sec. ingedrukt worden.
Lichtscènes
Voor het vastleggen c.q. het oproepen van
een lichtscène moet de lichtscène knop ingeleerd worden. Er kunnen 5 lichtscènes vastgelegd (lang indrukken, min. 3 sec.) en
opgeroepen (kort indrukken max. 3 sec.) worden.
Lichtscènes veranderen
1. Gewenste verlichtingscène instellen.
2. Gewenste lichtscène knop voor min. 3 sec.
indrukken.
3. Aanwijzing: Eerst wordt de oude lichtscène
opgeroepen (knop niet loslaten) en dan de
nieuwe geactiveerd.
3. Bij de UP radiografische ontvanger (inbouw
uitvoering) klinkt ter bevestiging een korte
signaaltoon.
Alles uit
Bij het inleerproces voor een radiografische
kanaal wordt automatisch de 'Alles uit'knop
van de radiografische ontvanger "meegeleerd" (Uitzondering radiografische
Jaloezie afdekking).
Om ongewenste bediening te vermijden,
moet bij het afroepen van 'Alles uit' knop 1voor min. 1 sec. ingedrukt worden.
De belasting wordt bij alle ingeleerde radiografische ontvangers uitgeschakeld.
Verwijderen van "Alles uit"
Als een bepaalde radiografische ontvanger
niet mag reageren op de 'Alles uit'knop, dan
moet deze functie uitgeleerd worden.
Werkwijze:
1. Radiografische ontvanger in leermodus
zetten.
2. 'Alles uit'knop voor min. 10 sec. indrukken.
3. Radiografische ontvanger in "Normaalmodus" zetten.
Het uitleerproces is voltooid.
Functie
De radiografische multifunctionele zender is
een batterijgevoede draadloze 4-kanaals
zender ter uitbreiding van een bestaande
radiografische installatie. De draadloze multifuncionele zender herkent aan de 4 ingangen
E1 – E4 schakeltoestanden van potentiaalvrije schakelaars resp. pulsdrukkers. Deze
zendt radiografische telegrammen, die door
alle radiografische ontvangers worden geëvalueerd. Een 5-voudige micro-schakelaar maakt kiezen van 8 verschillende bedrijfsstanden mogelijk. De rode LED signaleert
het zenden van telegrammen (langzaam
asymmetrisch knipperen, 4 Hz) of een lege
batterij „LowBatt“ (snel symmetrisch knipperen, 10 Hz).
Aansluitdradenset
De achtaderige aansluitbedrading dient voor
aansluiting van potentiaalvrije schakelaars of
pulsdrukkers.
Niet benodigde draden dienen geïsoleerd te
worden en mogen niet met spanningvoerende delen in contact komen, omdat het toestel
anders kan beschadigen.
De steker van de achtaderige gekleurde
draadset en van de witte antenne wordt op
de multifunctionele zender ingeplugd.
Kleurcodering van de draden:
geel (YE) en geel/zwart:
Ingang E1
groen (GN) en groen/zwart:
Ingang E2
grijs (GY) en grijs/zwart:
Ingang E3
rose (PK) en rose/zwart:
Ingang E4
wit (WH):
antenne
De zwart gemarkeerde draden vormen een
gezamenlijk referentiepotentiaal.
Antenne
Om een maximaal zendvermogen te
verkrijgen, trekt U de antenne volledig uit,
deze blijft dus niet opgerold.
Houd voldoende afstand tot grote metalen
oppervlakten (b.v. metalen deurposten).
De witte antenne niet inkorten, afstrippen of
verlengen.
Bedrijfsstanden
Er zijn 8 instelbare bedrijfsstanden mogelijk.
Deze worden verdeeld in:
Bedrijfsstand 1 – 2: Aansluiting van
pulsdrukkers
Bedrijfsstand 3 – 4: Aansluiting van
schakelaars
Bedrijfsstand 5 – 8: Lichtscène-bedrijf met
pulsdrukkers
Bij de microschakelaar correspondeert 1 met
de microschakelaar-stand ON en 0 met de
microschakelaar-stand OFF.
De afbeelding toont als voorbeeld de
microschakelaar-stand 00110 voor de
bedrijfsstand 4.
Bediening
Bij aansluiting van impulsdrukkers wordt
onderscheid gemaakt tussen 1-vlaks en
2-vlaks bediening:
1-vlaks bediening met impulsdrukkers:
Aansluiting van impulsdrukker op een
kabelpaar van de multifunctionele zender.
Het bedienvlak van de toets wordt voor
in- en uitschakelen resp. lichter en donkerder
dimmen gebruikt .
2-vlaks bediening met impulsdrukkers:
Aansluiting van b.v. een serieimpulsdrukker
op twee kabelparen van de multifunctionele
zender. Eén bedienvlak dient voor
inschakelen, lichter dimmen c.q. jaloezie op,
het andere bedienvlak voor uitschakelen,
donkerder dimmen of jaloezie neer .
1)
2)
3)
4)
5)
6)
7)
8)
Bedieningstijden
Bij aansluiting van impulsdrukkers wordt
onderscheid gemaakt tussen langere
(> 1 sec.) en kortere bediening (< 1 sec.).
Dienovereenkomstig zijn verschillende
reacties op de radiografische ontvangers
mogelijk:
Aanwijzingen
Jaloeziebedrijf is alleen bij 2-vlaks bediening
(bedrijfsstand 2) en in de lichtscène-modus
(bedrijsstanden 5 – 8) mogelijk.
De maximale zendduur bedraagt 12 sec.,
ook wanneer daarna nog een aangesloten
pulsdrukker wordt ingedrukt.
kort
lang
Schakelactor
in-/uitschakelen
in-/uitschakelen
Dimactor
in-/uitschakelen
op-/neer (dimmen)
Jaloezieactor
lamellenverstelling
op-/neer (doorloop)
Bedrijfsstandselecitie
1) 1-vlaks-bediening met impulsdrukkers
1-vlaks-schakelen resp. dimmen met
max. 4 pulsdrukkers (E1 – E4).
Bediening leidt tot omschakelen
(flip-flop-functie) van het telegramtype
(aan/uit, lichter/donkerder) op de
multifunctionele zender. Flip-flop-bediening
geschiedt in de zender, daarom dient na
bediening ter plekke of bediening van de
ontvanger door een andere zender, de
multifunctionele zender eventueel twee keer
bediend worden, om de gewenste reactie te
verkrijgen.
2) 2-vlaks-bediening met impulsdrukkers
2-vlaks-schakelen, dimmen resp. jaloeziebesturing met pulsdrukkers. De ingangen E1/E2
en E3/E4 vormen telkens één kanaal.
3) Aansluiting van schakelaars
(maakcontacten)
De ingangen E1-E4 vormen elk een
schakelkanaal ter aansturing van draadloze
ontvangers met behulp van schakelaars
(maakcontacten). Het schakelcontact van de
ontvanger gedraagt zich identiek aan de op
de multifunctionele zender aangesloten
schakelaar.
4) Aansluiting van schakelaars
(verbreekcontacten)
De ingangen E1-E4 vormen elk een
schakelkanaal ter aansturing van draadloze
ontvangers met behulp van schakelaars
(verbreekcontacten). Het schakelcontact van
de ontvanger gedraagt zich tegengesteld aan
de op de multifunctionele zender aangesloten
schakelaar.
5) Alles-Aan, Alles-Uit, lichtscènes 1 en 2
E1: Alle ingeleerde ontvangers worden
ingeschakeld (Alles-Aan functie).
E2: Alle ingeleerde ontvangers worden
uitgeschakeld (Alles-Uit functie).
E3: Lichtscène 1 oproepen resp. opslaan
E4: Lichtscène 1 oproepen resp. opslaan
6) Alles-Uit, lichtscène 1 – 3
E1: Alle ingeleerde ontvangers worden
uitgeschakeld (Alles-Uit functie).
E2: Lichtscène 1 oproepen resp. opslaan
E3: Lichtscène 2 oproepen resp. opslaan
E4: Lichtscène 3 oproepen resp. opslaan
7) Alles-Uit, lichtscène 3 – 5
E1: Alle ingeleerde ontvangers worden
uitgeschakeld (Alles-Uit functie).
E2: Lichtscène 3 oproepen resp. opslaan
E3: Lichtscène 4 oproepen resp. opslaan
E4: Lichtscène 5 oproepen resp. opslaan
8) Lichtscène 1 – 4
E1-E4: Lichtscène 1 – 4 oproepen
resp. opslaan.
Alle hier niet beschreven microschakelaarstanden hebben geen functie.
Technische gegevens
Voedingsspanning 3 VDC
Batterij
1 x lithiumcel CR 2032
Lengte
aansluitdraden
ca. 290 mm
Zendfrequentie
433,42 MHz
Zendbereik
max. 100 m (open veld)
Codering
> 1 miljard
mogelijkheden
Beschermingsgraad
IP 20
Temperatuurgebied
ca. –20 °C tot +55 °C
Rel. luchtvochtigheid
max. 65 %
(zonder condens)
Afmetingen (lxbxh) 45 x 40 x 10 mm
A6
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 7
Schakelschema's
Schakelschema's
Radiografische universeelzender 2-kanaals Art.nr.: FUS 22 UP
Radiografische stelventielaandrijving Art.nr.: HLK-FMS
De radiografische stelventielaandrijving regelt de
stand van de radiatorkraan voor vloer-, radiator- of
convectorverwarming.
De batterijgevoede aandrijving wordt door de radiografische kamerthermostaat of de homecontroller
gestuurd. Over de beide druktoetsen 4 en 5 kan de
instelwaarde van de temperatuur licht worden
gecorrigeerd.
Opvragen van de ventielinstelling Dit geeft de actuele positie van de motoraandrijving
aan. Dit kan bijv. behulpzaam zijn, als het in de
ruimte te warm of te koud is en de instelwaarde via
de potentiometer bijgeregeld dient te worden.
Correctie van de instelwaarde Is de bereikte kamertemperatuur afwijkend van die
van de door de kamerthermostaat gevraagde temperatuur dan kan men aan het stelventiel bijregelen.
Dit kan bijv. nodig zijn als het stelventiel door een
gordijn o.i.d. afgedekt wordt.
De onderste deksel met bijgeleverde speciaalsleutel
openen. Op de potentiometer de instelwaarde in de
juiste richting bijstellen. De deksel weer sluiten.
Wijzigen van de sluitmethode
Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen
dat de fabrieksmatig ingestelde sluitkracht niet
voldoende is om het stelventiel volledig te sluiten.
In zo’n geval kan de methode gewijzigd worden.
Er zijn twee methodes van sluiten:
Weg-gestuurd
Het sluitpunt wordt middels een testronde vastgesteld en 0,4 mm doorgezet (fabrieksafstelling).
Kracht-gestuurd
De motoraandrijving sluit het stelventiel totdat de
stroombegrenzing afschakelt.
Diagnosefunctie
Met de diagnosefunctie kan vastgesteld worden
hoe vaak de stelventielaandrijving het radiografisch
signaal binnen een gedefinieerd tijdvak van de toegewezen zender ontvangen heeft.
Temperatuuraanpassing Voor aanpassing van de lokale temperatuur kan men
de instelling op het ventiel met ca 2 K verstellen.
Technische gegevens
Nominale spanning
3V
Batterijen
2 x 1,5 V LR06 (AA),
2600 mAh
(niet bij levering inbegrepen)
Verbruik
ca. twee stookseizoenen
Uitslag ventiel
7,5 mm
Vastzit-bescherming 1 openen-sluiten/week
Mediumtemperatuur max. 100°C
Afmetingen (bxhxd) 51 x 80 x 60 mm
Adapterring
M30 x 1,5
Voor montage van Roth,
KaMo, MNG, Heimeier en
Gampper ventielen.
Bedien- en controlefuncties
temperatuursensor voor meting van de actuele
waarde
3 rode LEDs, statusindicatie, bijv. ingestelde
waarde, ventielstand
2 blauwe LEDs, statusindicatie, bijv. ingestelde
waarde, ventielstand
blauwe drukknop, temperatuur verlagen
rode drukknop, temperatuur verhogen
afsluitbaar klapdeksel (batterijvak en instelpotentiometer)
Functie
De radiografische universeelzender dient
voor het uitbreiden op een bestaande installatie voor het draadloos overdragen van
schakelopdrachten.
Het radiografische telegram wordt door alle
radiografische ontvangers van het Funkmanagement systeem begrepen en uitgelezen.
Op het apparaat bevinden zich een drukknop
en een LED voor keuze c.q. indicatie van de
bedrijfsmodus.
C
Bedrijfsmodi
De radiografische universeelzender heeft
4 bedrijfsstanden, die middels een drukknop
omgeschakeld of uitgelezen kunnen worden. De indicatie gebeurt via een LED.
Montage
De radiografische universeelzender wordt in
een inbouwdoos gemonteerd, achter een
conventionele schakelaar. Aanbevolen diepte
doos is 60 mm; of in een tweede doos met
een blindafdekking.
Antenne
Om een maximaal zendvermogen te krijgen,
trekt u de antenne volledig uit, deze blijft dus
niet opgerold. Houd voldoende afstand tot
grote metalen oppervlakten (bijv. metalen
deurposten). De antenne niet inkorten,
afstrippen of verlengen).
Installatie en instellingen
De radiografische universeelzender zendt
afhankelijk van de gekozen instellingen een
radiografisch telegram, bijv. “kanaal 1 =
inschakelen”
De aansluitdraden als volgt aansluiten:
E1: ingang 1 ( grijs)
E2: ingang 2 ( bruin)
N: nulleider (blauw)
L: faseleider (zwart)
B
A
A. 2 kanaals dimmen, omschakelen
(E1 en E2).
1 x kort oplichten per seconde, voor de
duur van 5 seconden.
B. 2 kanaals schakelen (E1 en E2)
2 x kort oplichten per seconde voor de
duur van 5 seconden
C. 1 kanaals dimmen (E1/E2)
3 x kort oplichten per seconde voor de
duur van 5 seconden.
D. 1 kanaals jaloeziesturing (E1/E2)
4 x kort oplichten per seconde voor de
duur van 5 seconden.
Bedrijfsstand A: 2 kanaals dimmen,
omschakelen (E1 en E2)
Voor onafhankelijk sturen van twee radiografische dimactoren
Aansluiten met een conventionele pulsgever (sluiten)
Een bekrachtiging van de pulsgever leidt tot
omschakelen van het telegramtype in de
zender:
Korte bekrachtiging (< 1 sec.):
aan/uitschakelen
Langere bekrachtiging (> 1 sec.):
op/neer dimmen
D
A7
Opvragen actuele bedrijfsstand
Om de actuele bedrijfsstand op te vragen
wordt drukknop kort (0,5 sec.) bekrachtigd. De actuele bedrijfsstand wordt door de
LED aangegeven.
