Beschouwingen over een nieuw bruto binnenlands product

advertisement
 Anne van der Kleij en Koen Pethke Klas 6D Economie 15 april 2016 Dhr. van der Kloet Beschouwingen over een nieuw bruto binnenlands product en de tekortkomingen van het huidige bruto binnenlands product. Inhoudsopgave Voorwoord
p. 2 Inleiding
p. 3 1. Het bruto binnenlands product
p. 5 1.1 Het bruto binnenlands product
p. 5 1.2 De berekening van het bbp
p. 6 2. Het bbp en welvaart
p. 8 3. De tekortkomingen van het bbp
p. 10 4. Bestaande alternatieven
p. 12 4.1 Human Development Index, HDI
p. 12 4.2 Index voor duurzame economische welvaart, ISEW
p. 14 4.3 Genuine progress indicator, GPI
p. 15 5. Conclusie
p. 17 5.1 Deelconclusie 1
p. 17 5.2 Deelconclusie 2
p. 17 5.3 Deelconclusie 3
p. 18 5.4 Deelconclusie 4
p. 18 5.5 Hoofdconclusie
p. 21 6. Discussie en reflectie
p. 25 Literatuurlijst
p. 27 Bijlagen
p. 29 Bijlage 1. De 26 indicatoren in de GPI, per categorie.
p. 29 Bijlage 2. Overzicht van de items in de berekening van de ISEW. p. 30 Eigenverklaring
p. 31 Anne van der Kleij
p. 31 Koen Pethke
p. 31 1 Voorwoord In dit profielwerkstuk hebben wij het bruto binnenlands product onderzocht en geprobeerd dit te verbeteren. Om dit onderzoek zo goed mogelijk uit te kunnen voeren, is er veel zelfstudie verricht. Onder andere het bestuderen van reeds uitgevoerde onderzoeken behoorden tot de werkwijzen voor dit profielwerkstuk. Daarnaast was ook een intensieve samenwerking noodzakelijk om het onderzoek tot een samengevoegd geheel te maken. Natuurlijk waren wij niet in staat geweest het profielwerkstuk met zijn tweeën tot een goed einde te brengen. Hiervoor zouden wij graag nog enkele mensen, zowel gerelateerd aan het Gymnasium Haganum, als mensen van buiten onze school, willen bedanken. Allereerst heeft dhr. van der Kloet ons enorm geholpen met het uitvoeren van dit onderzoek. Bij hem konden we terecht voor onze vragen over onder andere de structuur van het onderzoek en hij heeft ook een grote rol gespeeld in het afbakenen van ons onderzoek. Omdat ons onderzoek een overwegend economisch onderzoek is en dhr. van der Kloet een wiskunde docent is, werd ook de hulp ingeroepen van dhr. van Hien. Graag zouden wij hem willen bedanken voor het inhoudelijk nakijken van dit profielwerkstuk en het geven van feedback. Dit onderzoek is gebaseerd op een vraagstuk dat door het ministerie van Infrastructuur en Milieu is opgesteld. Het instituut Worldschool heeft ons de unieke kans gegeven dit onderzoek uit te voeren voor dit ministerie. Voor ons betekende dit een extra dimensie in het uitvoeren van dit profielwerkstuk. De twee voornaamste personen die wij hiervoor willen bedanken zijn mevrouw Kavelaar en dhr. Vos. Mevrouw Kavelaar heeft als docent op het Gymnasium Haganum namelijk het initiatief genomen om de connectie met ‘Worldschool’ te leggen en zonder haar hadden wij niet de kans gekregen ons profielwerkstuk op deze manier uit te voeren. De heer Vos is werkzaam voor het instituut ‘Worldschool’ en hem willen wij bedanken voor onder andere het organiseren van een studiemiddag op instituut Clingendael en het verzorgen van de begeleiding gedurende het onderzoek. Ook hebben wij aan hem de kans om deze opdracht voor het ministerie van Infrastructuur en Milieu uit te voeren, te danken. Met hulp van alle bovengenoemde personen is dit onderzoek uiteindelijk voltooid. Wij hopen door middel van dit onderzoek een toegevoegde waarde te hebben voor het ministerie van Infrastructuur en Milieu en hopen dat werknemers op dit ministerie informatie uit ons onderzoek kunnen gebruiken bij het maken van beslissingen. 2 Inleiding Het meten van economische en maatschappelijke vooruitgang is al tientallen jaren een veel besproken onderwerp in de economie. Hierbij komt vaak de vraag ‘hoe meet je welzijn?’ naar voor en dit vormt een probleem, want er is tot op heden geen foutloze maatstaf voor economische en maatschappelijke vooruitgang gevonden.​
​
Vooral na ‘​
the Great Depression​
’, die Amerika van 1929 tot 1939 getroffen had, wilde het Amerikaanse ministerie van handel echter wel een methode hebben, waarmee ze konden meten in welke mate de Amerikaanse economie zich weer herstelde en waarmee ze eventuele nieuwe crisissen konden zien aankomen en deze zelfs eventueel konden voorkomen. Uiteindelijk ontwikkelde Simon Kuznets een manier om het bruto binnenlands product, in het Engels beter bekend als ​
Gross Domestic Product​
