(Standaard) Commissie voorbladen griffi - Provincie Noord

advertisement
Commissie voor
verkeer, vervoer en waterstaat
Datum commissievergadering
: 26 september 2002
DIS-stuknummer
:
Secretaris
: mr. J.W.L.M. Zwepink
Doorkiesnummer
: 073 6812267
Behandelend ambtenaar
: mr. J.W.L.M. Zwepink
Dienst/afdeling
: WMV / INFRA
Nummer commissiestuk
: VVW-0599
Status
:
ter advisering
:
ter bespreking
:
ter kennisneming
:
ter vaststelling
Datum
: 12 september 2002
Bijlagen
: 1
Onderwerp:
Concept-verslag van de vergadering van de Commissie van advies voor verkeer, vervoer en waterstaat
d.d. 29 augustus 2002.
Voorstel aan commissie:
Concept-verslag met bijbehorend advies vaststellen.
Eventuele nadere opmerkingen:
Geen.
Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant genomen besluit,
namens deze,
mr. J.W.L.M. Zwepink, secretaris
Commissie voor verkeer, vervoer en waterstaat
Bijlage:
1.
advies over statenvoorstel 56/02.
Verslag van de vergadering van de Commissie van advies voor verkeer, vervoer en waterstaat
d.d. 29 augustus 2002.
Aanwezig:
Mw. A.A.P.M. Lavrijssen (CDA, voorzitter), de gedeputeerden dr. A.J.W. Boelhouwer (PvdA; de
agendapunten 1 t/m 4 en 8) en drs. P.A. van Vugt, en de leden C.A.J. Jochems (CDA), H.G. Reinders
(CDA), mw. A.D.J.P. Weeterings-den Biesen (CDA), C.M.A. Kuijten (VVD), ing. S.C.O. Pladet
(VVD), mw. C.J. van Klinken-Vermeulen (PvdA), mw. S. Schokker (GroenLinks), mw. P.G. van
Wijk (GroenLinks), drs. A.J. Gorter (D66), drs. R.C.J. Roovers (SP) en M. van Langevelde (SGP/
ChristenUnie).
Afwezig:
Drs. P.A.J.M. Emmers (VVD), P.C. von Meijenfeldt (PvdA), G.H.L. Velthuizen (PvdA), F.M.J.J.H.
Le Hane (ASP) en L.H. van der Kallen (Leefbaar Brabant/ BOF).
Aanwezige leden van de Commissies van advies voor economische zaken en arbeidsmarktbeleid
en voor ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en land- en tuinbouw bij de gecombineerde
behandeling van agendapunt 7.1:
Mw. M.J.A. Nijssen (PvdA).
Voorts waren aanwezig: ing. R.H. Gaveel, bij de agendapunten 1 t/m 4 en 8 drs. ing. A.W.M. Mol,
en bij agendapunt 7.1 ir. J.W. Hommes.
Secretaris: mr J.W.L.M. Zwepink.
1. Opening.
De voorzitter opent de vergadering om 17.00 uur.
2. Mededelingen.
 Bericht van verhindering is ontvangen van gedeputeerde Hoes, en de leden Emmers, Von
Meijenfeldt, Velthuizen, Le Hane en Van der Kallen.
 De notitie ter kennisneming VVW-0568 is niet verzonden; deze volgt later dit jaar.
 Uitgereikt zijn de volgende stukken:
- afschrift van de brief van GS aan Hoogheemraadschap Alm en Biesbosch inzake aanpassing
van het waterschapsbestel;
- afschrift van de brief van waterschap Goeree-Overflakkee aan GS van Zuid-Holland inzake de
(re)organisatie van het waterbeheer;
- afschrift van de brief van het Bestuurlijk Overleg WB69 aan de heren Bosman en De Bruijn te
Waalre over het door genoemde heren opgestelde ‘8 Plan’.
Mevrouw Schokker (GL): Lijn 19 (VVW-0586) is slecht geregeld; het basisvoorzieningenniveau is
niet gehandhaafd zoals steeds is toegezegd. Het probleem ligt nu bij de provincie Zeeland, en de
reiziger is hiervan de dupe. Zij suggereert bij het Rijk aan te kloppen voor extra geld.
Gedeputeerde Boelhouwer: Lijn 19 is tot redelijke mate van tevredenheid opgelost; de uitvoering door
Connexxion vindt plaats zoals het Zeeland voor ogen stond. Het beeld van kwaliteitsachteruitgang is
het gevolg van onjuiste persinterpretatie. Er zijn op basis van onderzoek geen argumenten gevonden
voor een hogere specifieke rijksbijdrage. Wat wèl veranderd is, is dat nu moet worden betaald voor het
internationaal gebruik van Lijn 19; voorheen werd dit internationale gebruik gedoogd.
Mevrouw Schokker (GL): niet het aantal reizigers maar juist de organisatie is het probleem, terwijl
ook andere aspecten wat betreft voorzieningen in kwaliteit zijn achteruit gegaan. Er is een negatieve
spiraal in gang gezet die zal leiden tot steeds minder reizigers en dus minder inkomsten. Zij vraagt
specifiek aandacht voor de situatie van Nederlandse studenten in Antwerpen.
