Therapietrouw bij patiënten met een niet-westerse afkomst

advertisement
Therapietrouw bij patiënten met een
niet-westerse afkomst en patiënten met
beperkte gezondheidsvaardigheden
Een literatuurreview naar verbetering van de therapietrouw
Menal Ahmad
April 2013
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
2
Therapietrouw bij patiënten met een
niet-westerse afkomst en patiënten met
beperkte gezondheidsvaardigheden
Een literatuurreview naar verbetering van de therapietrouw
Hogeschool Utrecht
Faculteit Gezondheidszorg
Bolognalaan 101
3508 AD Utrecht
Student:
Menal Ahmad
Stagedocent/ tutor:
Wan Yen Khouw
Stagebegeleider:
Marga Vintges
Stageadres:
Pharos, kenniscentrum gezondheid migranten en laagopgeleiden
Arthur van Schendelstraat 620
3511 MJ Utrecht
Periode onderzoek:
februari 2013 – april 2013
Aantal woorden:
9.816
(excl . voor en- na werk)
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
3
Over Pharos
Pharos is het landelijke kennis- en adviescentrum voor de gezondheid van migranten en mensen
met beperkte gezondheidsvaardigheden. In het werk van Pharos staat het principe ‘kwaliteit en
effectiviteit van gezondheidszorg voor alle burgers’ centraal. In Nederland hanteert Pharos het
uitgangspunt dat iedereen recht heeft op kwalitatief goede en toegankelijke gezondheidszorg.
Gezondheid van mensen is op de eerste plaats van belang voor de kwaliteit van leven van mensen
zelf. Maar ook voor de samenleving, de economie, de arbeidsmarkt, participatie en de kosten van
zorg.
Pharos zet haar kennis in voor de verbetering van de kwaliteit en effectiviteit van zorg voor
migranten en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. Uit vele onderzoeken is bekend dat
deze vaak achterligt op de zorg aan andere cliënten. Inmiddels is bekend dat daar heel goed iets
aan te doen is. In alle sectoren van zorg, gezondheidsbevordering en (jeugd)hulpverlening.
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
4
Samenvatting
Therapieontrouw is wereldwijd een belangrijk probleem. Diverse factoren spelen hierbij een rol,
zowel aan de kant van de patiënt als aan de kant van de zorgverlener. Onderzoek wijst uit dat
therapieontrouw vaker voorkomt bij patiënten met een niet-westerse afkomst en patiënten met
beperkte gezondheidsvaardigheden.
Het doel van dit onderzoek is om aan de hand van de beschikbare literatuur de therapietrouw bij
patiënten met een niet-westerse afkomst en patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden in
kaart te brengen. Ook heeft dit onderzoek als doel te achterhalen welke (effectief bewezen)
interventies door de apotheek toegepast kunnen worden, om de therapietrouw bij deze patiënten te
bevorderen.
De onderzoeksvraag luidt als volgt:
Wat is in de beschikbare literatuur te vinden over de therapietrouw en interventies bij patiënten met
een niet-westerse afkomst en patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden?
Bij de bovenstaande hoofdvraag horen de volgende deelvragen:
1. In hoeverre zijn patiënten met een niet-westerse afkomst therapietrouw?
2. In hoeverre zijn patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden therapietrouw?
3. Welke succesvolle of veelbelovende interventies zijn beschreven bij farmaceutische zorg- en
dienstverlening die de therapietrouw bij patiënten met een niet-westerse afkomst verbeteren?
4. Welke succesvolle of veelbelovende interventies zijn beschreven bij farmaceutische zorg- en
dienstverlening die de therapietrouw bij patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden
verbeteren?
Het onderzoek levert de volgende inzichten op:
Niet-westerse migranten ervaren vaak problemen omtrent taal en gezondheidsvaardigheden, wat
verder versterkt wordt door culturele barrières. Dit leidt tot het niet of verkeerd begrijpen van de
geneesmiddelinstructies, met als gevolg therapieontrouw. Mensen met beperkte
gezondheidsvaardigheden ervaren problemen met het begrijpen en toepassen van de mondelinge en
schriftelijke geneesmiddelinformatie. Dit vergroot het risico op therapieontrouw, aangezien het kan
leiden tot incorrecte identificatie van de medicatie, misinterpretatie van de instructies op het
receptlabel en moeite met het begrijpen van waarschuwingen op het recept label.
Nederland staat nog in de kinderschoenen wat betreft onderzoek en farmaceutische interventies ter
verbetering van de therapietrouw bij deze specifieke doelgroepen. Er zijn een aantal interventies
ontwikkeld, echter zijn deze (nog) niet geëvalueerd op effectiviteit.
In het buitenland zijn interventies ontwikkeld die inspelen op verbetering van de therapietrouw bij
niet-westerse migranten en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. Deze interventies
richten zich op mondelinge, schriftelijke en/of digitale communicatie.
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
5
De volgende aanbevelingen worden gedaan voor verder onderzoek.
Aanbevolen wordt:

Een gedeelte van het onderzoek te repliceren, namelijk de literatuursearch naar succesvolle
farmaceutische interventies die leiden tot verbetering van de therapietrouw bij niet-westerse
migranten en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden.

Een literatuursearch uit te voeren naar succesvolle interventies die buiten de farmaceutische
zorg- en dienstverlening uitgevoerd zijn bij niet-westerse migranten en mensen met beperkte
gezondheidsvaardigheden.

Een vervolg op dit onderzoek uit te voeren door te onderzoeken hoe apothekers in Nederland
omgaan met therapieontrouw bij niet-westerse patiënten en patiënten met beperkte
gezondheidsvaardigheden.
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
6
Voorwoord
In het kader van mijn onderzoeksstage voor de opleiding Farmakunde aan de Hogeschool Utrecht,
heeft Pharos mij in de periode van 1 februari 2013 tot 20 april 2013 als stagiaire in dienst genomen.
Graag wil ik een aantal mensen bedanken voor het leveren van een bijdrage aan het ontstaan van dit
rapport.
In de eerste plaats wil ik Robbert van Bokhoven en mijn stagebegeleider Marga Vintges bedanken
voor het mogelijk maken van mijn onderzoeksstage. Daarnaast wil ik Marga Vintges bedanken voor
haar betrokkenheid gedurende mijn stageperiode. Veel heb ik gehad aan haar begeleiding, feedback
en tips. Ook mijn tutor Wan Yen Khouw bedank ik voor haar feedback. De begeleidingsbijeenkomsten
leverden altijd goede ideeën op.
Philip van der Walt wil ik bedanken voor zijn uitleg over zoekstrategieën en booleaanse operatoren.
Tijdens mijn eerste stagedag heeft hij uitgebreid de tijd genomen dit aan mij uit te leggen.
Ik bedank Liset van Dijk voor haar oprechte enthousiasme en interesse in dit onderzoek. Ook wil ik
haar bedanken voor de nuttige tips en informatie.
Tot slot bedank ik Carmen Chan voor de gezelligheid, leuke gesprekken en omdat zij altijd bereid was
mee te denken over problemen waar ik tegenaan liep.
Utrecht, 2013
Menal Ahmad
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
7
Inhoud
Samenvatting................................................................................................................................ 5
Voorwoord ................................................................................................................................... 7
1.
2.
3.
Inleiding ............................................................................................................................... 9
1.1.
Achtergronden............................................................................................................... 9
1.2.
Probleemstelling en doelstelling.................................................................................... 11
1.3.
Hoofdvraag en deelvragen ............................................................................................ 11
1.4.
Operationalisatie van begrippen ................................................................................... 12
Methode ............................................................................................................................ 13
2.1.
Onderzoekspopulatie ................................................................................................... 13
2.2.
Onderzoeksontwerp..................................................................................................... 13
2.3.
Meetinstrumenten ....................................................................................................... 14
2.4.
Analysemethoden ........................................................................................................ 14
Resultaten .......................................................................................................................... 16
3.1.
Feiten .......................................................................................................................... 16
3.1.1.
Niet-westerse migranten........................................................................................... 16
3.1.2.
Beperkte gezondheidsvaardigheden .......................................................................... 17
3.2.
Oorzaken ..................................................................................................................... 18
3.2.1.
Niet-westerse migranten........................................................................................... 18
3.2.2.
Beperkte gezondheidsvaardigheden .......................................................................... 20
3.3.
Interventies ................................................................................................................. 22
4.
Discussie............................................................................................................................. 30
5.
Conclusie ............................................................................................................................ 32
6.
Aanbevelingen voor verder onderzoek ................................................................................. 34
7.
Referentielijst ..................................................................................................................... 35
Bijlage: Zoekstrategie .................................................................................................................. 40
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
8
1.
Inleiding
1.1.
Achtergronden
Therapietrouw
De Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) definieert therapietrouw als volgt:
‘Therapietrouw is de mate waarin de patiënt zijn behandeling uitvoert in overeenstemming met de
afspraken die hij heeft gemaakt met zijn behandelaar’ (Westein, 2008).
In Nederland wordt het percentage medicijngebruikers dat niet therapietrouw is geschat op 30% tot
40% (Brink-Muinen, Dulmen, 2004).
Door verkeerd medicijngebruik overlijden jaarlijks in Nederland ruim 1250 mensen en belanden nog
eens 19.000 mensen in het ziekenhuis, terwijl dit te vermijden is (RIVM, 2012).
Behalve dat therapieontrouw nadelige gevolgen voor de patiënt heeft, leidt het ook tot onnodige
zorgkosten (verspilling). Uit onderzoek blijkt dat therapieontrouw de Nederlandse samenleving
jaarlijks zo’n 2,4 miljard euro kost (Maas, 2012).
Deze gegevens laten zien dat therapieontrouw een groot probleem is. Diverse factoren spelen hierbij
een rol, zowel aan de kant van de patiënt als aan de kant van de zorgverlener. De aard van de ziekte
en behandeling, het gezondheidszorgsysteem, culturele, demografische en sociaaleconomische
factoren zijn voorbeelden (WHO, 2003; Peeters et al., 2011).
Uit meerdere onderzoeken blijkt dat niet-westerse migranten en mensen met beperkte
gezondheidsvaardigheden een risicogroep vormen ten aanzien van therapie ontrouw. Dit wordt in dit
hoofdstuk en verder in het rapport besproken.
Therapietrouw bij niet-westerse migranten
Nederland verandert steeds meer in een multiculturele samenleving. Op dit moment heeft 11% van
de bevolking een niet-westerse afkomst. Dit zijn met name eerste- en tweede generatie
arbeidsmigranten en hun kinderen, asielzoekers, vluchtelingen en studenten (Vintges, van den
Muijsenburg, 2012). ‘Niet-westers’ wordt gedefinieerd als mensen die geboren zijn in Turkije, Afrika,
Latijns-Amerika en Azië (Japan en Indonesië uitgezonderd) (Suurmond et al., 2012).
Het is bekend dat therapietrouw bij chronisch zieken een groot probleem is, echter bij veel patiënten
met een migrantenafkomst is dit probleem vaak nog groter (Manna, 2007). Onderzoeksgegevens uit
de Verenigde Staten, Canada en Europa wijzen op onjuist medicijngebruik bij mensen met een nietwesterse afkomst (Morgan et al., 2011). Het is daarom van groot belang dat de apotheek hiermee
rekening houdt bij het verstrekken van medicijnen aan deze groep patiënten.
Therapieontrouw bij niet-westerse migranten is complex en kan meerdere oorzaken hebben.
Culturele achtergrond, taalvaardigheid en opleidingsniveau kunnen hierbij een rol spelen (Vintges,
van den Muijsenbergh, 2012). Bovendien verschilt de gezondheidszorg in Nederland vaak van de
gezondheidszorg die men in het land van herkomst gewend is (Denktas, 2010).
Bij het ontvangen van farmaceutische zorg kan men andere behoeften en verwachtingen hebben,
waar de apotheek doorgaans niet van op de hoogte is (Morgan et al., 2011). Ook blijkt dat nietwesterse migranten negatieve opvattingen ten opzichte van het geneesmiddel kunnen hebben, met
als gevolg dat de medicatie niet volgens het artsenvoorschrift ingenomen wordt (Horne et al., 2004).
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
9
Therapietrouw bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden
Het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ) omschrijft
gezondheidsvaardigheden als volgt.
Gezondheidsvaardigheden zijn de vaardigheden van individuen om informatie over
gezondheid te verkrijgen, te begrijpen, en te gebruiken bij het nemen van
gezondheidsgerelateerde beslissingen (Fransen, Stronk, Essink-Bot, 2011).
De World Health Organization hanteert het begrip ‘health literacy’, dat in Nederland wordt vertaald
naar ‘gezondheidsvaardigheden’ (Twickler et al., 2009; Nutbeam, 2008).
In de literatuur wordt onderscheid gemaakt tussen drie niveaus van gezondheidsvaardigheden,
namelijk:
1. functionele gezondheidsvaardigheden: de basis lees- en schrijfvaardigheden die nodig zijn om
adequaat om te gaan met informatie over ziekte, gezondheid en zorg;
2. interactieve gezondheidsvaardigheden: de vaardigheden om schriftelijke en mondelinge
informatie over ziekte en gezondheidszorg te verkrijgen en toe te passen op de individuele
situatie;
3. kritische gezondheidsvaardigheden: de vaardigheden om de informatie over ziekte en
gezondheidszorg kritisch te analyseren en toe te passen, om zo meer controle uit te oefe nen
over het eigen leven (Twickler et al., 2009; Nutbeam, 2008).
Laaggeletterdheid valt onder het begrip beperkte gezondheidsvaardigheden. Lees- en
schrijfvaardigheden zijn voorwaarden voor goede gezondheidsvaardigheden. In Nederland is
ongeveer anderhalf miljoen van de populatie laag- en ongeletterd. Twee derde van deze mensen
heeft een autochtone afkomst. De groep mensen met beperkte gezondheidsvaardi gheden is nog
groter (Twickler et al., 2009).
Geringe gezondheidsvaardigheden hebben vooral een negatief effect op de communicatie tussen de
zorgverlener en patiënt en de toegankelijkheid tot de gezondheidszorg en
geneesmiddeleninformatie. Dit heeft een negatief effect op het managen van de medicatie, wat leidt
tot therapieontrouw (Poureslami et al., 2007).
De prevalentie van chronische aandoeningen is significant hoger bij mensen met beperkte
gezondheidsvaardigheden. Desondanks blijken deze mensen vaker therapieontrouw te zijn.
Onderzoeksgegevens uit de Verenigde Staten, Engeland en Australië wijzen uit dat bij mensen met
beperkte gezondheidsvaardigheden de kennis en zelfmanagement op het gebied van de ziekte en
therapeutische behandeling laag is. Ook hebben zij moeite met het begrijpen van de
ziekteprocessen, geneesmiddeleninformatie, advies en instructies (Poureslami et al., 2007).
Eerder werd opgemerkt dat de therapietrouw bij mensen met een migrantenafkomst laag is. Uit
onderzoek blijkt dat mensen met een niet-westerse migrantenafkomst vaak over onvoldoende
gezondheidsvaardigheden beschikken (Denktas et al., 2010).
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
10
Apotheker als behandelaar
De apotheek kan een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van de therapietrouw bij nietwesterse migranten en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. Bovendien is de apotheek
hier wettelijk toe verplicht. Conform de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst
(WGBO) is de apotheker namelijk sinds 2007 behandelaar. Dit brengt verschillende
verantwoordelijkheden en plichten met zich mee, waaronder het verstrekken van informatie,
adviezen en instructies die afgestemd zijn op de individuele patiënt. Dit is noodzakelijk voor een
doeltreffend en veilig geneesmiddelengebruik (KNMP/WINAp, 2007).
1.2.
Probleemstelling en doelstelling
Kwaliteit van zorg betekent niet alleen dat de zorg voldoet aan regels en richtlijnen van de overheid
of de beroepsgroepen, maar ook dat rekening wordt gehouden met de wensen en verwachtingen
van patiënten, cliënten of hun vertegenwoordigers (Greuningen, 2009).
Binnen de context van dit onderzoek houdt dat in dat apothekers(assistenten) zich bewust moeten
worden van verschillen in therapietrouw bij patiënten met een niet-westerse afkomst en patiënten
met beperkte gezondheidsvaardigheden. Indien apothekers(assistenten) deze verschillen beter leren
begrijpen en de vaardigheden ontwikkelen om hiermee om te gaan, kunnen zij een belangrijke
bijdrage leveren aan verbetering van de therapietrouw. Ook interventies die zich richten op
verbetering van de zelfmanagement bij deze patiënten kunnen een bijdrage leveren aan verbetering
van de therapietrouw. Tegelijkertijd zal dit leiden tot het tegengaan van onnodige zorgkosten.
Het doel van dit onderzoek is om aan de hand van de beschikbare literatuur de therapietrouw bij
patiënten met een niet-westerse afkomst en patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden in
kaart te brengen. Ook heeft dit onderzoek als doel te achterhalen welke (effectief bewezen)
interventies door de apotheek toegepast kunnen worden, om de therapietrouw bij patiënten met
een niet-westerse afkomst en patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden te bevorderen.
1.3.
Hoofdvraag en deelvragen
Om het doel van dit onderzoek te behalen, dient de volgende vraag beantwoord te worden:
Wat is in de beschikbare literatuur te vinden over de therapietrouw en interventies bij patiënten met
een niet-westerse afkomst en patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden?
Bij de bovenstaande hoofdvraag horen de volgende deelvragen:
1. In hoeverre zijn patiënten met een niet-westerse afkomst therapietrouw?
2. In hoeverre zijn patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden therapietrouw?
3. Welke succesvolle of veelbelovende interventies zijn beschreven bij farmaceutische zorg- en
dienstverlening die de therapietrouw bij patiënten met een niet-westerse afkomst verbeteren?
4. Welke succesvolle of veelbelovende interventies zijn beschreven bij farmaceutische zorg- en
dienstverlening die de therapietrouw bij patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden
verbeteren?
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
11
1.4.
Operationalisatie van begrippen
Farmaceutische zorg
Patiëntgerichte service en dienstverlening vanuit de apotheek, waarbij
de focus ligt op management van de medicatie en de ziekte (Cheng et
al., 2012).
Therapietrouw
De mate waarin de patiënt zijn behandeling uitvoert in
overeenstemming met de afspraken die hij heeft gemaakt met zijn
behandelaar (Westein, 2008).
Gezondheidsvaardigheden
Gezondheidsvaardigheden zijn de vaardigheden van individuen om
informatie over gezondheid te verkrijgen, te begrijpen, en te
gebruiken bij het nemen van gezondheidsgerelateerde beslissingen
(Fransen, Stronk, Essink-Bot, 2011).
Laaggeletterdheid
Onvoldoende basisvaardigheden in het lezen en schrijven (Twickler et
al., 2009).
Niet-westerse migrant
Een persoon die in het buitenland geboren is en van wie ten minste
één ouder in het buitenland is geboren (1e generatie), of een persoon
die in Nederland geboren is waarvan ten minste één ouder in het
buitenland geboren is (2e generatie).
De groep niet-westerse migranten wordt gedefinieerd als mensen die
geboren zijn in Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië (Japan en
Indonesië uitgezonderd). Westerse migranten zijn met name
afkomstig uit Europa en Noord-Amerika (Suurmond et al., 2012).
Interventies
Alle activiteiten die determinanten kunnen veranderen en daarmee op
termijn kunnen doorwerken op gezondheid (Reenen van et al., 2008).
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
12
2.
Methode
2.1.
Onderzoekspopulatie
Het betreft een literatuurreview naar volwassen medicijngebruikers met een niet-westerse afkomst
en volwassen medicijngebruikers met beperkte gezondheidsvaardigheden.
2.2.
Onderzoeksontwerp
Er is een literatuurreview uitgevoerd naar onderzoekspublicaties met betrekking tot de
therapietrouw bij patiënten met een niet-westerse afkomst en patiënten met beperkte
gezondheidsvaardigheden. Er is daarbij ook gezocht naar geëvalueerde farmaceutische interventies
die zich richten op het bevorderen van de therapietrouw bij deze twee doelgroepen.
Er is een literatuursearch verricht in zowel nationale als internationale zoekmachines en databanken,
te weten:








