Het vuur van het geloof Wat een evangelie vandaag. Jezus die zegt: ‘Denk niet dat ik gekomen ben om vrede te brengen. Nee, zeg ik u, juist verdeeldheid. En uw gezin zal uit elkaar getrokken worden: een vader tegenover zijn zoon staan, een moeder tegenover haar dochter, de schoonmoeder tegenover haar schoondochter en de schoondochter tegenover haar schoonmoeder’. Niet een bepaald opwekkende boodschap. Was Jezus dan zelf vergeten wat de engelen zongen bij zijn geboorte? En wist Hij dan niet meer dat de profeet Jesaja, die zijn geboorte aankondigde, door Hem vredesvorst te noemen? Waar is de vredesvorst gebleven? Wat doen we met de woorden die Jezus tot zijn vrienden sprak: ‘Als je ergens binnenkomt, laat dan het woord vrede je eerste woord zijn.’ Kwam Jezus nou vrede brengen of niet? Veroordeelt Hij nu het geweld, oorlog en twisten of niet? Als Jezus de woorden van vandaag spreekt, zit Hij zelf in een kritiek moment: zijn arrestatie. Soldaten hebben Jezus gevangengenomen. Zijn leerlingen trekken hun wapens en een van hen, Petrus slaat een van soldaten die Hem arresteren zijn oor af. Wat gaat Jezus nu doen? Hij overziet het gebeuren en zegt tegen Petrus: ‘Petrus, doe dat zwaard weg, want degene die het zwaard hanteert zal door het zwaard omkomen.’ En hij raakt het oor aan van de soldaat en geneest het. In dit verhaal is het duidelijk dat Jezus een pacifist is, een vredesactivist. We moeten de tekst van vandaag ook plaatsen tegen de achtergrond van de situatie waarin Jezus, die op weg is naar Jeruzalem en weet wat Hem daar te wachten staat. Hij voorzegt dat hij door een doopsel moet gaan, en dat Hij daar tegen opziet. Vervolgens vraagt Hij aan zijn leerlingen: denken jullie dat ik vrede ben komen brengen?’ Kijk maar om je heen en zie wat er allemaal in de wereld gebeurt. Er is veel spanning, angst, honger en onrust in de wereld. Het ideaal van vrede en gerechtigheid voor iedereen lijkt verder dan ooit. En ook in onze katholiek gemeenschappen kan er onrust ontstaan door de gewelddadige aanslag op de dorpspastoor in Normandië. Moeten wij ons door die onrust uit het veld laten slaan of juist het omgekeerde doen. Moeten wij juist nu de moed hebben vurig ons geloof te uiten door te ageren tegen onrecht ,onrechtvaardigheid en geweld. Ons juist ook in en maatschappij waarbij stromingen tweespalt veroorzaken , die rechtvaardigheid en vrede blijven verkondigen en ons niet laten meesleren in relativiteit en somberheid .En niet anderen de schuld geven maar in plaats daarvan te zoeken naar oorzaken in ons zelf. Alsof iedere vrede niet begint in ons eigen hart. Het is inderdaad: verbeter jezelf en begin bij de wereld! Maar het omgekeerde is ook waar: verbeter de wereld en begin bij jezelf! Want hoe kun je de vrede in het groot bereiken, als je niet eens in staat zijn om in vrede te leven met je ouders, kinderen, broers en zussen en collega's? Het vuur van het geloof Het woord van God is vandaag een tweesnijdend zwaard, het is een vuur dat vonken slaat. Jezus heeft in deze wereld het vuur ontstoken en wil dat het verder brandt. Door de oorlogen kennen wij het vuur dat uit de lucht geworpen wordt om steden in brand te steken. Een vuur dat met geen water te blussen is. Dat is niet het vuur dat Jezus bedoelt. Het vuur van Jezus doet denken aan licht en warmte. Jezus is gekomen om het vuur op aarde te brengen, om deze wereld in vuur en vlam te zetten. Het Evangelie van vanmorgen is een aanval op een christendom dat niets mag kosten, dat niet gestoord wil worden, dat leeft van een lieve schijnvrede. Het is een aanval op een christendom dat zich overal buiten wil houden, omdat er aan oorlog en geweld toch niets te doen valt! Het Evangelie van vanmorgen is 'n aanklacht tegen een vergrijsd christendom dat geen boodschap meer heeft voor deze wereld. Jezus is vuur komen brengen. Vuur laat niets bij 't oude! Vuur sticht onrust. Dan loeien de sirenes. Maar de heilige Geest is niet neergedaald over een groep mensen die massaal op de sofa ligt. De leerlingen van Jezus kwamen op Pinkstermorgen naar buiten, ramen en deuren wijd open. En duizenden mensen lieten zich dopen. Maar de tegenstand werd ook groter! Er ontstond verdeeldheid, zoals er verdeeldheid was ontstaan in de omgeving van Jezus. Jezus wist dat hij een fakkel droeg van gerechtigheid en liefde. Hij was de laatste die de ander afschreef. Iedereen probeerde Hij over de streep te krijgen. Maar Hij wist ook dat Hij het daarmee moest opnemen tegen duivelse krachten. De kinderen van de duisternis tegenover de kinderen van het licht. Sint Franciscus werd door zijn eigen vader voor de rechtbank gebracht. Martin Luther King kwam op zijn weg de dood tegen. ‘Ik breng u geen vrede, maar verdeeldheid’. Wij kunnen om Christus' wil niet alle conflicten uit de weg gaan. We moeten de moed hebben om van het Evangelie te getuigen, ook als dat conflicten met anderen oproept. Waar het gaat om de rechten van het ongeboren leven, om ontwapening en milieubescherming, om rechtvaardigheid voor de kleine man, daar zouden wij op de bres moeten staan en zouden wij de bakens moeten neerzetten voor een nieuwe tijd. Als volgeling van Jezus zijn wij geen passieve toeschouwers van de strijd die in de wereld wordt gevoerd op dood en leven. Strijd tussen honger en overvloed, tussen vrijheid en verdrukking. We mogen ons best eens afvragen waarom een miljard christenen niet in staat zijn deze wereld te veranderen in de wereld van God. Als we zouden delen in het vuur van de eerste christenen, dan zouden we de wereld kunnen verbazen dat het anders kan! Niet blijven roepen: dat gaat allemaal buiten ons om. Nee, te rade gaan bij jezelf en je afvragen in hoeverre jijzelf consequent de weg gaat van Jezus Christus, die van ons geen salonchristenen heeft gemaakt, maar ons heeft willen vormen tot mensen die het vuur komen brengen, in beweging zet, ook als de wereld dat ons dat niet altijd in dank af zal nemen.