Scheikunde SE4 Hoofdstuk 12 Paragraaf 2 Begrippenlijst: Valentie-elektronen: Lewisstructuur: Octetregel: De elektronen in de buitenste schil van de atomen. “Elektronenformule.” In elke schil van de atoom zit het maximale aantal elektronen. Bindend elektronenpaar: Het gemeenschappelijk elektronenpaar van een atoombinding. Niet-bindend elektronenpaar: Alle overige valentie-elektronen. Formele lading: de lading van een atoom in een samengesteld ion. Partiële lading: de kleine lading die atomen hebben in een polaire atoombinding. Dipolen: dipoolmoleculen. Bij het opstellen van de Lewisstructuur houd je rekening met de octetregel en het aantal valentie-elektronen. Stappenplan voor het opstellen van een Lewisstructuur. Voorbeeld met H2O Stap 1: Bepaal het aantal valentieH-atoom: 1 valentie-elektron. elektronen met behulp van BiNaS tabel O-atoom: 6 valentie-elektronen. 99. Aantal valentie-elektronen: (2 β 1) + 6 = 8 valentie-elektronen. Stap 2: Bereken hoeveel elektronen H-atoom: 2 elektronen. nodig zijn om alle atomen te laten O-atoom: 8 elektronen. voldoen aan de octetregel. Totaal: (2 β 2) + 8 = 12 elektronen. Stap 3: Bereken hoeveel elektronen je 12 – 8 = 4 elektronen tekort. tekort komt. Stap 4: De elektronen die je tekort komt Aantal bindende elektronenparen: om te voldoen aan de octetregel krijg je 4/2 = 2 bindende elektronenparen. door de atomen door elektronen te delen. Die elektronen vormen de bindende elektronenparen. Stap 5: Bereken hoeveel niet-bindende Je had 8 elektronen. elektronenparen overblijven. Dit zijn 8/2 = 4 elektronenparen. Twee paren hiervan zijn bindend. Dan zijn er nog 4 – 2 = 2 niet-bindende elektronenparen over. Stap 6: Teken nu de Lewisstructuur zodanig dat alle atomen voldoen aan de octetregel. Bij het opstellen van de Lewisstructuur van een ion houd je rekening met de lading van het ion. De lading van het ion wordt opgeteld of afgetrokken van het aantal valentie-elektronen. Voorbeeld met NH2- m.b.v. het stappenplan. Stap 1: N-atoom: 5 valentie-elektronen. H-atoom: 1 valentie-elektronen. Aantal valentie-elektronen: (2 β 1) + 5 = 7 valentie-elektronen. De lading van 1- zorgt ervoor dat het totale aantal valentie-elektronen uitkomt op 8. Stap 2: N-atoom: 8 elektronen. H-atoom: 2 elektronen. Aantal elektronen: (2 β 2) + 8 = 12 elektronen. Stap 3: 12 – 8 = 4 elektronen tekort. Stap 4: 4/2 = 2 bindende elektronenparen. Stap 5: Je had 8 elektronen Dit zijn 8/2 = 4 elektronenparen. 2 paren hiervan zijn bindend. Dan zijn er dus 4 – 2 = 2 niet-bindende elektronenparen over. Stap 6: De formele lading zit bij de N, en is -. Stappenplan voor de formele lading. Stap 1: Bepaal het aantal elektronen bij elke atoom van het samengestelde ion. Stap 2: Bepaal het aantal valentie-elektronen van elk atoom. Stap 3: Het aantal valentie-elektronen min het aantal elektronen is de formele lading van het atoom. Stap 4: Teken nu de Lewisstructuur. Omringinsgetal 2 Molecuulbouw Lineair Bindingshoeken 180° 3 Driehoek ± 120° 4 Tetraëder ± 109° Een molecuul met partiële ladingen en een duidelijke positieve en negatieve kant is een dipool. Paragraaf 3 Begrippenlijst: Mesomerie: als je voor één molecuul of ion meerdere Lewisstructuren kunt noteren. Mesomere grensstructuren: de verschillende mogelijke structuren van één ion of molecuul. Je hebt al geleerd dat je voor benzeen niet een vaste structuur kunt tekenen. De zes elektronen die drie dubbele bindingen vormen verplaatsen zich in de ring. Hierdoor zijn er voor benzeen twee Lewisstructuren mogelijk. Deze twee mesomere grensstructuren van benzeen zijn te zijn op het plaatje. Hoe meer mesomere grensstructuren er van één molecuul of ion zijn, des te stabieler dat deeltje en de bijbehorende stof is. Stappenplan voor het vinden van alle mesomere grensstructuren: Stap 1: Teken de Lewisstructuur. Stap 2: Geef in de Lewisstructuur de formele lading aan bij elk atoom. Stap 3: Door elektronen te verplaatsen naar naastgelegen atomen, krijg je een mesomere grensstructuur. Hierbij kan een bindend elektronenpaar een niet-bindend elektronenpaar worden en andersom. Stap 4: Vanuit de tweede grensstructuur kun je weer een nieuwe mesomere grensstructuur vinden door het opnieuw verplaatsen van de elektronen. Let op! Dat je bij het opstellen van mesomere grensstructuren, de Lewisstructuren kloppend houdt. Mesomerie treedt