ScienceDirect
Sage Journals
PubMed
Cochrane Library
Pharos Database
Platform PM
Google Scholar
Google Nederland
De zoektermen die gebruikt zijn hadden betrekking tot: medicatie, therapietrouw, niet-westerse
migranten, beperkte gezondheidsvaardigheden en farmaceutische interventies.
Bij het zoeken naar literatuur zijn verschillende termen en synoniemen gecombineerd. De
zoektermen (Engels en Nederlands) en combinaties die gebruikt zijn staan in het onderstaande
weergegeven. Een volledig overzicht van de zoektocht is te vinden in de bijlage.
Engels:
Nederlands:
1.
medication OR pharmacy
medicatie OF apotheek
2.
AND
compliance OR adherence
EN
therapietrouw
AND
migrant OR immigrant OR ethnic OR racial
OR cultural OR cultural competence OR low
literacy OR health literacy
EN
migrant OF etniciteit OF culturele verschillen
OF allochtonen OF gezondheidsvaardigheden
OF laaggeletterdheid OF achterstandswijk OF
lage sociaaleconomische status
AND
intervention
EN
interventie
3.
4.
Figuur 1. Zoektermen en combinaties
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
13
Toelichting op figuur 1.
De zoektermen zijn als volgt gecombineerd. Bij het zoeken naar literatuur met betrekking tot de
therapietrouw bij de doelgroepen is minimaal één term uit rij 1, 2 en 3 gecombineerd. Ook zijn
synoniemen toegevoegd. Bijvoorbeeld: medication AND adherence AND migrant OR ethnic OR racial.
Bij het zoeken naar interventies is minimaal één term uit rij 1, 2, 3 en 4 gecombineerd. Ook hier zijn
synoniemen toegevoegd. Bijvoorbeeld: medication OR pharmacy AND adherence AND health literacy
AND intervention.
Het bovenstaande omschrijft de systematische zoekstrategie die bij het onderzoek gebruikt is. Naast
deze onderzoeksmethode is ook veelvuldig gebruik gemaakt van de zogenaamde sneeuwbalmethode
(‘snowball sampling’). Er is hierbij gebruik gemaakt van de volgende manieren:



gezocht op naam van de auteur (n.a.v. eerder gevonden publicaties van de betreffende auteur);
gezocht via de literatuurverwijzingen van de gevonden publicatie;
contact opgenomen met een onderzoeker (van het Nivel) in dit werkveld.
2.3.
Meetinstrumenten
Het onderzoek is individueel verricht door één persoon. De literatuur is beoordeeld aan de hand van
de benoemde criteriapunten in paragraaf 2.4. Het zoekplan diende als meetinstrument bij het
systematisch zoeken naar relevante literatuur.
Bij de literatuur die geëxcludeerd werd ging het om publicaties die:





niet relevant zijn voor de vraagstellingen;
niet gericht zijn op de farmaceutische zorg- en dienstverlening (maar veelal op huisartsen en
overige zorgverleners);
proefschriften en andere grijze literatuur;
interventies die niet geëvalueerd zijn;
interventies die ineffectief zijn gebleken.
2.4.
Analysemethoden
De gevonden literatuur is beoordeeld en geanalyseerd naar betrouwbaarheid en validiteit, oftewel
de geldigheid van de resultaten. Als eerst werd de verzamelde literatuur gescreend op titel en/of
abstract. Literatuur die niet relevant was werd geëxcludeerd. Bij de overgebleven literatuur werd
vervolgens beoordeeld hoe de gegevens verzameld en verwerkt zijn en wat de resultaten zijn. Nadat
dit vastgesteld was, werd het belang van de resultaten beoordeeld aan de hand van de onderstaande
criteriapunten. De literatuur die niet aan de criteria voldeed werd geëxcludeerd. In figuur 2 (pagina
15) wordt dit proces weergegeven aan de hand van een flow chart.
Inclusiecriteria:
Met betrekking tot literatuur over therapietrouw bij patiënten met een niet-westerse afkomst en
patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden:




moet relevant zijn voor de vraagstellingen;
uitkomstmaat moet iets zeggen over de therapietrouw bij patiënten met een niet-westerse
afkomst en patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden;
vermelding van de auteur(s);
de literatuur dient gepubliceerd te zijn in een erkend en wetenschappelijk tijdschrift of website.
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
14
Met betrekking tot interventies ter verbetering van de therapietrouw bij patiënten met een nietwesterse afkomst en patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden:









moet relevant zijn voor de vraagstellingen;
vermelding van de auteur(s);
het artikel dient gepubliceerd te zijn in een erkend en wetenschappelijk tijdschrift;
de interventie is volledig ontwikkeld en niet nog in ontwikkeling;
de interventie is specifiek op de apotheek en/of haar patiënten gericht;
het doel van de interventie is duidelijk geformuleerd;
de doelgroep is in kaart gebracht;
de methode wordt zo volledig mogelijk omschreven;
de effectiviteit is geëvalueerd en vastgelegd.
De literatuur die voldoet aan de criteria is overzichtelijk gemaakt in twee Excel databases
(therapietrouw en interventies), doordat per publicatie de volgende aspecten zijn vastgelegd:
auteur; jaartal; titel; omschrijving; interventie; interventie succesvol J/N; etniciteit;
laaggeletterdheid J/N; type en methode; onderzoekspopulatie; tijdschrift; land;
relevantie (tussen 1 en 5, waarbij 5 zeer relevant is en 1 weinig relevant);
trefwoorden; vermelding kostenaspecten (J/N).
Ter ondersteuning van de selectie van de onderzoekspublicaties en rapportage van het onderzoek is
gebruik gemaakt van de volgende literatuur:


Lezen en beoordelen van onderzoekspublicaties (Dassen et al., 2011)
Evidence-based practice voor paramedici (Kuiper et al., 2012)
Therapietrouw
Interventies
93 gescreend op
titel/ abstract
50 gescreend op
titel/ abstract
25 geëxcludeerd
16 geëxcludeerd
68 tekst
beoordeeld
34 tekst
beoordeeld
58 overgehouden
15 overgehouden
73 totaal overgehouden
Figuur 2. Flow chart van de literatuurstudie
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
15
3.
Resultaten
In dit hoofdstuk wordt eerst per groep ingegaan op de feiten zoals beschreven in de literatuur.
Hierna volgt per onderdeel een weergave van de oorzaken voor therapieontrouw.
3.1.
Feiten
3.1.1. Niet-westerse migranten
Mensen met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse herkomst vormen in Nederland
de vier grootste groepen migranten met een niet-westerse afkomst. De overige niet-westerse
migranten zijn afkomstig uit een groot aantal landen in Azië en Afrika, waaronder Afghanistan, Iran,
Irak, Somalië en China (CBS, 2012).
De medicijnkosten liggen voor mensen met een niet-westerse afkomst tot 65 jaar ruim 30% hoger
dan voor autochtonen, zo blijkt uit figuur 3 (CBS, 2013). Uit onderzoek blijkt dat een hoger
medicijngebruik hiervan de oorzaak is. Dit wordt gedeeltelijk verklaard door een hogere prevalentie
van chronische aandoeningen, zoals Diabetes mellitus en COPD onder met name Turkse,
Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse ouderen (Denktas et al., 2010). Ondanks het hogere
medicijngebruik, is de therapietrouw met name onder Turken en Marokkanen significant lager
(Uiters et al., 2006; Denktas et al., 2010).
Gemiddelde medicijnkosten basisverzekering naar herkomst,
gestandaardiseerd tot 65 jaar, 2010
Figuur 3. Medicijnkosten (CBS, 2013)
Uit meerdere onderzoeken blijkt dat patiënten met een niet-westerse afkomst vaker
therapieontrouw zijn dan patiënten met een westerse afkomst. Dit blijkt uit zowel nationaal (Denktas
et al., 2010; Uiters et al., 2006; Beune et al., 2008; Dijk van et al., 2007) als internationaal onderzoek
(Traylor et al., 2007; Morgan et al., 2011; Nakhutina et al., 2011; Gazmararian et al., 2006; Bautista et
al., 2011).
Uit een Nederlands onderzoek onder patiënten die antidepressiva voorgeschreven krijgen, is
gebleken dat bij patiënten met een niet-westerse afkomst de kans op het stoppen met de
behandeling vijf keer groter is dan bij autochtone patiënten. Sommige van deze patiënten starten de
behandeling met antidepressiva helemaal niet, echter wat dit betreft is er geen verschil met
autochtone patiënten (Geffen van et al., 2009).
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
16
Onderzoek van Denktas et al. (2010) onder Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse
ouderen laat zien dat een ondergebruik van de diabetes medicatie bij Turkse en Marokkaanse
ouderen vaker voorkomt dan bij de overige etnische groepen. Bij Turkse ouderen is sprake van
ondergebruik van de COPD medicatie. In dit onderzoek komt verder naar voren dat een goede
beheersing van de Nederlandse taal, co-morbiditeit en een hogere leeftijd een positieve invloed
hebben op het consequent innemen van de medicatie.
Onderzoek onder Afrikaanse-Amerikanen en blanke Amerikanen toont aan dat bij AfrikaanseAmerikanen de medicijnen sneller opraken. Dit wijst op overgebruik van de medicatie. Dit gegeven
blijft ook bestaan wanneer gecorrigeerd wordt voor beperkte gezondheidsvaardigheden en socialeen demografische factoren. Dat betekent dat de etnische achtergrond een significante associatie
heeft met therapieontrouw.
In dit onderzoek zijn geen significante etnische verschillen gevonden in het vergeten van de
medicijninname (Gerber et al., 2010).
3.1.2. Beperkte gezondheidsvaardigheden
In hoofdstuk 1 zijn de drie niveaus van gezondheidsvaardigheden besproken. De mate waarin men
over voldoende gezondheidsvaardigheden beschikt hangt samen met de mate waarin men ove r
functionele basisvaardigheden beschikt (de geletterdheid), met de situatie waarin die vaardigheden
nodig zijn en met de culturele achtergrond (Saan, Singels, 2006).
Mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden ondervinden problemen bij het begrijpen en
toepassen van de schriftelijke en mondelinge geneesmiddeleninformatie (Schulz, Nakamoto, 2013)
Met name bij mensen met een niet-westerse afkomst komt het vaak voor dat zij over onvoldoende
gezondheidsvaardigheden beschikken (Masland et al., 2011; Denktas et al., 2010; Poureslami et al.,
2007; Saan, Singels, 2006). Verder behoren ook laagopgeleiden en ouderen tot de groep patiënten
die vaker problemen ondervinden om gezondheidsinformatie te vinden en toe te passen (Saan,
Singels, 2006).
Uit de literatuur kan geconcludeerd worden dat therapieontrouw vaker voorkomt bij mensen met
beperkte gezondheidsvaardigheden (Kripalani et al., 2006; Gazmararian et al., 2006; Fransen, Stronk,
Essink-Bot, 2011; Twickler et al., 2009; Masland et al., 2011; Nutbeam, 2008; Osborn et al., 2006) .
Zo blijkt bijvoorbeeld uit een Amerikaans onderzoek (Marks et al., 2010) dat bij patiënten met
beperkte gezondheidsvaardigheden het risico op therapieontrouw groter is. Deze patiënten hebben
weinig kennis omtrent het geneesmiddel, de behandeling en het ziektebeeld ( Poureslami et al.,
2007).
Ook uit een Amerikaans onderzoek (Gazmararian et al., 2006) onder ouderen (65+) met beperkte
gezondheidsvaardigheden kwam naar voren dat onvoldoende gezondheidsvaardigheden
geassocieerd wordt met therapieontrouw. Dit werd gemeten door na te gaan of men de medicatie
consequent komt ophalen in de apotheek.
Uit onderzoek door Masland et al. (2011) kan geconcludeerd worden dat met name een goede
taalbeheersing van belang is voor therapietrouw, aangezien dit noodzakelijk is bij het begrijpen van
het receptlabel. Daarnaast kwam ook naar voren dat de zorgverlening afgestemd dient te worden op
cultuur en opleidingsniveau, aangezien deze aspecten aan elkaar gerelateerd zijn.
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
17
3.2.
Oorzaken
In de voorgaande paragrafen werd benoemd dat therapieontrouw vaker voorkomt bij patiënten met
een niet-westerse afkomst en patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden. Meerdere factoren
spelen hierbij een rol. In het onderstaande wordt ingegaan op de verschillende oorzaken die kunne n
leiden tot therapieontrouw.
3.2.1. Niet-westerse migranten
Niet-westerse migranten vormen een diverse groep, maar taal- en cultuurverschillen en hun veelal
sociaaleconomische achterstandspositie maken dat deze groep moeilijker toegang heeft tot goede
farmaceutische zorg (Schaafsma, 2002).
Taalbarrière
Bij patiënten met een migrantenachtergrond is vaker sprake van een taalbarrière en
miscommunicatie met de zorgverlener (Traylor et al., 2010). Voor veel (niet-westerse) migranten
geldt dat de Nederlandse taal niet de moedertaal is. Het gaat hierbij met name om niet-westerse
migranten uit de eerste generatie (Schaafsma et al., 2003).
Uit onderzoek blijkt dat Surinamers en Antillianen de Nederlandse taal relatief goed beheersen. Dit in
tegenstelling tot Turken en Marokkanen, waarbij de beheersing van de Nederlandse taal middelmatig
tot laag is. Bovendien zijn de eerste generatie migranten uit Turkije en Marokko over het algemeen
laagopgeleid en zijn de vrouwen vaak analfabeet (Denktas, 2010). Niet-westerse migranten die hier
als vluchteling zijn gekomen, zijn vaak goed opgeleid. Echter, geldt dit niet voor alle vluchtelingen
(Schaafsma et al., 2003).
Voor een optimaal geneesmiddelgebruik is het van essentieel belang dat de patiënt de instructies op
het receptlabel begrijpt. Echter, uit meerdere onderzoeken blijkt dat onvoldoende taalbeheersing bij
niet-westerse patiënten leidt tot het niet of verkeerd begrijpen van de geneesmiddelinstructies
(Masland et al., 2009; Leyva et al., 2005; Schaafsma, 2002; Smeenk et al., 2013; Poureslami et al.,
2007)
Uit een onderzoek onder Spaanssprekende Latino’s in Amerika (Leyva et al., 2005) is gebleken dat
ook de helft van de respondenten die aangaf de Engelse taal voldoende te beheersen, de instructies
op het receptlabel niet goed begreep. Hieruit kan opgemaakt worden dat apotheekmedewerkers niet
alleen moeten vertrouwen op de verbale communicatie van de patiënt.
Naast de schriftelijke informatie is het ook van groot belang dat de patiënt de mondelinge
geneesmiddeleninformatie van de apotheker(sassistent) begrijpt. Uit een Amerikaans onderzoek
(Traylor et al., 2010) onder etnische minderheden is gebleken dat de therapietrouw verbeterd
wanneer de apotheker(sassistent) de communicatie afstemt op de patiënt. Dit blijkt ook uit een
onderzoek onder Afrikaanse Amerikanen (Schoenthaler et al., 2009).
Een goede relatie tussen patiënt en zorgverlener is de kern van effectieve communicatie naar de
patiënt toe. Voor een goede communicatie is het daarom van belang dat de apotheker(sassistent)
een relatie met de patiënt opbouwt (Schoenthaler et al., 2009).
Uit recent onderzoek van het IVM, Nivel en FBA is gebleken dat ouderen met een
migrantenachtergrond de schriftelijke en mondelinge geneesmiddeleninformatie vaak niet begrijpen.
Dit vergroot de kans op therapieontrouw. Uit het onderzoek kwam naar voren dat met name Chinese
en Turkse ouderen taalproblemen ervaren in de apotheek. Chinese ouderen ervaren de meeste
problemen wanneer zij hun medicatie ophalen bij de apotheek. De taalbarrière en onbekendheid
met het Nederlandse apotheeksysteem leidt ertoe dat bij deze patiënten de voorkeur uitgaat naar de
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
18
geneesmiddelenvoorziening in het land van herkomst. Ook Turkse ouderen ervaren taalproblemen in
de apotheek, echter hebben zij het voordeel dat zij vaak terecht kunnen in apotheken waar iemand
aanwezig is die Turks spreekt (Smeenk et al., 2013).
Vertalen van de geneesmiddeleninformatie naar de moedertaal van de patiënt kan soms echter nog
steeds problemen opleveren. Letterlijke vertalingen van belangrijke termen zijn soms niet mogelijk.
Zo betekent bijvoorbeeld het woord Remska in het Somalisch zowel een virus als een bacterie. In dat
geval is het erg lastig om uit te leggen dat verkoudheid vaak een virale infectie is en het gebruik van
antibiotica daarom niet helpt (Schaafsma et al., 1997).
Culturele verschillen
Taalbarrières en culturele verschillen zijn sterk aan elkaar gerelateerd aangezien opvattingen,
overtuigingen, normen en waarden geuit worden in taal (Schaafsma et al., 2003). Echter, zelfs
wanneer de taalbarrière zo veel mogelijk verlaagd wordt, kan er sprake zijn van culturele barrières. In
het land van herkomst wordt vaak anders omgegaan met ziekte, gezondheidszorg en
geneesmiddelen (Schaafsma et al., 1997). De culturele achtergrond van de patiënt heeft daarom
effect op gezondheidsopvattingen zoals: oorzaken van de aandoening, effectiviteit van de
medicamenteuze behandeling en het gewenste gedrag van de zorgverlener (Schaafsma et al., 2003).
Zo blijkt bijvoorbeeld uit een onderzoek dat zelf dokteren relatief vaak voorkomt onder Iraanse en
Afghaanse patiënten. Veel Iraanse asielzoekers hebben geneesmiddelen meegenomen uit Iran. Zij
komen uit een cultuur waarin het voorschrijven van veel geneesmiddelen gezien wordt als dé manier
om te voorkomen dat ziektes erger worden. Door een ander gezondheidszorgsysteem voelen zij zich
niet serieus genomen en gebruiken zij hun eigen meegenomen geneesmiddelen uit het land van
herkomst (Sabzewar, 2002).
Uit een onderzoek onder Nederlandse, Ghanese en Surinaamse hypertensie patiënten kwam naar
voren dat culturele en sociale aspecten een belangrijke rol spelen in het maken van keuzes met
betrekking tot de medicijninname. De meerderheid van deze patiënten maakt de bewuste keuze een
geneesmiddel wel of niet in te nemen. Ongeveer de helft van de respondenten nam het besluit om af
te wijken van het voorschrift van de arts, door de medicijninname te verminderen.
Een aantal Ghanese en Surinaamse patiënten gaf aan zelf de medicatie te kunnen monitoren aan de
hand van lichamelijke symptomen. Ook komt het bij sommige patiënten voor dat ze besluiten de
behandeling te stoppen wanneer ze op vakantie gaan naar het land van herkomst (Beune et al.,
2008).
Lage sociaaleconomische status (SES)
Eerder werd benoemd dat bij niet-westerse migranten sprake is van een hogere prevalentie van
chronische aandoeningen, waardoor het medicijngebruik ook hoger is dan bij autochtonen ( Denktas
et al., 2010). De oorzaak hiervan is gedeeltelijk te verklaren door de lage sociaaleconomische status.
De sociaaleconomische status die men heeft wordt bepaald door een aantal aspecten, namelijk:
opleidingsniveau, beroepsstatus en inkomen (Reijneveld, 1998).
Zoals eerdere in dit hoofdstuk werd benoemd, zijn eerste-generatie migranten uit Turkije en
Marokko vaak laagopgeleid. Turkse en Marokkaanse ouderen zijn vaak voor een langere tijd werkloos
en hebben een laag inkomen. Vergeleken met Turken en Marokkaanse ouderen, hebben Surinaamse
en Antilliaanse ouderen veelal een betere (gemiddelde) sociaaleconomische status (Denktas et al.,
2010; CBS, 2012). Meer dan 20% van de niet-westerse migranten leeft in een huishouden dat
voornamelijk van uitkeringen moet rondkomen, terwijl dit aandeel onder autochtonen slechts 5% is
(CBS, 2012).
Mogelijk mijden patiënten met een laag inkomen farmaceutische zorg. In Nederland geldt dit met
name voor migranten die niet over een verblijfvergunning beschikken (Beune et al., 2008).
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
19
De benoemde aspecten met betrekking tot een lage SES, in combinatie met taalbarrières en culturele
verschillen kan ertoe leiden dat geneesmiddeleninformatie niet toegankelijk is voor deze patiënten
(Schaafsma et al., 2003).
Onderzoek van Denktas et al. (2010) laat echter zien dat een lage SES (opleidingsniveau en inkomen
in het bijzonder) geen significante oorzaak is voor therapieontrouw bij niet-westerse migranten. Uit
een ander onderzoek (Reijneveld, 1998) blijkt dat een lage SES slechts voor een klein gedeelte
bijdraagt aan therapieontrouw bij niet-westerse migranten.
Religie
Vergeleken met autochtonen zijn oudere migranten over het algemeen religieuzer (Denktas et al.,
2010). Aangezien Turken en Marokkanen een grote migrantengroep vormen, wordt in het
onderstaande in het kort ingegaan op medicijngebruik tijdens de Islamitische vastenmaand
Ramadan.
Chronisch zieken en mensen met acute ziektes hoeven volgens de Islam niet te vasten, echter blijkt
uit de praktijk en meerdere onderzoeken dat patiënten dit vaak wel doen. Men neemt zelf het besluit
om tijdens de Ramadan af te wijken van het artsenvoorschrift, door de dosering en tijdinname van de
medicatie te veranderen of soms door de behandeling tijdelijk te stoppen. Dit heeft een nadelige
invloed op de werking en doeltreffendheid van de behandeling (Aadil, Houti, Moussamih, 2004).
3.2.2. Beperkte gezondheidsvaardigheden
In de apotheek is mondelinge en/of schriftelijke informatieverstrekking het meest gangbaar. Deze
informatie is voor veel patiënten moeilijk te begrijpen, met name de schriftelijke informatie. Echter,
ligt de barrière voor sommige patiënten nog hoger. Zij hebben moeite met het lezen en begrijpen van
deze informatie. Het gaat hierbij om patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden en mensen
die de taal onvoldoende beheersen (niet-westerse migranten) (Schaafsma et al., 2003). Beide
groepen zijn in de voorgaande paragrafen besproken. In deze paragraaf wordt ingegaan op de
oorzaken van therapieontrouw bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden.
Beperkte gezondheidsvaardigheden hebben een negatief effect op de toegankelijkheid van de zorg
en geneesmiddeleninformatie, communicatie tussen de zorgverlener en de patiënt en
zelfmanagement van de ziekte en therapeutische behandeling. Verder hebben deze mensen moeite
met het begrijpen van de ziekteprocessen, geneesmiddeleninformatie, adviezen en instructies. Deze
factoren vergroten het risico op therapieontrouw (Poureslami et al., 2007).
Uit een Amerikaans onderzoek is gebleken dat therapieontrouw bij deze mensen met name te
maken heeft met het niet- of verkeerd begrijpen van de geneesmiddeleninformatie. Het gaat hierbij
zowel om mondelinge als schriftelijk informatie die de patiënt ontvangt. Beperkte
gezondheidsvaardigheden spelen een grote rol in het herkennen/begrijpen van de
geneesmiddelnaam, dosering, indicatie en mogelijke bijwerkingen van het geneesmiddel (Marks et
al., 2010).
Ook het begrijpen van waarschuwingslabels op de verpakking of het receptlabel vormt een barrière
voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden. Zo blijkt bijvoorbeeld uit een onderzoek
naar de begrijpelijkheid van waarschuwingslabels dat de meerderheid van de patiënten met
beperkte gezondheidsvaardigheden deze niet begrijpt. Dit geldt ook voor veel patiënten die wel
gezondheidsvaardig zijn. De tekst wordt als verwarrend en moeilijk ervaren. Ook de iconen die soms
gebruikt worden ter ondersteuning van de tekst, vindt men onduidelijk (Webb et al., 2008).
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
20
Meerdere onderzoeken wijzen uit dat met name mensen met beperkte functionele
gezondheidsvaardigheden (laaggeletterden) door schaamte niet gauw zullen toegeven dat ze
problemen ondervinden bij het managen van het medicijngebruik. Laaggeletterdheid heeft namelijk
een stigma en het leidt tot een gevoel van ontoereikendheid, angst en laag zelfvertrouwen bij de
patiënt. Het is belangrijk dat zorgverleners hier rekening mee houden, bijvoorbeeld door een
vertrouwensrelatie op te bouwen en door te voorkomen dat de patiënt zich blootgesteld voelt
(Parikh et al., 1996).
Goede gezondheidsvaardigheden zijn een voorwaarde voor therapietrouw (Osborn et al., 2011;
Kripalani et al., 2006).
Om therapietrouw te bereiken is het noodzakelijk dat de patiënt:






de medicatie correct identificeert;
inzicht heeft in de juiste hoeveelheid medicatie die per keer moet worden ingenomen;
inzicht heeft in de tijdstippen waarop de medicatie moet worden ingenomen;
kan bepalen wanneer een dosering is overgeslagen (vergeten o.i.d.);
behoefte heeft de medicatie consequent te herhalen en de noodzaak hiervan begrijpt;
waarschuwingen en bijkomende instructies op het recept label begrijpt (bijvoorbeeld ‘’kan het
reactievermogen beïnvloeden’’ of ‘’innemen op een lege maag’’) (Osborn et al., 2011).
Uit de bovenstaande punten kan opgemaakt worden dat het correct innemen van de medicatie een
complexe activiteit is die meerdere vaardigheden vereist.
Beperkte gezondheidsvaardigheden vergroten het risico op incorrecte identificatie van de medicatie,
misinterpretatie van de instructies op het recept label en moeite met begrijpen van waarschuwingen
op het recept label (Osborn et al., 2011).
Zoals eerder benoemd is, ondervinden mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden problemen
in de zelfmanagement van de therapeutische behandeling. Om de medicatie optimaal te kunnen
managen is het namelijk van essentieel belang dat de patiënt de vaardigheden heeft om de
medicatie correct te identificeren en in te nemen volgens het artsenvoorschrift (Kripalani et al.,
2006).
Eerder in dit rapport werd gezegd dat mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden naast het
begrijpen en toepassen van de schriftelijke geneesmiddeleninformatie, ook moeite hebben met het
begrijpen van de mondelinge informatie/instructies van de apotheek (Marks et al., 2010). Het
verkeerd of niet begrijpen van de mondelinge informatie is een belangrijke oorzaak van
therapieontrouw, aangezien goede communicatie tussen de apotheker en patiënt van groot belang is
bij het informeren, voorlichten en motiveren van de patiënt (Schulz, Nakamoto, 2013).
Uit onderzoek blijkt dat de communicatie tussen patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden
en de zorgverlener vaak moeizaam verloopt. Deze patiënten zijn vaak niet mondig. Dit heeft met
name te maken met een gebrek aan kennis over de ziekte en behandeling, passieve communicatie en
schaamte (Fransen, Stronk, Essink-Bot, 2011). Maar het is ook bekend dat zorgverleners de
communicatie vaak niet afstemmen op de patiënt, door het gebruik van medische termen of door
teveel informatie te geven (Fransen, Stronk, Essink-Bot, 2011; Young et al., 2013).
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
21
3.3.
Interventies
In de voorgaande paragrafen is ingegaan op de therapietrouw bij mensen met een niet-westerse
afkomst en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. In deze paragraaf wordt een weergave
gegeven van interventies die effectief zijn gebleken. De meerderheid van deze interventies is
afkomstig uit de Verenigde Staten.
Naast de gevonden interventies zijn 2 review artikelen geselecteerd, namelijk:

Cheng Y. et al. (2012). Economic, clinical, and humanistic outcomes (ECHOs) of pharmaceutical
care services for minority patients: A literature review.
In dit onderzoek zijn 24 studies met betrekking tot de effectiviteit van farmaceutische zorg bij
patiënten met een andere etnische afkomst bestudeerd. Hiervan zijn 23 interventies effectief
gebleken. Uit de review kan geconcludeerd worden dat farmaceutische zorg die is afgestemd op
patiënten met een andere etnische afkomst leidt tot betere gezondheidsuitkomsten. Er zijn
echter meer studies nodig naar het effect van dergelijke interventies, zodat bepaald kan worden
welke interventies het meest effectief zijn bij deze patiënten.