, te meten. Voor deze en andere ontdekkingen heeft Simon Kuznets in 1971 een Nobelprijs gewonnen[1]. Op de site van het Centraal Bureau voor de Statistiek, het CBS, is het Bruto Binnenlands Product als volgt beschreven: “Het bruto binnenlands product (bbp) geldt als de belangrijkste graadmeter voor de economische ontwikkeling in ons land. De economische groei wordt namelijk afgemeten aan de volume­ontwikkeling van het bbp. Het bruto binnenlands product is dus de som van de in het binnenland gevormde toegevoegde waarde”[2]. Het bbp schiet echter tekort op het moment dat dit gebruikt wordt om maatschappelijke vooruitgang te meten en ook over economische vooruitgang zegt het bbp niet genoeg. Economen buigen zich dan ook al jaren over de vraag op welke manier maatschappelijke vooruitgang wel op een juiste manier in beeld gebracht kan worden[3]. Maatschappelijke vooruitgang, oftewel groei van de welvaart en het welzijn, gaat namelijk wel degelijk een groot deel van de tijd gepaard met economische vooruitgang, maar staat zeker niet gelijk aan de economische vooruitgang. De zoektocht naar een alternatief van het bbp of een aanvulling op het bbp, dat wel op een juiste manier een beeld schetst van zowel maatschappelijke als economische vooruitgang, is al jaren aan de gang en is nog lang niet afgelopen. Het doel van dit onderzoek is om concreet uit te vinden welke aspecten er ontbreken in het bbp en welke er dus voor zouden kunnen zorgen dat het bbp wel een accuraat beeld geeft van zowel economische als maatschappelijke vooruitgang. In dit onderzoek is de hoofdvraag: ‘​
welke factoren moeten worden toegevoegd aan het bbp om ervoor te zorgen dat het toekomstige bbp een verbetering geeft ten opzichte van het huidige bbp?​
’ Onze startpositie daarin is, dat er veel meer sociale aspecten op een bepaalde manier meegerekend moeten worden in het bbp en dat er meer rekening gehouden moet worden met dat niet alle toegevoegde waarde een positief effect heeft op de welvaart van een land. Deze hoofdvraag wordt beantwoord door per hoofdstuk een deelvraag te beantwoorden. De eerste deelvraag geeft antwoord op de vraag wat het bbp precies inhoudt. Hier maakt men kennis met de verschillende vormen van het bbp: het bbp tegen factorkosten, het bbp tegen basisprijzen en het bbp tegen 3 marktprijzen. Daarnaast wordt besproken vanuit welke verschillende benaderingen het bbp berekend kan worden. Vervolgens wordt in het volgende hoofdstuk de deelvraag behandeld die de vraag stelt op welke manieren het bbp wel iets zegt over de welvaart. Hierin wordt onder andere besproken wat het verschil tussen welvaart en welzijn inhoudt en wordt het begrip algemene welvaart geïntroduceerd en nader toegelicht. De derde deelvraag en dus het hoofdstuk dat volgt, behandelt juist de fouten die het bbp vaak met zich meebrengt, wanneer het bbp geassocieerd wordt met maatschappelijke vooruitgang en als laatste deelvraag wordt er gekeken naar de bestaande alternatieven voor en/of aanvullingen op het bruto binnenlands product en welke aspecten uit deze alternatieven maken dat dat alternatief een verbetering geeft ten opzichte van het bbp. Er zijn talloze alternatieven ontwikkeld, maar er wordt in dit onderzoek enkel gekeken naar de Human Development Index, de Index voor duurzame economische welvaart en de Genuine Progress Indicator, omdat dit de drie bekendste alternatieven zijn, die dus ook het meest gebruikt worden. 4 1. Het bruto binnenlands product 1.1 Het bruto binnenlands product Het bruto binnenlands product van een land is de geldwaarde van alle goederen en diensten die in een jaar in dat land geproduceerd zijn. Het bruto binnenlands product wordt vaak afkort tot het bbp en het wordt vaak ­hoewel dit in veel gevallen niet geheel terecht is­ in direct verband gebracht met de welvaart. Over het algemeen wordt er gesuggereerd, dat het onder werknemers en binnen bedrijven beter gaat, wanneer het bbp groeit, omdat in dat geval de productie in een land dus stijgt. Daarnaast wordt het bbp gebruikt om het welzijn en de economische groei in verschillende landen met elkaar te vergelijken. Dit lijkt een goede manier te zijn, omdat er internationale richtlijnen zijn afgesproken voor de berekening van het bbp. Deze richtlijnen zijn door verschillende instanties vastgelegd in het 1993 SNA, ​
System of National Accounts 1993 ​
[4]. Het Centraal Bureau voor de Statistiek van het land berekent het bruto binnenlands product volgens deze richtlijnen, die voor alle landen gelden. Verschillende vormen van het bbp​
​
