hptekstbegrip

advertisement
tekstbegrip
• Probleem; hoeveelheid vragen bij tekst.
• Aanpak: ik laat leerlingen 2 of 3 vragen maken
en laat ze in groepen de antwoorden
vergelijken. 10 minuten
• Vervolgens terugkoppeling. Als niet goede
antwoord zelf doen? Wat is goed.
• Voorkennis activeren/ tekstsoort
Waar komen de teksten vandaan?
• Teksten bevallen/ delen
• Krantenberichten/ groene amsterdammer/vrij
nederland/ kranten online/ NRC next
(compact)
• Dichtbij keuze die eindexamens maken.
• Zo schools mogelijk? De rest extra verwarrend
tekstbegrip
Probleem: waar gaat de alinea over.
Aanpak: de alinea’s verdelen over groepen; twee
groepen krijgen dezelfde alinea, een groep
schrijft de kernzin op van de betreffende
alinea, andere groep schrijft de kernvraag op
van dezelfde alinea.
Kernvraag belangrijk
Op het bord blijkt of de kernzin antwoord geeft
op de kernvraag.
• Er is een kernvraag en daar is ook een
antwoord op.
• Kernzin? Het hoeft geen kernzin te zijn maar
er is een antwoord. Soms zelf formuleren.
tekstbegrip
• Probleem: wat staat er in de alinea.
• Aanpak: Elke groep krijgt een stuk tekst waar
ze in maximaal 5 regels moeten opschrijven
waar dit stukje tekst over gaat.
• Vervolgens worden de stukjes aan elkaar
geplakt en moet het 1 geheel worden.
tekstbegrip
Probleem: opbouw van de tekst
Aanpak: een tekst wordt in stukken geknipt en
in een enveloppe gedaan.
Elk groepje krijgt een enveloppe en moet van de
stukjes tekst een goedlopend verhaal maken
Elke groep mist een stukje tekst. Elk groepje
heeft ook een stukje te veel. Wat mis je/ wat
is teveel?
Idee: recepten uit de Volkskrant
tekstbegrip
• Probleem: functiewoorden; wat betekenen
deze functiewoorden. (betekenis)
• Aanpak: in de enveloppen zitten kaartjes met
de functiewoorden en de beschrijving van de
functiewoorden.
• Zoek de beschrijvingen bij de functiewoorden
signaalwoorden
• Structuur?
tekstbegrip
Probleem: de tekst begrijpen
Aanpak: de leerlingen zoeken naar belangrijke
woorden in de tekst. Zoek het meest
betekenisvolle woord. Veelvoorkomende
woorden: wordle. Gespreksstof.
Zij maken rijtjes van die woorden en kijken wat
de relatie is met die rijtjes.
(sorteertaken)
divers
• Van groot naar klein. Voorkennis van
onderwerp en structuur.
(betoog/uiteenzetting/beschouwing) Vragen
in begin wat voor soort tekst.
• Wie spreekt hier? Wat doet hij hier?
• Lezen, je wilt iets van een ander weten.
Tekstbegrip
• Probleem: verbanden zien in de tekst/
opbouw
• Aanpak: mindmap maken in groepen
• Andere manier/ visueler.
• Wolkjes hebben met elkaar te maken of niet.
• Onderwerp. (wel geven of niet?)
Geluksmomenten Huug
• Een op een; essay staat erin wat je je voornam
om te schrijven. Motivatie
• Onderwerp van de tekst: goed beeld
geschiedenis, politiek, voorkennis,
woordenschat. Ontbreekt veel kennis van de
wereld.
• Woordenschat: uit de tekst halen, context,
bewustwording van woorden die je niet kent.
Moeilijke woorden
• Interview
• Van te voren vragen geven, interview tonen,
nogmaals vragen.
• Samen weten we veel.
modellen
• Groepen
• Waar gaat de tekst over
• Wat voor soort tekst is dit?
Download