Clement S. et al. (2009). Complex interventions to improve the health of people with limited
literacy: A systematic review
Er is een systematische review verricht naar interventies ter verbetering van
gezondheidsuitkomsten bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. Er zijn 15
interventies geselecteerd, waarvan 5 interventies specifiek gericht zijn op de farmaceutische
zorg- en dienstverlening binnen de apotheek. Deze interventies blijken een positief effect te
hebben op de kennis en motivatie van de patiënt.
Nederland staat nog in de kinderschoenen wat betreft onderzoek en farmaceutische interventies ter
verbetering van de therapietrouw bij deze specifieke doelgroepen. Er zijn een aantal interventies
ontwikkeld, echter zijn deze (nog) niet geëvalueerd op effectiviteit.
Een voorbeeld van een interventie die in Nederland toegepast kan worden door zorgprofessionals is
de toolkit Gezondheidsvaardigheden. De toolkit bevat hulpmiddelen en instrumenten (tools) om
mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden te herkennen en de communicatie met hen te
verbeteren (NIGZ, 2011).
Vanaf de volgende pagina worden de gevonden interventies schematisch weergegeven. Deze
interventies zijn allen effectief gebleken. De interventies richten zich op mondelinge, schriftelijke
en/of digitale communicatie.
Bij schriftelijke communicatie kan gedacht worden aan pictogrammen en afbeeldingen. Deze
interventies verbeteren de begrijpelijkheid van de geneesmiddelinstructies, wat leidt tot verbetering
van de therapietrouw (Kripalani et al., 2007; Dowse, Ehlers, 2005; Mohan et al., 2012; DeWalt et al.,
2006; Murray et al., 2007; Braich et al., 2011; Blake et al., 2010).
Bij mondelinge communicatie gaat het om communicatieve strategieën die de communicatie met de
deze patiënten vergemakkelijkt (Watermeyer, Penn, 2009; Blake et al., 2010; Murray et al., 2007) en
de patiënt met beperkte gezondheidsvaardigheden identificeert (Barnett, Kaske, 2012).
Digitale interventies die zijn afgestemd op de geletterdheid van de patiënt kunnen leiden tot
gedragsverandering, verbetering van het kennisniveau en therapietrouw (Muir et al., 2011
Ownby et al., 2013; Blake et al., 2010; Lapane et al., 2012). Hierbij kan gedacht worden aan een
educatieve video-interventie (Muir et al., 2011) of dvd interventie (Lapane et al., 2012), een
interactief en educatief programma met behulp van touch screen computers (Ownby et al., 2013) of
aan een telefonische herinneringssysteem (Blake et al., 2010).
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
22
Auteur(s) en
jaartal
Watermeyer,
Penn, 2009
Titel
Omschrijving
Onderzoeksmethode
Populatie
Land
Interventie
‘‘Tell me so I know
you understand’’:
Pharmacists’
verification of
patients’
Communicatieve strategieën
die gericht zijn op het contact
met patiënten met die een
andere taal spreken, en/of een
andere cultuur hebben.
Observaties en
interviews.
26 patiënten,
waarvan de
meerderheid
laagopgeleid
is en 2
apothekers.
ZuidAfrika
Communicatieve
interventie gericht op
apothekers.
De apothekers voeren de
volgende patiëntgerichte
strategieën uit:
- patiënt laten
vertellen/demonstreren
dat hij/zij de info begrepen
heeft;
- specifieke vragen stellen
waaruit herleid kan
worden of de patiënt de
info begrepen heeft;
- uitnodigen tot een
reactie op de gegeven
informatie door aan het
einde van de zin bijv.
‘oke?’ of ‘klopt dit?’ te
zeggen.
De ‘pill card’ is een
geïllustreerd inname
schema van de dagelijkse
medicatie van de patiënt.
Afbeeldingen en
pictogrammen maken de
medicijninname en
indicatie van het
geneesmiddel duidelijk.
De strategieën hebben als doel
te verifiëren of de patiënt de
gebruikersinstructies goed heeft
begrepen, wat moet leiden tot
therapietrouw.
De eerste taal van de apothekers
is Afrikaans, bij de patiënten is
dit Setswana.
De gesprekken tussen apotheker
en patiënt werden
in het Engels gevoerd.
Kripalani et
al., 2007
"Development of
an illustrated
medication
schedule as a lowliteracy
patient education
tool"
Een geïllustreerd inname
schema (pill card’) ontwikkeld
voor mensen met beperkte
gezondheidsvaardigheden.
Het onderzoek is
verricht door middel
van:
- observaties van 26
video-opnames van
gesprekken tussen
apotheker en
patiënt;
- interviews met de
apothekers en
patiënten.
Gerandomiseerd
gecontroleerd
onderzoek.
De patiënten zijn
geïnterviewd aan de
hand van een
vragenlijst.
De etniciteit is
Sotho (ZuidAfrikaans)
209 patiënten,
waarvan de
meerderheid
AfrikaansAmerikaans
(91%)
Verenigde
Staten
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
23
Uitkomstmaat en effect van de
interventie
De strategieën zijn effectief gebleken.
Dit blijkt uit observaties en de
interviews die naderhand zijn
afgenomen bij de patiënten en
apothekers. Bij de observaties werden
communicatieprocessen geanalyseerd
aan de hand van Conversation Analysis
Techniques. Deze technieken gaan uit
van bewijs van slagen of falen van de
communicatie binnen een gesprek.
Uit de interviews blijkt dat de meeste
patiënten de informatie van de
apotheker begrepen. Ook de
apothekers zijn van mening dat de
interventie effectief is bij het
communiceren met deze patiënten.
Aan de hand van interviews is
geconcludeerd dat de interventie
effec tief is. Gegevens uit de interviews
zijn gelinkt met niveau van
geletterdheid van de patiënt.
Bijna alle patiënten gaven aan dat de
‘pill card’ zeer makkelijk te begrijpen is
(92%) en dat het ondersteuning biedt
in correct medicijngebruik (94%). De
interventie is met name geschikt voor
patiënten met beperkte
gezondheidsvaardigheden,
laagopgeleiden en patiënten met
cognitieve stoornissen.
Auteur(s) en
jaartal
Dowse,
Ehlers, 2005
Blake et al.,
2010
Titel
Omschrijving
Onderzoeksmethode
Populatie
Land
Interventie
Medicine labels
incorporating
pictograms: do
they influence
understanding
and adherence?
Afbeeldingen en pictogrammen
die de begrijpelijkheid van de
medicijninstructies en de
therapietrouw verbeteren bij
mensen met beperkte
gezondheidsvaardigheden.
Het onderzoek is verricht bij
poliklinische patiënten in een
van de armste provincies in
Zuid-Afrika, waar extreem veel
werklozen wonen en 20% van
de bevolking (boven de 20 jaar)
laagopgeleid is.
Gerandomiseerd
gecontroleerd
onderzoek.
Experimentele
groep N=46
ZuidAfrika
Medicijnlabel met
pictogrammen m.b.t. de
medicijninname en een
grafische tijdschema die
na overleg met de patiënt
wordt ingevuld.
Het label wordt op de
achterzijde van de
medicijnverpakking
geplakt.
Een interventie die zich op
meerder e aspecten richt, met
als doel verbetering van de
therapietrouw bij patiënten
met beperkte
gezondheidsvaardigheden.
Interviews en
focusgroepen.
Verenigde
Staten
Multidisciplinaire
interventie:
1. automatische
telefonische
herinneringssysteem
2. geïllustreerde medicatie
schema (‘PictureRx’)
3. communicatie training
voor apothekers
A Qualitative
Evaluation of a
Health Literacy
Intervention to
Improve
Medication
Adher ence for
Underserved
Pharmacy Patients
De patiënten zijn
geïnterviewd aan de
hand van een
vragenlijst.
Interviews met
apothekers en
focusgroepen met
patiënten
Controlegroep
N=41
De etniciteit is
Zuid-Afrikaans
(Xhosa
etniciteit)
23 patiënten ,
waarvan de
meerderheid
AfrikaansAmerikaans is
en een laag
inkomen heeft
7 apothekers:
Experimentele
groep N=4
Controlegroep
N=3
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
24
Uitkomstmaat en effect van de
interventie
Uit het onderzoek blijkt dat de
interventie de begrijpelijkheid van de
instructies en de therapietrouw
verbeterd. Dit kan geconcludeerd
worden aan de hand van de
interviews.
3-5 dagen na gebruik van de
medicijnlabel was er sprake van
therapietrouw van ten minste 90% bij
52% van de experimentele groep
tegen slechts 2% van de
controlegroep.
De begrijpelijkheid van de
medicijninstructies was significant
beter in de experimentele groep (95%)
dan de controlegroep (69%).
De interventie is succesvol gebleken.
Een maand en 6 maanden na
implementatie van de interventie zijn
de apothekers geïnterviewd en is er
een focusgroep voor de patiënten
opgezet. Hieruit is gebleken dat de
communicatie training voor
apothekers het communiceren met de
deze patiënten vergemakkelijkt.
Patiënten gaven aan dat zowel de
telefonische reminder als de
geïllustreerde medicatieschema
ondersteunen in het medicijngebruik.
Auteur(s) en
jaartal
Braich et al.,
2011
Barnett,
Kaske, 2012
Titel
Omschrijving
Onderzoeksmethode
Populatie
Land
Interventie
Effects of
pictograms in
educating 3
distinct lowliteracy
populations on
the use of
postoperative
cataract
medication
Voorlichting over het
gebruik van oogdruppel
medicatie m.b.v.
ondersteunende
pictogrammen die de
begrijpelijkheid van de
instructie verbeter en bij
mensen met beperkte
gezondheidsvaardigheden
Gerandomiseerd
gecontroleerd onderzoek.
225 patiënten,
die allen
laagopgeleid
zijn (below the
10th-grade
education
level).:
India
Mondelinge
voorlichting over het
medicijngebruik m.b.v.
pictogrammen en het
meegeven van deze
pictogrammen
Impact of a health
literacy
presentation
during an
Introductory
Pharmacy Practice
Experience
134 tweedejaars
studenten Doctor of
Pharmacy hebben een
presentatie gegeven aan
apothekers in openbare
apotheken. Met de
presentatie is getracht de
apothekers aan te zetten
tot het identificeren en
ondersteunen van
patiënten met beperkte
gezondheidsvaardigheden
De patiënten zijn
opgesplitst in 1
controlegroep en 2
experimentele groepen.
De controlegroep kreeg
alleen verbale
medicijninstructies.
Experimentele groep 1
kreeg in de kliniek medicijn
instructies m.b.v.
ondersteunende
pictogrammen. Dit geldt
ook voor experimentele
groep 2, maar de
pictogrammen werden
daarnaast ook meegegeven
aan de patiënt.
Enquêteonderzoek
Experimentele
groep N=75
Experimentele
groep N=75
Controlegroep
N=75
36 apothekers
Uitkomstmaat en effect van de
interventie
Uit het onderzoek blijkt dat voorlichting
door de zorgverlener en het meegeven
van gebruikersinstructies d.m.v.
pictogrammen de meest effectieve manier
van voorlichting is bij mensen met lage
gezondheidsvaardigheden. Het leidt tot
verbetering van de therapietrouw. Dit
geldt voor oogdruppel medicatie die 28
dagen of langer gebruikt moet worden.
Indien de medicatie 7 dagen of korter
gebruikt moet worden, dan volstaat
uitsluitend een voorlichting (d.m.v.
pictogrammen) in de kliniek ook.
De effectiviteit van de interventie is
gemeten aan de hand van een mondelinge
test die 3 keer is afgenomen door de
patiënten. Bij het laatste bezoek aan de
kliniek, is de hoeveelheid vloeistof in de
oogdruppelflacon gemeten.
Verenigde
Staten
Na de interventie is een
nameting verricht, waarbij
het effect van de
interventie en de kennis
van de apothekers werd
gemeten.
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
25
Educatieve interventie,
gericht op
gedragsverandering
van apothekers. De
focus ligt op
identificatie van en
communicatie met
patiënten met
beperkte
gezondheidsvaardighe
den.
Het effect van de interventie is gemeten
d.m.v. een nameting bij de apothekers.
Het effect is positief. Na de interventie
geeft de meerderheid (61%) van de
apothekers aan ten minste 1 verandering
door te voeren ter verbetering van de
zorgverlening bij patiënten met beperkte
gezondheidsvaardigheden.
Auteur(s) en
jaartal
Murray et al.,
2007
Titel
Omschrijving
Onderzoeksmethode
Populatie
Land
Interventie
"Pharmacist
Intervention to
Improve
Medication
Adher ence in
Heart Failure"
Het gaat om een combinatie
van bestaande interventies,
gericht op verbetering van de
therapietrouw bij patiënten
met beperkte
