Commissie voor verkeer, vervoer en waterstaat Datum commissievergadering: DIS-stuknummer Secretaris Doorkiesnummer Behandelend ambtenaar Dienst/afdeling Nummer commissiestuk Status Datum Bijlagen 24 januari 2003 887329 : mr J.W.L.M. Zwepink : 073 6812267 : mr J.W.L.M. Zwepink : WMV / INFRA : VVW-0659 : ter advisering : ter bespreking : ter kennisneming : ter vaststelling : 14 januari 2003 : 2 : Onderwerp: Concept-verslag van de vergadering van de Commissie van advies voor verkeer, vervoer en waterstaat d.d. 12 december 2002. Voorstel aan commissie: Concept-verslag met bijbehorende adviezen vaststellen. Eventuele nadere opmerkingen: Geen. Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit, namens deze, mr. J.W.L.M. Zwepink, secretaris Commissie voor verkeer, vervoer en waterstaat Bijlagen: 1. advies over statenvoorstel 2/03; 2. advies over voorstel VVW-0629. Provincie Noord-Brabant Verslag Bespreking Verslag van de vergadering van de Commissie van advies voor verkeer, vervoer en waterstaat gehouden op 12 december 2002. Aanwezig : mw. A.A.P.M. Lavrijssen. : dr. A.J.W. Boelhouwer en drs. P.A. van Vugt. (Plv.)leden : H.G. Reinders (CDA), mw. A.D.J.P. Weeterings-den Biesen (CDA), M.W. van der Wielen (CDA), drs. P.A.J.M. Emmers (VVD), C.M.A. Kuijten (VVD), mw. C.J. van Klinken-Vermeulen (PvdA), G.H.L. Velthuizen (PvdA), mw. S. Schokker (GroenLinks), mw. P.G. van Wijk (GroenLinks), mw. drs. R.W. Verhoef-Bouwknegt (D66), drs. R.C.J. Roovers (SP), F.M.J.J.H. Le Hane (Verenigde Senioren Partij) en M. van Langevelde (SGP/ChristenUnie). Leden fin : Chr. J.F. Knoop (CDA). Secretaris / plv. : mr J.W.L.M. Zwepink / ir. R.H.M. Heijltjes. Voorts : ing. R.H. Gaveel, ir. J.G. Hillen en drs. P.W.M. Veelenturf. Voorzitter Gedeputeerden Afwezig Leden 1 : mw. H.F.G. de Groot-Jansen (CDA), C.A.J. Jochems (CDA), ing. S.C.O. Pladet (VVD), P.C. von Meijenfeldt (PvdA), drs. A.J. Gorter (D66) en L.H. van der Kallen (Leefbaar Brabant/BOF). Opening De voorzitter opent de vergadering om 16.00 uur. 2 Mededelingen en ingekomen stukken Bericht van verhindering is ontvangen van de heren Jochems, Pladet, Gorter (mw. Verhoef-Bouwknegt vervangt) en Van der Kallen. Ter circulatie gaan rond de presentielijsten en een map met stukken van informatieve aard. 3 - 4a IPO-aangelegenheden Geen opmerkingen. 4b Europese aangelegenheden Geen opmerkingen. 5 Statenvoorstellen ter advisering 5.1 Gunning project PPS-A59 Gedeputeerde Van Vugt: de provincie heeft een concept-dagvaarding ontvangen voor een Kort Geding dat dient op 8 januari 2003 en is aangespannen door het afgevallen consortium Via-Agora; de eis is de Beste en Laatste Bieding (‘BELB’) van Via-Agora alsnog te betrekken bij de beoordeling door de provincie. De 1/9 rechterlijke uitspraak kan gevolgen hebben voor PS van 17 januari 2003: is de uitspraak vóór PS dan kan het proces verder tenzij de uitspraak negatief is; is de uitspraak ná PS dan kan op 17 januari 2003 besluitvorming door PS plaatsvinden onder voorbehoud van een positieve rechterlijke uitspraak. Ten aanzien van een aantal stukken is geheimhouding opgelegd in verband met de belangen van de provincie en het consortium De Poort van Den Bosch. Er is een verzoek tot openbaarmaking op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur ontvangen. Hierop is nog géén besluit genomen; wèl is inmiddels een verzoek om een voorlopige voorziening ter zake door de rechter afgewezen. Hr. Reinders (CDA): een meerwaardecreatie van PPS ten opzichte van traditioneel van 14% stemt positief. Wat zijn de risico’s en de financiële consequenties van een mogelijk uitstel in verband met de uitspraak in het Kort