B
Omschakelen van bedrijfsstand
Drukknop voor minimaal 1 sec bekrachtigen. Met de lengte van tijd wisselt de universeelzender tussen de bedrijfsstanden A, B,
C en D. De indicatie afwachten alvorens de
drukknop opnieuw te bedienen.
Bedrijfsstand B: 2 kanaals schakelen
(E1 en E2)
Voor onafhankelijk sturen van 2 radiografische schakelactoren.
Aansluiten met een conventionele
schakelaar (sluiten)
De universeelzender zendt bij sluiten een
inschakelcommando en bij openen een uitschakelcommando.
Aansluiten met een conventionele
pulsgever (sluiten)
In dit geval wordt “belbedrijf” ingeschakeld.
Bij het sluiten wordt een inschakelcommando
en bij openen een uitschakelcommando verzonden.
Bedrijfsstand C: 1 kanaals dimmen (E1/E2)
Voor het dimmen met een radiografische
dimactor. Aansluiten met een conventionele
impulsdrukker (T).
Dimmen
Aansluiten van een conventionele pulsgever
(sluiten):
Bekrachtiging: T1 < 1 sec.: inschakelen
T1 ≥ 1 sec.: op dimmen
T2 < 1 sec.: uitschakelen
T2 ≥ 1 sec.: neer dimmen
Opmerking
Een langere bekrachtiging (≥ 1 sec. ) van T2
bij uitgeschakelde last schakelt bij de daarvoor geschikte dimmers deze op minimale
verlichting in (nachtverlichting)
Bedrijfsstand D
1 kanaals jaloeziesturing (E1/E2)
Voor het aansturen van een radiografische
jaloezieactor.
Jaloeziesturing
Aansluiten van een conventionele jaloezieschakelaar of een motorstuureenheid:
De universeelzender zendt een jaloezietelegram (kort/langdurend) uit voor 1 kanaal
De radiografische universeel zender zendt bij
het sluiten van J1 een telegram uit.
Bij het openen stopt de jaloezie.
Opmerking: De universeelzender niet parallel
aan een jaloeziemotor aansluiten
“Inleren” radiografische ontvanger
Voordat een radiografische ontvanger een
radiografisch telegram van de radiografische
universeelzender begrijpt, moet de ontvanger
het telegram inleren.
Het aantal ontvangers, welke door 1 kanaal
van de universeelzender kan worden ingeleerd, is onbegrensd.
Het inleren wijst alleen in de ontvanger een
telegram toe.
De afstand tussen de inlerende zender en de
ontvangende actor mag tijdens het inleren de
5 m niet overschrijden.
Werkwijze
1. De radiografische ontvanger in de
“inleer” modus plaatsen.
2a. Voor het inleren van bedrijfsstand A, C of
D de aangesloten pulsgever cq. schakelaar voor in 1 sec. bekrachtigen.
2b. Inleren in bedrijfsstand B
De schakeltelegrammen van bedrijfsstand B zijn niet geschikt voor inleren.
De universeelzender moet in bedrijfsstand A gezet worden, ingeleerd (min
1 sec via pulsgever of schakelaar) en
daarna weer omgeschakeld naar bedrijfsstand B.
3. De radiografische ontvanger in de “normaal” modus zetten.
Verwijderen van kanalen
Het opnieuw inleren van een kanaal van een
universeel zender heeft verwijderen van een
eerdere toekenning in de radiografische ontvanger tot gevolg.
Technische gegevens
Nominale spanning
Zendfrequentie
Zenderbereik
Omgevingstemperatuur
Afmetingen (Ø x H)
Beschermingsgraad
AC 230 V ~
433,42 MHz
ca. 100 m vrije veld
–20 °C tot +55 °C
52 mm x 23 mm
IP 20
A8
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 9
Vervolg
Schakelschema's
Radiografische actor Art.nr.: FA 10 EB
Radiografische stuureenheid EB 1 – 10 V Art.nr.: FST 1240 EB
Art.nr.: FA 10 EBT
Art.nr.: FA 10 EB
Functie
De radiografische actor schakelt elektrische
belastingen (230 V / 10 A), zodra hij een
overeenkomstig ("ingeleerd") radiografische
telegram ontvangt.
De radiografische actor kan tot maximaal
30 radiografische zenders "inleren".
Bij ontvangst van een radiografisch telegram
van een radiografische observer schakelt hij
ca. 1 minuut in.
De radiografische actor is tevens via een
neventoestel signaal (230 V) bedienbaar.
Lichtscènes
Met de radiografische hand- of wandzender
is een geïntegreerde lichtscènebedrijf (alleen
schakelen) mogelijk bv. verlichting ingeschakeld.
De gewenste lichtscènetaster van de radiografische hand- of wandzender moet in de
radiografische actor worden "ingeleerd".
Er kunnen tot maximaal 5 lichtscènes worden opgeslagen.
Alles uit
Bij de bediening van de "alles uit" taster van
een "ingeleerde" radiografische hand- of
wandzender schakelt de belasting uit.
Alles aan
Bij de bediening van de "alles aan" taster
van een "ingeleerde" radiografische hand- of
wandzender schakelt de belasting in.
Neventoestel signaal
Het neventoestel signaal (230 V) wordt door
een impulsdrukker T (maak-contact) met de
klem 1 van de radiografische actor verbonden.
De radiografische actor schakelt in en uit als
wisselbedrijf.
Opmerking:
De afstand naar de elektrische belastingen
(bv. elektronische trafo) moet minstens
0,5 meter bedragen.
Antenne
De ontvangstmogelijkheid kan door het uithalen van de, in het apparaat opgerolde,
antenne verbeterd worden.
Technische gegevens
Spanning
Schakelcontact
Schakelvermogen
gloeilampen
230 V halogeenlampen
Temperatuurbereik
Ontvangstfrequentie
Afmetingen (BxHxD)
Functie
2300 W
2300 W
– 20 °C tot +55 °C
433,42 MHz
175 x 42 x 18 mm
Lichtscène
Met de radiografische hand- of wandzender
is lichtscènebedrijf mogelijk.
De gewenste lichtscènetoets van de hand of
wandzender moet worden ingeleerd in de
stuureenheid.
Er kunnen tot 5 lichtscènes worden vastgelegd.
Tot de omvang van de lichtscène behoort:
• De ingestelde dimwaarde van een lichtbron (bijv. 70 % van de maximale waarde)
"Inleren" van een radiografische zender
Om een radiografische acktor met een radiografische afstandsbediening te kunnen
bedienen, moet deze afstandsbediening in de
radiografische actor "ingeleerd" worden.
De afstand tussen radiografische actor en de
"inlerende" radiografische zender mag de 5
meter niet overschrijden!
Activeren op het apparaat
1. De schakelaar Prog in de stand ON draaien. De rode LED knippert.
2. De gewenste radiografische zender moet
een radiografische bericht uitzenden.
"Inleren" van een radiografische
kanaal:
Druk de gewenste kanaaltaster minstens
1 sec. in.
"Inleren" van een lichtscène:
Druk de gewenste lichtscènetaster minimaal 3 sec. in.
"Inleren" van "alles uit" / "alles aan:
Druk de gewenste "alles uit" resp. "alles
aan" minimaal 10 sec. in.
"Inleren" van een radiografische
observer:
Een beweging in het detectiegebied van de
radiografische observer veroorzaken.
3. Als controle, dat een radiografisch bericht
is ontvangen, brandt de rode LED Prog.
De belasting (relais) is ingeschakeld.
De radiografische zender is "ingeleerd".
4. De schakelaar Prog in de stand OFF draaien. De rode LED dooft. De belasting (relais)
wordt uitgeschakeld.
Opmerking
Bij het "inleren" van een kanaal wordt automatisch "alles aan/uit" "meegeleerd".
Inleren via het neventoestel T
1. Impulsdrukker T ongeveer 10 sec. indrukken. De belasting (relais) wordt kort (ca. 1
sec.) in- en uitgeschakeld.
2. De gewenste radiografische zender moet
binnen 1 min. een radiografische telegram
sturen door... zie "activeren op het apparaat".
3. Als controle dat een radiografisch bericht
is ontvangen, brandt de rode LED Prog. De
belasting (relais) is ingeschakeld.
De radiografische zender is "ingeleerd".
Technische gegevens
Nominale spanning
Met de radiografische stuureenheid 1 – 10 V
kan men een lichtbron op afstand bedienen.
Deze lichtbron kan worden geschakeld
(kortstondig bedienen) of worden gedimd
(langdurig bedienen).
De stuureenheid kan tot 30 zenders inleren.
Bij ontvangst van een signaal van een
radiografische observer schakelt de stuureenheid voor ca. 1 minuut in.
230 V AC
Relais (230 V)
Alles uit
Het indrukken van de "alles uit" toets van
de hand- of wandzender leidt tot het uitschakelen van de lichtbron.
Alles aan
Het indrukken van de "alles aan" toets leidt
tot het aanschakelen van de lichtbron.
Installatie
De afstand tussen de dimmer en de belasting,
bijv. Tronic trafo, EVSA, TV stuureenheid, moet
ten minste 0,5 m zijn.
Het aansluiten dient volgens de geldende
richtlijnen te geschieden.
De EVSA voor het installeren testen. Bij aansluiten van meerdere trafo's of EVSA's, moeten deze allemaal hetzelfde zijn, zoals ook de
lichtbronnen.
Alleen EVSA's of trafo's verwerken die
galvanisch gescheiden zijn.
De leermodus kan op ieder gewenst tijdstip
afgebroken worden door een signaal op het
neventoestel (T).
Opmerking
Als alle 30 geheugenplaatsen gebruikt zijn,
moet een reeds "ingeleerde" radiografische
zender verwijderd worden.
Verwijderen van een radiografische
zender
Het verwijderen van een "ingeleerde" radiografische zender gebeurd door het opnieuw
"inleren" van deze radiografische zender.
Alle kanalen- en lichtscènecommando's
moeten apart verwijderd worden.
Een successvolle verwijdering wordt door het
doven van de rode LED Prog en het uitschakelen van de belasting (relais) aangegeven.
FA 10 EBT
De radiografische pulsactor sluit zijn relaiscontact zolang het daartoe radiografische
telegrammen ontvangt. Deze telegrammen
worden bijv. door een handzender verzonden
(alleen linker toets /\). De zendduur is afhankelijk van de toegepaste zender. Wordt geen
signaal meer ontvangen dan opent het
contact zich weer. De pulsactor kan tot 14
kanalen inleren.
Let op: de volgende functionaliteiten worden
door de pulsgever niet herkend: alles aan,
alles uit, lichtscènes en lichtregeling.
Bij directe bediening op de programmeertoets, ontvangst van een radiografische
observer telegram en bij de EB uitvoering bij
neventoestelbediening reageert het apparaat
als een schakelactor.
Let op:
Er zijn EVSA's die op maximaal vermogen
inschakelen en pas daarna op de aangelegde
stuurspanning reageren.
De stuurstroomleiding conform de voorschriften aanleggen (250 V).
Stuurspanning
Stuurstroom
Galvanische scheiding
Schakelcontact
Belasting
AC 230 V ~
50/60 Hz
1 – 10 V
max. 15 mA
2 KV
μ-relaiscontact
Ohms max. 1800 W
EVSA typeafhankelijk
10 A
Voorbeveiliging
Max. aantal in te
leren zenders
30
Afmetingen
187 x 28 x 28 mm
Omgevingstemperatuur 0 – +55 °C
Inleren van een radiografische zender
Om de radiografische stuureenheid met een
radiografische zender te kunnen bedienen,
moet deze ingeleerd worden.
De afstand tussen de radiografische
stuureenheid en de in te leren radiografische zender mag de 5 m niet overschrijden !
Werkwijze
1. De aangesloten belasting uitschakelen.
2. De knop ON / OFF voor tenminste 3 sec.
indrukken. De inleerbereidheid (duur
ca. 1 minuut) wordt door het knipperende
rode LED Prog gesignaleerd. Gedurende
deze tijd kan één radiografisch kanaal
ingeleerd worden.
3. De gewenste radiografische zender moet
een radiografisch bericht versturen.
Leren van een radiografisch kanaal
Druk de gewenste kanaalknop in voor
tenminste 1 seconden.
Leren van lichtscène knop:
Druk de gewenste lichtscène knop in voor
tenminste 3 seconden.
Leren van de "Alles aan" – "Alles uit"
knop:
Duk de "Alles aan" – "Alles uit" knop in
voor tenminste 10 seconden.
Leren van een radiografische observer:
Maak een beweging in het bereik van de
radiografische observer.
4. Ter controle dat een radiografisch signaal
ontvangen wordt brandt het rode LED Prog
ononderbroken.
Het inleerproces kan te allen tijde door het
indrukken van de knop ON/OFF afgebroken
worden.
Het radiografisch kanaal is ingeleerd !
Voorschrift
• Tijdens het leren van een radiografisch
kanaal wordt automatisch "Alles aan" /
"Alles uit" ingeleerd.
• Als alle 30 geheugenplaatsen bezet zijn,
moet een reeds ingeleerde radiografische
zender verwijderd worden.
Bediening
De radiografische 1 – 10 V stuureenheid kan
manueel of door het ontvangen van een ingeleerd radiografisch telegram van hand-wandzender bediend worden.
Door de knop Prog voor hoogstens 1 sec. in
te drukken wordt de radiografische stuureenheid aan-, dan wel uitgeschakeld (wisselend).
Geheugen functie
Als de actuele dimwaarde als geheugenwaarde in de radiografische stuureenheid
vastgelegd moet worden, moet in ingeschakelde toestand de knop Prog voor minstens
3 seconden ingedrukt worden.
Ter bevestiging volgt er een "Softstart",
d.w.z. de verlichting wordt tot aan de vastgelegde geheugenwaarde omhoog gedimd.
Bij de volgende keer inschakelen wordt deze
vastgelegde waarde opgeroepen. Bij levering
is de vastgelegde geheugenwaarde de maximale lichtsterkte.
Met radiografische zender
Het aanschakelen dan wel dimmen gebeurt
ook via het ontvangen van een ingeleerd
radiografische telegram van een radiografische handzender, of -wandzender.
Als een geleerd radiografisch telegram van
een radiografische observer ontvangen
wordt, schakelt de radiografische stuureenheid voor ca. 1 minuut aan.
Lichtscène
In een Lichtscène kan de lichtsterkte van
verlichting worden vastgelegd.
Deze lichtscène is door opnieuw vastleggen
steeds weer te veranderen.
Voor het vastleggen en het oproepen van een
lichtscène moet een lichtscène knop van een
radiografische zender ingeleerd worden.
Vastleggen van een lichtscène
1. Lichtsterkte van de verlichting instellen.
2. Gewenste lichtscène knop van de radiografische zender tenminste 3 seconden
indrukken.
Verwijderen van een radiografische zender
Het verwijderen van een ingeleerde radiografische zender wordt door het opnieuw inleren
van die radiografische zender bewerkstelligd.
