1 Voorbereiding workshop `Zwanger en dan

advertisement
Voorbereiding workshop ‘Zwanger en dan?’
‘Signaleren en samenwerken bij zwangere ouders met een (licht) verstandelijke beperking’.
Aanleiding
Ziekenhuizen, verloskundigen, huisartsen liepen regelmatig aan tegen vragen en problemen
van zwangere vrouwen met een (licht) verstandelijke beperking. Soms ontdekte men tijdens
de zwangerschap, dat men te maken had met een vrouw met een (licht) verstandelijke
beperking, maar vaak werd dit pas duidelijk nadat het kind geboren was. Dit resulteerde
regelmatig in crisissituaties, die zowel voor de vrouw/ouders, het kind als de betrokken
instanties moeilijk waren.
Om deze crisissituaties zoveel mogelijk te voorkomen, de doelgroep eerder te signaleren en
de begeleiding van zwangere vrouwen met een (licht) verstandelijke beperking te verbeteren
is een werkgroep bestaande uit ziekenhuizen, jeugdzorg, zorgaanbieder en MEE gestart.
Met de werkgroep hebben we samenwerkingsafspraken gemaakt en een
‘Samenwerkingsprotocol rond zwangere vrouwen/ouders met een (licht) verstandelijke
beperking en hun kind’ opgesteld. Het protocol is in april 2008 van start gegaan en onlangs
is het eerste jaar geëvalueerd.
In deze workshop zal ik kort iets vertellen over:
0. Beginnen met een deel van de DVD!
1. Doelgroep van mensen met een (licht) verstandelijke beperking
2. Problemen bij zwangere vrouwen met een (licht) verstandelijke beperking
3. Het ‘Babyprotocol’, een samenwerkingsprotocol voor zwangere vrouwen (en partner) met
een licht verstandelijke beperking en hun kind’
4. Ervaringen met het protocol gedurende de pilot van april 2008 tot april 2009
5. Ideeën voor de toekomst
6. Gelegenheid voor vragen
1
0. Introductie met DVD
DVD RKK:
Gesprek met volwassenen die terugkijken op hun opvoeding door LVG
ouders.
1. Doelgroep van mensen met een licht verstandelijke beperking
Er zijn grote verschillen tussen mensen met een licht verstandelijke beperking. Hoe de
verschillen in de praktijk uitwerken is van meerdere factoren afhankelijk. Zo is de familie of
het sociaal netwerk een belangrijk factor die soms een grote rol speelt en soms (geheel)
afwezig is. In het kader van deze workshop geef ik een globaal beeld van mensen met een
(licht) verstandelijke beperking met in het achterhoofd de relatie met zwangerschap en het
opvoeden van kinderen.
Kenmerken van mensen met een (licht) verstandelijke beperking (kunnen) zijn:
een concreet denk- en leerniveau, gericht op het heden
ontkennen dat er sprake is van de beperking met zelfoverschatting tot gevolg;
een beperkte sociale redzaamheid
moeite met het maken van onderscheid in goede en slechte mensen
beperkt grenzen kunnen stellen, waardoor hij of zij gemakkelijk beïnvloedbaar is
beperkt inlevingsvermogen;
niet overzien van de consequenties van handelen en moeilijk kunnen kijken naar eigen
handelen;
praten in korte of hakkelende zinnen;
Zie voor een volledige beschrijving van de doelgroep ‘Omgaan met mensen met een (licht)
verstandelijke beperking van MEE Utrecht, Gooi & Vecht in de congresmap.
2. Problemen bij zwangere vrouwen met een verstandelijke beperking
Veel zwangere vrouwen met een (licht) verstandelijke beperking hebben of krijgen
problemen bij de verzorging en/of opvoeding van hun kind(eren).