Geding? Is het volume van de reserve Brabants Hoofdwegennet toereikend voor dekking van het provinciaal aandeel? Hr. Kuijten (VVD) is positief over het voorstel en complimenteert het projectteam PPS-A59 met de bereikte resultaten. Op welke punten voldeed de bieding van Via-Agora niet en in welk opzicht is sprake van strijdigheid met het aanbestedingsrecht? Biedt -gelet op de actuele economische ontwikkelingen- Waalboss de regio voldoende terugverdieneffecten voor de regiobijdrage? Welke instrumenten, anders dan planologische, heeft de provincie in handen om te kunnen bezien of de gemeenten hierin tegemoet kunnen worden gekomen? Hr. Velthuizen (PvdA) is ondanks de importantie van de A59 en de economische gevolgen daarvan voor de regio, kritisch in verband met de risico’s. Alles afwegende zijn de risico’s een vraagstuk dat de statenleden te boven gaat; het beheersen van risico’s en de bewaking daarvan is geen dagelijkse kost voor de provincie. Hij heeft behoefte aan een externe analyse van de risico’s die de provincie loopt en de beprijzing daarvan, vóór PS van 17 januari 2003. Mw. Van Wijk (GL) is niet tegen PPS en is voor ombouw van de N50 tot autosnelweg A59, maar zij is tegen voorfinanciering van rijkswegen; dit standpunt is ook niet veranderd na lezing van het voorstel. Tweederde van de gemeentelijke regiobijdrage is afhankelijk van Waalboss; in hoeverre is het reëel dat in Heesch een bedrijventerrein ontwikkeld wordt, in hoeverre is Bernheze bereid tot votering van gelden, en welke regeling hebben de gemeenten onderling getroffen? Het schema op pag. 10 toont niet alle risico’s; wat is de inschatting van de risico’s, en hoe hebben de gemeenten de risico’s afgedekt? Zij onderschrijft, mede gelet op de nieuwe bestuursperiode, het belang van een externe provinciale risicotoetsing. Pag. 14, A4: vreemd dat nu reeds middelen voor de A4 worden geoormerkt terwijl het rijk daarvoor zelf geen middelen heeft. Wat vindt de gedeputeerde van de conclusies uit het bouwfrauderapport? Volgens haar is geen sprake van een echte PPS-constructie. Haar fractie is tegen het voorstel. Mw. Verhoef (D66): naar aanleiding van de koppeling met Waalboss als ruimtelijk inverdienkader het volgende. Volgens haar fractie dient het ruimtelijk proces zuiver te worden gehouden en mag dit niet worden belast met financiële argumenten; wat zijn de risico’s als de gemeenten afhaken? Zij wenst besluitvorming door PS ná een schriftelijk akkoord van de vier regiogemeenten; ligt er in PS van 17 januari as. geen met waarborgen omkleed stuk dan stemt haar fractie tegen het voorstel. Zij vindt externe toetsing van de provinciale risico’s een goede suggestie. Wat is de omvang van het risicofonds dat is opgenomen in de totale regiobijdrage van € 23 mln.? Zij onderschrijft tot slot het belang van een zo spoedig mogelijke aanleg van de A59 vanuit verkeersveiligheidsoverwegingen. Hr. Roovers (SP): aanleg van rijkswegen is primair een taak van de rijksoverheid. Nadeel van PPS is dat de voors en tegens moeilijk tegen elkaar zijn af te wegen omdat het proces grotendeels in alle beslotenheid wordt afgehandeld; voor een goede afweging is een openbare discussie noodzakelijk. Is in het bouwfrauderapport kritiek geuit op de bedrijven in het consortium, en bestaat de kans dat als gevolg van onderlinge prijsafspraken een te hoge prijs wordt betaald? Is het risico van het Kort Geding ook 2/8 meegenomen? Hij plaatst vraagtekens bij de koppeling van de gemeentelijke bijdrage aan Waalboss; het ruimtelijk proces Waalboss mag niet worden belast met financiële binding door de gemeenten. Hij vraagt toelichting op het scenario als bezwaren