gezondheidsvaardigheden.
Gerandomiseerd
gecontroleerd
onderzoek
50+ patiënten
met hartfalen
Verenigde
Staten
Multidisciplinaire interventie.
Aan de hand van een afgestemde
medicatieschema gaf de
apotheker informatie (mondeling
en schriftelijk). Iedere
medicatiecategorie werd met
een icoon gelabeld op verpakking
of etiket en op het
medicatieschema (bijv. een ACEremmer is een rode aas van
harten). De schriftelijke instructie
bevat ook een makkelijk te
volgen tijdlijn voor inname van
de medicatie. De apotheker
controleerde het medicijngebruik
via het informatiesysteem. Indien
nodig meldde de apotheker
relevante patiënteninformatie
aan de verpleegkundige en/of
huisarts.
Verenigde
Staten
Educatieve (video) interventie
die afgestemd is op de
geletterdheid van de patiënt
(4th, 7th, or 10th grade level ).
De apothekers werden getraind
voor implementatie van de
interventie. Zij werden getraind
door een team van medische
specialisten, onderzoekers, een
gedrags wetenschapper,
psycholoog
en een apotheker die
gespecialiseerd is in
patiëntgerichte educatie.
Muir et al.,
2011
The influence of
health literacy
level on an
educational
intervention to
improve glaucoma
medication
adherence
Educatieve (video) interventie
gericht op verbetering van de
therapietrouw bij patiënten
met glaucoom, waarbij de
gezondheidsvaardigheden
beperkt zijn.
De therapietrouw
werd bijgehouden en
gemeten aan de hand
van het
apotheekinformatie
systeem en of er
sprake was van
ziekenhuisopname of
spoedeisende hulp.
Gerandomiseerd
gecontroleerd
onderzoek
Experimentele
groep N=122
(45.1% is
AfrikaansAmerikaans)
Controlegroep
N=192
(52.1% is
AfrikaansAmerikaans)
Experimentele
groep N=67
Controlegroep
N=60
De etniciteit is
AfrikaansAmerikaans
(70%) en
blanke
Amerikanen
(29%)
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
26
Uitkomstmaat en effect van de
interventie
Patiënten in de controlegroep
kregen standaard informatie
van apothekers die niet
getraind waren voor de
interventie. De uitkomsten van
beide groepen zijn met elkaar
vergeleken. Hieruit is gebleken
dat de interventie in
vergelijking met de standaard
dienstverlening leidt tot
verbetering van de
therapietrouw en vermindering
van zorggebruik
(ziekenhuisopname en/of
spoedeisende hulp).
6 maanden na de interventie is
de therapietrouw (volgens het
apotheekinformatiesysteem) bij
de experimentele groep en
controlegroep onderzocht en
met elkaar vergeleken. Hieruit
blijkt dat de interventie
effec tief is bij mensen met
beperkte
gezondheidsvaardigheden.
Auteur(s) en
jaartal
Morrow et al.,
2007
Ownby et al.,
2013
Titel
Omschrijving
Onderzoeksmethode
Populatie
Land
Interventie
Patients’
Health
Literacy and
Experience
With
Instructions
Educatieve interventie
om het
medicijngebruik bij
ouderen met
chronisch hartfalen en
beperkte
gezondheidsvaardighe
den te bevorderen.
Gerandomiseerd
gecontroleerd
onderzoek en een
enquêteonderzoek
Experimentele
groep N=83
Verenigde
Staten
De interventie bestaat uit schriftelijke
informatie die mondeling toegelicht
werd door de apotheker.
In vergelijking tot de standaard
schriftelijke informatie heeft de
patiëntgerichte info een groter
lettertype, makkelijkere leesbaarheid en
het bevat minder informatie over
interacties en bijwerkingen (omdat dit
mondeling werd toegelicht).
Digitale interventie
voor HIV patiënten
met beperkte
gezondheidsvaardighe
den.
Bij de ontwikkeling van
deze interventie is het
Information–
Motivation–Behavioral
Skills model gebruikt
om de informatie
behoefte van
patiënten te begrijpen.
Interviews en analyse
van de therapietrouw
aan de hand van het
Medica tion Even t
Monitoring System. Dit is
een systeem dat ieder e
opening van de
medicijnpot registreert.
Verenigde
Staten
De interventie is ontwikkeld door
professionals op het gebied van
farmacie, farmacotherapie,
verpleegkunde, psychologie, en
maatschappelijk werk.
Voor de interventie zijn touch screen
computers gebruikt, wat weinig
computerkennis vereist. De interventie
duurt ± 1 uur en richt zich o.a. op: info
over het ziektebeeld, medicatie en
strategieën voor tijdig en correct
medicijngebruik. Het is een interactieve
interventie. Na de informatieoverdracht
volgen multiple choice vragen. Bij
correct antwoord gaat het programma
verder en bij onjuist antwoord wordt de
informatie nogmaals uitgelegd.
Baseline
medication
adherence
and response
to an
electronically
delivered
health literacy
intervention
targeting
adherence
De voorkeur voor
patiëntgerichte
informatie is onderzocht
bij de experimentele
groep en bij de
controlegroep.
Na 6 maanden zijn de
resultaten van de
groepen met elkaar
vergeleken aan de hand
van een enquête.
Controlegroep
N= 153
47,5% is
AfrikaansAmerikaans
118 patients
AfikaansAmerikaans
N=78
Blanke
Amerikanen
N=45
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
27
Uitkomstmaat en effect van de
interventie
Er is onderzocht in hoeverre de
patiënten tevreden zijn met de
interventie (in vergelijking tot de
standaard voorlichting), doordat
de patiënten gevraagd is welke
manier het beste bijdraagt aan
informatie over: een vergeten
dosis; bijwerkingen;
geneesmiddelindicatie;
medicijnnaam; interacties;
hoeveelheid en tijdstip van de
dosis.
Hieruit is gebleken dat ouder en
met beperkte
gezondheidsvaardigheden de
patiëntgerichte interventie
preferer en.
De interventie is geëvalueerd op
effec tiviteit, toegankelijkheid en
verbetering van therapietrouw.
Hieruit is gebleken dat de
interventie leidt tot
gedragsverandering, verbetering
van het kennisniveau en op de
lange tijd bevorderd het de
therapietrouw.
Effect van de interventie is 3x
gedurende 1 maand geëvalueerd
aan de hand van interviews en
het Medica tion Even t Monito ring
System.
Auteur(s) en
jaartal
DeWalt et al.,
2006
Titel
Omschrijving
Onderzoeksmethode
Populatie
Land
Interventie
"A heart failure
selfmanagement
program for
patients of all
literacy
levels: A
randomized,
controlled trial"
Zelfmanagementprogramma
voor patiënten met hartfalen
(die furosemide gebruiken) en
beperkte
gezondheidsvaardigheden,
met als doel
ziekenhuisopname en
morbiditeit te verkleinen en
de therapietrouw verbeter en.
Gerandomiseerd
gecontroleerd
onderzoek.
Experimentele
groep N=59
(waarvan 54%
AfrikaansAmerikaans)
Verenigde
Staten
De interventie richt zich op
verbetering van zelfmanagement
en empowerment bij patiënten
met beperkte
gezondheidsvaardigheden, door
het aanleren van
zelfmanagement, de patiënt te
leren om tekenen
en symptomen van verergering
van hartfalen te herkennen en
om de diuretica zelf aan te
passen op basis van gewicht
schommelingen.
Er is gebruik gemaakt van
afbeeldingen/pictogrammen , een
digitale weegschaal en een
telefonisch gesprek ter
bevordering van de
therapietrouw. De interventie is
uitgevoerd door een apotheker of
gezondheidsvoorlichter.
Geïllustreerde medicatieschema
(PictureRx). De interventie is
eerder onderzocht door Blake et
al. (2010) (zie pag. 23).
Echter, deze interventie richt zich
specifiek op Spaanssprekende
patiënten. De medicatieschema
bevat daarom naast de
Engelstalige instructies, een
Spaanstalige vertaling. Het
schema is geïllustreerd met
afbeeldingen en pictogrammen.
De controlegroep
werd alleen voorzien
van een algemene
folder over hartfalen
en de standaard zorg.
Om tot conclusies te
komen werden de
verschillen in kennis,
zelfredzaamheid en
ziekenhuisopnames
vergeleken.
Mohan et al.,
2012
"Illustrated
medication
instructions
as a strategy to
improve
medication
management
among Latinos:
A qualitative
analysis"
Geïllustreerde
medicatieschema gericht op
Spaanssprekend diabetes
patiënten met beperkte
gezondheidsvaardigheden.
Controlegroep
N=64
(waarvan 55%
AfrikaansAmerikaans)
Focusgroep en
interviews
38 diabetes
patiënten
De interventie is
geëvalueerd d.m.v.
interviews en een
focusgroep onder de
patiënten.
De etniciteit is
SpaansAmerikaans
Verenigde
Staten
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
28
Uitkomstmaat en effect van de
interventie
De interventie is gedurende 12
maanden onderzocht en
effec tief gebleken. Gedurende
deze periode was het aantal
ziekenhuisopnames bij de
controlegroep (111x) hoger dan
bij de experimentele groep
(65x).
Door de interventie wordt h et
risico op ziekenhuisopname en
morbiditeit verkleint en worden
adviezen vaker opgevolgd.
De interventie kan door alle
patiënten toegepast worden,
maar is met name geschikt voor
kwetsbare groepen zoals
mensen met beperkte
gezondheidsvaardigheden.
Uit de focusgroep en interviews
blijkt dat de patiënten voorkeur
uitgaat naar PictureRx.
Barrieres voor een juist
medicijngebruik is ook
onderzocht bij deze patiënten,
hieruit blijkt dat de patiënten
ontevreden zijn over de
communicatie met de
zorgverlener en dat ze de
standaard medicatie instructies
op het rec eptlabel vaak niet
begrijpen.
Auteur(s) en
jaartal
Lapane et al.,
2012
Titel
Omschrijving
Onderzoeksmethode
Populatie
Land
Interventie
Tailored DVDs:
A novel
strategy for
educating
racially and
ethnically
diverse older
adults about
their
medicines
Educatieve Dvd’s die
bestemd zijn voor
geneesmiddeleneducatie
aan Spaanssprekende
patiënten die de Engelse
taal onvoldoende
beheersen.
Telefonische
interviews en
focusgroepen.
Spaanssprekende
patiënten (65+) met
comorbiditeit.
Verenigde
Staten
Bij de ontwikkeling van
de interventie is
gebruik gemaakt van
een systematische
review, data-analyse
van patiëntgegevens,
telefonische interviews
en meerdere
focusgroepen. Drie van
de Dvd’s zijn daarna
geëvalueerd d.m.v.
feedback bij twee
focusgroepen.
Voor ontwikkeling van
de interventie:
- Telefonische
interviews
N=326
- 11 focusgroepen
N=106
Educatieve dvd’s m.b.t.
geneesmiddeleninformatie
die is afgestemd op de taal en
cultuur van Spaanssprekende
patiënten.
Het doel van de interventie
is het verstrekken van
geneesmiddeleninformatie
die is afgestemd op de taal
en cultuur van oudere
Spaanssprekende patiënten
met comorbiditeit.
Voor evaluatie van de
interventie (3 Dvd’s):
- 2 focusgroepen N=16
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
29
Uitkomstmaat en effect van de
interventie
De ontwikkeling en evaluatie
van de interventie heeft 3 jaar
geduurd.
Drie van de Dvd’s zijn
geëvalueerd tijdens twee
focusgroepen onder
Spaanssprekende patiënten in
een buurhuis voor ouderen met
een laag inkomen.
Hieruit kan geconcludeerd
worden dat deze patiënten de
informatie begrijpelijk en
informatief vinden en dat de
interventie goed afgestemd is
op de doelgroep.
4.
Discussie
In dit onderzoek is een literatuurreview verricht naar de therapietrouw bij niet-westerse migranten
en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. Ook is gezocht naar succesvolle farmaceutische
interventies die leiden tot verbetering van de therapietrouw bij deze patiënten.
Het onderzoek heeft zowel sterke als zwakke punten. Het is van belang deze zaken in gedachten te
houden. In het onderstaande worden deze punten ter discussie gesteld.
In de eerste plaats is het goed bij de resultaten van dit onderzoek rekening te houden met het korte
tijdsbestek waarin het onderzoek is uitgevoerd. Er is niet getracht alle beschikbare literatuur en
interventies weer te geven; gezien de tijdsplanning zou dat ook niet mogelijk zijn.
Met dit onderzoek is vooral getracht een overzicht te geven van de belangrijkste oorzaken van
therapieontrouw bij niet-westerse migranten en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden en
effectieve interventies hierbij.
Wat betreft de gevonden interventies is het belangrijk om op te merken dat waarschijnlijk meerdere
(soortgelijke) interventies zijn onderzocht op effectiviteit. Het is daarom aan te raden een deel van