Ik noem hier een aantal voorbeelden:
-
Onvoldoende voor zichzelf kunnen zorgen:
- verwaarlozing
- slechte gezondheid
- slecht voeding
- slechte huisvesting
2
-
Onvoldoende voor het kind kunnen zorgen:
voeding
verzorging
opvoeding
‘rust, reinheid, regelmaat, licht, lucht en liefde’
-
Onvoldoende met geld om kunnen gaan en vaak schulden
-
Gebrek aan of geen familie of sociaal netwerk die kunnen meekijken
-
Soms combinatie met psychiatrie of verslaving
-
Niet de weg in de zorg/hulpverlening kunnen vinden, of zorgmijdend zijn
3. Doelen van het ‘Samenwerkingsprotocol’
Zowel MEE UGV als de ziekenhuizen in de provincie Utrecht krijgen regelmatig te maken
met zwangere vrouwen met een (licht) verstandelijke beperking. In de praktijk levert dit
vragen en problemen op. Het doel van het protocol is om hier verbetering in aan te brengen.
Doelen:
- Vroegtijdig signaleren van de problematiek van een (licht) verstandelijke beperking.
-
Intensieve samenwerking en afstemming tussen de instanties, die betrokken zijn bij
zwangere vrouw.
-
Professionele begeleiding van de zwangere vrouw en partner op medisch en sociaal
gebied.
-
Veiligheid voor het kind tijdens de zwangerschap en na de geboorte.
-
Samenwerking met het sociale netwerk en familie (indien aanwezig).
4. Werkwijze van een begeleidingstraject
1. Aanmelding bij MEE door klant of via andere instantie (ziekenhuis)
2. In kaart brengen van situatie en wensen van de klant (en partner)
3. Uitleggen van de werkwijze van het ‘babyprotocol’, gericht op samenwerking en
afstemming tussen betrokken instanties en klant.
4. In kaart brengen van de risicofactoren en de beschermende factoren.
5. Overleg met instanties in aanwezigheid van de klant(en)
3
6. Opstellen van een plan van aanpak voor tijdens de zwangerschap en na de geboorte
7. Regelen van praktische zaken en indicaties voor de begeleiding na de geboorte.
8. Overdracht naar structurele begeleiding
5. Ervaringen met protocol
-
Gedurende de pilot is de doelgroep beter in beeld bij verloskundigen en ziekenhuizen.
Door het eerder herkennen van de mensen met een (licht) verstandelijke beperking was
het geschatte aantal van 20 vrouwen per jaar dubbel zo hoog en dit waren dan alleen
nog maar de klanten die vanuit MEE werden begeleid. Het werkelijke aantal zwangeren
met een (licht) verstandelijke beperking is dus nog veel hoger.
-
De samenwerking en afstemming middels het protocol is door alle instanties als zeer
positief ervaren en wordt gezien als een meerwaarde. Alleen vanuit intensieve
samenwerking, transparant werken en dicht op de klant kun je de veiligheid van het kind
en de belangen van de ouders behartigen.
6. Enkele van de aanbevelingen voor de toekomst
-
Verdere voorlichting over de doelgroep en problematiek bij:
- Huisartsen
- Verloskundigen
- Ziekenhuizen omliggende provincies (bv. via aanpalende MEE organisaties)
-
Verdere samenwerking met instanties die bij kind en gezin betrokken worden na de
geboorte, zoals:
- Kraamzorg
- Consultatiebureau
- Thuiszorg en gezinsondersteuning
- William Schrikkergroep en Gezinsvoogdij
- Zorgaanbieders
-
Verbeteren en verbreden van de registratie en volgen van de kinderen
- registratie door MEE en de zorgaanbieders
- registratie van gegevens die vanuit het protocol duidelijk worden
- het volgen van de (pasgeboren) kinderen gedurende een aantal maanden/jaren
-
Sociale kaart van voorzieningen op landelijk en regionaal niveau:
- Ambulante begeleiding
- Meer 24-uursvoorzieningen voor moeder/ouders en kind
- (intensieve) thuiszorg voor ouders met pasgeboren kinderen
4
Download