volgen in verband met de Flora- en Faunawet; wat zijn de consequenties? Volgens hem zouden extra inspanningen richting Den Haag tot eenzelfde resultaat hebben geleid als deze PPS-aanpak. Hij is vóór aanleg van de A59, maar is tegen de PPS-constructie. Hij sluit zich aan bij de suggestie voor externe toetsing van de provinciale risico’s. Hr. Le Hane (VSP) is voorstander van aanleg van de A59 via PPS; een zo spoedig mogelijke start van de uitvoering is gewenst. Hij complimenteert de gedeputeerde en het projectteam PPS-A59 met het bereikte resultaat. Hij vindt het statenvoorstel zeer compleet. Hij betreurt het mogelijk oponthoud als gevolg van het Kort Geding. Hij wenst de betrokkenen succes met de voortgang. Hr. Van Langevelde (SGPca) onderschrijft het grote belang van een zo spoedig mogelijke aanleg van de A59. Hij is blij dat de aannemerij ook positief in het nieuws komt via de meerwaardecreatie van 14%. Hij is voor een externe toets op de provinciale risico’s. Pag. 14: is bij de projectuitgaven ook rekening gehouden met onvoorziene uitgaven? Wat is de reden van uitsluiting van Via-Agora? Wanneer is het gemeentelijk aandeel in de regiobijdrage definitief? Aanleg bedrijventerreinen: in hoeverre is verhindering mogelijk van nakoming van de toezeggingen? Mw. Verhoef (D66): is de SP nu voor of tegen het voorstel? Hr. Roovers (SP) is in verband met de geschetste nadelen van PPS tegen de PPS-aanpak, maar hij stemt -gelet op het belang van aanleg van de A59 voor de regio- in met het voorstel. Gedeputeerde Van Vugt: de risico’s in verband met aanleg van de A59 zijn meegenomen in het kader van de opstelling van de PSC en zijn extern getoetst. Alle risico’s zijn beprijsd; beprijzing daarvan is zichtbaar in de geheime stukken. In een geheime notitie zal de beprijzing worden opgenomen van de risico’s op pag. 10 van het statenvoorstel, en daarmee dus de omvang van het risicofonds. Hr. Velthuizen (PvdA): wie maakt dit overzicht? Gedeputeerde Van Vugt: de projectorganisatie zelf. Hr. Velthuizen (PvdA): het risico bestaat dat bepaalde risico’s over het hoofd worden gezien. Gedeputeerde Van Vugt draagt nog vóór 17 januari 2003 zorg voor een externe toetsing van de risicotabel die zal worden opgenomen als geheim stuk. Ook de procesrisico’s in verband met het Kort Geding zijn meegenomen. Hr. Roovers (SP): hoe wordt dit risico gekwantificeerd? Gedeputeerde Van Vugt: ook de beprijzing van dit risico is meegenomen in de risicowaardering. De BELB van Via-Agora is niet in beschouwing genomen omdat deze BELB niet de gevraagde eenduidige prijs en inflatiecomponent bevatte. Via-Agora is om een nadere toelichting gevraagd, maar dit heeft niet tot wijziging van het standpunt geleid. Het ruimtelijk kader Waalboss staat volledig los van aanleg van de A59. Gesteld is dat de gemeenten bereid zijn tot participatie in de regiobijdrage indien zij het perspectief hebben dit aandeel in de regiobijdrage te kunnen genereren via opslag op uit te geven gronden in bedrijventerreinen. De raadscommissies hebben reeds geadviseerd of zullen dit nog doen en raadsbesluitvorming volgt; de resultaten zullen worden meegenomen in de MvA. Als de resultaten wat betreft bedrijventerreinen na ontwikkeling van bestemmingsplannen tegenvallen, dan ligt dit risico bij de gemeenten. Mw. Verhoef (D66): wat gebeurt er met dit risico als de tegenvallers het gevolg zijn van bezwaren van burgers tegen de aanleg van bedrijventerreinen? Gedeputeerde Van Vugt: ook in dat geval ligt het risico bij de gemeenten; de gemeenten onderling maken met elkaar afspraken over de positionering van bedrijventerreinen, passend binnen het afsprakenkader. Er is dus geen sprake van een koppeling met Waalboss; wèl biedt Waalboss de gemeenten perspectief om de regiobijdrage te kunnen terugverdienen. Het volume van de reserve Brabants Hoofdwegennet zal na een 3/8 storting per 2 januari 2003 toereikend zijn om het provinciaal aandeel in de regiobijdrage te kunnen dekken. De reactie op het bouwfrauderapport zal worden meegenomen in de MvA. De PPS-A59 betreft overigens een buitengewone aanbesteding met tot op het laatste moment een optimale concurrentie omdat steeds sprake is geweest van meer dan een bieder. Of sprake is van prijsopdrijving is weet hij niet. De biedingen zijn door hun karakteristieken onderling ook moeilijk vergelijkbaar; wèl is sprake van een uiterst zorgvuldige procedure en de risico’s op onderlinge prijsafspraken zijn daarmee uiterst klein. Wat betreft Flora- en Faunawet zijn 3 scenario’s mogelijk; gelet op reeds verricht onderzoek wordt weigering van de ontheffing niet realistisch geacht. Ook de niet voorziene risico’s zijn beprijsd; deze zijn opgenomen in de geheime stukken. De opmerking over de A4 neemt hij tot besluit voor kennisgeving aan. Tweede termijn Hr. Reinders (CDA) is blij met de toegezegde externe toetsing waarmee tevens het draagvlak wordt vergroot. Hij wacht informatie af over de gemeentelijke besluitvorming in de MvA. Voorts ook zijn complimenten voor het bereikte resultaat. Zijn fractie adviseert positief. Hr. Kuijten (VVD) is blij met de externe toets. De items ‘uitsluiting Via-Agora’ en ‘regiobijdrage’ zijn voor hem helder. Hij is akkoord met het voorstel en ziet graag de MvA tegemoet. Hr. Velthuizen (PvdA): vindt dat eerder sprake is van voorfinanciering dan van PPS; heeft het moment van betaling van de regiobijdrage nog gevolgen? Hij onderkent het economisch belang en het verkeersveiligheidsbelang van de A59. Hr. Roovers (SP): deze constructie riekt naar privatisering nu publieke taken naar een private partij worden overgeheveld, en daar is hij faliekant op tegen. Hr. Velthuizen (PvdA): kenschetst deze opmerking als nonsens; de bedoelde publieke taken zijn zaken voor de opdrachtnemer en niet voor de provincie. Hij is blij met de externe toetsing van de provinciale risico’s; de uitkomst hiervan is mede bepalend en wordt van groot belang geacht. Gelet op de verantwoordelijkheid voor het project na PS-besluitvorming en de mogelijkheid om mensen hierover te kunnen aanspreken vindt hij het van belang de huidige bezetting van het projectteam zoveel als mogelijk in stand te houden. Mw. Van Wijk (GL) is tevreden met externe risicotoetsing. Haar fractie is voor de A59 maar tegen de PPSconstructie, d.w.z. de besteding van provinciaal geld aan een rijksweg. Wat gebeurt er als het gemeentelijk aandeel in de regiobijdrage niet op tafel komt? Waarom is, gelet op het feit dat het rijk geen middelen en plannen heeft voor de A4, de afspraak gemaakt over eventuele inzet van middelen voor de A4, en is dat reëel? Mw. Verhoef (D66) geeft aan dat getekende raadsbesluiten bepalend zijn voor instemming van de D66fractie. Zij verwijt de SP een slappe opstelling nu wordt ingestemd met het voorstel. Hr. Roovers (SP) overlast en verkeersonveiligheid binnen de regio zijn de argumenten om akkoord te zijn. Hij is tegen PPS en dit is wat hem betreft voor de A59 eens maar nooit meer. Hij is blij met de toegezegde reactie op het bouwfrauderapport in de MvA en met de toegezegde externe toets. Hr. Le Hane (VSP) is positief over het voorstel en hij heeft geen behoefte aan een aanvullende externe risicotoets; hij spreekt zijn vertrouwen uit in de aanpak van de gedeputeerde. Hr. Van Langevelde (SGPca) is blij met de toegezegde externe risicotoets en wacht de MvA af. Gedeputeerde Van Vugt: het tijdstip van betaling van het gemeentelijk aandeel in de regiobijdrage is niet relevant omdat het immers gaat om een netto contante waarde per 30 september 2002; wordt later betaald dan komt er een rentecomponent bij. Hr. Velthuizen (PvdA): vindt betaling plaats voordat zekerheid bestaat over de gronduitgifte? Gedeputeerde Van Vugt: de verplichting daartoe wordt aangegaan vóór de gronduitgifte. De huidige projectorganisatie is gericht op de voorbereiding en deze wordt omgezet in een organisatie voor de uitvoering; van belang daarbij is zoveel mogelijk deskundigheid vast te houden en mee te nemen naar de 4/8 uitvoeringsfase. De afspraak over de A4 houdt verband met de afspraak met de minister van V&W uit 1998 om met een voorstel voor een PPS-aanpak voor de A59 te komen, alsmede met de afspraken zoals vastgelegd in de overeenkomst met het rijk d.d. 30 oktober 2000. Hr. Velthuizen (PvdA): verzoekt de schriftelijke opdrachtformulering voor de externe risicotoets als een bijlage bij de MvA te voegen. De voorzitter concludeert dat de gecombineerde commissie, met uitzondering van de fractie van GroenLinks, positief over het voorstel adviseert. Wèl wenst de gecombineerde commissie via een Memorie van Antwoord nadere uitleg van het college over de volgende aspecten: de beprijzing van de in het statenvoorstel genoemde risico’s (toe te voegen aan de lijst van stukken ten aanzien waarvan door GS geheimhouding is opgelegd), alsmede een door een extern bureau uit te voeren toetsing op de door de provincie gehanteerde risicobeprijzing in verband met het project PPS-A59; de resultaten van de besluitvorming door de gemeenten welke participeren in de regiobijdrage aan het project PPS-A59; de relevantie van de conclusies uit het eindrapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Bouwnijverheid voor het project PPS-A59. 6 Overige stukken ter advisering 6.1 “Personenvervoer van Morgen”: aanvraag financiële bijdrage in de projectkosten van PvM-actie 105, Collectief vervoer voor bedrijventerreinen, pilot Tilburg-Dongen Mw. Weeterings (CDA) mist het advies van het Consumentennetwerk (‘CNW’) en suggereert dit als bijlage toe te voegen. Zij juicht de betrokkenheid van het VCC toe. Het CDA adviseert positief. Mw. Schokker (GL): het vervoersconcept Creabus spreekt haar aan, en zij gaat akkoord met het voorstel. Kan het project op 6 januari a.s. van start gaan, en kan nog meer worden ingespeeld op bedrijven die terughoudend zijn? Haar fractie stelt voor de samenhang met de BORDT-studie te bekijken en het station Rijen erbij te betrekken. Zij vindt de vrijwilligersvergoeding vrij laag; in de toekomst moeten chauffeurs betaalde krachten zijn. De evaluatiekosten zijn onevenredig hoog; dit roept de vraag op of die wel moet worden uitbesteed. Overigens akkoord met het voorstel. Mw. Van Klinken (PvdA) vindt het goed dat het VCC bij het project betrokken is. Het betreurt haar fractie dat er nog bedrijven niet overtuigd zijn; zij vraagt zich af wat deelnemende bedrijven zelf bijdragen. Zij is akkoord met het voorstel. Mw. Verhoef (D66) adviseert positief over het voorstel. Hr. Kuijten (VVD) adviseert positief. Het nieuwe concept spreekt aan. Hij vindt de evaluatiekosten hoog, en vraagt zich af of soberder interne uitvoering mogelijk is. Hij verzoekt reeds in het voorstel aan te geven op welke punten geëvalueerd kan worden. Pag. 4, projectkosten: dit is tekstueel niet duidelijk in relatie tot de samenvatting op pag. 7. Hr. Van Langevelde (SGPca) en hr. Le Hane (VSP) stemmen in met het voorstel. Gedeputeerde Boelhouwer verklaart de door hr. Kuijten gesignaleerde onduidelijkheid en zegt toe dat het advies van het CNW wordt nagezonden; het CNW heeft overigens positief geadviseerd. De start van het project op 6 januari a.s. is afhankelijk van het al dan niet nog ziek zijn van een betrokken ambtenaar bij het ministerie van Financiën. De vrijwilligersaspecten voor de betrokken werknemers van de bedrijven zijn geregeld. Hij vindt het een goede suggestie om de samenhang met de BORDT-studie te bekijken, niet alleen wat betreft het station Rijen maar ook het station Reeshof. De vraag over de evaluatie legt hij terug: wat wil de commissie weten om het succes van het project te beoordelen? Een aantal bedrijven wil inderdaad niet 5/8 meewerken maar de grote spelers zijn binnengehaald. Richting de terughoudende bedrijven wordt in de toekomst verdere inzet gepleegd. Hr. Kuijten (VVD) noemt als doelen het terugdringen van files en het realiseren van collectief vervoer; op deze doelen kan evaluatie worden gepleegd door gericht te meten. Mw. Weeterings (CDA): de CDA-fractie vindt de evaluatiecriteria die in het voorstel door de BBA worden aangegeven prima. Bovendien wordt het CNW erbij betrokken. Hr. Kuijten (VVD) stelt voor steekproeven te nemen om te bezien of de pilot effect heeft. Mw. Van Klinken (PvdA) stelt dat het erom gaat of het concept de keuzereiziger aanspreekt. Mw. Schokker (GL): is het concept uit te bouwen met beroepschauffeurs? Gedeputeerde Boelhouwer neemt de vraag van mw. Schokker mee. Het concept heeft reeds de nodige belangstelling, met name van de bedrijventerreinen Rietvelden/de Vutter en LoopkantLissent te Uden. 7 Stukken ter bespreking 7.1 Ontwikkelagenda’s BBA 2003 Mw. Van Klinken (PvdA): haar aanvankelijk enthousiasme is enigszins getemperd. Betrekkelijk veel projecten zijn niet gestart; zij vreest dat van uitstel afstel komt. Het mag niet gaan om ‘nota’s om nota’s’. Ook is er vertraging ontstaan doordat nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden over projecten die wel door de BBA zijn aangeboden; ligt de oorzaak van vertraging hier in huis? Mw. Schokker (GL): sluit zich bij de vorige spreekster aan wat betreft uitvoering van de agenda voor 2002; hierdoor valt weinig te zeggen over de resultaten. Zij bepleit versnelling om ontstane achterstanden weg te werken; hoe wordt dit in gang gezet? Diverse projecten zijn op korte termijn realiseerbaar: fiets in voor- en natransport, snelle bus naar Utrecht, OV reisinformatie (reiswinkels zijn volgens haar achterhaald), en oplossing van de verkeerschaos in Breda-west. Hr. Roovers (SP) is teleurgesteld over de realisatie van de gestelde doelen voor 2002. Deze acties zijn volgens hem cadeautjes om de verslechtering van de kwaliteit van het OV te compenseren. Hoe kan versnelling worden bereikt? Kan de BBA worden gestimuleerd zonder ingrijpen van de provincie? Hij vraagt toelichting op de voorgestane aanpak. Wat betreft overgang van personeel van de ene vervoerder naar de andere vraagt hij in hoeverre de eisen van de Commissie Laan zijn opgevolgd; volgens hem is niet altijd sprake geweest van een soepele overgang. Hij stelt voorts dat er ook op indirecte wijze hieraan is getornd en dat de arbeidsomstandigheden onder druk zijn gezet; hoe kan dit worden tegengegaan? Mw. Weeterings (CDA) sluit zich aan bij de fracties van GroenLinks en de PvdA wat betreft het nietrealiseren van plannen. Zij vindt het jammer dat er weinig innovatieve acties zijn. Zij hoopt dat de provincie beter de vinger aan de pols kan houden door participatie in de op te richten rekenkring. Waarom is het CNW niet hierin vertegenwoordigd? Gedeputeerde Boelhouwer is het eens met de opmerking van mw. Van Klinken dat het niet om ‘nota’s om nota’s’ mag gaan, maar om het vervoeren van mensen. De projecten komen nog terug in de commissie zodra deze aan de orde zijn. Hij beaamt dat de vaart er nog onvoldoende in zit en heeft dit ook aan de BBA gemeld; dit baart de provincie zorgen. De creativiteit komt onvoldoende uit de verf. Hij wacht met spanning de eerste rapportage in april 2003 af waarin de doelstellingen in verband met kostendekkingsgraad en vervoersgroei worden bezien; dit speelt ook een rol in het kader van eventuele concessieverlenging aan de BBA. Wat betreft de verkeerschaos in Breda-west zegt hij toe contact te zullen opnemen met wethouder Niederer van Breda. Bikeliner: het voorstel van de BBA ligt thans ter beoordeling en komt zo spoedig mogelijk als project in de commissie. Interliner: hij zal dit project onder de aandacht van Rijkswaterstaat brengen. OV-reisinformatie: de kwalificatie van de reiswinkels toont aan dat het marktdenken van OV-bedrijven niet optimaal is. De projecten zijn geen cadeautjes om de verslechtering van de OV-kwaliteit te compenseren; er zijn wel degelijk 6/8 zaken gerealiseerd die er anders niet zouden zijn gekomen. Naleving van de eisen van de Commissie Laan: hij heeft de geschetste signalen nog niet eerder gehoord; extra informatie vormt wellicht aanleiding tot om dit na te gaan. Er zijn hem evenmin zaken bekend die door de vakbonden bij de rechtbank zijn uitgeprocedeerd. Hr. Roovers (SP): suggereert dit aspect als evaluatie-element mee te nemen inclusief OR-advies. Gedeputeerde Boelhouwer zal deze suggestie nader bezien. De vraag over deelname van het CNW aan de rekenkring wordt ambtelijk beantwoord. Hr. Veelenturf geeft aan dat in de regelkring de formele contractafspraken worden besproken. Daarnaast is er driehoeksoverleg tussen de provincie, de vervoerder en het CNW over strategische onderwerpen en adviezen. 7.2 Ingekomen brieven nrs. 3 en 4 zoals vermeld op de lijst van ingekomen stukken voor de PS-vergadering van 6 december 2002 (‘knippen van lijnen in Oost-Brabant’) Mw. Schokker (GL): de provincie moet ook in probleemgevallen de hoge ambitie behouden. De provincie kan meer doen dan nu het geval is. Het CNW vraagt nu aan de Commissie vvw om het initiatief voor een brief aan de minister te steunen. Haar fractie wil dit verzoek steunen om als de Commissie vvw een brief te laten opstellen richting minister. Hr. Roovers (SP) steunt dit voorstel. Hij vraagt waarom de gedeputeerde aarzelt. Mw. Van Klinken (PvdA) geeft aan dat ook haar fractie van mening is dat het verzoek van het CNW steun verdient van de provincie c.q. de Commissie vvw. Mw. Verhoef (D66) stelt dat de motie kon worden ingediend. Er is destijds niet inhoudelijk over gepraat. Zij wil de argumentatie van de gedeputeerde graag nogmaals horen. Hr. Le Hane (VSP) geeft aan dat hij de motie van de hr. Roovers gesteund heeft. Mw. Weeterings (CDA): het CNW heeft wel ingestemd met de nieuwe dienstregeling. Mw. Schokker (GL): het CNW heeft een toelichting geschreven waaruit blijkt dat zij geen positief advies heeft gegeven. Mw. Weeterings (CDA): inmiddels blijken de gevolgen van het knippen van lijnen zeer complex te zijn. Zij stelt daarom voor om nu het CNW wel te steunen middels een brief en landelijk het IPO een en ander te laten coördineren. Gedeputeerde Boelhouwer: GS kon niet achter de motie staan omdat die een vrijheid betreft die aan de vervoerder is gegeven bij de concessieverlening. In het volgende Programma van Eisen zal dit anders geformuleerd moeten worden en zal beter rekening moeten worden gehouden met doorgaande en concessieoverschrijdende verbindingen. Het betreft ca. 90 verbindingen. Doordat het wettelijk slecht is geregeld en het ook niet in het Programma van Eisen is opgenomen, is het in een aantal gevallen lastig om tegen de minister te zeggen dat hij er iets aan moet doen. Hij heeft intensief overleg gehad met het KANgebied. De provincie en het KAN-gebied trekken samen op richting minister. Ook is contact opgenomen met de BBA en Novio om te zorgen dat de bussen op elkaar wachten. Het CNW zal opnieuw worden ingeschakeld. Het eerder positief advies van het CNW was afgegeven onder druk van de omstandigheden dat er een regeling moest komen. Het college zal aangeven dat de provincie het CNW in haar initiatief zal steunen. Hij zegt toe het verzoek van het CNW en het standpunt van de commissie via het college van GS door te geleiden naar de minister. De brief zal ter kennisneming aan de commissieleden worden toegestuurd. 7/8 8 Rondvraag Mw. Van Wijk (GL) heeft de concept-intentieverklaring inzake WB69 ontvangen via een raadslid in Valkenswaard; waarom beschikt de commissie hier nog niet over? Gedeputeerde Van Vugt: dit onderwerp is nog niet in GS behandeld; na behandeling in GS, waarbij ook de gemeentelijke reacties worden meegenomen, gaat het naar de commissie. Mw. Schokker (GL): er bestaan diverse interpretaties over de kwaliteit van functioneren van de Deeltaxi West-Brabant, waarvan is toegezegd dat dit nog in de commissie ter sprake zou komen. De klachten over de Deeltaxi bestaan nog steeds. Volgt dit jaar nog nadere informatie? Gedeputeerde Boelhouwer: deze kwestie is reeds eerder in deze commissie aan de orde gesteld; de klanttevredenheidsonderzoeken van twee organisaties zijn aan de fracties ter beschikking gesteld inclusief een technische toelichting daarop. Voornaamste verklaring voor de onvrede die leeft is de verkeerschaos in Bredawest. De Deeltaxi functioneert overigens binnen de afgesproken normen. Dit onderwerp heeft permanente aandacht en hij zal dit punt nogmaals onder de aandacht van de Deeltaxi brengen. Mw. Van Klinken (PvdA) refereert aan het vragenuurtje in PS van 8 november 2002 waarbij in reactie op vragen over WB69 door gedeputeerde Van Vugt werd gesteld dat geen sprake was van een overeenkomst; het zou hem hebben gesierd als hij toen had geïnformeerd over betrokkenheid bij de conceptintentieverklaring. Eerder was toegezegd dat de commissie op de hoogte zou worden gehouden, terwijl volgende week al besluitvorming door de gemeenteraden plaatsvindt. Hr. Emmers (VVD) refereert aan het bestemmingsplan Treurenburg, waar in het kader van het OV-netwerk BrabantStad geen grondreservering voor een voorstadhalte heeft plaatsgevonden. Bestaat hiervoor aandacht? Gedeputeerde Boelhouwer zal dit doorspelen aan de afdeling RO en suggereert deze vraag ook te stellen in de Commissie rvl. Hr. Le Hane (VSP) vraagt toelichting op het voornemen tot afschaffing van de Treintaxi. Gedeputeerde Boelhouwer: de Treintaxi staat zwaar onder druk en in enkele gemeenten is de Treintaxi afgeschaft omdat er teveel geld bij moest. Er heeft hierover een gesprek met de NS plaatsgevonden; met het OV zijn sommige plaatsen namelijk amper bereikbaar. Provincie en NS overleggen in welke gevallen de Treintaxi geïncorporeerd kan worden in bestaande CVV-projecten waarmee de bereikbaarheid gewaarborgd blijft. Dit echter alleen wanneer het een neutrale businesscase is; er wordt immers geen provinciaal geld gestoken in de exploitatie. 9 Sluiting De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 18.30 uur. De commissie voornoemd, De secretaris, De voorzitter, mr J.W.L.M. Zwepink mw. A.A.P.M. Lavrijssen 8/8