Alle kanalen en lichtscène knoppen moeten
afzonderlijk verwijderd worden. Een succesvol verwijderproces wordt getoond door het
sneller knipperen van het rode LED Prog.
A9
A 10
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 11
Schakelschema's
Schakelschema's
Radiografische universeeldimmer EB (Opbouw) Art.nr.: FUD 1253 EB
Functie
De radiografische universeeldimmer maakt
radiografische afstandbediening en handmatige aansturing van verlichting mogelijk.
Deze verlichting kan geschakeld (kort bedienen) of gedimd (lang bedienen) worden.
De radiografische universeeldimmer kan in
combinatie met een radiografische afdekking
tot 30 radiografische zenders "inleren".
Bij het ontvangen van een signaal van een
radiografische observer schakelt de universeeldimmer in gedurende ca. 1 minuut.
De radiografische universeeldimmer is via
een neventoestel te bedienen.
Lichtscène
Met de radiografische hand- of wandzender
zijn lichtscènes mogelijk.
De gewenste lichtscène-knop van de radiografische hand- of wandzender moet in de
radiografische universeeldimmer ingeleerd
worden. Er kunnen tot en met 5 lichtscènes
vastgelegd worden.
Bij een lichtscène hoort:
• De dimwaarde van verlichting
(bijv. 70 % van de maximale lichtsterkte)
"Alles uit"
Bediening van de 'alles uit'-knop van een
ingeleerde radiografische hand- of wandzender leidt tot het uitschakelen van de
belasting.
"Alles aan"
Bediening van de 'alles aan'-knop van een
ingeleerde radiografische handzender leidt tot
het aanschakelen van de belasting.
Met de universeeldimmer en een ingeleerde
radiografische aanwezigheidsmelder kan een
continue lichtregeling worden gerealiseerd.
Installatie
De afstand tot elektrische belastingen (bijv.
Tronic trafo, EVSA) moet tenminste 0,5 m.
bedragen. De technische aansluitvoorschriften van het stroomleverend bedrijf opvolgen.
Schakelpulsen van het stroomleverend bedrijf
kunnen zich bij lage diminstellingen door kort
knipperen kenbaar maken.
Neventoestel
Met een neventoestel (art.nr. 1220 NE)
– 2 vlaks – bediening kan de radiografische
universeeldimmer bediend worden. Eén of
meerdere neventoestellen (NS) met Klem 1
van de radiografische universeeldimmer verbinden. Vanaf versie R2.1 ook met mechanische impulsdrukker.
Inleren van een radiografische zender
Om de radiografische universeeldimmer met
een radiografische zender te kunnen bedienen, moet de radiografische universeeldimmer ingeleerd worden.
De afstand tussen de radiografische
universeeldimmer en de in te leren radiografische zender mag de 5 m. niet
overschrijden!
Werkwijze
1. De aangesloten belasting uitschakelen.
2. De knop ON / OFF voor tenminste 3 sec.
indrukken. De inleerbereidheid (duur ca. 1
minuut) wordt door het knipperende rode
LED Prog gesignaleerd.
Gedurende deze tijd kan één radiografisch
kanaal ingeleerd worden.
3. De gewenste radiografische zender moet
een radiografisch bericht versturen.
Leren van een radiografisch kanaal:
Druk de gewenste kanaalknop in voor tenminste 1 seconden.
Leren van lichtscène knop:
Druk de gewenste lichtscène knop in voor
tenminste 3 seconden.
A 11
Leren van de 'Alles aan' – 'Alles uit' knop:
Druk de 'Alles aan' c.q. 'Alles uit' knop in
voor tenminste 10 seconden.
Leren van een radiografische observer:
Maak een beweging in het bereik van de
radiografische observer.
4. Ter controle dat een radiografisch signaal
ontvangen wordt brandt het rode LED Prog
ononderbroken.
Het inleerproces kan te allen tijde door het
indrukken van de knop ON/OFF afgebroken
worden.
5. De inleermodus wordt automatisch beëindigd na 1 minuut of door het kort indrukken van de knop ON/OFF (de belasting
schakelt in). De universeeldimmer bevindt
zich nu in de normale bedrijfsstand.
Het radiografisch kanaal is ingeleerd!
Voorschrift
• Tijdens het leren van een radiografisch
kanaal wordt automatisch 'Alles aan' /
'Alles uit' ingeleerd.
• Als alle 30 geheugenplaatsen bezet zijn,
moet een reeds ingeleerde radiografische
zender verwijderd worden.
Verwijderen van een radiografische zender
Het verwijderen van een ingeleerde radiografische zender wordt door het opnieuw inleren
van die radiografische zender bewerkstelligd.
Alle kanalen en lichtscène knoppen moeten
afzonderlijk verwijderd worden. Een succesvol verwijderproces wordt getoond door het
sneller knipperen van de rode LED Prog.
Vermogenuitbreider
Indien de capaciteit van de dimmer ontoereikend is kunnen tot 10 vermogenuitbreiders
aangesloten worden. In combinatie Tronic
trafo's (capacitieve belastingen), Tronic
vermogenuitbreiders (opbouw of Dinrail
montage) gebruiken.
In combinatie met conventionele trafo's
(inductieve belastingen) vermogenuitbreiders
voor 12 V-halogeen (opbouw of voor Dinrail
montage) gebruiken.
Automatische herkenning van de belasting.
Na de eerste installatie en na netuitval herkent de universeeldimmer de belasting automatisch.
Capacitieve belastingen (bijv. Tronic
trafo's) en inductieve belastingen (bijv.
conventionele trafo's) niet gezamenlijk
aan een universeeldimmer aansluiten.
Het herkenningsproces maakt zich bij ohmse
belastingen (gloeilampen, 230 V. halogeenlampen) door kort knipperen kenbaar.
Het herkenningsproces duurt, naar gelang
netsamenstelling, tussen 1 en 10 seconden.
Gedurende deze tijd is geen bediening mogelijk. Bij kortsluiting gedurende het herkenningsproces moet de belasting na opheffing
van de kortsluiting opnieuw herkend worden.
Een netuitval van meer dan 0,7 seconden
leidt tot het uitschakelen van de dimmer.
Kortsluitbeveiliging
Werking bij faseafsnijding (capacitieve –
en ohmse belasting)
Afschakeling met automatisch herinschakelen na opheffing van de kortsluiting binnen
0,7 seconden. Daarna blijvende afschakeling
totdat de universeeldimmer handmatig weer
ingeschakeld wordt.
Werking bij faseaansnijding (inductieve
belasting)
Afschakeling met automatisch heropstarten
na opheffing van de kortsluiting binnen
100 ms. Daarna blijvende afschakeling totdat
de universeeldimmer handmatig weer wordt
ingeschakeld.
Beveiliging tegen te hoge temperatuur
Afschakeling volgt bij een te hoge omgevingstemperatuur. Na afkoeling moet het
apparaat opnieuw ingeschakeld worden.
Bediening
De universeeldimmer kan met een 2-draads
neventoestel (art.-nr. 1220 NE), met een
mechanische impulsdrukker met maakcontact (vanaf versie R2.1) of door het ontvangen van een telegram van hand- of
wandzender bediend worden.
Verlichte mechanische impulsdrukkers dienen te beschikken over een separate Naansluiting. Een of meerdere neventoestellen
kunnen op aansluiting 1 van de universeeldimmer worden aangesloten.
Door de knop Prog voor hoogstens 1 sec. in
te drukken wordt de radiografische universeeldimmer aan-, dan wel uitgeschakeld
(wisselend).
Radiografische universeeldimmer Art.nr.: FUD 1521 UP
Geheugenfunctie
Als de actuele dimwaarde als geheugenwaarde in de radiografische universeeldimmer vastgelegd moet worden, moet in ingeschakelde toestand de knop prog voor minstens 4 seconden ingedrukt worden. Ter
bevestiging volgt er een "Softstart", d.w.z. de
verlichting wordt tot aan de vastgelegde
geheugen-waarde omhoog gedimd. Bij de
volgende keer inschakelen wordt deze vastgelegde waarde opgeroepen. Bij levering is
de vastgelegde geheugenwaarde de maximale lichtsterkte.
Met neventoestel signaal
Met een neventoestel kan de radiografische
universeeldimmer aan- en uitgeschakeld,
c.q. gedimd worden.
• Kort indrukken (max. 0,4 seconden)
De verlichting wordt geschakeld.
bij inschakeling: op geheugenstand.
• Lang indrukken (minstens 0,4 seconden)
Bediening boven, dimmen naar maximale
lichtsterkte.
Bediening onder, dimmen naar minimale
lichtsterkte.
Met radiografische zender
Het aanschakelen dan wel dimmen gebeurt
ook via het ontvangen van een ingeleerd
radiografisch telegram van een radiografische
hand- of wandzender. Als een geleerd radiografische telegram van een radiografische
observer ontvangen wordt, schakelt de radiografische universeeldimmer voor ca. 1 minuut
aan.
Lichtscène
In een Lichtscène kan de lichtsterkte van
verlichting worden vastgelegd.
Deze lichtscène is door opnieuw vastleggen
steeds weer te veranderen. Voor het vastleggen en het oproepen van een lichtscène
moet een lichtscène knop van een radiografische zender ingeleerd worden.
Vastleggen van een lichtscène
1. Lichtsterkte van de verlichting instellen.
2. Gewenste lichtscène knop van de radiografische zender tenminste 3 seconden
indrukken.
Technische gegevens
Spanningsvoorziening
AC 230 V. ~, 50 Hz
(Nuldraad niet nodig)
Aan te sluiten vermogen 50 – 315 VA
230 V. gloeilampen
(ohmse belasting, faseafsnijd)
230 V. Halogeenlampen
(ohmse belasting, faseafsnijd)
Tronic trafo's (capacitieve belasting,
faseafsnijd
Conventionele trafo's (inductieve belasting,
faseaansnijd)
Gecombineerde belastingen van de gespecificeerde belastingsoorten
NB: Geen capacitieve met inductieve
belasting
Bij gecombineerde belastingen met conventionele trafo's een 50 % aandeel van ohmse
belastingen (gloeilampen, halogeen 230 V.)
niet overschrijden.
Aan te sluiten vermogensuitbreiders
max. 10
Aantal neventoestellen onbegrensd
Ontstoring
overeenkomstig
EN 55015
Ontvangstfrequentie
433,42 MHz
PTT toelating
LPD-D
Afmetingen (LxBxH)
187 x 28 x 28 mm
Omgevingstemperatuur 0 tot 55 °C
Radiografische Universeeldimmer UP
50 – 210 W
1-kanaals
Technische gegevens
Netspanning:
AC 230V ~, 50/60Hz
Belasting:
230 V gloeilampen (ohmse last, fase-afsnijd)
230 V halogeen-lampen (ohmse last, fase-afsnijd)
Tronic trafo’s (capacitieve last, fase-afsnijd) of conventionele trafo’s (inductieve last, fase-aansnijd)
Gemengde lasten toegestaan (geen capacitieve en inductieve lasten samen).
Bij een gemengde last met conven-tionele trafo’s mag het aandeel ohmse last de 50 % (gloeilampen, HV-halogeenlampen) niet overschrijden.
Omgevingstemperatuur: ca. 0…45°C
Ontvangstfrequentie:
433,42 MHz
• De Funk-Universeeldimmer UP kan
maximaal 30 Funk zenders inleren
• Kortsluitvast
• Thermische beveiliging
• Geheugenfunctie instelbaar
• Lichtscenebedrijf
• Constante lichtregeling mogelijk
• Te combineren met Funk automatische
schakelaar
Radiografische universeel-snoerdimmer Art.nr.: FUSD 1253 SW
Oververhittingsbeveiliging
De dimmer schakelt af bij oververhitting en
moet, na afkoeling opnieuw ingeschakeld
worden.
Functie
Met de radiografische Universeel-snoerdimmer kan men zowel met de hand als op
afstand een lichtbron sturen.
Deze kan worden geschakeld (kortstondig
bedienen) of worden gedimd (langdurig
bedienen). De radiografische Universeelsnoerdimmer kan tot 30 zenders inleren.
Lichtscéne
Met de radiografische hand- of wandzender
is lichtscènebedrijf mogelijk.
De gewenste lichtscènetoets van de wand of
handzender moet worden ingeleerd in de
snoerdimmer.
Er kunnen tot 5 lichtscènes worden vastgelegd.
Tot de omvang van een lichtscène behoort:
• de ingestelde dimwaarde van een
lichtbron
(bijv. 70 % van de maximale waarde)
Alles uit
Het indrukken van de "alles uit" toets van de
hand- of wandzender leidt tot het uitschakelen van de lichtbron.
Alles aan
Het indrukken van de "alles aan" toets leidt
tot het aanschakelen van de lichtbron.
Installatie
De afstand tussen de dimmer en de belasting,
bijv. Tronic trafo, EVG, TV, moet ten minste 0,5
m zijn. Het aansluiten dient volgens de geldende richtlijnen te geschieden.
Schakelimpulsen van het stroomleverend
bedrijf kunnen voor korte flikkering van de
dimmers zorgen.
De radiografische universeeldimmer volgens
het schema aansluiten.
Het inleren van een radiografische
Universeel-snoerdimmer
Om een snoerdimmer met een hand- of
wandzender te kunnen bedienen dient deze
eerst te worden ingeleerd.
Tijdens dit proces dient de afstand tussen de
dimmer en de zender niet meer dan 5 m te
bedragen.
Geheugenfunctie
Als de gekozen dimwaarde in het geheugen
dient te worden vastgelegd, moet, in ingeschakelde toestand, de "prog" drukknop voor
minstens 3 seconden ingedrukt worden, als
bevestiging volgt er een zgn. softstart, dat wil
zeggen de lichtbron wordt op de gekozen
lichtwaarde ingesteld. Bij herinschakelen
wordt deze ingestelde waarde afgeroepen.
Nieuwe dimmers zijn of fabriek op de maximale waarde ingesteld.
Instructies
1. De aangesloten last van de snoerdimmer
uitschakelen.
2. De aan/uit toets minstens drie seconden
ingedrukt houden. Het inleermodus (duur
ca. 1 minuut) wordt aangegeven voor een
knipperend rode LED (prog). Gedurende
deze tijd kan een radiografisch signaal
worden ingeleerd.
3. De gewenste zender moet zijn signaal
uitsturen.
Inleren van een zenderkanaal:
Indrukken van de bewuste kanaaltoets voor
minimaal 1 seconde.
Inleren van een lichtscène:
Indrukken van de gekozen lichtscène toets
voor minimaal 1 seconde.
Inleren van de "alles uit/alles aan" toets:
De gekozen toets voor minimaal 10 seconden
indrukken.
Inleren van een radiografisch observer:
Een beweging maken in het detectieveld van
de observer.
4. Ter controle dat een zendsignaal is
opgevangen licht de LED permanent op.