op door verplaatsing van elektronenparen. De mesomere grensstructuren vind je ook door in de Lewisstructuur de formele lading aan te geven en van daaruit elektronenparen te verplaatsen. Paragraaf 4 Begrippenlijst: Substitutiereacties: Reactiemechanisme: Radicaal: Nucleofiel: Elektrofiel: Additiereactie: een atoom of atoomgroep in een koolstofverbinding wordt vervangen door een atoom of atoomgroep. een beschrijving van het verloop van een reactie. een atoom die niet voldoet aan de octetregel en daarom heel reactief is. het negatieve ion met het vrije elektronenpaar. “houdt van elektronen.” het positieve ion. “houdt van kernen.” een dubbele binding verandert in een enkele binding, hierdoor worden twee nieuwe groepen of atomen aan het molecuul gebonden. Een substitutiereactie verloopt in drie stappen volgens een radicaalmechanisme. Voorbeeld met vorming broommethaan. De netto vergelijking is: πΆπ»4 + π΅π2 → πΆπ»3 π΅π + π΅π Stap 1 initiatie Door absorptie van uv-straling worden de broommoleculen gesplitst in broomradicalen. π΅π2 → 2π΅π ∗ Stap 2 propagatie Een radicaal reageert met een waterstofatoom va methaan, hierdoor ontstaan waterstofbromide en een methylradicaal. Het methylradicaal reageert met broom tot broommethaan en een broomradicaal. Deze twee reacties kunnen doorgaan tot een van de beginstoffen op is. π΅π ∗ +πΆπ»4 → π»ππ + πΆπ»3 ∗ πΆπ»3 ∗ +π΅π2 → πΆπ»3 π΅π + π΅π ∗ Stap 3 terminatie Als het methylradicaal reageert met een broomradicaal tot broommethaan, kunnen deze deeltjes niet verder reageren. πΆπ»3 ∗ +π΅π ∗→ πΆπ»3 π΅π Als er bij een substitutiereactie ionen worden gevormd, dan verloopt de reactie via een ionair mechanisme. Bij een ionair mechanisme van een substitutiereactie wordt een nucleofiel deeltje gebruikt, bij de reactie van broommethaan is dit het hydroxideion. πΆπ»3 π΅π + ππ» − → πΆπ»3 ππ» + π΅π − De reactie in Lewisstructuur: Net als bij sommige substitutiereacties verlopen sommige additiereacties volgens een radicaalmechanisme en andere volgens een ionair mechanisme. Voorbeeld met chloorethaan. De nettovergelijking is: πΆπ»2 = πΆπ»2 + π»πΆπ → πΆπ»3 πΆπ»2 πΆπ Stap 1 initiatie Uit waterstofchloride worden onder invloed van peroxides radicalen gevormd: π»πΆπ → π» ∗ +πΆπ ∗ Stap 2 propagatie Het chloorradicaal reageert met etheen. Hierbij ontstaat er een chloorethaanradicaal, deze reageert met waterstofchloride tot chloorethaan en een chloorradicaal. Deze twee reacties kunnen doorgaan tot één van de beginstoffen op is. πΆπ ∗ +πΆπ»2 = πΆπ»2 → πΆπ»2 πΆππΆπ»2 ∗ πΆπ»2 πΆππΆπ»2 ∗ +π»πΆπ → πΆπ»2 πΆππΆπ»3 + πΆπ ∗ Stap 3 terminatie Als het chloorethaanradicaal reageert met een waterstofradicaal, dan is de reactie afgelopen. πΆπ»2 πΆππΆπ»2 ∗ +π» ∗→ πΆπ»2 πΆππΆπ»3 Voor additiereacties is geen uv-straling nodig. 1,2-additie Als er twee dubbele bindingen zijn, en als er één “openklapt” waardoor er twee nieuwe atomen of groepen kunnen binden Voorbeeld met reactie buta-1,3-dieen met Cl2 1,4-additie Als er twee dubbele bindingen zijn, die allebei “openklappen” waardoor er een nieuwe dubbele binding in het midden wordt gevormd en er aan elke een nieuwe atoom of groep kan binden. Voorbeeld met reactie buta-1,3-dieen met Cl2 Paragraaf 5 Begrippenlijst Isomeren: Stereo-isomeren: Structuurisomeren: stoffen met dezelfde molecuulformule maar verschillende structuurformules. isomeren met gelijke molecuulbouw, maar verschillende ruimtelijke oriëntatie. isomeren met verschillende molecuulbouw. Voorbeeld structuurisomeren: 1,2-dichloorethaan Voorbeeld stereo-isomeren: 1,2-dichlooretheen Voor cis-trans-isomerie moeten er zowel aan de linker- als aan de rechterzijde van de starre binding twee verschillende groepen aan de koolstofatomen gebonden zijn. Bij de cis-vorm zitten de gelijke groepen aan één kant van de starre binding. Voorbeeld cis-1,2-dichloorethaan Bij de transvorm zitten de gelijke groepen schuin tegen over elkaar. Voorbeeld trans-1,2-dichloorethaan. Paragraaf 6 Moleculen waarvan het spiegelbeeld niet identiek is aan het oorspronkelijke molecuul, noem je spiegelbeeldisomeren. Spiegelbeeldisomerie is een vorm van stereo-isomerie. Een asymmetrisch C-atoom is een C-atoom waar vier verschillende groepen aan gebonden zijn. Als een molecuul een asymmetrisch C-atoom bevat, mag je ervan uitgaan dat er sprake is van spiegelbeeld isomerie. Belangrijkschema: