Extra opgaven 410kkv 1 De firma van den Berg produceert kunststoffen kozijnen. Per jaar worden er 14.000 kozijnen gemaakt. Voor het maken van een kozijnheeft men 2,4 kg. kunststof nodig. Deze kunststof heeft een inkoopprijs van € 8,50 per kg. Naast de inkoop prijs heeft men de volgende bijkomende kosten m.b.t. de inkoop van de kunststof: - loonkosten €. 7.500,- per jaar - administratiekosten €. 1460,- per jaar. -transportkosten: €. 1680,- per jaar. - voorraadkosten : €. 2100, - per jaar. a Bereken met behulp van bovenstaande gegevens de kunststof kosten kozijn. b c d Men heeft de beschikking over een machine. Deze machine is aangeschaft voor €. 241.000, - .De technische levensduur is 15 jaar en de economische levensduur is 5 jaar. De restwaarde wordt geschat op f!. 66.000,-. Men schrijft af met een vast percentage van de aanschafwaarde. De complementaire kosten bedragen €. 39.810,- per jaar (Dit is inclusief de loonkosten voor degene die de machine bedient). De rentekosten per jaar bedragen 10 %van het gemiddeld i n d e machine geïnvesteerd vermogen over de gehele levensduur. Bereken de afschrijvingskosten per jaar Bereken de totale machinekosten per jaar Bereken de kostprijs per kozijn. 2 a b 3 a b A Steenbrink, handelaar in viagrapillen realiseerde het vorig jaar een winst van € 200.000,- bij een omzet van € 2.400.000,-. Zijn variabele kosten bedroegen € 288.000,-. De constante kosten waren dat jaar € 112.000,-. Bereken de percentages voor de bruto winst en de variabele kosten. Bereken voor het nieuwe jaar de break-even omzet als de constante kosten stijgen met 10 %. De percentages voor de bruto winst en de variabele kosten zijn gebaseerd op de verhoudingen van het vorig jaar. Gegevens vóór het op de markt komen van het nieuwe artikel:bijkomende proportioneel variabele kosten 20% van de inkoopprijs. - constante kosten € 280.000,- per jaar; a€zet 160.000 stuks. - inkoopprijs € 6,- en de verkoopprijs € 10,- per stuk. Bereken de break-even afzet. Bereken de veiligheidsmarge. 4 Yoeri Moelkert heeft een weekloon van € 400,-. De vakantietoeslag bedraagt voor Yoeri 8%. De sociale premies bedragen 18%. Aan het eind van het jaar krijgt Yoeri een extraatje van € 500,-. Bereken de voor Yoeri betaalde jaarlijkse loonkosten. 5 Een ondernemer schaft een nieuwe vriezer aan van € 20.000,-. De verwachte economische levensduur is 10 jaar. De verwachte technische levensduur is 12 jaar. De restwaarde bedraagt € 2.000,-. Er wordt afgeschreven met een vast percentage van de aanschaffingswaarde. Bereken de jaarlijkse afschrijvingskosten. 1 6 Een ondernemer schaft een nieuwe vriezer aan van € 35.000,-. De verwachte economische levensduur is 20 jaar. De verwachte technische levensduur is 25 jaar. De restwaarde is € 500,-. Er wordt jaarlijks 10% van de boekwaarde afgeschreven. Bereken de afschrijvingskosten over het eerste, het tweede en het vierde jaar. 7 De omzet inclusief BTW van een groothandel in designmeubelen bedraagt in 2000 € 1.785.000,-. De brutowinst is 35% van de omzet, terwijl de exploitatiekosten € 405.000,bedragen. Het opslagpercentage voor de exploitatiekosten voor 2001 wordt berekend door de exploitatiekosten van 2001 uit te drukken in een percentage van de inkoopwaarde van de omzet van 2000. BTW 19%. a. Bereken het opslagpercentage voor de exploitatiekosten. b. Welke opslagmethode heb je hier gebruikt? 8 Pieter Mathijssen exploiteert een cd-groothandel in Harlingen. Hij heeft het vol gende kostenoverzicht samengesteld voor het komende jaar: Inkoopwaarde van de omzet € 1.050.000,Directloon € 112.050,Indirecte inkoopkosten € 135.000,Indirecte lonen € 54.000,Overige indirecte kosten € 103.500,Pieter maakt gebruik van de verfijnde opslagmethode en hij legt de volgende verbanden tussen de indirecte kosten en directe kosten: - De indirecte lonen houden verband met de directe lonen. De indirecte inkoopkosten houden verband met de inkoopwaarde van de omzet. - De overige exploitatiekosten houden verband met de totale directe kosten. a. Wat versta je onder de verfijnde opslagmethode? b. Bereken de opslagpercentages voor de indirecte kosten voor de groothandel van Pieter. (Antwoord afronden op 1 decimaal nauwkeurig.) . 9 De kostprijs van een blouse bestaat uit een inkoopwaarde van € 30,-. De variabele en constante kosten zijn € 25,- per stuk. Hiervan is 80% constant bij een afzet van 20.000 blouses per jaar. Als de groothandel al 22.000 stuks heeft afgezet komt er een incidentele order binnen voor 1.500 blouses. Bereken de differentiële kostprijs voor één blouse. 2