Commissie voor volksgezondheid, ouderen en jeugd Datum commissievergadering: -DIS-stuknummer Secretaris Doorkiesnummer Behandelend ambtenaar Dienst/afdeling Nummer commissiestuk Status Datum Bijlagen : : : : : : : : : : : : 807091 mw. J.M.C. de Kort 073 6812289 J.Libotté REW/Zorg VOJ-0294 ter advisering ter bespreking ter kennisneming ter vaststelling 15 januari 2002 1 Onderwerp: Accommodatiebeleid jeugdzorg Voorstel aan commissie: Ter kennisneming Eventuele nadere opmerkingen: Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit, namens deze, mw. J.M.C. de Kort, secretaris Commissie voor volksgezondheid, ouderen en jeugd Bijlage: 1. Rapport Werkgroep structureel financieel accommodatiebeleid Notitie ten behoeve van de vergadering van de commissie VOJ Staten inzake systematiek accommodatiebeleid jeugdzorg. Op 15 september 2000 hebben Provinciale Staten van de Provincie NoordBrabant unaniem besloten ƒ 20 miljoen incidenteel beschikbaar te stellen voor de urgente huisvestingsknelpunten in de jeugdzorg in de provincie. Provinciale Staten hebben hierbij nadrukkelijk uitgesproken dat het hier een éénmalige aanpak van de accommodatieproblematiek betreft. Op basis van de Wet op de Jeugdhulpverlening ligt de verantwoordelijkheid voor de planning en financiering van de jeugdzorg sinds de decentralisatie in 1992 bij de provincies en de grootstedelijke regio’s. Hiertoe behoort ook het accommodatiebeleid. Sinds de decentralisatie in 1992 wordt hierover gesproken op verschillende niveaus en in diverse gremia. De Provincie Noord-Brabant is hierbij altijd uitgegaan van het vertrekpunt dat de doeluitkering vanuit het Rijk dient te voorzien in voldoende middelen voor een uitvoerbaar en adequaat accommodatiebeleid; de doeluitkering voorziet - naar onze mening - niet in een voldoende bedrag voor een goed accommodatiebeleid, tenzij de uitvoering geweld wordt aangedaan. Dit laatste hebben Provinciale Staten nadrukkelijk afgewezen gezien de toch al bestaande problemen in de uitvoering zoals de wachtlijstproblematiek bij Bureau Jeugdzorg. Op basis van het besluit van Provinciale Staten is de werkgroep structureel-financieel accommodatiebeleid ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers van het Jeugdzorgberaad Noord-Brabant en medewerkers van de Provincie Noord-Brabant met als opdracht te komen tot de formulering van een systematiek voor een structurele aanpak van de accommodatieproblematiek. Hiermede wordt beoogd te voorkomen dat in deze provincie opnieuw urgente huisvestingsknelpunten ontstaan. De opdrachtformulering van de werkgroep was als volgt: “De Provincie Noord-Brabant en het Jeugdzorgberaad Noord Brabant spreken de intentie uit om gezamenlijk een onderzoek uit te voeren om te komen tot het formuleren van een voorstel voor een structurele aanpak van het financieel accommodatiebeleid in de residentiële en semi-residentiële jeugdzorg in NoordBrabant. Hiertoe stellen zij gezamenlijk een werkgroep structureel-financieel accommodatiebeleid jeugdzorg in, die als opdracht krijgt: te komen tot een systeem dat gericht is op een structurele financiering van de accommodaties in de residentiële en semi-residentiële jeugdzorg; het gaat hierbij om zowel verblijffuncties als kantoorfuncties binnen de residentiële en semi-residentiële jeugdzorg”. Op dit moment heeft de werkgroep de eerste fase afgerond te weten de inventarisatie van financieringssystemen en het bepalen of deze bruikbaar zijn in de sector jeugdzorg. Bij de uitwerking van een systematiek zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: systematiek welke ontwikkeld gaat worden, dient aan te sluiten bij vergelijkbare zorgsectoren; systematiek welke ontwikkeld wordt, dient uit te gaan van de eigen verantwoordelijkheid van organisaties in de jeugdzorg ter zake; systematiek dient uit te gaan van een integrale kostprijsberekening en bedrijfseconomische uitgangspunten; de huisvestingslasten maken integraal onderdeel uit van de tarieven; -1- - systematiek moet financieel valide zijn voor zowel de subsidiegever (provincie) als de subsidieontvanger (instellingen). Eerst dan kan recht worden gedaan aan de eigen verantwoordelijkheid van iedere partij, alsmede het geven dan de gewenste ruimte naar elkander. Afgeleid hiervan brengt de werkgroep als kader aan dat een uitwerkingsvoorstel dient te voorzien in inhoudelijke en financiële flexibiliteit/ uitwerking op maat. Inhoudelijke flexibiliteit omdat de jeugdzorg een sector is waar ontwikkelingen, zorgvernieuwing snel gaan en er derhalve ook door middel van adequate accommodaties ingespeeld moet kunnen worden op deze ontwikkelingen/zorgvernieuwing. Financiële flexibiliteit is een voorwaarde om de inhoudelijke flexibiliteit en de eigen verantwoordelijkheid van zowel aanbieders als de Provincie Noord-Brabant tot recht te laten komen. Voor de Provincie Noord-Brabant is een duidelijk kader dat de in de Wet op de Jeugdhulpverlening – en in de toekomst in de Wet op de Jeugdzorg vastgelegde taak als financier/budgethouder en toezichthouder op de uitvoering, vertaald en gewaarborgd is in een afdoende doeluitkering vanuit het Rijk. De doeluitkeringsystematiek moet de budgettaire verplichtingen van de Provincie Noord-Brabant kunnen garanderen. Op basis daarvan wil de Provincie Noord-Brabant de randvoorwaarden scheppen die de door de organisaties gewenste eigen verantwoordelijkheidspositie mogelijk maakt. Inmiddels is er vanuit het IPO/VWS landelijk nader actie ondernomen nl. een - door de partijen in het GOJ afgesproken – landelijk onderzoek naar de stand van zaken van de huisvesting met als doel op basis van dat onderzoek landelijk te komen tot een gezamenlijke en structurele oplossing van de problematiek. Het onderzoek - uitgevoerd door het externe adviesbureau Matrix en gepresenteerd in september jl. - heeft als doel richtingen aan te geven op welke wijze de jeugdzorg-organisaties in staat gesteld kunnen worden om structureel accommodatiebeleid te voeren en welke budgetten dit vraagt. Aangezien de werkgroep primair voorstander is van een aanpak van de problematiek landelijk/in IPO-verband, dienen beide onderzoeken complementair te zijn en niet overlappend. Conclusie. De werkgroep heeft zich in de werkbijeenkomsten laten informeren over het accommodatiebeleid zoals dat geldt in sectoren van de volksgezondheid. Belangrijk is hier de Wet Ziekenhuisvoorzieningen (WZV) als financieringssystematiek. Nader onderzoek levert op dat deze systematiek onvoldoende flexibiliteit biedt en er sprake is van doorlooptijden van 4-6 jaren om adequaat in te spelen op veranderende zorgvragen; juist binnen de jeugdzorg is dit te verwachten. De werkgroep concludeert dat - op basis van eigen ervaring en de inbreng door derden - aansluiten bij de ontwikkelde systematiek in de RIBW (regionale instellingen voor begeleid wonen) en het betrekken daarbij van de bouwnorm uit het landelijke Matrix-rapport, aan te bevelen is. -2- Dit doet recht aan de geformuleerde uitgangspunten en vergroot de transparantheid van het beleid. Deze systematiek bevat bruikbare onderdelen voor de jeugdzorgsector; deze systematiek is landelijk geldend en bekend bij de rijksoverheid. Dit kan betekenen dat een voorstel ter zake voor de jeugdsector mogelijk sneller zijn vertaling krijgt bij de Rijksoverheid met aanvullende middelen in de doeluitkering. De werkgroep ziet geen redenen om een specifieke systematiek voor de jeugdzorgsector te ontwikkelen; de voorkeur gaat uit naar één financieringssystematiek voor de jeugdzorg vergelijkbaar met andere sectoren in de zorg i.c. de RIBW-systematiek In het rapport adviseert de werkgroep dat haar voorstel concreet wordt uitgewerkt nl.: 1. de actualisatie van bouwkundige staat en normen; 2. de huidige en gewenste financiën; 3. bepalen van overgangsregeling naar de nieuwe situatie en een toetsingskader in de vorm van een Lange Termijn Huisvestingsplan met de Provincie als regisseur/toezichthouder voor die nieuwe situatie, 4. bepalen of en hoe betrokken partijen de eigen verantwoordelijkheid ook feitelijk vorm kunnen geven. Ter zake de mogelijkheid van het substitueren van vergoedingen meldt de nota onder toelichting op blz. 7 dat dit binnen de RIBW-systematiek mogelijk is. Echter de nota stelt op blz. 6 dat vergoedingen voor huisvestingslasten geoormerkt worden en dit is conform hetgeen daarover in de werkgroep besproken is. Hierdoor is de provincie o.a. in staat haar verant-woordelijkheid voor de jeugdzorg nu en in de toekomst waar te maken. De bevindingen in de voorliggende nota omtrent de systeemkeuze door Brabant kunnen passen in IPO-traject en mogelijk landelijk richtinggevend zijn, nadat besluitvorming heeft plaats gevonden over de landelijke Matrix-nota die inmiddels is aangeboden door het IPO-ZCS aan VWS. De werkgroep kiest voor het aansluiten bij het accommodatiebeleid zoals dat geldt voor de RIBW-sectoren en het verbinden met het door het IPO ingezette traject. Dit traject beoogt eveneens om te komen tot een structureel accommodatiebeleid. Op basis van in de provinciale nota opgenomen indicatieve normen en aansluitend bij de Matrix-normen uit de landelijke rapportage is provinciaal (afgerond en indicatief) € 7.260.483,-- provinciaal benodigd; het nu beschikbare budget bedraagt € 3.766.375.70,-- per jaar. Bij de start van de provinciale werkgroep die het voorliggende rapport presenteert is afgesproken na afronding van een fase van de opdracht bestuurlijk overleg te beleggen tussen de Provincie Noord-Brabant en het Jeugdzorgberaad Noord Brabant waarin tot vaststelling van de conclusies en bepalen van de vervolgstap(pen) wordt besloten. Provinciale inzet bij de bespreking met het Jeugdzorgberaad: nota bespreken met het jeugdzorgberaad met m.n. als bespreekpunten: 1. de zorgplicht van de provincie vanaf 2003 gerelateerd aan middelen om de zorgplicht ook feitelijk uit te voeren; 2. verduidelijking en vastleggen van de afspraak omtrent het substitueren van vergoedingen (huisvestingslasten oormerken) voor huisvesting mede gerelateerd aan de zorgplicht van de provincie binnen de nieuwe wet op de jeugdzorg; -3- ter kennis brengen aan het IPO van dit rapport en met het IPO strategie uitwerken voor een eenduidige aanpak van het accommodatiebeleid naar VWS; vanuit de provincie een aanzet voor een Lange Termijn Huisvestingsplan (LTHP) op te laten stellen. 's-Hertogenbosch, 15 januari 2002 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. -4-