Gedeputeerde Boelhouwer: voor het gebruik als internationale lijn, waarvoor voorheen te weinig werd
betaald, wordt nu het gangbare tarief in rekening gebracht. Overleg met Belgische vervoerders heeft
geen resultaat opgeleverd. Zeeland heeft Lijn 19 onder één vervoersautoriteit gebracht en is daarmee
tevreden. Bij het Rijk is tevergeefs aangedrongen op extra geld. Hiermee houdt deze kwestie op.
-1-
3. Verslag van de vergadering d.d. 20 juni 2002.
De heer Reinders (CDA): verzoekt dit verslag ook ter kennisneming toe te zenden aan de Commissie
mnl, hetgeen wordt toegezegd. Het verslag wordt zonder nadere op- of aanmerkingen vastgesteld.
Verslag van de extra vergadering d.d. 27 juni 2002 met bijbehorend advies.
Dit verslag wordt zonder nadere op- of aanmerkingen vastgesteld.
4a. IPO-aangelegenheden.
Geen opmerkingen.
4b. Europese aangelegenheden
Geen opmerkingen.
5. Statenvoorstellen
5.1 Kredietaanvraag voor de aanleg van een rotonde op de kruising N626-Bernhardweg te
Oijen, projectnr. 436.10
Geen opmerkingen; de voorzitter concludeert dat de commissie positief over het voorstel adviseert.
6. Overige adviesaanvragen
7. Stukken ter bespreking
7.1 Concept-strategie Goederenvervoer provincie Noord-Brabant
De heer Reinders (CDA): zijn fractie is positief. Goederenvervoer is controversieel; verschuiving naar
andere modaliteiten is lastig en vergt samenwerking (Alliantieverband; Incodelta). De gevolgen van
Internetbestellingen (extra koeriersdiensten en daardoor extra mobiliteit) zijn niet in beeld. Doorgaand
verkeer dient zo snel mogelijk en langs de kortste weg door Brabant te worden gevoerd.
De heer Gorter (D66): vanuit het goederenvervoer is de totale verkeerproblematiek goed bekeken; er
ligt nu een sterk inventariserende nota. Provinciale missie: is niet haalbaar en niet nodig; het hoeft niet
altijd snel en comfortabel te zijn, wel veilig. Doelgroepenstroken: dieper op insteken en haalbaarheid
bezien. Locatiebeleid: hij bepleit een provinciale visie als instructie voor gemeenten bij ontwikkeling
van beleid ter verbetering van slecht ontsloten locaties. Leefbaarheid kleine kernen: goederenvervoer
naar consumenten is uit leefbaarheidsoverwegingen aandachtspunt. Acties concentreren op innovaties.
De heer Roovers (SP): nadruk in het provinciaal beleid moet liggen op verplaatsing van vervoer naar
water en spoor, en dat op veilige wijze. De vraag is of daarvoor voldoende instrumenten bestaan; hij
ziet hiervan onvoldoende in de praktijk terug.
Mevrouw Van Wijk (GL): wenst meer inzicht in de problemen die (gaan) spelen. Preventie, betere
stroomlijning en meer efficiency zijn de oplossingen voor de opvang van organisatorische- en
capaciteitsproblemen die het gevolg zijn van de voorziene groei van het goederenvervoer; dit vergt
ontwikkeling van een visie op gezamenlijke aanpak met nationale en Europese partners. Zij mist de
relatie tussen leefbaarheid en uitstoten/emissies; met name innovatie van motoren is aandachtspunt.
Voorts mist zij voldoende concrete doelstellingen om resultaten op termijn meetbaar te maken en
prioriteiten te kunnen stellen, evenals een visie op de gevolgen van (inter)nationale ontwikkelingen op
goederenstromen door Brabant. Zij wijst het gebruik van busstroken door vrachtverkeer af.
Mevrouw Van Klinken (PvdA) is benieuwd naar de resultaten van de nulmeting. De nota hinkt op 2
gedachten; enerzijds zou het PVVP onvoldoende inspelen op goederenvervoer, en anderzijds worden
beleidsdoelen uit datzelfde PVVP aangehaald en gevolgd. Die doelen zijn nog steeds goed en geldig;
ook haar fractie streeft verplaatsing na van weg naar water. Zij steunt efficiencyverbetering en
stimulering van gebruik van electronica in plaats van asfalt. De provincie participeert voldoende in
projecten; nieuwe projecten zijn niet nodig, lopende projecten eerst afmaken. Haar fractie kent
multimodaal transport en ICT de hoogste prioriteit toe, ook al realiseert zij zich dat er meer te halen is
maar de provincie minder heeft te zeggen. Ook zij pleit voor het concreter maken van acties. MCA:
tijdige besluitvorming over voortgang gewenst in verband met einde subsidiestroom. Locatiebeleid: zij
sluit zich aan bij de opmerkingen namens de D66-fractie.