Het inleerproces kan op elk moment worden
afgebroken door de aan/uit toets te bedienen.
Het radiografische kanaal is ingeleerd!
Aanwijzing
• Bij het inleren van een kanaal wordt tevens
automatisch de alles aan/alles uit functie
mee ingeleerd.
• Als alle 30 geheugenplaatsen gebruikt zijn
en men wil een nieuwe inleren dient een
oude te worden gewist.
Wissen van een radiografische zender
Door het opnieuw inleren van een kanaal
wordt deze gewist. Alle kanalen dienen
individueel te worden gewist. Een succesvol
verloop van het wissen wordt kenbaar
gemaakt door zeer snel knipperen van de
LED.
Automatische lastherkenning
Na de eerste inschakeling en na netonderbreking analyseert de dimmer de last en
schakelt automatisch in op de juiste dimmethode.
Capacitieve en inductieve lasten niet
gezamenlijk op de dimmer aansluiten.
De analyseperiode wordt bij ohmse belasting
gekenmerkt door het flikkeren van de verlichting. Deze periode duurt tussen de 1 en
10 seconden. Gedurende deze tijd is bediening niet mogelijk. Bij kortsluiting gedurende
deze periode moet de last na herstel opnieuw
geanalyseerd worden. Bij netuitval van langer
dan 0,7 seconde wordt de dimmer uitgeschakeld.
Kortsluitbeveiliging
In fase-afsnijding (capacitieve of ohmse
belasting)
Afschakeling met automatische herinschakeling na opheffing van de kortsluiting binnen
7 seconden. Bij langere kortsluiting herinschakeling door netonderbreking van de
dimmer.
In fase-aansnijding (inductieve belasting)
Afschakeling met automatische herinschakeling na opheffing van de kortsluiting binnen
100 ms. Bij langere kortsluiting herinschakeling door netonderbreking van de dimmer.
Lichtscènes
In een lichtscène kan de dimwaarde worden
vastgelegd. Lichtscènes kunnen door
opnieuw vastleggen telkenmale veranderd
worden.
Voor het vastleggen cq afroepen van een
lichtscène moet deze eerst ingeleerd worden.
Vastleggen van een lichtscène
1. Lichtbron aan, dimwaarde instellen.
2. Gekozen lichtscène toets voor minstens
3 seconden ingedrukt houden.
Technische gegevens
Bedrijfsspanning
230 V ~, 50 Hz
Belasting
50 – 315 VA
Bij gemengde belasting met conventionele
trafo's maximaal 50 % ohmse belasting toegestaan (gloeilampen en HV halogeenlampen)
Maximaal aan te sluiten
vermogenuitbreiders 10
EMV
volgens EN 55015
Golflengte
433,42 MHz
PTT Toelating
LPD-D
Afmetingen
126 x 60 x 28 mm
A 12
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 13
Schakelschema's
Schakelschema´s
Radiografische schakelactor
”Mini” Art.nr.: FA 10 UP
Radiografische schakelactor
”Mini” 2-kanaals Art.nr.: FA 26 UP
Art.nr.: FA 10 UPT
Art.nr.: FA 26 UPT
"Alles aan/alles uit"
Druk de gewenste toets voor minstens
10 sec. in.
Radiografische observer
Een beweging maken in het detectieveld
van de observer.
3. Ter controle dat er een signaal is ontvangen licht de rode LED "prog" permanent
op.
De inleerprocedure kan ten allen tijde worden
afgebroken door op de ON/OFF knop te drukken.
Het radiografische kanaal is ingeleerd
Functie
De schakelactor schakelt een last (AC 230 V,
8 A) in zodra een daartoe geëigend radiografisch signaal is ontvangen.
De schakelactor kan tot 14 zenders inleren.
Na ontvangst van een signaal van de radiografische observer schakelt de actor voor
1 minuut in.
Lichtscènes
Met de radiografische hand- of wandzenders
is lichtscènebedrijf mogelijk (alleen schakelen). De gewenste lichtscène moet ingeleerd
worden. Er kunnen tot 5 lichtscènes worden
opgeslagen.
"Alles aan"
Indien het "alles aan" commando op de
handzender wordt gegeven schakelt de actor
in.
"Alles uit"
Indien het "alles uit" commando op de handzender wordt gegeven schakelt de actor uit.
Installatie
Blauwe draad, BU:
Bruine draad, BN:
Zwarte draad, BK:
N, nulleider
μ, potentiaalvrij
schakelcontact
L, AC 230 V ~
Inleren van een zender
Om de actor met een zender te kunnen
bedienen, moet deze in de actor worden
ingeleerd.
Tijdens het inleren mag de afstand tussen de
actor en de zender niet meer dan 5 meter
bedragen.
Werkwijze
1. De drukknop ON/OFF voor min. 3 sec.
indrukken. De inleerstand (duur ca. 1 min.)
wordt door een knipperende LED aangeduid. Gedurende deze tijd kan een radiografisch kanaal worden ingeleerd.
2. Inleren
De gewenste zender moet een signaal
afgeven. Druk de gekozen kanaaltoets voor
minstens 1 sec. in.
Lichtscènes
Druk de gewenste lichtscènetoets voor
min. 3 sec. in.
A 13
Radiografische jaloezieactor Art.nr.: FAJ 6 UP
Verwijderen van een zendsignaal
Een zendsignaal wordt verwijderd door deze
opnieuw in te leren.
Alle kanalen van een lichtscène moeten
separaat worden verwijderd.
Een succesvolle verwijdering wordt kenbaar
gemaakt door het snel knipperen van LED
"prog".
Technische gegevens
Nominale spanning
AC 230 V~, 50/60 Hz
Schakelcontact
Relais, μ-contact,
8A
Installatieautomaat
10 A
Belasting
Gloeilampen
1000 W
HV-halogeen
1000 W
LV-halogeen met
0750 VA
Tronic trafo's
(minstens 85 % belasten)
Fluorescentielampen
Niet gecompenseerd 0500 VA
Parallelgecompenseerd
0400 VA
(47 μF)
Duo-schakeling
1000 VA
Energiespaarlampen:
Bij energiespaarlampen kunnen hoge aanloopstromen optreden. Lees fabrikanten
informatie.
Functie FA 10 UPT / FA 26 UPT
De radiografische pulsactor sluit zijn relaiscontact zolang het daartoe radiografische
telegrammen ontvangt. Deze telegrammen
worden bijv. door een handzender verzonden
(alleen linker toets /\). De zendduur is afhankelijk van de toegepaste zender. Wordt geen
signaal meer ontvangen dan opent het
contact zich weer. De pulsactor kan tot 14
kanalen (FA 26 UPT: 2 x 7) inleren.
Let op: de volgende functionaliteiten worden
door de pulsgever niet ondersteund: alles
aan, alles uit, lichtscènes en lichtregeling.
Bij directe bediening op de programmeertoets of ontvangst van een radiografische
observer telegram reageert het apparaat als
een schakelactor.
Functie
De schakelactor kan twee van elkaar onafhankelijke lasten schakelen (AC 230 V, 6 A)
zodra een daartoe geëigend radiografisch
signaal is ontvangen.
De 2-kanaals actor kan tot 2 x 7 zenders
inleren.
Na ontvangst van een signaal van de radiografische observer schakelt de actor voor
1 minuut in.
Opmerking
Wil men een nieuw kanaal inleren terwijl alle
posities bezet zijn, dient eerst een bestaande
toewijzing verwijderd te worden.
Installatie
De actor conform bovenstaand schema aansluiten.
Opmerking
• De afstand van de actor ten opzichte van
elektronische apparaten zoals TV-Hifi en
magnetron dient minimaal 0,5 m te
bedragen.
• De afstand tussen een mini-actor en
een zender dient minimaal één meter te
bedragen.
Antenne
Om maximale ontvangst te bereiken dient
de antenne zo vrij mogelijk en maximaal te
worden uitgestrekt. De antenne ook op
afstand houden van grote metalen oppervlakten zoals kozijnen en dergelijke.
De antenne niet verlengen of inkorten.
Inleren
Tijdens het inleren mag de afstand tussen
de actor en de zender niet meer dan 5 meter
bedragen.
Werkwijze
1. De drukknop ON/OFF voor min. 3 sec.
indrukken , om in de kanaalkeuzestand te
komen. Beide kanalen worden uitgeschakeld en de LED licht voor ca. 2 sec. op in
rood en groen.
De actor wacht in deze stand op een
keuze voor een kanaal. Een korte druk op
de ON/OFF toets geeft kanaal 1, de LED
licht rood op; een langere druk is voor
kanaal twee, de LED licht groen op
bekrachtiging. Ca. 2 sec. na de kanaalkeuze begint de LED in de actieve kleur te
knipperen. De leermodus voor dit kanaal is
nu ca. 1 minuut actief.
2. Inleren
De gewenste zender moet een signaal
afgeven. Druk de gekozen kanaaltoets voor
minstens 1 sec. in.
Lichtscènes
Druk de gewenste lichtscènetoets voor
min. 3 sec. in.
"Alles aan/alles uit"
Druk de gewenste toets voor minstens
10 sec. in.
Radiografische observer
Een beweging maken in het detectieveld
van de observer.
3. Ter controle dat er een signaal is ontvangen
licht de rode LED "prog" permanent op.
4. De inleerprocedure kan ten allen tijde
worden afgebroken door op de ON/OFF
knop te drukken.
Lichtscènes
Met de radiografische hand- of wandzender
is lichtscènebedrijf mogelijk (alleen schakelen). De gewenste lichtscène moet ingeleerd
worden. Er kunnen tot 5 lichtscènes worden
opgeslagen.
"Alles aan"
Indien het "alles aan" commando op de
handzender wordt gegeven schakelt de actor
in.
"Alles uit"
Indien het "alles uit" commando op de handzender wordt gegeven schakelt de actor uit.
Verwijderen van een zendsignaal
Een zendsignaal wordt verwijderd door deze
opnieuw in te leren.
Alle kanalen van een lichtscène moeten
separaat worden verwijderd.
Een succesvolle verwijdering wordt kenbaar
gemaakt door het snel knipperen van LED
"prog".
Technische gegevens
Nominale spanning
AC 230 V ~,
50/60 Hz
Schakelcontact
Relais, μ-contact 6 A
Installatieautomaat
10 A
Belasting
Gloeilampen
350 W
HV-halogeen
300 W
LV-halogeen met
conv. trafo's
350 VA (minstens
85 % belasten)
JUNG Tronic trafo
300 W
Fluorescentielampen
niet gecompenseerd
350 VA
Functie
De radiografische jaloezieactor maakt bediening van een jaloezie- of rolluikmotor op
afstand mogelijk.
Afhankelijk van de bedieningswijze van een
radiografische zender worden de lamellen
versteld (kort indrukken van de toets, < 1
sec.) of wordt de jaloezie op of neer gestuurd
(langer indrukken van de toets, > 1 sec.).
De radiografische jaloezieactor kan maximaal
14 radiografische zenders inleren.
De eindpositie van de jaloezie (geheel boven,
geheel beneden) kan samen met verlichting
in maximaal 5 lichtscènes worden
geïntegreerd. De gewenste lichtscène-toets
van de radiografische hand- of wandzender
moet ook op de radiografische jaloezieactor
worden ingeleerd.
Aanwijzingen
Om oversturing van de radiografische ontvanger (actor) te voorkomen moet de afstand
tussen de radiografische jaloezieactor en een
radiografische zender minimaal 1 m bedragen.
Wanneer alle 14 geheugenplaatsen bezet
zijn, dient u een reeds ingeleerde radiografische zender te wissen, om een nieuwe zender te kunnen inleren.
Veiligheidsinstructies
De afstand tot elektrische lasten (bijv. elektronische trafo’s, EVG’s en TV’s) moet minimaal 0,5 m bedragen.
De radiografische jaloezieactor is uitsluitend
voor het schakelen van jaloezie- en rolluikmotoren ontworpen.
Geen andere lasten schakelen!
Andere toepassingen kunnen gevaar met zich
mee brengen (b.v. roldeurbesturing).
Indien jaloeziemotoren parallel geschakeld
moeten worden, beslist de gegevens van de
motorfabrikant in acht nemen.
De motoren kunnen anders defect raken.
Eventueel gebruik maken van het
scheidingsrelais type TR-S.
Gebruik uitsluitend jaloezieën of rolluiken met
mechanische of elektronische eindschakelaars voor de eindposities.
Door de elektronische vergrendeling van het
toestel wordt een minimum omschakeltijd bij
richtingswijziging van ca. 1 seconde gerealiseerd.
Raadpleeg de aanwijzingen van de motorfabrikant voor wat betreft de omschakeltijd en
de max. inschakelduur.
Antenne
Om een optimale ontvangst te
verkrijgen dient u de antenne volledig
uitgetrokken, dus niet opgerold, te monteren.
Houd voldoende afstand tot grote metalen
oppervlakten (b.v. metalen deurkozijnen).
De antenne niet inkorten, afstrippen of
verlengen.
Inleren van een radiografische zender
Bij het inleren van een radiografische zender
is de gevoeligheid van de radiografische ontvangers tot ca. 5 m gereduceerd.
De afstand tussen de radiografische
jaloezieactor en de in te leren radiografische zender dient derhalve tussen 0,5 m
en 5 m te liggen.
Procedure
1. Druk de PROG-toets van de jaloezieactor
gedurende ca. 4 seconden in, om in de
inleermodus te komen. De rode LED knippert nu gedurende ca. 1 minuut.
Gedurende deze tijd kan een zender
(kanaal) worden ingeleerd.
2. Activeer op de gekozen radiografische
zender een radiografisch telegram; (zie
gebruikshandleiding radiografische
zender).
Inleren van een kanaal
Kies de gewenste groep.
Druk de gewenste kanaaltaster langer dan
1 seconde in.
Inleren van een lichtscène-toets
Druk de lichtscène-toets langer dan
3 seconden in.
3. De radiografische jaloezieactor bevestigt
het inleren via het continue gaan branden
van de rode LED.
4. U verlaat de inleermodus automatisch na
ca. 1 minuut of via kort indrukken van de
PROG-toets. De radiografische jaloezieactor staat vervolgens in de bedrijfsmodus.
Wissen van een radiografische zender
Een reeds ingeleerde radiografische zender
wordt via een nieuwe inleerprocedure voor
die zender gewist (zie boven). Alle kanalen en
lichtscène-toetsen moeten afzonderlijk
worden gewist. Succesvol wissen wordt
door het sneller knipperen van de rode LED
aangegeven.
Lichtscène
In een lichtscène kan de eindpositie van een
jaloezie samen met de verlichting worden
vastgelegd. Deze lichtscène kan via een
nieuwe programmering altijd worden
gewijzigd. Alvorens een lichtscène vast te
leggen of op te roepen, moet eerst een lichtscène-toets van de radiografische zender
worden ingeleerd (zie „Inleren van een lichtscène-toets)
Vastleggen van een lichtscène
1. Stuur de jaloezie in de gewenste
eindpositie via indrukken van een
ingeleerde kanaaltaster.