dit onderzoek (m.b.t. de interventies) te repliceren, opdat meer zekerheid over de resultaten
verkregen kan worden.
In de tweede plaats moet worden bedacht dat de gevonden interventies in het buitenland zijn
ontwikkeld, uitgevoerd en geëvalueerd. De meerderheid van deze interventies is afkomstig uit de
Verenigde Staten, aangezien zij voorlopen op het gebied van patiëntgerichte interventies. In
Nederland is op dit moment geen farmaceutische interventie (gericht op deze doelgroepen)
beschikbaar die geëvalueerd is op effectiviteit.
Het is echter de vraag in hoeverre de interventies generaliseerbaar zijn naar de Nederlandse cultuur,
waarin migranten met een niet-westerse afkomst een andere groep vormen dan de verschillende
etnische groepen in bijvoorbeeld de Verenigde Staten. De gevonden interventies bieden
daarentegen handvaten voor verder onderzoek naar de ontwikkeling van geschikte interventies.
Bovendien kan van de meeste interventies aangenomen worden dat deze ook toegepast kunnen
worden binnen de Nederlandse farmaceutische zorg- en dienstverlening. Een voorbeeld is de
geïllustreerde medicatieschema (Mohan et al., 2012; Blake et al., 2010; Dowse, Ehlers, 2005;
Kripalani et al., 2007). Er dient hierbij wel opgemerkt te worden dat patiëntgerichte interventies
waarschijnlijk alleen van nut zijn wanneer de patiënt begrijpt en inziet dat gedragsverandering nodig
is. Bij de ontwikkeling van nieuwe interventies dient hier daarom aandacht aan besteed te worden.
In de derde plaats is tijdens het verrichten van de literatuursearch niet op gelijke wijze gezocht naar
literatuur. Aan het begin van de zoektocht zijn telkens 2 of 3 zoektermen/synoniemen
gecombineerd. Na overleg is later besloten een combinatie van meerdere termen en synoniemen te
gebruiken, om de kwaliteit van de zoekstrategie te verbeteren. Terugblikkend op deze
zoekmethoden kan geconcludeerd worden dat een combinatie van beide strategieën het meest
effectief is, omdat dit resultaten van goede kwaliteit opleverde.
Voorafgaande aan de literatuursearch zijn meerdere zoektermen en synoniemen opgesteld. Echter,
gedurende de zoektocht zijn uiteindelijk niet alle zoektermen en synoniemen gebruikt. Er is gebruik
gemaakt van de zoektermen die het meest specifiek en relevant zijn voor de vraagstelling. Deze
termen hebben veel resultaten opgeleverd die aan de inclusiecriteria voldoen en van goede kwaliteit
zijn. Gezien de tijdsplanning was het niet mogelijk om daarnaast ook de andere zoektermen te
gebruiken. Een aantal voorbeelden van termen die niet gebruikt zijn: marginal groups, socioeconomic
health differences, low income, deprived area, economic, etnische verschillen,
gezondheidsverschillen.
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
30
Tot slot moet in ogenschouw worden genomen dat buiten de farmaceutische zorg- en
dienstverlening meerdere interventies ontwikkeld zijn op het gebied van verbetering van de
therapietrouw bij niet-westerse migranten en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. Er is
bij de zoektocht niet gezocht naar deze interventies, aangezien deze geen betrekking hebben op de
vraagstelling van het onderzoek. Gezien de tijdsplanning was het ook niet mogelijk naar dergelijke
interventies te zoeken. Echter is het van wezenlijk belang dit in gedachten te houden, aangezien de
vraag opkomt of deze interventies geschikt zouden kunnen zijn binnen de farmaceutische zorg- en
dienstverlening van de apotheek.
Voorgaande in ogenschouw nemende kan op basis van de gevonden resultaten geconcludeerd
worden dat het onderzoek antwoord geeft op de onderzoeksvraag.
Het onderzoek is grotendeel systematisch verricht. De kwaliteit en betrouwbaarheid van de
resultaten is gewaarborgd doordat de literatuur is beoordeeld en geselecteerd aan de hand van de
benoemde criteriapunten in paragraaf 2.4. van dit rapport. Bovendien is grijze literatuur uitgesloten,
er is namelijk uitsluitend gebruik gemaakt van literatuur die gepubliceerd is in wetenschappelijk
erkende tijdschriften of websites.
In hoofdstuk 1 (paragraaf 1.1.) werd therapietrouw als volgt gedefinieerd:
‘Therapietrouw is de mate waarin de patiënt zijn behandeling uitvoert in overeenstemming met de
afspraken die hij heeft gemaakt met zijn behandelaar’ (Westein, 2008).
Gedurende het onderzoek werd geconcludeerd dat deze definitie niet overeenkomt met de huidige
situatie binnen apotheken. Deze definitie impliceert namelijk dat er sprake is van een
overeenstemming die tussen patiënt en behandelaar (in dit geval de apotheker) is bereikt over het te
volgen behandeltraject. Er kan opgemaakt worden dat deze overeenstemming een voorwaarde is
van therapietrouw. Echter, uit het onderzoek kan opgemaakt worden dat dit niet het geval is.
Immers, het gezamenlijk maken van afspraken houdt in dat de patiënt zo volledig mogelijk
geïnformeerd is over de behandeling en dat deze informatie afgestemd is op de individuele patiënt.
Op die manier kunnen samen afspraken gemaakt worden over de therapeutische behandeling.
Er dient daarom teruggekomen te worden op deze definitie. In de internationale literatuur worden
een aantal verschillende definities gebruikt voor therapietrouw, namelijk:
Adherence: de mate waarin het gedrag van de patiënt overeenkomt met de aanbevelingen van de
voorschrijver die met de patiënt zijn afgesproken.
Compliance: de mate waarin de patiënt de aanbevelingen van de voorschrijver opvolgt. In deze
situatie vertelt de zorgverlener de patiënt wat hij zou moeten doen.
Concordance: het bereiken van overeenstemming tussen de patiënt en de zorgverlener over de
behandeling.
Persistence: de mate van continuïteit van het gebruik van een geneesmiddel.
Overgenomen van Geneesmiddelenbulletin (Onzenoort van, 2012).
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
31
5.
Conclusie
In dit hoofdstuk staan de conclusies weergegeven, doordat antwoorden zijn geformuleerd naar
aanleiding van de onderzoeksvraag en de daarbij horende deelvragen.
Aan het begin van het onderzoek is de volgende vraag geformuleerd:
Wat is in de beschikbare literatuur te vinden over de therapietrouw en interventies bij patiënten
met een niet-westerse afkomst en patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden?
Op basis van de resultaten van dit rapport kan worden gesteld dat therapieontrouw vaker voorkomt
bij patiënten met een niet-westerse afkomst en patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden.
Dit kan verschillende oorzaken hebben. Een taal- en cultuurbarrière en een lage sociaaleconomische
status zijn aspecten die ertoe kunnen leiden dat niet-westerse migranten moeilijker toegang hebben
tot goede farmaceutische zorg. Ook religie kan een rol spelen bij therapieontrouw.
Verder kan uit het onderzoek geconcludeerd worden dat mensen met een niet-westerse afkomst
vaak over onvoldoende gezondheidsvaardigheden beschikken. Echter, dit betekend niet dat beperkte
gezondheidsvaardigheden uitsluitend voorkomt onder de groep niet-westerse migranten. Twee
derde van de mensen die laaggeletterd is, heeft een autochtone afkomst. Uit het onderzoek blijkt dat
de benoemde doelgroepen sterk met elkaar zijn verweven.
Onderzoek en farmaceutische interventies ter verbetering van de therapietrouw bij deze specifieke
doelgroepen is in Nederland zeer beperkt. Dit blijkt uit het onderzoek en ook werd dit bevestigd door
een onderzoeker uit het werkveld (van het Nivel).
In het buitenland (met name in de Verenigde Staten) zijn interventies ontwikkeld die inspelen op
verbetering van de therapietrouw bij niet-westerse migranten en mensen met beperkte
gezondheidsvaardigheden. In het onderstaande wordt hier verder op ingegaan, doordat antwoorden
zijn geformuleerd op de deelvragen.
1) In hoeverre zijn patiënten met een niet-westerse afkomst therapietrouw?
De bevindingen van dit rapport tonen aan dat het medicijngebruik hoger is onder niet- westerse
migranten. Desondanks is de therapietrouw bij deze groepen significant lager. Met name Turken en
Marokkanen zijn vaak therapieontrouw.
2) In hoeverre zijn patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden therapietrouw?
Mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden ervaren problemen met het begrijpen en toepassen
van de mondelinge en schriftelijke geneesmiddelinformatie. Deze problemen vergroten de kans op
therapieontrouw, aangezien het kan leiden tot incorrecte identificatie van de medicatie,
misinterpretatie van de instructies op het receptlabel en moeite met het begrijpen van
waarschuwingen op het recept label.
Verder blijkt uit het onderzoek dat bij mensen met beperkte gezondheidvaardigheden de vaardigheid
om het medicijngebruik te kunnen managen ontbreekt. Dit probleem wordt verder versterkt doordat
de communicatie van zorgverleners vaak niet afgestemd is op de patiënt, door het gebruik van
medische termen of doordat teveel informatie gegeven wordt.
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
32
3) Welke succesvolle of veelbelovende interventies zijn beschreven bij farmaceutische zorg- en
dienstverlening die de therapietrouw bij patiënten met een niet-westerse afkomst verbeteren?
4) Welke succesvolle of veelbelovende interventies zijn beschreven bij farmaceutische zorg- en
dienstverlening die de therapietrouw bij patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden
verbeteren?
Aan het begin van dit hoofdstuk werd opgemerkt dat mensen met een niet-westerse afkomst vaak
over onvoldoende gezondheidsvaardigheden beschikken en dat de benoemde doelgroepen sterk
met elkaar zijn verweven. Er kan daarom aangenomen worden dat de gevonden interventies
toegepast kunnen worden op beide doelgroepen.
Ter beantwoording van de bovenstaande deelvragen kan de volgende conclusie getrokken worden.
Farmaceutische interventies die zich richten op schriftelijke, mondelinge en/of digitale communicatie
zijn effectief wanneer deze zijn afgestemd op patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden. De
interventies verbeteren de informatieoverdracht en begrijpelijkheid van de geneesmiddelinstructies,
wat leidt tot verbetering van de therapietrouw.
Pictogrammen en/of afbeeldingen van de instructies, een groter lettertype en makkelijkere
leesbaarheid zijn manieren om de begrijpelijkheid van de geneesmiddelinstructies te verbeteren. Het
effect van de schriftelijke interventies kan vergroot worden wanneer deze mondeling toegelicht
worden. Uit de resultaten blijkt dat communicatieve strategieën (toegepast door de
apotheekmedewerkers) de communicatie met deze patiënten vergemakkelijkt en bovendien de
patiënt met beperkte gezondheidsvaardigheden identificeert. Digitale interventies (zoals een
educatieve video-interventie) leiden tot gedragsverandering, verbetering van het kennisniveau en
therapietrouw.
Uit de resultaten kan verder geconcludeerd worden dat een multidisciplinaire interventie zeer
effectief is. Hiermee wordt bedoeld dat een combinatie van meerdere interventies toegepast wordt,
bijvoorbeeld interventies gericht op schriftelijke en mondelinge communicatie in combinatie met een
telefonische herinneringssysteem (digitale communicatie).
Tot slot kan geconcludeerd worden dat verbetering van de zelfmanagement en empowerment bij
deze patiënten leidt tot verbetering van de therapietrouw.
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
33
6.
Aanbevelingen voor verder onderzoek
Op basis van de voorgaande hoofdstukken, worden in dit hoofdstuk aanbevelingen gedaan voor
verder onderzoek.
Aanbevolen wordt:

Een gedeelte van het onderzoek te repliceren, namelijk de literatuursearch naar succesvolle
farmaceutische interventies die leiden tot verbetering van de therapietrouw bij niet-westerse
migranten en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. Naast de gevonden interventies
zijn waarschijnlijk meerdere (soortgelijke) interventies onderzocht op effectiviteit.

Een literatuursearch uit te voeren naar succesvolle interventies die buiten de farmaceutische
zorg- en dienstverlening uitgevoerd zijn bij niet-westerse migranten en mensen met beperkte
gezondheidsvaardigheden. Buiten de farmaceutische zorg- en dienstverlening zijn waarschijnlijk
ook interventies ontwikkeld op dit gebied. Deze zouden ook geschikt kunnen zijn binnen de
apotheek.

Een vervolg op dit onderzoek uit te voeren door te onderzoeken hoe apothekers in Nederland
omgaan met therapieontrouw bij niet-westerse patiënten en patiënten met beperkte
gezondheidsvaardigheden. Ook dient onderzocht te worden of zij bepaalde strategieën hanteren
ter verbetering van de therapietrouw bij deze patiënten. Hierover dienen apothekers
geïnterviewd te worden.
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
34
7.
Referentielijst
Aadil N., Houti I.E., Moussamih S. (2004). Drug intake during Ramadan. Morocco: BMJ Group, British
Medical Association
Barnett S.G., Kaske B. (2012). Impact of a health literacy presentation during an Introductory
Pharmacy Practice Experience. Elsevier Inc.
Bautista D. et al. (2011). Health disparities in medication adherence between African-Americans and
Caucasians with epilepsy. Elsevier: Epilepsy & Behavior
Beune E.J.A.J. et al. (2008). How Ghanaian, African-Surinamese and Dutch patients perceive and
manage antihypertensive drug treatment: a qualitative study. Journal of Hypertension
Blake C. et al. (2010). A Qualitative Evaluation of a Health Literacy Intervention to Improve
Medication Adherence for Underserved Pharmacy Patients. Nashville: Journal of health care for the
poor and underserved
Braich S.P. et al. (2011). Effects of pictograms in educating 3 distinct low-literacy populations on the
use of postoperative cataract medication. Canadian Journal of Ophtalmology
Brink-Muinen van den A., Dulmen van A.M. (2004). Factoren gerelateerd aan farmacotherapietrouw
van chronisch zieken. Utrecht: NIVEL
CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (2013). Zorgkosten niet-westerse allochtonen verschillen van
autochtonen. Opgevraagd op 18 maart 2013 via: http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/gezondheid-welzijn/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-11mrt-zorgkostppherkomst-art.htm
CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (2012). Jaarrapport integratie 2012. Den Haag/Heerlen: CBS
Cheng Y. et al. (2012). Economic, clinical, and humanistic outcomes (ECHOs) of pharmaceutical care
services for minority patients: A literature review. USA: Research in Social and Administrative
Pharmacy
Clement S. et al. (2009). Complex interventions to improve the health of people with limited literacy:
A systematic review. Elsevier Ireland
Dassen Th. W.N. et al. (2011). Lezen en beoordelen van onderzoekspublicaties. Amersfoort:
ThiemeMeulenhoff
Denktas S. et al. (2010). Underutilization of prescribed drugs use among first generation elderly
immigrants in the Netherlands. BMC Health Services Research
DeWalt A.D. et al. (2006). A heart failure self-management program for patients of all literacy
levels: A randomized, controlled trial. BMC Health Services Research
Dijk van L. et al. (2007). Patient risk profiles and practice variation in nonadherence to
antidepressants, antihypertensives and oral hypoglycemics. BMC Health Services Research
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
35
Dowse R., Ehlers M. (2005). Medicine labels incorporating pictograms: do they influence
understanding and adherence? Elsevier Ireland
Fransen M.P., Stronk K., Essink-Bot M.L. (2011). Gezondheidsvaardigheden: stand van zaken. CEG
Centrum voor Ethiek en Gezondheid
Gazmararian J.A. et al. (2006). Factors Associated with Medication Refill Adherence in Cardiovascularrelated Diseases: A Focus on Health Literacy. USA: Journal of General Internal Medicine
Geffen van E.C.G. et al. (2009). Initiation of antidepressant therapy: do patients follow the GP’s
prescription? British Journal of General Practice
Gerber B.S. et al. (2010). Racial Differences in Medication Adherence: A Cross-Sectional Study of
Medicare Enrollees. USA: The American Journal of Geriatric Pharmacotherapy
Greuningen van M. et al. (2009). Het discriminerend vermogen van de CQ-index Farmaceutische Zorg.
Utrecht: NIVEL
Horne R. et al. (2004). Medicine in a multi-cultural society: the effect of cultural background on beliefs
about medications. United Kingdom: Elsevier
KNMP/WINAp (2007). NAN richtlijn 2: Farmaceutische zorg- en dienstverlening. Den Haag:
KNMP/WINAp
Kreps G.L., Sparks L. (2008). Mini-review: Meeting the health literacy needs of immigrant populations.
Elsevier Ireland
Kripalani S. et al. (2006). Predictors of Medication Self-management Skill in a Low-literacy Population.
JGIM Journal of General Internal Medicine
Kripalani S. et al. (2007). "Development of an illustrated medication schedule as a low-literacy
patient education tool." Elsevier Ireland
Kuiper C. et al. (2012). Evidence-based practice voor paramedici. Den Haag: Boom Lemma uitgevers
Lapane et al. (2012). Tailored DVDs: A novel strategy for educating racially and ethnically diverse
older adults about their medicines. Elsevier Ireland.
Maas L. (2012). Keuzevrijheid in medicatie goed voor therapietrouw. Opgevraagd op 20 september
2012 via: http://www.zorgvisie.nl/Kwaliteit/14259/Keuzevrijheid-in-medicatie-goed-voortherapietrouw.htm
Manna R. (2007). Therapietrouw bij etnische minderheden. Groningen: Nederlands Tijdschrift voor
Behavioral Medicine.
Marks J.R. et.al (2010). The association of health literacy and socio-demographic factors with
medication knowledge. Elsevier Ireland
Masland M.C. et al. (2009). Association between limited English proficiency and understanding
prescription labels among five ethnic groups in California. United Kingdom: Routledge
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
36
Mohan A.V. et al. (2012). Illustrated medication instructions as a strategy to improve medication
management among Latinos: A qualitative analysis. USA: Journal of Health Psychology
Morgan S. et al. (2011). Ethnic differences in the use of prescription drugs: a cross-sectional analysis
of linked survey and administrative data. Canada: Open Medicine 2011
Morrow D.G. et al. (2007). Patients’ Health Literacy and Experience With Instructions. USA: Journal of
Aging and Health
Muir K.W. et al. (2011). The influence of health literacy level on an educational intervention to
improve glaucoma medication adherence. Elsevier Ireland
Murray M.D. et al. (2007). "Pharmacist Intervention to Improve Medication Adherence in
Heart Failure." Annals of Internal Medicine
Nakhutina L. et al. (2011). Adherence to antiepileptic drugs and beliefs about medication among
predominantly ethnic minority patients with epilepsy. USA: Epilepsy & Behavior
Nutbeam D. (2008). The evolving concept of health literacy. Australië: Elsevier
NIGZ Gezondheidsinstituut (2011). Toolkit Gezondheidsvaardigheden. Opgevraagd op 14 april 2013
via: http://www.nigz.nl/index.cfm?act=project.details&proj=40
Onzenoort van H.A.W. (2012). Therapietrouw. Utrecht: Geneesmiddelenbulletin. Opgevraagd op 15
april via: http://gebu.artsennet.nl/Archief/Tijdschriftartikel/Therapietrouw2.htm#definities_van_therapietrouw
Osborn C.Y. et al. (2011). Health Literacy Explains Racial Disparities in Diabetes Medication
Adherence. USA: Journal of Health Communication
Ownby L.R. et al. (2013). Baseline medication adherence and response to an electronically delivered
health literacy intervention targeting adherence. USA: Journal of Neurobehavioral HIV Medicine
Parikh N.S. et al. (1996). Shame and health literacy: the unspoken connection. Elsevier Ireland
Peeters B. et al. (2011). Factors associated with medication adherence to oral hypoglyclaemic agent
is different ethnic groups suffering from Type 2 diabetes: a systematic literature review and
suggestions for further research. België: DiabeticMedicine
Poureslami M.J. et al. (2007). A Systematic Review of Asthma and Health Literacy: A Cultural Ethnic
Perspective in Canda. Canada: Medscape General Medicine
Reenen van H.H. et al. (2008). Diabetesinterventies in kaart. Bilthoven: RIVM
Reijneveld S.A. (1998). Reported health, lifestyles, and use of health care of first generation
immigrants in the Netherlands: do socioeconomic factors explain their adverse position? Amsterdam:
TNO Prevention and
Health
RIVM (2012). Veilig medicijngebruik. Opgevraagd op 20 september 2012 via:
http://www.kiesbeter.nl/ziekte-en-gezondheid/tv/veilig-medicijngebruik/
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
37
Saan H., Singels L. (2006). Gezondheidsvaardigheden en informed consent. De bijdrage van
het health literacy-perspectief aan patiëntenrechten. Woerden: NIGZ
Sabzewar A.M. (2002). Misverstanden over geneesmiddelengebruik bij asielzoekers: Een zak vol
medicijnen. Den Haag: Pharmaceutisch Weekblad
Schaafsma E. et al. (1997). Geneesmiddelenvoorlichting aan vluchtelingen. Den Haag: Pharmaceutisch
Weekblad
Schaafsma E. et al. (2002). Allochtone patiënten in de apotheek: Zorg op maat, ondanks
cultuurverschillen. Den Haag: Pharmaceutisch Weekblad
Schaafsma E. et al. (2003). Accessing medication information by ethnic minorities: barriers and
possible solutions. Deventer: Kluwer Academic Publishers
Schoenthaler A. et al. (2009). Provider communication effects medication adherence in hypertensive
African Americans. Elsevier Ireland
Schulz P.J., Nakamoto K. (2013). The evolving concept of health literacy. Elsevier Ireland
Smeenk I. et al. (2013). Communicatie met oudere migrant kan beter. Den Haag: Pharmaceutisch
Weekblad
Suurmond J. et al. (2012). Een arts van de wereld: etnische diversiteit in de medische praktijk. Houten:
Bohn Stafleu van Loghum
Traylor A.H. et al. (2010) Adherence to Cardiovascular Disease Medications: Does Patient-Provider
Race/Ethnicity and Language Concordance Matter? USA: Journal of General Internal Medicine
Twickler Th.B. et al. (2009). Laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheden vragen om een
antwoord in de zorg. Amsterdam: Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde
Uiters et al. (2006). Ethnic minorities and prescription medication; concordance between self-reports
and medical records. Rotterdam: BMC Health Services Research
Vintges M.M.Q., van den Muijsenbergh M.E.T.C., (2012). Etnische en culturele diversiteit in
farmacotherapie. Houten: MFM Tijdschrift over praktijkgerichte farmacotherapie
Watermeyer J., Penn C. (2009). ‘‘Tell me so I know you understand’’: Pharmacists’ verification of
patients’
comprehension of antiretroviral dosage instructions in a cross-cultural context. Elsevier Ireland
Webb J. et al. (2008). Patient-centered approach for improving prescription drug warning
labels.Elsevier Ireland
Westein M. (2008). Tijd voor een beter gebruik van medicijnen. Arnhem: NPCF namens NHG, LHV,
KNMP, DGV, Platform PI en CG-Raad
WHO World Health Organization (2003). Adherence to long-term therapies: Evidence for action.
Zwitserland: WHO
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
38
Wolf M.S. et al. (2007). To err is human: Patient misinterpretations of prescription drug label
instructions.Elsevier Ireland
Young H.N. et al. (2013). Pharmacists’ provision of information to Spanish-speaking patients: A social
cognitive approach. USA: Elsevier Inc.
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
39
Bijlage: Zoekstrategie
Informatiebronnen
Zoektermen/trefwoorden
Combineren
PubMed/ Cochrane Library / Platform PM/ Google Scholar/ Google Nederland/
Sage Journals/ ScienceDirect/ Pharos Database
Engels:
Nederlands:
medication OR pharmacy
medicatie OF apotheek
AND
compliance OR adherence OR
concordance
EN
therapietrouw
AND
EN
migrant OR immigrant OR etnic OR
ethnic OR racial OR cultural OR
cultural competenc e OR low literacy
OR health literacy OR marginal groups
OR socioeconomic health differences
OR low income OR deprived area OR
economic
migrant OF etniciteit OF etnische
verschillen OF culturele verschillen OF
allochtonen OF
gezondheidsvaardigheden OF
laaggeletterdheid OF achterstandswijk
OF lage sociaaleconomische status OF
SES OF gezondheidsverschillen
AND
EN
intervention
interventie
AND
EN
costs
kosten
Alle bovengenoemde zoekter men met AND/ EN
Begrenzing





Nederlandstalig en Engelstalig
Adolescenten en volwassenen
Medicijngebruikers met een niet-westerse afkomst
Medicijngebruikers met beperkte gezondheidsvaardigheden
Geëvalueerde apotheekinterventies, gericht op de doelgroepen
Selectiecriteria


Moet relevant zijn voor de vraagstellingen
Uitkomstmaat moet iets zeggen over effectieve interventies of
therapietrouw bij niet-westerse migranten en mensen met beperkte
gezondheidsvaardigheden
De interventies dienen geëvalueerd te zijn op effectiviteit

Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
40
Beschrijving zoektocht van 31 februari tot 14 maart 2013
Waar gezocht
Zoektermen
Hits
PubMed
PubMed
Platform PM
Adher ence AND Intervention AND Literacy
Adher ence AND Intervention AND Ethnic
Migranten EN Therapietrouw
Google Nederland
Google Scholar
Google Scholar
Google Scholar
Google Scholar
Google Scholar
Google Scholar
(geavanceerd zoeken op jaartal) Sociaaleconomische status EN Medicatie
(geavanceerd zoeken op jaartal) Ethnic AND Adher ence
(geavanceerd zoeken op jaartal) Migranten EN Apotheek
(geavanceerd zoeken op jaartal) Apotheek EN Asielzoekers
Laaggeletterdheid EN Gezondheidsvaardigheden
Gezondheidsvaardigheden EN Allochtonen
Therapietrouw EN Achterstandswijken
80
254
8 (geen
relevantie)
2.160
25
1260
197
29
31
52
Google Scholar
Google Scholar
Google Scholar
Therapietrouw EN Etnisch EN Interventies
Therapietrouw EN interventies EN allochtonen OF migranten OF etnisch
Gezondheidsvaardigheden EN apotheek EN allochtonen OF migranten OF
etnisch
Apotheek EN interventies EN therapietrouw EN migranten OF etnisch OF
allochtonen
Interventies EN apotheek EN therapietrouw EN gezondheidsvaardigheden
OF laaggeletterden
Google Scholar
Google Scholar
177
187
6
61
Cochrane Library
Cochrane Library
Cochrane Library
Sage Journals
Sage Journals
Sage Journals
ScienceDirect
ScienceDirect
Adher ence AND Pharmacy AND Intervention AND Migrant OR Cultural
Intervention AND Pharmacy And Ethnic OR Migrant Or Cultural
Compliance AND Pharmacy AND Ethnic OR Cultural OR Immigrant
Health Literacy AND Ethnic
Pharmacy AND Ethnic
Ethnic AND Pharmacy AND Interventions
Compliance AND Ethnic
Multi-cultural society AND Medication
3
(geen
relevantie)
413
491
441
4661
1359
752
664
225
ScienceDirect
ScienceDirect
ScienceDirect
Cultural competence AND Pharmacy AND Interventions
Health literacy AND Medication AND Adherenc e
Minority groups OR Ethnic AND Pharmacy OR Adherence OR Compliance
633
1.789
1197
ScienceDirect
Pharos Database
Pharmacy AND Cultural Competence AND Intervention
Health Literacy AND Ethnic
638
163
Pharos, 2013 © Therapietrouw niet-westerse migran ten en mensen met beperkte gezondheidsvaardighed en
41
Download