De heer Pladet (VVD) onderschrijft de reeds gemaakte opmerkingen. Organisatie van vervoerstromen:
is veelal gebaseerd op eigen bedrijfsvoering. Voordelen van bedrijfsvestiging dicht bij afnemers en/of
toeleveranciers zijn onderbelicht; wellicht kan verkennend onderzoek worden uitgevoerd -bijv. in het
kader van herinrichting van bedrijventerreinen- om die voordelen in beeld te brengen. Nadenken over
-2-
initiatieven die goederen- en vervoerstromen beperken kan wellicht worden gestimuleerd door middel
van het instellen van een innovatieprijs.
Gedeputeerde Van Vugt is blij met de reacties. Het betreft een strategische nota met interne werking,
bedoeld om bestaand beleid van het PVVP vorm te geven. Hij onderschrijft de noodzaak van grotere
mate van concreetheid van te bereiken doelstellingen bij afzonderlijke projecten. Goederenvervoer
zonder herkomst of bestemming in Brabant moet inderdaad via de kortste weg en zo snel mogelijk
verlopen. De provincie is doende een modal-shift te realiseren richting water en spoor, maar de
instrumenten daarvoor -o.a. het MCA- zijn beperkt. De kracht van de provincie is met name in overleg
met de markt trachten sturing te geven aan de gewenste richting, en de markt zelf initiatieven te laten
nemen.
De heer Roovers (SP): welke instrumenten zijn verder mogelijk?
Gedeputeerde Van Vugt: financiële instrumenten, bijv. een stimuleringsregeling; vulling van die
regeling zal aansluitend worden bezien. Uitstoten/emissies: invloed van de provincie hierop is beperkt
omdat zij daarin geen partner is; invloed kan wellicht wèl worden uitgeoefend via overkoepelende
organisaties en/of Europese partners. Dit item wordt als aandachtspunt meegenomen. Missie (pag. 19):
betreft een vertaling van het PVVP; verbetering van de doorstroming leidt tot snellere mogelijkheden
tot verplaatsing.
De heer Gorter (D66): je kunt niet stellen dat iedereen zich altijd snel (en comfortabel) kan of wil
verplaatsen.
Gedeputeerde Van Vugt: indien deze formulering verkeerde gedachten oproept zal dit nader tekstueel
worden bezien. Innovatieprijs: goed idee waarover verder zal worden nagedacht wat hiermee kan
worden gedaan. Locatiebeleid: dient meer vanuit de invalshoek RO/EZ te worden beschouwd; gaat om
de vraag of de provincie hier voldoende grip op kan krijgen.
De heer Gorter (D66): vraagt de gedeputeerde om de toezegging dat een notitie over het locatiebeleid
in de commissie komt.
Gedeputeerde Van Vugt wil het locatiebeleid inzake bedrijventerreinen aan de orde laten komen in een
gecombineerde vergadering van de commissies eza, rvl en vvw, en waarvan de portefeuillehouder RO
trekker is.
De heer Pladet (VVD): suggereert de door hem genoemde provinciale ‘makelaar-schakelaar’ rol te
integreren in de stimuleringsregeling, hetgeen wellicht leidt tot nieuwe kansen en mogelijkheden.
Gedeputeerde Van Vugt zegt toe dit idee nader uit te werken. Hij concludeert dat we in deze
bestuursperiode niet te veel hooi op onze vork moeten nemen.
8. Rondvraag.
Mevrouw Schokker (GL) refereert aan tevredenheidsonderzoeken over Deeltaxi West-Brabant door de
Deeltaxi West-Brabant zelf (90% tevreden) en door het Patiëntenplatform (30% ontevreden). De wens
zou bestaan het contract met de vervoerder niet te verlengen; zijn aanpassingen mogelijk?
Gedeputeerde Boelhouwer: het onderzoek door het Patiëntenplatform resulteerde in een score van
30% die contact heeft opgenomen over de lijn. Hij zegt toe elke fractie de beide onderzoeksrapporten
toe te sturen; daarna zal hij in de commissie daarop terugkomen.
De heer Jochems (CDA) spreekt namens zijn fractie waardering uit richting Commissaris van de
Koningin en GS-leden die zo vlot het met wateroverlast kampende West-Brabant hebben bezocht en
die richting kabinet voor financiële steun hebben gepleit. Hij spreekt steun uit richting gedeputeerden.
De heer Reinders (CDA): refereert aan de kwaliteit van provinciale weg N279; klachten over met
name geluidoverlast -waarover overleg plaatsvindt met de gemeente Veghel- nemen toe. Zijn fractie
wenst dit probleem nadrukkelijk onder de aandacht te brengen.
Gedeputeerde Van Vugt: men is nadrukkelijk met dit lastig probleem bezig. Er rust op de provincie
echter géén wettelijke plicht tot maatregelen; desondanks is de provincie bereid in overleg met de
gemeente en bevolking binnen redelijke financiële kaders tot een adequate oplossing te komen.
-3-
9. Sluiting.
De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 18.20 uur.
secretaris
voorzitter
-4-
Download