2. Druk de gewenste lichtscène-toets
gedurende minimaal 3 seconden in.
Aanwijzing
Wanneer de jaloezie tijdens het vastleggen
van een lichtscène niet in een eindpositie is
of op weg is naar een eindpositie, wordt deze
jaloezie niet in de lichtscène vastgelegd.
Testbedrijf
Na het installeren kan de radiografische
jaloezieactor door middel van een aantal
keren kort indrukken (< 1 sec.) van de
PROG-toets worden getest.
Hierbij worden de volgende bedrijfsstanden
doorlopen:
Stap Reactie
LED
1
Jaloezie omhoog (2 min.) rood
2
Stop
uit
3
Jaloezie omlaag (2 min.) groen
4
Stop
uit
Technische gegevens
Nominale spanning
AC 230 V~,
50/60 Hz
(N-leider vereist)
Beveiligingsschakelaar 10A
Schakelvermogen
max. 1 motor 400 W
Relaisuitgang
2 maakcontacten
(spanningvoerend
en onderling
vergrendeld)
Omschakeltijd bij
richtingswijziging
ca. 1 sec.
Continueloop
ca. 2 min.
Ontvangstfrequentie
433,42 MHz
Toelating PTT
LPD-D
Beschermingsgraad
IP20
Afmetingen (Ø x H)
52 x 23 mm
Middenboring Ø
7,5 mm
Omgevingstemperatuur ca. 0 °C tot +55 °C
Rel. luchtvochtigheid
0 % tot 65 %
Energiespaarlampen
Bij energiespaarlampen kunnen hoge aanloopstromen optreden. Lees fabrikanten
informatie.
A 14
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 15
Schakelschema’s
Schakelschema´s
Afdekking met radiografische ontvanger
voor Lichtmanagement Art.nrn.: .. 1561.07 F ..
Afdekking met radiografische ontvanger
voor Jaloeziemanagement
Art.nr.: .. 5232 F .., .. 5232 FS ..
Functie
De afdekking met radiografische ontvanger in
combinatie met een standaard of universele
tastdimmer maakt radiografische afstandsbediening en handmatige aansturing van verlichting mogelijk. Deze verlichting kan
geschakeld (korte bedieningsduur) of gedimd
(lange bedieningsduur) worden.
Bij ontvangst van een radiografisch telegram
van de radiografische observer schakelt de
verlichting gedurende een tijd van ca.
1 minuut in.
De inschakel-helderheidswaarde kan handmatig worden vastgelegd (geheugen-functie).
In de afdekking met radiografische ontvanger
kunnen maximaal 30 radiografische zenders
worden ingeleerd.
Lichtscène
Met de radiografische hand- of wandzender
is lichtscène-bedrijf mogelijk. De gewenste
lichtscène-toets van de radiografische handof wandzender moet in de afdekking worden
ingeleerd.
Er kunnen maximaal 5 lichtscènes worden
vastgelegd.
ALLES-UIT
Indrukken van de ALLES-UIT-toets van een
ingeleerde radiografische hand of wandzender leidt tot uitschakeling van de belasting.
ALLES-AAN
Indrukken van de ALLES-AAN-toets van een
ingeleerde radiografische handzender leidt
tot inschakeling van de belasting.
Technische gegevens
Voedingsspanning
vanuit basiselement
Ontvangstfrequentie
433,42 MHz
Temperatuurgebied
0 °C tot +55 °C
Toelating PTT
LPD-D
Aanwijzing
De afstand tot elektrische belastingen (bijv.
elektronische transformatoren, EVG’s of TV)
dient minimaal 0,5 m. te bedragen.
De afdekking met radiografische ontvanger
niet bij ingeschakelde netspanning (230 V)
opsteken, omdat anders een storing optreedt!
Inleren van een radiografische zender
Om de afdekking met een radiografische
zender te kunnen bedienen, moet deze radiografische zender op de afdekking worden
ingeleerd.
De afstand tussen de afdekking en de in
te leren radiografische zender mag niet
meer dan 5 m bedragen.
Procedure
1. Met de afdekking de verlichting
uitschakelen.
2. Gehele vlak van de afdekking min. 4 sec.
indrukken. De afdekking is nu gereed om
een zender (kanaal) in te leren, dit wordt
kenbaar gemaakt door een langzaam pulserende toon gedurende 1 minuut.
3. De gewenste radiografische zender moet
een radiografisch telegram sturen, zie
bedieningshandleiding van betreffende
radiografische zender.
Inleren van een kanaal:
Gewenste kanaal-taster minmaal 1 sec.
indrukken.
Inleren van een lichtscènetoets:
De gewenste lichtscène-toets minimaal
3 sec. indrukken.
Inleren van een ALLES-AAN- resp.
ALLES-UIT-toets:
ALLES-AAN- resp. ALLES-UIT-toets
minimaal 10 sec. indrukken.
Inleren van een radiografische observer:
Een beweging maken in het detectiegebied
van de radiografische observer.
4. Succesvol inleren wordt door een continue
toon bevestigd (duur ca. 1 min.).
A 15
Het inleren kunt u op ieder moment via
indrukken van de afdekking afbreken.
Aanwijzing
Wanneer alle 30 geheugenplaatsen bezet
zijn, dient u een reeds ingeleerde radiografische zender te wissen.
Wissen van een radiografische zender
1. Wissen van een ingeleerde radiografische
zender wordt door middel van een nieuwe
inleerprocedure voor deze zender bewerkstelligt. Alle kanalen en lichtscènetoetsen
moeten afzonderlijk worden gewist.
Succesvol wissen wordt door een korte
pulserende toon bevestigd (duur ca. 1 min.).
Het wissen kunt u ieder moment via indrukken van de afdekking afbreken.
Bediening
Kort indrukken (maximaal 0,4 sec.)
Met de bovenste helft van de afdekking
wordt de verlichting ingeschakeld, met de
onderste helft van de afdekking wordt de
verlichting uitgeschakeld. De verlichting
wordt ingeschakeld op de geheugenwaarde.
Langdurig indrukken (minimaal 0,4 sec.)
Met de bovenste helft van de afdekking
wordt de verlichting op gedimd. Met de
onderste helft van de afdekking wordt de
verlichting neer gedimd.
Aanwijzing
Wanneer u vanuit uitgeschakelde toestand
de onderste toets langer dan 4 sec. indrukt
schakelt de verlichting in op de minimum
lichtsterkte.
Geheugenfunctie
Wanneer de actuele dimwaarde als geheugenwaarde op de afdekking moet worden
vastgelegd, dient u de afdekking over het
hele toetsvlak in ingeschakelde toestand
gedurende min. 3 sec. in te drukken. Ter
bevestiging volgt een „softstart“, d.w.z. de
lamp wordt tot de vastgelegde maximum
waarde omhoog (= helderder) gedimd. Bij de
eerstvolgende inschakeling wordt deze vastgelegde (geheugen)waarde afgeroepen.
Inschakelen geschiedt eveneens via de
ontvangst van een ingeleerd radiografisch
telegram van een radiografische hand-,
wand- of universeelzender.
Wanneer een ingeleerd radiografisch telegram van een radiografische observer wordt
ontvangen schakelt de dimmer gedurende
ca. 1 minuut op de geheugenwaarde in.
Lichtscène
In een lichtscène kan de lichtsterkte van een
verlichtingsgroep worden vastgelegd. Deze
lichtscène kan via opnieuw vastleggen op elk
moment worden gewijzigd.
Voorafgaand aan het vastleggen resp. oproepen van een lichtscène moet een
Lichtscènetoets van een radiografische zender worden ingeleerd (zie „ Inleren van een
lichtscènetoets).
Vastleggen van een lichtscène
1. Lichtsterkte van de lamp instellen.
2. Gewenste lichtscènetoets van de radiografische zender minimaal 3 sec. indrukken.
3. Ter bevestiging, dat deze lichtscène werd
vastgelegd, klinkt een korte toon (ca. 1
sec.).
Attentie
Gebruik de mechanische nevenbediening
(maakcontact) allleen wanneer de afdekking
(1561.07) op de universele resp. standaarddimmer is gestoken. Anders treedt een
functiestoring op. Bij toepassing van een
afdekking met radiografische ontvanger
(.. 1561.07) dient gebruik te worden gemaakt
van het neventoestel art.nr. 1220 NE.
Functie
De afdekking met de radiografische ontvanger is een component van het jaloezie management.
In verbinding met de motorstuureenheid is
het mogelijk zowel manueel als met een
radiografische afstandsbediening jaloezieën
te sturen.
Met de taster omhoog gestuurd en met de
taster naar omlaag.
Kort indrukken (max. 1 sec.)
De jaloezie wordt voor de duur van het
indrukken gestuurd.
Deze functie is voor het verstellen van de
lamellen.
Langer indrukken (min. 1 sec.)
De jaloezie wordt omhoog resp. omlaag
gestuurd gedurende 2 minuten.
Er kunnen tot maximaal 30 radiografische
zenders "ingeleerd" worden, hierbij zijn de
volgende radiografische afstandsbedieningen
mogelijk: radiografische handzender, radiografische wandzender en radiografische
universeel zender.
De eindstanden van de jaloezie (boven resp.
onder) kunnen in een lichtscène worden
geïntegreerd.
Door een elektrische vergrendeling in de
afdekking wordt een minimale omschakeltijd
bij richtingswissel van 1 sec. gerealiseerd.
Opmerkingen van de motorenfabriek betreffende omschakeltijd en maximale inschakeltijd in acht nemen.
Opmerking:
De afstand naar de elektrische belastingen
(bijv. elektronische trafo) moet minstens
0,5 meter bedragen.
De afdekking met de radiografische ontvanger kan alleen in verbinding met de motorstuureenheid in bedrijf gesteld worden.
Technische gegevens
Spanning
door de motorstuureenheid
Omschakeltijd bij
richtingswissel
ca. 1 sec.
Ontvangstfrequentie
433,42 MHz
Temperatuurbereik
0 °C tot + 55 °C
"Inleren" van een radiografische zender
Om een afdekking met radiografische ontvanger met een afstandsbediening te kunnen
bedienen, moet deze afstandsbediening in de
afdekking "ingeleerd" worden.
De afstand tussen de afdekking en de
"lerende" radiografische zender mag de
5 meter niet overschrijden.
De leermodus kan niet geactiveerd worden
als de neventoestelingang 2 van de motorstuureenheid áán netspanning ligt.
"Inleren" van een radiografische zender
1. Druk de taster van de afdekking minstens
3 sec. in.
De "inleermodus" (duur ca. 1 min.) wordt
door een lang pulserende toon aangegeven. Gedurende deze tijd kan een radiografisch kanaal "ingeleerd" worden.
2. De gewenste radiografische zender moet
een radiografisch bericht uitzenden.
"Inleren" van een radiografisch kanaal:
Druk de gewenste kanaaltaster minstens
1 sec. in.
"Inleren" van een lichtscène:
Druk de gewenste lichtscènetaster minimaal 3 sec. in.
"Inleren" van "alles uit" / "alles aan":
Druk de gewenste "alles uit" resp. "alles
aan" taster minimaal 10 sec. in.
3. Een succesvolle uitvoering van het "inleerproces" wordt aangegeven door een duurtoon (ca. 1 min.).
Opmerking
Als alle 30 geheugenplaatsen gebruikt zijn, moet
een reeds "ingeleerde" radiografische zender
verwijderd worden.
Verwijderen van een radiografische
zender
Het verwijderen van een "ingeleerde" radiografische zender gebeurt door het opnieuw
"inleren" van deze radiografische zender.
Alle kanalen en lichtscènetasters moeten
apart verwijderd worden.
Een succesvolle verwijdering wordt door een
kort pulserende toon aangegeven (duur
ca. 1 min.).
Het "leerproces" kan op ieder moment
worden onderbroken door het indrukken van
de taster van de afdekking.
Lichtscène
In een lichtscène kan een eindstand van een
jaloezie opgenomen worden. Deze lichtscène
is door het opnieuw opslaan op ieder tijdstip
te wijzigen.
Voor het opslaan en afroepen van een lichtscène moet een lichtscènetaster van de
radiografische zender "ingeleerd" worden.
Opslaan van een lichtscène
1. Jaloezie in de gewenste eindpositie sturen.
2. Gewenste lichtscènetaster van de radiografische zender minstens 3 sec. indrukken.
3. Als bevestiging, dat de lichtscène is opgeslagen, klinkt een korte toon (ca. 1 sec.).
Lichtwaarde instellen
Met behulp van een potentiometer, die zich
aan de achterzijde van de afdekking
beveindt, kan men de lichtwaarde waarop de
jaloezie naar geactiveerd wordt, binnen een
bereik van 5.000 tot 80.000 Lux afstellen.
Instelling: ca. 80.000 Lux
Instelling: ca. 05.000 Lux
Fabrieksmatig is de potentiometer op
10.000 Lux afgesteld (alleen de Sensorversie).
Opmerking
Als tijdens het "inleren" de jaloezie zich niet
in de eindpositie bevindt, wordt deze jaloezie
niet in de lichtscène opgeslagen.
A 16
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 17
Schakelschema’s
Schakelschema's
Funkkop Art.nr.: FK 100 REG
Radiografische observer Art.nr.: FW 180 WW
Radiografische schakeleenheid Art.nr.: FWL 2200 WW
De functionaliteit van de REG actoren
komt exact overeen met die van de EB en
UP actoren, bijv.
FA 10 REG
– FA 10 EB
FAJ 6 REG
– FAJ 6 UP
FST 1240 REG
– FST 1240 EB
FUD 1254 REG
– FUD 1253 EB
Functie
De funkkop is een DIN-rail apparaat dat
telegrammen ontvangt. Deze worden in
leidinggebonden data omgezet en ter evaluatie naar aangesloten radiografische actoren
(REG) doorgezonden. Er kunnen tot 30 actoren worden aangesloten.
Antenne
De funkkop is uitgerust met een interne
antenne. Bij ongunstige ontvangst (bijv. door
bouwkundige voorzieningen) kan optioneel
een externe antenne geïnstalleerd worden
(art.-nr. F-ANT).
Aansluiting
De funkkop wordt op de DIN-rail geklikt en
volgens bovenstaand schema aangesloten.
De funkkop wordt met een busleiding met
2-polige klemmen met de actoren verbonden.
De gezamenlijke leidinglengte mag max. 3 m
bedragen. Als busleiding dient een afgeschermde leiding met getwiste aders met
een doorsnede van 0,8 mm te worden toegepast (bijv. J-Y(St)Y 2x2x0,8).
Technische gegevens
Nominale
spanning
AC 230 V ~ 50/60 Hz
Zendfrequentie
433,42 MHz
Omgevingstemperatuur
ca. 0 °C tot +45 °C
Aansluitklemmen 1,5 – 4 mm2 massief of
0,75 – 4 mm2 soepel,
zonder adereindhulzen
0,5 – 2,5 mm2 soepel
met adereindhulzen
Beschermingsgraad
IP 20
Inbouwmaat
36 mm (2 TE)
Radiografische observers reageren op bewegende warmtebronnen zoals mensen, dieren
of objecten en zenden dan een signaal naar
de schakeleenheid die bijv. verlichting inschakelt.
Radiografische systemen zijn een praktisch
alternatief als men meerdere observers nodig
heeft.
Radiografische observers worden gevoed
door een 9 V blokbatterij, en hebben daarom
geen voedingskabel nodig. Men kan de
observer plaatsen waar dit gewenst is en niet
daar waar een voeding aanwezig is.
Tot 30 observers kunnen gecombineerd worden in één systeem. De observer is voorzien
van LED functieindicatie.
De schakelunit blijft geactiveerd zolang er
bewegingsdetectie is. Zodra er geen detectie
wordt waargenomen schakelt de unit na de
ingestelde tijdvertraging uit.
Additionele functies zoals twee uur aan of
twee uur uit zijn mogelijk.
Zowel de inschakeltijd als de lichtintensiteit
zijn instelbaar op de schakelunit.
Technische gegevens art.nr. FW 180 WW
Spanning
9 V DC
Batterijtype
blok, 9 V
Levensduur batterij
Lithium (1,2 Ah)
ca. 4 jaar
Alkaline (0,55 Ah)
ca. 1,5 jaar
Opgenomen vermogen
Dagfunctie
ca. 0,14 mW
Nachtfunctie
ca. 0,27 mW
Radiotransmissie
ca. 27 mW
Frequentie
433,42 MHz
Bereik
ca. 100 m vrij veld
Detectieveld
180°
Detectieradius
16 m
Luxwaarde bedrijf
3 – 200 lux
Montagehoogte
ca. 2,40 m
Gevoeligheid
20% – 100%
Omgevingstemperatuur –25 °C – +55 °C
Beschermingsgraad
IP 55
Radiografische schakeleenheid
De radiografische schakeleenheid bevat de
volgende instelmogelijkheiden
Lichtgevoeligheid Aanbevolen instelling: 10 lux (zie afbeelding),
activeert het systeem bij invallende schemering.
Timer Instelbaar tussen ca. 10 sec en 15 minuten.
Programmering OFF: normaal bedrijf
ON: inleer modus
Inleer modus radiografische observers
Als een radiografische observer voor de eerste maal geïnstalleerd wordt, dient deze
"ingeleerd" te worden, dat wil zeggen toegewezen aan een schakeleenheid, die op de
signalen van deze observer reageert.
1. Zet de "Prog" schakelaar van de schakeleenheid in stand "ON" om de "inleer"
modus te activeren. De rechtse LED (rode)
knippert. Maak een beweging om de sensor te triggeren. Dit is van toepassing in
zowel de gewone als de test mode.
2. De rechtse (rode) en de linkse (groene)
LED zullen oplichten ten teken dat een
radiosignaal is ontvangen. De gebruiker
wordt ingeschakeld. Het inleerproces is
succesvol verlopen.
3. Zet de "prog" schakelaar terug in de
"OFF" stand om weer in de normale mode te
komen. De rechtse (rode) LED en de linkse
(groene) LED doven. De gebruiker wordt uitgeschakeld.
Uitleren radiografische observers
Het uitleren van reeds eerder ingeleerde
opdrachten gebeurt door dit commando een
tweede keer in de leren. Ter controle gaat de
rode LED aan en de groene LED uit.
Radio transmissie
De maximum transmissie hangt af van de
materialen gebruikt in het gebouw:
Materiaal
Doordringbaarheid
Hout, gips,
90 – 100%
gipsboard
Steen, multiplex
65 – 095%
gewapend beton
10 – 070%
Metaal, rasterplaat,
00 – 010%
Aluminium
A 17
Technische gegevens art.nr. FWL 2200 WW
Spanning
230 V AC, 50 Hz
Schakelcontact
relais
Vermogen
Gloeilampen
2500 W
230 V Halogeen
2500 W
12 V Halogeen
conventionele trafo
1000 W
Tronic trafo
1500 W
Fluorescentielampen
Niet gecompenseerd 1200 W
Parallel gecompenseerd 0920 W
Duoschakeling
2400 W
Let op:
Controleer op hoge aanloopstroom van
spaarlampen
Voorbeveiliging
10 A
Opgenomen vermogen 2,5 W
Aanloopstroom
20 A
Inschakelduur
van ca. 10 sec. tot
15 minuten
Lichtgevoeligheid
instelbaar van
3 – 80 lux
Additionele functie aangestuurd door
een puls drukker (verbreekcontact)
Pulsduur
400 ms, ± 50%
Puls interval
600 ms
1. functie
1 x pulsen,
in bedrijf
2. functie
2 x pulsen,
2 uur aan
3. functie
3 x pulsen, 2 uur uit
Ontvangfrequentie
433,42 Mhz
Omgevingstemperatuur –25 °C tot +55 °C
Beschermingsklasse
IP 55
Radio ontstoring
volgens VDE 0875
Nacht functie
Zodra er een beweging is gedetecteerd, meet
de schakeleenheid de hoeveelheid licht, vergelijkt het met de ingestelde waarde.
• E < ingestelde lichtwaarde:
Het radiosignaal gaat naar de schakeleenheid.
• Stel de lichtintensiteit in op < E
< 200 lux:
Het radiosignaal gaat naar de schakelunit.
• E > 200 lux:
Schakel over naar daglicht functie
Dag functie
De observer meet elke tien seconde de lichtwaarde. Komt de waarde onder de 80 lux,
dan schakelt het apparaat om naar de nachtfunctie.
Lege batterij
Een "Low Bat" signaal wordt naar de
schakeleenheid gezonden zodra de batterij
een niveau bereikt die lager is dan de kritische waarde (UBat < kleiner dan 8,0 V) .
De rode LED op de observer en op de
schakeleenheid geven een indicatie over
deze kritieke situatie.
Let op:
Radiografische observers zijn niet vandaalbestendig en daarom niet geschikt als
alarminstallaties.
A 18
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 19
Schakelschema’s
Schakelschema’s
Radiografische tussensteker (dimmen) Art.nr.: FZD 1254 WW
Functie
De radiografische tussensteker dimmen is
een Universeeldimmer met automatische
lastherkenning.
Met de radiografische tussensteker dimmen
kan men op afstand een lichtbron schakelen
en dimmen.
Met de handbediening (knop 2) kan de lichtbron ter plaatse worden geschakeld.
De radiografische tussensteker dimmen kan
tot 30 zenders inleren.
Ontvangt de tussensteker dimmen in uitgeschakelde stand een telegram van een ingeleerde radiografische observer dan schakelt
de dimmer gedurende 1 minuut in op de
ingestelde basishelderheidswaarde.
Alle beschreven functies zijn uitsluitend
mogelijk als de tussensteker dimmen in een
wandcontactdoos zit en er belasting op de
dimmer is aangesloten.
Lichtscénes
Met de radiografische hand- of wandzender
is lichtscènebedrijf mogelijk.
De tussensteker dimmen kan in max. 5 lichtscènes worden opgenomen.
De gewenste lichtscènetoets van de wand- of
handzender moet eerst worden ingeleerd in
de dimmer.
Daarna kunnen de lichtscene-gegevens
(helderheidswaarde van de verlichting) in de
dimmer worden opgeslagen.
Een lichtscene kan door opnieuw opslaan
continue wordengewijzigd.
Alles aan/ Alles uit
Bij het inleren van een radiografisch kanaal
worden de ALLES-AAN en ALLES-UIT
knoppen automatisch mee ingeleerd.
Het indrukken van de "alles aan of alles uit"
toets van de hand- of wandzender leidt tot
het in- of uitschakelen van de lichtbron.
Lichtregeling
Met de tussensteker dimmen en een ingeleerde radiografische Presentiemelder kan
een lichtregeling worden gerealiseerd.
Installatie
• De afstand tussen de dimmer en andere
apparaten (bijv. magnetron, audio- en
videoapparaten) moet ten minste 0,5 m
zijn.
• Om oversturing van de radiografische
ontvanger te voorkomen dient de afstand
tussen de tussensteker en een zender
minimaal 1m te bedragen.
Automatische lastherkenning
Bij een 1e installatie en na netafschakeling
herkend de tussensteker dimmen de soort
belasting automatisch.
De herkenningsprocedure is zichtbaar door
het kort knipperen van de lichtbron.
De herkenningsprocedure duurt, afhankelijk
van de arbeidsfactor, tussen 1 sec. en
10 sec.
Gedurende deze periode is geen bediening
mogelijk.
Een netuitval langer als 0,2 sec. resulteert in
het uitschakelen van de dimmer.
A 19
Kortsluitbeveiliging
In fase-afsnijding
(capacitieve of ohmse belasting)
Afschakeling met automatische herinschakeling na opheffing van de kortsluiting binnen
7 seconden. Daarna permanente afschakeling tot handmatig inschakelen.
In fase-aansnijding (inductieve belasting)
Afschakeling met automatische herinschakeling na opheffing van de kortsluiting binnen
100 ms. Daarna permanente afschakeling tot
handmatig inschakelen.
Oververhittingsbeveiliging
De dimmer schakelt af bij oververhitting en
moet, na afkoeling opnieuw ingeschakeld
worden.
Inleren van een radiografische zender
Om de radiografische tussenstekker dimmen
met een radiografische zender te kunnen
bedienen moet een radiografisch kanaal van
de gewenste radiografische zender worden
ingeleerd. De afstand tussen de dimmer en
de in te leren radiografische zender mag niet
groter zijn als 5 meter.
1. Knop 2 kort (< 1 sec.) indrukken.
De radiografische tussenstekker schakelt
de belasting uit.
Programmeerknop voor ca. 4 sec. indrukken om in de inleerstand te komen.
De LED knippert voor ca. 1 minuut.
Binnen deze minuut kan de radiografische
zender worden ingeleerd.
2. De radiografische zender moet een radiografische signaal uitzenden.
• Inleren van een radiografisch kanaal:
Druk de gewenste kanaaldrukknop minimaal 1 seconde in.
• Inleren van 'alles uit' c.q. 'alles aan':
Druk de 'alles uit' c.q. 'alles aan' toets
minimaal 10 sec. in.
• Inleren van een lichtscène:
Druk de gewenste lichtscène drukknop
minimaal 3 sec. in.
• Inleren van een radiografische observer:
Batterij van de observer voor ca. 2 minuten
losnemen. Batterij aansluiten en binnen
15 minuten een beweging binnen het
bereik van de observer uitvoeren.
Observer wordt ingeleerd.
• Inleren van een radiografische
presentiemelder:
De batterij van de zender voor ca. 2 minuten losnemen. Na plaatsen van de batterijen wordt er gedurende 30 sec. een inleertelegram verzonden.
Toelichting: Een combinatie van observer en
presentiemelder is tevens mogelijk.
4. De tussensteker dimmen bevestigt een
succesvolle inleerprocedure middels continue branden van de LED.
5. De inleerstand wordt automatisch na
1 minuut of na kort indrukken van de
inleerknop beëidigd.
Als een volgend radiografisch kanaal ingeleerd dient te worden, moet de inleerprocedure herhaald worden. Als alle 30 geheugenplaatsen vol zijn, moeten eerder ingeleerde
kanalen worden gewist.
De kanaal- of lichtscène drukknoppen dienen
één voor één te worden gewist.
Wissen van een ingeleerd
radiografisch kanaal
Het wissen van een radiografisch kanaal
gebeurt door het opnieuw inleren van hetzelfde radiografisch kanaal, zie hierboven.
Het succesvolle wissen van een radiografisch
kanaal wordt door het snel knipperen van de
LED getoond.
De wis modus wordt automatisch verlaten na
ca. 1 minuut of na het indrukken van knop 2.
De radiografische tussenstekker schakelt dan
naar de normale ontvangstmodus.
Wissen van alle ingeleerde
radiografische zenders
Er bestaat de mogelijkheid om alle in de
tussensteker dimmen ingeleerde zenders te
wissen.
Hierbij wordt het apparaat in de fabrieksstand terug gezet.
Om deze procedure uit te kunnen voeren
dient er een belasting op de tussensteker
dimmen te zijn aangesloten.
1. Knop 2 kort (< 1 sec.) indrukken.
De radiografische tussenstekker schakelt
de belasting uit.
2. De programmeerknop voor ca. 20 sec. indrukken.
Na ca. 4 sec. begint de LED te knipperen
en na 20 sec. gaat deze gedurende 6 sec.
Radiografische raamzender Art.nr.: FF 21 WW
kort oplichten.
3. Binnen deze 6 sec. de programmeerknop
kort loslaten en daarna opnieuw kort
(ca. 1 sec.) indrukken om de wisprocedure
te starten.
4. Gedurende het wissen brandt de LED
continue.
Een succesvolle wisprocedure van alle ingeleerde zenders is zichtbaar door snel
knipperen van de LED.
Het knipperen stopt na ca. 1 minuut of na
en korte druk op de programmeerknop.
Geheugenfunctie
(basishelderheidswaarde)
Als de gekozen dimwaarde in het geheugen
dient te worden vastgelegd, moet, in ingeschakelde toestand, de programmeerknop
voor minstens 4 seconden ingedrukt worden,
als bevestiging volgt er een zgn. softstart, dat
wil zeggen de lichtbron wordt op de gekozen
lichtwaarde ingesteld. Bij herinschakelen
wordt deze ingestelde waarde afgeroepen.
Toelichting
• Nieuwe dimmers zijn af fabriek op de
maximale waarde ingesteld.
• De basishelderheidswaarde blijft bij netuitval opgeslagen.
Technische gegevens
Netspanning:
AC 230 V ~, 50/60 Hz
Beveiliging:
glaszekering
T 6,3 H 250 V
Vermogen:
50 – 420 W/VA
– 230 V gloeilampen
(ohmse last, fase-afsnijd)
– HV-halogeenlampen
(ohmse last, fase-afsnijd)
– LV-halogeenlampen met Tronic trafo’s
(capacitieve last, fase-afsnijd)
– LV-halogeenlampen met gewikkelde trafo’s
(inductieve last, fase-aansnijd)
Bij een gemengde belasting met gewikkelde
trafo’s maximaal 50 % ohmse belasting
toegestaan (gloeilampen en HV-halogeenlampen).
Ontvangstfrequentie:
433,42 MHz
Beschermgraad: IP 20
Temperatuurbereik: ca. +5 tot +35 °C
Vocht:
max. 65 % (geen dauw)
Afmetingen
(H x B x D):
136 x 70 x 72 mm
Technische wijzigingen voorbehouden
Functie
De radiografische raamzender (afb. 1) herkend het openen en sluiten van een raam.
Zodra een raam wordt geopend, zendt deze
een radiografisch telegram welke door alle
schakel- en dimactoren wordt verwerkt.
De actoren schakelen alleen dan in als ze
een radiografisch telegram ontvangen. Wordt
het raam gesloten dan schakelt de actor na
max. 1 minuut de belasting uit.
Raambewaking conform
brandverordening
Raambewaking in combinatie met wasemafzuigkappen en stookplaatsen.
Bij gesloten ramen en ingeschakelde wasemafzuigkap kunnen door onderdruk rookgassen in de woning komen.
De wasemafzuigkap mag uitsluitend bij
geopend raam functioneren. Bij gesloten
ramen wordt de voedingsspanning naar de
wasemafzuigkap door een radiografische
actor onderbroken.
1
2
Montage en electrische aansluiting
Montageplaats kiezen (afb. 2)
• Montageplaats zodanig kiezen dat de
radiografische raamzender en de magneet
(3) bij openen van het raam absoluut
gescheiden worden.
Magneet monteren (afb. 3)
Op de behuizing van de radiografische raamzender (1) zijn op de zijkant 2 sensorvlakken
(2) aangegeven.
• Magneethuis door plakken of schroeven op
het raam (4) monteren, zodanig dat de
magneet parallel aan het sensorvlak (2)
ligt.
• Magneet insteken.
Het verwijderen van het behuizingsdeksel is
zonder dit te beschadigen niet mogelijk, derhalve voor het plaatsen van het deksel de
zender monteren en in bedrijf nemen.
De radiografische raamzender is bedrijfsgereed.
• Behuizingsdeksel plaatsen.
Met de bijgeleverde onderplaat kunnen
niveauverschillen met de raamzender worden
gecorrigeerd.
Inleren van een radiografische zender
De raamzender kan in oneindig veel ontvangers worden ingeleerd. De inleerprocedure
resulteert uitsluitend in de betreffende ontvanger tot een toewijzing.
Bij het inleren van een raamzender in een
ontvanger is de gevoeligheid van de ontvanger beperkt.
De afstand tussen de ontvanger en de in te
leren radiografische zender dient derhalve
tussen 0,5m en 5 m. te liggen.
3
• Behuizing losschroeven en deksel
afnemen.
• Batterij gedurende ca. 2 minuten losnemen.
Condensatorontlaadtijd afwachten.
• Batterij aansluiten, in batterijvak (8) plaatsen en batterijkabel in behuizing wegwerken. Op juiste polariteit letten. Kabel niet
beschadigen.
De radiografische raamzender bevindt zich
in de inleerstand en zendt gedurende
1 minuut een inleertelegram. Gedurende
deze periode knippert LED (6).
• Radiografische ontvanger in de inleerstand
schakelen. Bij ontvangst van een inleertelegram wordt de radiografische raamzender
ingeleerd. De ontvanger bevestigt de
inleerprocedure.
• Radiografische ontvanger in de bedrijfsstand schakelen.
Batterij plaatsen c.q. uitwisselen
Bij het aansluiten van de batterij mag geen
enkele ontvanger in de inleerstand staan.
Anders kan dit tot ongewild inleren leiden.
• Behuizing losschroeven en deksel
afnemen.
• Batterij aansluiten, in batterijvak (8)
plaatsen en batterijkabel in behuizing wegwerken. Op juiste polariteit letten. Kabel
niet beschadigen.
De radiografische raamzender bevindt zich
in de inleerstand en zendt gedurende
1 minuut een inleertelegram. Gedurende
deze periode knippert LED (6).
• Deksel plaatsen en vastschroeven.
Wissen in radiografische ontvanger
Een reeds ingeleerde radiografische raamzender kan door een nieuwe inleerprocedure
uit de radiografische ontvanger worden
verwijdert.
• Radiografische raamzender nogmaals in de
radiografische ontvanger inleren.
Technische gegevens
Voedingsspanning:
Batterijtype:
Zendvermogen:
Zendfrequentie:
Reikwijdte:
Bedrijfstemperatuur:
Opslagtemperatuur:
Rel. luchtvochtigheid:
Afmetingen
(L x B x D):
9 V DC
9 V blokbatterij
Alkaline, type LR
< 10 mW
433,42 MHz
ca. 100 m vrije veld
–5 °C…+45 °C
–25 °C…+45 °C
max. 75 % R.V.
(geen dauw)
ca. 132x36x35 mm
A 20
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 21
Schakelschema's
Schakelschema's
Radiografische tussensteker (schakelen) Art.nr.: FZS 10 WW
Functie
Bij het Funkmanagement wordt een speciaal
overdrachts telegram gebruikt, welke alleen
door speciale producten uit deze familie
kunnen worden gestuurd of ontvangen.
De radiografische tussenstekker maakt het
mogelijk in combinatie met een radiografische wandzender, handzender, universeelzender of observer een plaatsonafhankelijk
apparaat met steker (bv. schemerlamp) op
afstand te kunnen schakelen.
De radiografische tussensteker schakelt
elektrische belastingen (230 V AC), zodra een
(ingeleerd) Funkmanagement signaal ontvangen wordt.
Bij ontvangst van een signaal van een radiografische observer schakelt hij ca. 1 minuut
in.
De radiografische tussensteker kan maximaal
30 radiografische zenders inleren. Iedere
radiografische zender beschikt minimaal over
1 radiografisch kanaal.
De radiografische tussenstekker bezit een
verhoogde aanraakveiligheid.
Lichtscènes
Bij gebruik van een radiografische hand- of
wandzender kan een aangesloten lamp in de
standen aan of uit worden opgenomen in een
lichtscène.
Bv. lichtscène 1 = schemerlamp ingeschakeld.
De gewenste lichtscènedrukknop van de
radiografische hand- of wandzender moet in
de radiografische tussenstekker worden
ingeleerd.
Er kunnen maximaal 5 lichtscènes worden
opgeslagen.
Alles aan
Bij de bediening van de 'alles aan' drukknop
van een ingeleerde radiografische handzender wordt de lamp ingeschakeld.
Alles uit
Bij de bediening van de 'alles uit' drukknop
van een ingeleerde radiografische handzender wordt de lamp uitgeschakeld.
Opmerking
Bij het inleren van een radiografisch kanaal
wordt automatisch alles aan / alles uit meegeleerd.
De afstand tot apparatuur welke elektrische
storingen kunnen veroorzaken (bijv. magnetrons, Hifi apparatuur of TV) moet minstens
0,5 meter zijn.
Bediening
Door het indrukken van knop T korter dan
3 seconden wordt de radiografische
tussenstekker in- c.q. uitgeschakeld (wisselfunctie).
De bediening is ook door een ingeleerde
radiografische zender mogelijk.
Het inschakelen van de belasting wordt door
de rode LED L aangegeven.
Beveiliging
Bij niet functioneren eerst de zekering testen
(T 6,3 H 250 V) (bij overbelasting gaat zekering defect). Een reserve zekering is in de
houder te vinden. De zekeringhouder bevindt
zich tussen de stekercontacten.
Alleen originele glaszekeringen gebruiken.
Radiografische overdracht
De radiografische overdracht vindt plaats via
een niet exclusief overdrachtmedium, daarom
kunnen storingen niet uitgesloten worden.
De radiografische overdracht is daarom niet
geschikt voor beveiligingsdoeleinden zoals
bv. nood uit of nood oproep.
A 21
Radiografische sensorafdekking “vlak” Art.-nr.: .. FAS 180 .., Lenstype 1,10 m
Inleren van een radiografische zender
Om een radiografische tussenstekker met
een radiografische zender te kunnen bedienen moet een radiografisch kanaal van de
gewenste radiografische zender worden
ingeleerd. De afstand tussen de radiografische tussenstekker en de in te leren radiografische zender mag niet groter zijn als
5 meter.
1. Het knopje T ca. 3 sec. indrukken. De radiografische tussenstekker schakelt de belasting uit. Binnen ca. 1 minuut kan de radiografische zender worden ingeleerd. In deze
tijd knippert de rode LED .
2. De radiografische zender moet een radiografische signaal uitzenden.
• Inleren van een radiografisch kanaal:
Druk de gewenste kanaaldrukknop minimaal 1 seconde in.
• Inleren van een lichtscène:
Druk de gewenste lichtscène drukknop
minimaal 3 sec. in.
• Inleren van een radiografische
observer:
Maak een beweging binnen het bereik
van de observer.
• Inleren van 'alles uit' c.q. 'alles aan':
Druk de 'alles uit' c.q. 'alles aan' toets
minimaal 10 sec. in.
3. Ter controle, dat een radiografisch kanaal
is ingeleerd brandt de rode LED .
4. De inleermodus wordt automatisch verlaten
na ca. 1 minuut of na het indrukken van
knopje T. De radiografische tussenstekker
schakelt dan naar de normale ontvangstmodus.
Als een volgend radiografisch kanaal ingeleerd dient te worden, moet de inleerprocedure herhaald worden. Als alle 30 geheugenplaatsen vol zijn, moeten eerder ingeleerde
kanalen worden gewist.
De kanaal- of lichtscène drukknoppen dienen
één voor één te worden gewist.
Wissen van een ingeleerd radiografisch
kanaal
Het wissen van een radiografisch kanaal
gebeurt door het opnieuw inleren van hetzelfde radiografisch kanaal, zie hierboven.
Het succesvolle wissen van een radiografisch
kanaal wordt door het snel knipperen van de
rode LED getoond.
De wis modus wordt automatisch verlaten na
ca. 1 minuut of na het indrukken van knopje
T. De radiografische tussenstekker schakelt
dan naar de normale ontvangstmodus.
Technische gegevens
Spanning
230 V AC~, 50/60 Hz
Zekering
T 6,3 H 250 V
Aansluitvermogen (relaiscontact)
gloeilampen:
1000 W
230 V AC halogeenlampen 1000 W
12 V halogeenlampen, conventionele
0750 VA
transformatoren
12 V halogeenlampen, Tronic
0750 W
transformatoren
Fluorescentielampen,
0500 VA
ongecompenseerd
parallel gecompenseerd
0400 VA
(47 μF)
duo schakeling
1000 VA
Omgevingstemperatuur – 20 °C tot 55 °C
Ontvangstfrequentie
433,42 MHz,
PTT goedkeuring
LPD-D
Afmetingen (LxBxH)
163 x 70 x 72 mm
Opmerkingen m.b.t. spaarlampen
Bij het gebruik van spaarlampen opletten op
de hoge inschakelstroom. De geschiktheid
van de lampen voor gebruik controleren.
Niet voor alarmtoepassingen geschikt !
Opgave van variabele instellingen zijn altijd circa
waarden !
De radiografische sensorafdekking “vlak” wordt
direct op de wand gemonteerd. Hij werkt met een
passief infrarood sensor en reageert op warmtebeweging veroorzaakt door personen, dieren of
objecten. Bij detectie van een beweging zendt hij
een radiografisch telegram dat door alle ingeleerde
actoren wordt ontvangen en uitgevoerd.
Bij toepassing van een schakeleenheid als ontvanger
kan zowel de nalooptijd als de lichtwaarde worden
ingesteld.
Achter het afdekkapje aan de voorzijde bevinden
zich 2 potentiometers voor het instellen van
1. Gevoeligheid
2. Lichtwaarde
Montage
Montage gebeurt door middel van schroeven of
plakken van de bijgeleverde montageplaat, met de
markering “top” naar boven. Daarna de sensorafdekking “vlak” samen met het afdekraam aanbrengen. Tevens te integreren in meervoudige
afdekramen.
Optimale werking wordt verkregen door de sensorafdekking “vlak” haaks op de looprichting te monteren. Bij andere montage kan er vertraagd worden
gereageerd.
Vermijdt direct invallend zonlicht op de lens, waardoor deze door de hoge warmte-energie in storing
valt.
LowBatt-indicatie
Achter de lens bevindt zich een rode LED. Als de
LED tijdens het zenden 10 x knippert is de batterij
praktisch leeg (LowBatt) en dient vervangen te
worden. Onder normale omstandigheden knippert
de LED 3 x bij het zenden.
Inleren in de radiografische ontvanger
Het inleren van een radiografische sensorafdekking
“vlak” kan in een onbeperkt aantal ontvangers gebeuren. Het toewijzen van een zendsignaal gebeurt
uitsluitend in het ontvangende deel.
De afstand tussen de radiografische sensorafdekking
“vlak” en de ontvanger mag tijdens het inleren niet
groter zijn dan 5 m.
1. De batterij voor ca. 2 minuten verwijderen
(condensator-ontlaadtijd).
2. De batterij weer inbrengen en ca. 1 min. wachten.
Daarna bevindt de sensorafdekking “vlak” zich in
de “inleermodus/looptestbedrijf”. In deze
bedrijfsstand neemt de sensorafdekking “vlak”
helderheidonafhankelijk bewegingen waar. Alle
hierbij verzonden telegrammen kunnen ingeleerd
worden.
3. Radiografische ontvanger in de inleermodus
schakelen.
4. Een beweging in het detectieveld maken, zodat
deze een inleertelegram kan versturen.
De radiografische ontvanger registreert het
signaal.
5. De radiografische ontvanger weer in de bedrijfsmodus schakelen.
Bericht wissen
Het wissen van een reeds bestaand telegram
gebeurt door het opnieuw inleren van eenzelfde
telegram.
Gevoeligheid
Lichtwaarde
Looptestbedrijf
Het Looptestbedrijf wordt samen met de inleermodus 1 minuut nadat de batterij is aangesloten
automatisch geactiveerd. Dit testbedrijf duurt
10 minuten, gedurende deze tijd worden bewegingen, helderheidonafhankelijk geregistreerd.
De hierbij verzonden telegrammen schakelen de
corresponderende verlichting voor ca. 2 seconden
in. Tevens zijn deze telegrammen in andere ontvangers in te leren. Op deze manier kan het detectieveld van de automatische schakelaar vastgesteld
worden.
Technische gegevens
Detectiehoek
180°
Detectieveld
10 x 12 m
Montagehoogte
1,1 m
Aantal lenzen/lagen 18/2
Voeding
3 Vdc
Batterijtype
Lithium knoopcel (CR2450)
(wordt meegeleverd)
Beschermingsgraad IP 20
Zendfrequentie
433,42 MHz
Zendbereik
60 m (vrije veld)
Instellingen
Lichtwaarde, traploos instelbaar
Waargenomen bewegingen worden alleen bij een
onderschreden lichtwaarde omgezet in een radiografisch telegram. Met potentiometer 2 kan deze
waarde worden ingesteld tussen 0 lux (symbool
maan) en 80 lux (symbool zon). De eindinstelling
richting zonsymbool activeert lichtonafhankelijk
schakelen (dagbedrijf, symbool • ).
Belangrijk: radiografische schakeleenheid
Als een radiografische sensorafdekking “vlak” zijn
signalen naar een radiografische schakeleenheid
stuurt is het aan te bevelen de helderheid op de
automatische schakelaar op 80 lux in te stellen.
Deze waarde bevindt zich vlak voor het zonnesymbool.
De gewenste lichtwaarde kan ook op de schakeleenheid worden ingesteld. Tevens is de inschakeltijd
in te stellen van ca. 10 sec. tot ca. 15 min.
Overige actoren
Alle overige actoren hebben een vaste inschakeltijd
van 1 minuut, nadat geen beweging meer wordt gedetecteerd.
Gevoeligheid
Deze is traploos met potentiometer 1 van ca. 20 %
tot 100 % instelbaar.
Het bereik van een radiografische systeem is afhankelijk van het zendvermogen, de gevoeligheid van de
ontvanger, de luchtvochtigheid, montagehoogte en de
bouwkundige gegevens van het gebouw.
Voorbeelden door materiaal doordringbaarheid
Droog materiaal
Doordringbaarheid
Hout, gips, gipskartonplaten
ca. 90 %
Baksteen, spaanplaten
ca. 70 %
Gewapend beton
ca. 30 %
Metaal, metaaldraad, aluminium beplating ca. 10 %
Neerslag
ca. 0 – 40 %
Montagehoogte
De normale montagehoogte is 1,1 m.
Detectieveld uitvoering met lens 1,1 m
De radiografische sensorafdekking “vlak” heeft een
openingshoek van 180° in 2 lagen.
De grootte van het detectieveld is ca. 10 x 12 m bij
een montage op 1,1 m hoogte. Bij andere montagehoogten varieert de reikwijdte. Door de richting
van de lens is het detectieveld niet begrensd.
Bewegingen die plaatsvinden buiten het daartoe
bedoelde gebied kunnen zodoende ongewenste
schakelingen veroorzaken.
A 22
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 23
Schakelschema's
Vervolg
Radiografische aanwezigheidsmelder Art.nr.: FPM 360 WW
De radiografische aanwezigheidsmelder
zorgt voor een optimale energiebesparing
door aanwezigheidgestuurde verlichting.
Hij werkt met een passief infrarood sensor
en reageert op warmteverplaatsing, die
wordt veroorzaakt door personen, dieren
of objecten. Bij detectie zendt hij een
radiografisch telegram uit dat door alle
radiografische actoren en dimmers vanaf
release R2 (op product gekenmerkt) kan
worden ontvangen en uitgevoerd.
Bij bewegingsherkenning terwijl de ingestelde lichtwaarde niet gehaald wordt
schakelt de aanwezigheidsmelder de ingeleerde ontvanger in. Deze voert afhankelijk
van de ingestelde lichtwaarde de lichtregeling door.
De lichtregeling blijft ingeschakeld zolang
er beweging wordt waargenomen.
Wordt geen beweging meer waargenomen
dan schakelt de actor, na afloop van de
ingestelde nalooptijd, de verlichting uit.
Ook wordt de verlichting uitgeschakeld bij
overschrijding van de bovengrens van de
lichtsterkte.
Ter bewaking van grotere oppervlakten
kunnen meerdere aanwezigheidsmelders
in een gezamenlijk systeem worden opgenomen. Hierbij werkt één aanwezigheidsmelder als hoofdtoestel (master) en de
overigen als neventoestellen (slaves).
Montage
De aanwezigheidsmelder wordt aan het
plafond gemonteerd en bewaakt het onder
hem gelegen werkvlak (afb ).
Afb. 2: De door de aanwezigheidsmelder
gemeten lichtwaarde is samengesteld
uit reflecterend kunst- en daglicht en is afhankelijk van de mate van reflectie
van het oppervlak .
Inleren van de radiografische ontvanger
Voor een goede werking van de lichtregeling dient de radiografische aanwezigheidsmelder slechts in 1 radiografische
ontvanger ingeleerd te worden.
Bij het inleren is de ontvangstmogelijkheid
van de ontvanger tot slechts 5 m. gereduceerd. De afstand dient derhalve tussen de
0,5 en 5 m te liggen.
Inleren, stapsgewijs
1. Bij het inleren van de eerste bewegingsmelder dient de helderheidinstelling (afb.3 ) niet op het symbool
maan te staan. Een zo ingestelde aanwezigheidsmelder wordt als slave geïdentificeerd en kan niet als eerste in
een ontvanger worden ingeleerd. Af
fabriek is de aanwezigheidsmelder
ingesteld op het symbool zon.
2. Neem de batterij voor ca. 2 min. uit de
aanwezigheidsmelder (de ontlaadtijd
van de condensator).
3. Zet de radiografische ontvanger in de
inleermodus.
4. Sluit de batterij weer aan.
De aanwezigheidsmelder zendt
gedurende ca. 30 seconden speciale
inleertelegrammen uit. De ontvanger
bevestigt het inleerproces.
5. Schakel de ontvanger weer in de
normale bedrijfstoestand.
A 23
Instellingen (afb. 4)
Gevoeligheid ‘sens’
Hiermee kan men de gevoeligheid tussen
minimaal en maximaal instellen.
Bij minimaal is de aanwezigheidsmelder
niet actief.
Inschakeltijd ‘time’
Hiermee kan men de inschakeltijd traploos
instellen tussen 2 minuten en 1 uur.
De middenpositie is ca 15 min.
Lichtwaarde ‘lux’
Hiermee kan de lichtwaardedrempel worden ingesteld tussen ca. 3 lux (symbool
maan) en ca. 2000 lux (symbool zon).
De middenpositie is ca. 100 lux.
Deze instelling wordt pas na de activering
van de ‘lichtregelingtestmodus’ in de actor
overgenomen.
Lichtregelingtestmodus
In deze modus wordt de lichtdrempelwaarde vooraf ingesteld. Een fijnregeling
kan plaatsvinden zodra de te gebruiken
zender ingeleerd is.
In deze modus wordt geen bewegingsdetectie uitgevoerd, maar een snelle lichtwaarde vergelijking. (lichtregeling)
De in de aanwezigheidsmelder ingestelde
lichtwaarde wordt naar de ontvanger
gezonden en daar vastgelegd.
Deze vergelijkt de vastgelegde met de
actuele lichtwaarde en reageert dienovereenkomstig.
Radiografische aanwezigheidsmelder Art.nr.: FPM 360 WW
Instelling van de lichtwaardedrempel
Opmerking: de aanwezigheidsmelder
moet in een ontvanger ingeleerd zijn.
1. Bedien de toets (afb.5 ) voor min.
1 sec. De LED knippert 10 snel, daarna
elke 5 sec. De aanwezigheidsmelder
bevindt zich nu voor ca. 5 min. in de
lichtregelingingstest-modus.
2. Regel de helderheiddrempelwaarde op
de aanwezigheidsmelder (afb.6 ) in,
zodat het lichtniveau in de ruimte de
gewenste waarde bereikt (dim-actor) of
aanschakelt (schakelactor). Eventueel
moet u hiervoor de ruimte verduisteren.
Opmerking: Bij gebruik van een dimactor
kan de verandering van de insteldrempel
ca. 1 min. duren (inregelen van de gewenste en de gemeten waarde).
Bewegingstest-modus
In deze modus kan het detectieveld van
de aanwezigheidsmelder onafhankelijk
van het lichtniveau getest worden.
Detecteert de bewegingsmelder een
beweging dan wordt de ingeleerde actor,
met een vaste nalooptijd van 10 sec.,
ingeschakeld.
Activering
van de bewegingstest-modus
Ter activering (duur ca. 10 min.) drukt u
toets 4 (afb. 7 ) kort in, (< 1 sec.)
In deze stand knippert de LED (afb. 7 )
per uitzending ca. 6 x.
Deactivering
van de bewegingstest-modus
Deactivering gebeurt automatisch na
10 min. of door nogmaals kort indrukken
(<1 sec.) van de toets.
Lichtsterkteregeling met dimactor
Met een dimactor vanaf release 2 (R2) kan
een lichtsterkteregeling gerealiseerd worden. Daartoe kan de dimactor zo ingeregeld worden dat de in de aanwezigheidsmelder gemeten helderheidwaarde overeenkomt met de ingestelde helderheidwaarde.
Indien er bij deze installatie nog aanvullende
besturing nodig is kan deze worden uitgevoerd door de volgende zenders:
Handzender Standaard/Comfort
Handzender Mini
Wandzender
Mulitifunctionele sensor
met 2-voudige taster
Als gebruik gemaakt wordt van een eenheid
met een radiografisch afdekking dan kan er
ook lokaal bediend worden.
Automatisch bedrijf
Een dimactor is permanent geactiveerd
zodra de bewegingsmelder ingeleerd is.
Bij bewegingsdetectie schakelt de actor het
licht op volle sterkte (100 %) in,zodra de
gemeten helderheidwaarde kleiner is dan de
ingestelde drempelwaarde. Daarna regelt de
dimmer de waarde terug naar de gekozen
waarde (constante lichtregeling).
Wordt er uitgeschakeld en tijdens die procedure alsnog een beweging waargenomen
dan schakelt de dimactor in op de minimale
gedimde waarde.
Wordt er in de nalooptijd van de bewegingsmelder geen beweging meer waargenomen
dan schakelt de dimactor uit en gaat weer
over op automatisch bedrijf.
Uitschakeling vindt plaats bij minimale lichtsterkte en bij het minstens 15 min. overschrijden van de lichtsterktewaarde met
meer dan 40 %.
Handmatig inschakelen
van de lichtregeling
Om de lichtregeling te activeren (zonder
bewegingsdetectie) geeft u middels een
ingeleerde zender een kort signaal af aan
een ontvanger.
Als gebruik gemaakt wordt van een eenheid
met een afdekking met radiografische ontvanger kan er ook lokaal bediend worden.
Als de aanwezigheidsmelder ingeleerd is
kan door een korte puls op een van beide
bedieningsvlakken de lichtregeling geactiveerd worden.
Opmerking: Wordt na het handmatig activeren van de lichtregeling binnen 2 minuten
geen beweging gedetecteerd dan schakelt
de dimactor weer uit.
Handmatig uitschakelen
van de lichtregeling
Een actieve lichtregeling (belasting ingeschakeld) kan door een korte puls van een zender
worden uitgeschakeld. Als gebruik gemaakt
wordt van een eenheid met een fradiografische afdekking met radiografische ontvanger
dan kan er ook locaal bediend worden.
Als de aanwezigheidsmelder ingeleerd is kan
door een korte puls op een van beide bedieningsvlakken de lichtregeling gedeactiveerd
worden.
De actor blijft dan zolang uitgeschakeld als er
beweging gedetecteerd wordt (bijv. voor een
presentatie). Herinschakeling van de regeling
gebeurt pas weer nadat er geen beweging
meer wordt waargenomen, na een min.
nalooptijd van 2 minuten. Daarna wordt weer
op automatisch bedrijf ingeschakeld.
Let op:
Een radiografische observer of lichtsensor
werkt niet in combinatie met een radiografische aanwezigheidsmelder. Daarom
mogen deze beiden niet tegelijk met een
aanwezigheidsmelder in een ontvanger
ingeleerd worden, en moeten, als ze er al in
staan verwijderd worden. Anders is het
inleren van een aanwezigheidsmelder niet
mogelijk en blijft de radiografische ontvanger in de inleermodus staan.
In-cq uitschakelen voor 2 uur
Zodra in een dimactor een aanwezigheidsmelder is ingeleerd en in een handzender
Standaard of kunt u de aanvullende funktionaliteit „inschakelen voor twee uur“ en
„uitschakelen voor twee uur“ gebruiken.
Inschakelen voor twee uur
Bedien kanaaltoets 7 /\ van groep C lang
(> 1 sec.). De toegewezen dimactor wordt nu
gedurende 2 uur op 100 % helderheid ingeschakeld. In deze toestand reageert hij niet
meer op telegrammen van de aanwezigheidsmelder. na 2 uur schakelt hij weer terug
naar automatisch bedrijf.
Uitschakelen voor 2 uur
Bedien kanaaltoets 7 \/ van groep C lang (>
1 sec.). De toegewezen dimactor wordt nu
gedurende 2 uur uitgeschakeld. In deze toestand reageert hij niet meer op telegrammen
van de aanwezigheidsmelder. Na 2 uur
schakelt hij weer terug naar automatisch
bedrijf.
Om deze bedrijfsstand te beëindigen bedient
u de ingeleerde zendknop kort (< 1 sec.) en
indien toegepast, de centraalplaat met radiografische ontvanger boven- of ondervlak, ook
kort (< 1 sec.)
Wordt deze functie door „inschakelen“
beëindigd, dan schakelt de dimactor voor
minimaal 2 minuten in. Bij het uitblijven van
aanwezigheidsmelding en na afloop van de
inschakeltijd schakelt de dimactor uit en
keert terug naar automatisch bedrijf.
Wordt deze functie door „uitschakelen“
beëindigd, dan schakelt de dimactor voor
minimaal 2 minuten uit. Bij het uitblijven van
aanwezigheidsmelding en na afloop van een
vaste nalooptijd van 2 minuten keert de
dimactor terug naar automatisch bedrijf.
Master/slave functie
Als grotere gebieden moeten worden
bewaakt kan men met meerdere aanwezigheidsmelders werken. Één wordt aangemerkt
als master, de overigen als slave. De master
moet het eerst ingeleerd worden, daarna de
slaves. De master wordt op de gewenste
lichtsterkte, die dan voor de hele installatie
geldt, ingeregeld, bij de slaves wordt de helderheid op de laagste stand gezet (maantje).
De master mag niet op de maanstand staan,
dan wordt deze nl ook als slave ingeleerd!
Technische gegevens:
Nominale spanning 6 Vdc
Batterijen
4 x 1, 5 micro LR03
(AAA) Alkaline
NB
nooit koolstof-zink batterijen toepassen (R 03)
Zenderbereik
max. 100 m (vrije veld)
Werkingshoek
360 °
Nominale reikwijdte
ø5m
Werkbladhoogte
ø8m
Vloer
Inbouwhoogte voor nominale
reikwijdte
2,5 m
Inschakeltijd
ca. 2 min. – 1 uur
Lichtsterkte
ca. 3 – 2000 lux
Afmetingen
ø 103 x 42 mm hoog
A 24
Umschlag FM-Handbuch NL:Umschlag FM-Handbuch NL
04.07.2008
11:37 Uhr
Seite 1
Funkmanagement
Radiografische besturingssystemen
Verlichting
ALBRECHT JUNG GMBH & CO. KG
Postfach 13 20
D-58569 Schalksmühle
Vertegenwoordiging
voor Nederland:
deelnemer aan:
Jaloezieën
Postbus 111
2394 ZG Hazerswoude-Rd
telefoon 071 • 3 41 90 09
fax 071 • 3 41 35 59
email: jung @ hateha.nl
www.jung-catalogus.nl
www.elux.nl
Download