[5] De verschillende vormen van het bruto binnenlands product zijn: het bbp tegen factorkosten, het bbp tegen basisprijzen en het bbp tegen marktprijzen. Het ​
bbp tegen factorkosten​
bestaat simpelweg uit de productie, verminderd met intermediaire consumptie voor het genereren van de goederen en diensten en er wordt geen rekening gehouden met belastingen en/of subsidies. Deze vorm van het bbp wordt daarom niet vaak gebruikt om de welvaart daadwerkelijk mee te meten. Het ​
bbp tegen basisprijzen​
wordt als volgt berekend: het bbp tegen factorkosten + niet productgebonden belastingen ­ niet productgebonden subsidies. Ook deze vorm van het bbp wordt slechts in enkele gevallen gebruikt om de welvaart en/of het welzijn mee te meten, omdat het te weinig rekening houdt met factoren die belangrijk zijn voor een accuraat beeld van economische vooruitgang. Het ​
bbp tegen marktprijzen​
houdt met meer economische aspecten rekening dan de reeds benoemde vormen van het bbp. Het bbp tegen marktprijzen wordt als volgt berekend: het bbp tegen basisprijzen + productgebonden belastingen ­ productgebonden subsidies. De verklaring voor het feit dat er rekening gehouden moet worden met de indirecte belastingen ligt bij de prijsafhankelijkheid van de vraag naar producten. De meest bekende indirecte belasting is de belasting toegevoegde waarde, de btw, die over producten betaald moet worden. Wanneer het percentage dat aan btw betaald moet worden hoog ligt, daalt de winst van een producent en daarmee dus ook de toegevoegde waarde van de producent, doordat de prijs van het product hierdoor stijgt, waardoor de vraag naar het product daalt. Als het btw percentage lager is geldt dit principe juist andersom. Er moet dus rekening gehouden worden met de indirecte belastingen, omdat deze invloed hebben op de toegevoegde waarde en 5 dus op het bbp. Het bbp tegen marktprijzen is de vorm van het bbp die het meest gebruikt wordt en als er geen andere vermelding bij het bbp staat, dan wordt het bbp tegen marktprijzen bedoeld. 1.2 De berekening van het bbp. Er zijn drie verschillende manieren waarop het CBS, het Centraal Bureau voor de Statistiek, het bbp kan berekenen. Het CBS is in principe per land onafhankelijk, maar de berekening van het bbp verloopt over het algemeen volgens de internationaal afgesproken normen. In het 2008 SNA, ​
System of National Accounts 2008​
, zijn er een aantal aanpassingen 1 gemaakt aan het 1993 SNA, die met name betrekking hadden op de financiële rekeningen, maar dit heeft geen invloed gehad op de basis van de berekening van het bbp. De basis van de drie manieren van de berekening van het bbp ligt bij drie verschillende aspecten: de productie, de inkomens en de bestedingen. Berekening door middel van productie​
​
[6][10] De eerste manier voor de berekening van het bbp is door benadering vanuit ​
de productie​
. Er wordt in dat geval gekeken naar hoe veel toegevoegde waarde er binnen een land gecreëerd is. De toegevoegde waarde is de waarde die aan een product wordt toegevoegd door inzet van een of meer van de productiefactoren: kapitaal, arbeid, natuur en/of ondernemerschap.​
​
De toegevoegde waarde wordt berekend door het aankoopbedrag van de omzet af te trekken. Binnen de toegevoegde waarde spreekt men van de netto toegevoegde waarde als de bedragen die voor vervangingsinvesteringen van de toegevoegde waarde afgetrokken zijn, maar voor de bruto toegevoegde waarde geldt, dat de waarde van de afschrijvingen nog bij de toegevoegde waarde inbegrepen zit. Het totale bbp tegen marktprijzen wordt vervolgens berekend door het bbp te vermeerderen met de indirecte belastingen en de import en vervolgens de subsidies op producten hier vanaf te trekken. De berekening van het bbp tegen marktprijzen verloopt schematisch gezien als volgt: de totale productie van goederen en diensten, uitgedrukt in marktprijzen − intermediaire consumptie voor het genereren van de goederen en diensten = het bbp tegen marktprijzen. Het totale bbp tegen marktprijzen wordt vervolgens op de volgende manier berekend: bbp tegen marktprijzen + indirecte belastingen op producten en import − prijsdrukkende subsidies [9]. Berekening door middel van de inkomens​
[7] Door het feit dat de toegevoegde waarde uiteindelijk zorgt voor loon, rente, winstuitkeringen of andere beloningen van de productiefactoren komt de gehele waarde van de toegevoegde waarde uiteindelijk bij Voor specifieke informatie over de aanpassingen en de redenen hiervoor, zie ​
About the 2008 SNA​
, verkrijgbaar op 1
http://unstats.un.org/unsd/nationalaccount/sna2008.asp​
[11] 6 de huishoudens terecht. Dit zorgt dan ook voor een tweede manier benadering van het bbp, namelijk berekening van het bbp door middel van​
​
de​
​
inkomens​
. De benadering vanuit de inkomens is gebaseerd op de som van het inkomen van de economische actoren die direct betrokken zijn bij de productie van goederen en diensten binnen een vastgestelde periode. Schematisch gezien verloopt de berekening van het totale bbp tegen marktprijzen als volgt: inkomen uit arbeid in de vorm van loon en/of sociale uitkeringen, inclusief de inkomensbelastingen + inkomen uit ondernemerschap en andere vormen van zelfstandige arbeid + de totale winst van bedrijven, ontvangen door het verrichten van economische activiteiten + indirecte belastingen op productie en import − subsidies op productie en import[9]. Bij de benadering via het inkomen moet er, net als bij de benadering via de productie, rekening gehouden worden met indirecte belastingen en subsidies, omdat deze invloed hebben op de totale toegevoegde waarde en op het inkomen van werknemers en zelfstandigen. Berekening door middel van de bestedingen​
​
[8] Als derde kan het bruto binnenlands product berekend worden door dit te benaderen vanuit ​
de bestedingen​
. De berekening van het bbp berust dan op de uitgaven die in een bepaalde periode binnen een economie gedaan worden. Het totale bbp tegen marktprijzen wordt in dat geval berekend volgens de volgende schematische weergave: consumptieve bestedingen van huishoudens + diensten, verleend door ​
non­profit ​
instellingen, ten behoeve van de huishoudens + collectieve en persoonlijke diensten, verleend door de overheid + bruto investeringen + veranderingen in voorraden = de totale bestedingen tegen marktprijzen. De totale bestedingen tegen marktprijzen + export van goederen en diensten ­ import van goederen en diensten = totale bbp tegen marktprijzen[9]. 7 2. Het bbp en welvaart Het bbp is een cijfer dat de geldwaarde aangeeft van alle goederen en diensten die geproduceerd en geleverd worden binnen een land in een periode van een jaar[12]. Het aantrekkelijke van het bbp als graadmeter is de eenvoudigheid. Alle landen stellen namelijk volgens vastgelegde regels de waarde van het bbp op en daardoor kunnen deze waarden goed met elkaar vergeleken worden. Omdat er verder geen economisch inzicht nodig is om deze methode te gebruiken, is deze methode erg in trek bij veel mensen. Er is dan ook een grote groep mensen die de waarde van het bbp meteen linkt aan de algemene welvaart in een land. Een hogere waarde van het bbp leidt dan tot een hogere welvaart in datzelfde land. Het is natuurlijk van belang dat er wel dezelfde definitie van welvaart aangehouden wordt om misverstanden te voorkomen. De officiële definitie van welvaart luidt: ‘welvaart is de mate waarin de behoeften met de beschikbare middelen kunnen worden bevredigd’[13]. Volgens deze definitie kan welvaart dan ook per persoon verschillen. Een ieder heeft namelijk verschillende middelen tot zijn of haar beschikking om aan behoeften te voldoen. Ook deze behoeften zullen verschillen van persoon tot persoon, wat er voor zorgt dat iedereen een eigen niveau van welvaart kan hebben. Het is hierbij wel van groot belang dat welvaart niet verward wordt met het begrip welzijn. De definitie van welzijn luidt namelijk: Een toestand waarin het geestelijk, lichamelijk en sociaal goed met iemand gaat [14]. Deze definitie verschilt dus wel degelijk van de definitie van welvaart. Om toch te kunnen onderzoeken in hoeverre het bbp iets over de algemene welvaart in een land zegt, zal er gebruik gemaakt worden van het begrip algemene welvaart. Algemene welvaart geeft namelijk een indruk van de gemiddelde welvaart in een land. Het bbp geeft dus aan hoeveel er verdiend, geproduceerd en geconsumeerd wordt binnen een bepaald tijdsbestek in een land, waarbij een periode van een jaar het meest gangbaar is. De drie factoren waaruit het bbp dus bestaat zijn productie, consumptie en het geld dat verdiend wordt (bijvoorbeeld door handel). Al deze factoren hebben invloed op hoeveel geld er in een land binnen komt en dus hoeveel geld er beschikbaar is in een land. Op het moment dat mensen meer geld tot hun beschikking hebben, zullen zij automatisch beter in staat zijn om aan hun behoeften te voldoen. Een belangrijk aandachtspunt is wel dat de behoeften van mensen grotendeels afhankelijk zijn van het inkomen. Bij een hoog inkomen zullen er bijvoorbeeld meer luxe producten bij de behoeften horen, terwijl deze niet tot de behoeften behoren van mensen die significant minder verdienen. Het bbp kan op meerdere manieren opgesteld worden, maar de meest gangbare manier is om te kijken naar de optelling van de waarde van alle geproduceerde goederen in een land per gegeven tijdseenheid. Dit veroorzaakt een kloof als men de invloed van het bbp op het niveau van de welvaart wil onderzoeken. Het bbp geeft namelijk weer hoeveel er geproduceerd wordt, terwijl voor het niveau van welvaart de mate 8 van consumptie ten opzichte van de behoeften belangrijk is. De consumenten gebruiken hun inkomsten om aan hun behoeften te kunnen voldoen. Deze inkomsten zullen in de meeste gevallen bestaan uit een beloning voor geleverde productiefactoren, maar de inkomsten kunnen ook bestaan uit bijvoorbeeld een uitkering. Er is wel een verband te herkennen tussen de productie en de beloning van de productiefactoren. Vooral de productiefactoren arbeid en ondernemerschap zullen erg afhangen van het volume van de productie. De beloning van deze productiefactoren, loon in het geval van arbeid en winst in het geval van ondernemerschap, zullen bij de consument terecht komen, die deze weer zullen gebruiken om zo veel mogelijk van de bestaande behoeften te vervullen. Er is dus een zekere correlatie tussen het bbp en de welvaart te vinden, maar er kan nog niets gezegd worden over de algemene welvaart van een land. Er zijn namelijk nog geen gegevens bekend van de verdeling van de primaire inkomens in dat land. In theorie is het namelijk mogelijk dat een zeer klein gedeelte van de bevolking bijna de totale productie van een land in handen heeft en de rest van de bevolking uitbuit. In dit geval zal slechts een zeer klein gedeelte van de bevolking aan al haar behoeften kunnen voldoen, terwijl de rest van de bevolking amper middelen bezit om aan enige behoeften te voldoen. In de zojuist geschetste situatie ligt het niveau van welvaart voor sommige personen zeer hoog, terwijl er niet gesproken kan worden van een hoog niveau van algemene welvaart. [15] 9 3. De tekortkomingen van het bbp met betrekking tot het het onderzoeken van maatschappelijke vooruitgang Het bbp is, ondanks de gegevens die eruit afgeleid kunnen worden, absoluut geen foutloze maatstaf. Er zijn punten te onderscheiden waarover simpelweg niks gezegd kan worden als men enkel het bbp gebruikt en er zijn aspecten die niet goed genoeg belicht worden door het bbp. De Stiglitz­commissie2 [16] Zo zijn er bijvoorbeeld altijd producten die niet geruild of verhandeld worden op de markt. Voor de berekening van het bbp hebben deze producten en diensten vaak geen waarde, terwijl deze wel degelijk een rol spelen in de maatschappelijke vooruitgang. Men kan hierbij denken aan vrijwilligerswerk of zwart werk, maar ook aan mensen of zelfs gemeenschappen die zelfvoorzienend zijn. De waarde bij dit laatste voorbeeld wordt wel weer meegenomen in de berekening van het bbp, evenals de overheidsbestedingen. Om al een iets beter beeld te kunnen geven van maatschappelijke vooruitgang kan er gebruik gemaakt worden van het bbp per capita, oftewel het bbp per inwoner. Het is hierbij het verstandigst om gebruik te maken van de potentiële beroepsbevolking, aangezien ouderen en kinderen vaak niks toevoegen aan het productieniveau. Toch kan men nog niet goed verschillende landen vergelijken als men naar het bbp per capita kijkt. Het probleem van verschillende valuta’s is nog op te lossen door dit om te rekenen, maar het algemeen prijspeil in een land kan niet zo maar worden omgezet naar een algemeen prijspeil van een ander land. In het ene land zal er namelijk een ander bedrag betaald moeten worden voor hetzelfde product als in een ander land. De Stiglitz­commissie ziet ook nog een ander nadeel in het bbp naar voren komen: het bbp belicht alleen de aanbodzijde van de economie en zegt dus zeer weinig over bijvoorbeeld de levensstandaard van mensen, terwijl deze factor wel van invloed is als het gaat om maatschappelijke vooruitgang. Als het bbp stijgt, is het nog niet uitgesloten dat bijvoorbeeld sociale voorzieningen achteruit gaan en dat er maatschappelijk gezien dus eigenlijk helemaal geen vooruitgang te bemerken is. Misschien wel het belangrijkste probleem dat ontstaat als men het bbp gebruikt als indicator voor maatschappelijke vooruitgang, is het negeren van alle sociale aspecten die ook een rol spelen: het negeren van de factor welzijn. Het bbp kan hiervoor alleen gebruikt worden als er uitgegaan wordt van het principe dat economische groei onlosmakelijk verbonden is aan een stijging van de welvaart en het welzijn. Dit is echter een aanname die in werkelijkheid lang niet altijd blijkt te kloppen. De 2
Een commissie die werd opgericht op verzoek van de toenmalige Franse president Sarkozy. Deze commissie moest de tekortkomingen van het bbp laten zien en alternatieve indicatoren voorstellen die rekening houden met én het sociale welzijn en het duurzaam karakter van ontwikkeling [17] 10 commissie­Stiglitz noemt enkele voorbeelden, waaruit blijkt dat deze aanname niet klopt. Dit kan volgens de commissie bijvoorbeeld komen door filevorming met extra brandstofgebruik als vervolg, productie van wapens en de productie en verkoop van sigaretten. Al deze voorbeelden hebben invloed op de waarde van het bbp, namelijk omdat ofwel het gebruik van grondstoffen toeneemt, ofwel omdat er extra geproduceerd moet worden, terwijl ze over het algemeen een negatief effect hebben op het niveau van het welzijn in een land. Juist het ontbreken van deze sociale indicatoren zorgt ervoor dat het bbp niet veel zegt over de maatschappelijke vooruitgang in een land. Het bbp is een resultaat van de totale productie in een land binnen een bepaalde tijd en zegt dus al meer over de economische vooruitgang in een land. Aan dit getal kan echter niet worden afgelezen waar de opbrengst van deze productie terecht komt. Zijn er slechts een paar mensen die alle rijkdommen aan zichzelf toe­eigenen of wordt de welvaart eerlijker verdeeld over een groter gedeelte van de bevolking? In hoeverre zijn mensen tevreden met het inkomen dat zij krijgen? Dit zijn allemaal vragen die een rol spelen voordat er daadwerkelijk gezegd kan worden of er sprake is van maatschappelijke vooruitgang en waar het bbp dus tekort schiet. Binnen het bbp kan er ook onderscheid gemaakt worden tussen extensieve groei en intensieve groei. Extensieve groei is enkel het gevolg van een stijging van de bevolking, terwijl er bij intensieve groei sprake is van een daadwerkelijke stijging van de welvaart per persoon. Extensieve groei zal dus veel minder zeggen over de maatschappelijke vooruitgang dan intensieve groei. Een stijging van de beroepsbevolking zal namelijk altijd een stijging van het BBP tot gevolg hebben. Als men kan zeggen dat er sprake is van intensieve groei is, kan er eerder gesproken worden over maatschappelijke vooruitgang. Hierbij wordt namelijk rekening gehouden met het feit dat de beroepsbevolking is toegenomen en het groeipercentage wordt hierop aangepast. Een andere factor die het bbp in zijn geheel niet belicht is het milieu. Deze factor is van aanzienlijk belang als men kijkt naar de maatschappelijke vooruitgang in een land. Als er bijvoorbeeld veel bronnen van fossiele brandstoffen uitgeput worden door overmatig gebruik, is er misschien wel sprake van kortdurende vooruitgang, maar deze zal op de lange termijn dan zeker verdwijnen, aangezien er dan niet langer gebruik gemaakt kan worden van diezelfde energiebronnen. Uiteraard kan de factor milieu ook een positieve invloed hebben op de maatschappelijke vooruitgang. Door steeds meer gebruik te maken van duurzame energiebronnen, bijvoorbeeld door het aanleggen van windmolenparken of zonnepanelen, is men steeds minder afhankelijk van de fossiele brandstoffen: aardolie, aardgas en kolen [18]. Op lange termijn zal dit meer maatschappelijke groei mogelijk maken, die op dit moment nog niet terug te zien is in de waarde van het bruto binnenlands product van dat land 11 4. Bestaande alternatieven voor het meten van economische en/of maatschappelijke vooruitgang Het bbp geeft geen accuraat beeld van de economische en maatschappelijke vooruitgang binnen een land. Er zijn vele aspecten die niet of op een onjuiste manier belicht worden in het bbp. Er zijn dan ook talloze alternatieven ontwikkeld voor het bbp, waarvan de drie bekendste uitvoerig besproken zullen worden, om te kijken in welke opzichten deze verschillen van het bbp en welke aspecten op dezelfde manier meegerekend worden. 4.1 Human Development Index, HDI Een bekend alternatief voor het meten van economische en maatschappelijke vooruitgang de index van de menselijke ontwikkeling, beter bekend als Human Development Index. Dit is een getal tussen 0 en 1. Hoe dichter de uitkomst van de HDI bij 1 ligt, hoe beter het volgens deze maatstaf gesteld is met de welvaart en het welzijn in het betreffende land. De HDI is door de ontwikkelingsorganisatie van de Verenigde Naties ontwikkeld, omdat er in het bbp weinig sociale aspecten worden meegenomen. Het feit dat de HDI ontwikkeld is door de Verenigde Naties, maakt dat dit een relatief goede manier is om de vooruitgang binnen landen met elkaar te vergelijken, omdat de richtlijnen die gevolgd moeten worden om de HDI te berekenen voor elk land dus hetzelfde zijn. De berekening van de Human Development Index3 In de berekening van de HDI worden met name de volgende drie categorieën meegenomen: gezondheid, educatie en inkomen. Deze drie categorieën worden allemaal op een andere manier berekend en er wordt naar aspecten gekeken die voor die categorie de belangrijkste zijn. Om de gezondheid te meten wordt de ​
Life Expectancy Index​
gebruikt. Deze kijkt naar de kwaliteit van de gezondheidszorg, doordat het voor zich spreekt dat een goede kwaliteit binnen de gezondheidszorg, een hogere levensverwachting geeft en dus een hogere LEI als uitkomst heeft. Er wordt voor de ​
Life LE−20 . Expectancy Index​
een algemene formule gebruikt: LEI = 83,6−20
Om het niveau van de educatie te meten wordt de ​
Education Index​
berekend, door te kijken naar de kennis die in een land vergaard wordt. De ​
Adult Literacy Index​
weegt voor ⅔ in de berekening van de Education Index​
en de ​
combined Gross Enrollment Index ​
weegt voor ⅓ in de berekening. De ​
Adult Literacy Index​
wordt als volgt berekend: ALI = ALR−0
100−0 , waarin de ALR het percentage is dat aangeeft hoe veel mensen in het land kunnen lezen en schrijven. De ​
combined Gross Enrollment Index ​
wordt berekend Voor de volledige uitleg van de berekening van de HDI, zie de ​
Technical Notes ​
van het ​
Human Development 3
report 2013​
. Verkrijgbaar op: ​
http://hdr.undp.org/sites/default/files/hdr_2013_en_technotes.pdf​
. [19] 12 CGER−0 , waarin CGER de ​
door de algemene formule: GEI = (0,971−0)
combined Gross Enrollment Ratio​
is. De CGER wordt bepaald door het deel van de bevolking dat de schoolgerechtigde leeftijd heeft dat daadwerkelijk onderwijs volgt te delen door het totale deel van de bevolking dat de schoolgerechtigde leeftijd heeft. Voor de berekening van de totale ​
Education Index​
wordt de formule: Education Index = ⅔ ALI + ⅓ GEI gebruikt. Voor de berekening van het deel dat het inkomen bijdraagt aan een lang en gelukkig leven wordt gekeken naar het bbp per hoofd van de bevolking, in het Engels heet dit het ​
Gross Domestic Product per capita​
, vandaar de afkorting: GDPpc. Het GDPpc wordt naast het feit dat het het bbp per hoofd van de bevolking is, ook nog aangepast tot koopkrachtpariteit, ​
purchasing power parity4. Daarna wordt het in US dollars uitgedrukt, zodat de verschillende landen aan de hand van de waarden van het ​
GDPpc at PPP ​
goed met elkaar vergeleken kunnen worden. Na al deze aanpassingen aan het bbp wordt, om al deze gegevens te kunnen verwerken in de HDI, gebruik gemaakt van de volgende formule: ​
Income Index, Ii​
= log(GDPpc)−log(100) 5
log(87,478)−log(100) . Uiteindelijk wordt de HDI berekend door de derdemachtswortel te nemen van het product van de Education Index​
, de ​
Life Expectancy Index​
en de ​
Income Index​
te nemen. De algemene formule ziet er 3
dan als volgt uit: √
LEI ∙ EI ∙ I i [19]. Verschillen en overeenkomsten met het bbp​
. De Human Development Index is in feite geen alternatief voor het bbp, maar moet als een aanvulling van het bbp gezien worden. De reden hiervoor is, dat het bbp een belangrijk deel uitmaakt van de berekening van de HDI. Het bbp wordt echter niet op de reguliere manier gebruikt, maar het bbp wordt ten eerste aangepast aan koopkrachtpariteit (​
purchasing power parity​
), ten tweede wordt het per capita berekend en ten derde wordt het uitgedrukt in US dollars. Een groot voordeel van de HDI is dat het voor elk land een getal tussen 0 en 1 is, dat in principe een gewogen gemiddelde is. In plaats van een absoluut getal, zoals bij het bbp. Een cijfer tussen 0 en 1, zorgt ervoor dat de waarde op zichzelf makkelijker te begrijpen is. Men hoeft geen verstand van de waarden van andere landen te hebben om te begrijpen dat een HDI dat dicht bij 1 ligt beter is. Het bbp is een absoluut getal, in bijvoorbeeld miljarden dollars, dat eigenlijk nietszeggend is, als men geen informatie heeft over het bbp van andere landen. Er is altijd vergelijkingsmateriaal nodig om er achter te komen of het, naar aanleiding van het bbp, goed of slecht gaat met de economie. In de HDI worden meer maatschappelijke en/of sociale aspecten meegenomen dan in de berekening van het bbp. Om een beeld te vormen over hoe lang en gezond men in het betreffende land leeft wordt er Uitleg ​
purchasing power parity ​
van ​
The World Bank​
is te verkrijgen op: http://data.worldbank.org/indicator/PA.NUS.PPPC.RF​
[20] 5
Uitleg over het gebruik van logaritmen in formule van de ​
Income Index​
, zie ​
Human Development Report​
. Verkrijgbaar op:​
​
http://hdr.undp.org/en/content/why­hdi­using­logarithm­income­component​
[21] 4
13 gekeken naar de levensverwachting bij de geboorte. Daarnaast wordt er in de berekening van de HDI rekening gehouden met de lengte en de kwaliteit van het onderwijs. Door de toevoeging van deze sociale aspecten kan de HDI, in tegenstelling tot het bbp, terecht in verband gebracht worden met maatschappelijke vooruitgang. Een overeenkomst met het bbp is het feit dat de HDI en het bbp beide door internationaal vastgestelde richtlijnen wordt berekend, waardoor dus zowel de HDI's als de bbp's van verschillende landen goed met elkaar vergeleken kunnen worden. 4.2 Index voor duurzame economische welvaart​
, ​
ISEW Met de Index voor duurzame economische welvaart, Index of Sustainable Economic Welfare of ISEW, wordt economische welvaart gemeten. Naast de gebruikelijke economische actoren die in het bbp worden meegerekend, wordt er in de ISEW rekening gehouden met andere factoren die bijdragen aan de economische dimensie van het welzijn en met factoren die de welvaart juist negatief beïnvloeden[22]. De berekening van de ISEW​
. In de methode waarmee Nederland de ISEW berekent, wordt de persoonlijke consumptie door middel van een index aangepast aan de inkomensverdeling. De berekening van de ISEW verloopt dus als volgt, met behulp van indexen: persoonlijke consumptieve uitgaven ­ welvaartsverliezen door inkomensongelijkheid + de waarde van huishoudelijke arbeid + de waarde van niet defensieve overheidsbestedingen ­ de waarde van defensieve overheidsbestedingen ­ de waarde van private defensieve uitgaven ­ de kosten van milieudegradatie ­ de waardevermindering van natuurlijk kapitaal. Als laatste moet er ook rekening gehouden worden met de veranderingen in het kapitaal, maar omdat dit zowel de welvaart kan verbeteren als verslechteren, kan dit bij de persoonlijke consumptieve uitgaven worden opgeteld of afgetrokken. [22][23] Bijlage 2 bevat een tabel met de items die per categorie worden meegenomen in de berekening.[28] Verschillen en overeenkomsten met het bbp​
. Een voordeel van de ISEW, tevens een overeenkomst met het bbp is, dat alle andere factoren die meegerekend worden, wel in monetaire termen uitgedrukt worden, opdat ze op de juiste manier verrekend kunnen worden met de factoren die in het bbp meegenomen worden. Daarnaast ligt de basis van de ISEW bij de persoonlijke consumptieve bestedingen, net als bij de bestedingsbenadering van het bbp. De ISEW houdt echter, in tegenstelling tot het bbp, rekening met economische activiteiten die op een negatieve manier de welvaart beïnvloeden. In het boek Terra Incognita van Peter Tom Jones en Roger Jacobs [24] wordt het volgende voorbeeld gegeven: Een aantal jaar geleden leed olietanker Erika schipbreuk. Doordat er in het bbp geen rekening gehouden wordt met of de economische activiteiten 14 positief of negatief invloed uitoefenen op de welvaart en/of het welzijn, verhoogden alle economische activiteiten die verricht moesten worden en alle defensieve uitgaven om deze ramp op te lossen het bruto binnenlands product, terwijl deze gebeurtenis juist het tegenovergestelde met de economie deed als wat het bbp in dat geval suggereerde. In de berekening van de ISEW worden deze economische activiteiten en bijvoorbeeld de kosten die het met zich meebrengt om milieuvervuiling te verhelpen of tegen te gaan als negatieve invloeden beschouwd, waardoor er dus terecht uit opgemaakt kan worden dat de welvaart daalt door deze uitgaven of activiteiten. Een aantal factoren dat positieve invloed uitoefent op de welvaart wordt meegenomen in de berekening van de ISEW: de waarde van huishoudelijk werk en de waarde van niet­defensieve overheidsuitgaven. De ISEW is zeker een vooruitgang ten opzichte van het bbp tegen marktprijzen, maar over maatschappelijke vooruitgang zegt de ISEW niet meer dan het bbp, op een aantal kleine aspecten na, zoals de inkomensverdeling die wel in de ISEW meegenomen wordt. 4.3 ​
Genuine progress indicator, GPI​
. De ​
Genuine Progress Indicator​
, de GPI, is het derde en laatste alternatief dat besproken wordt. De GPI is ook ontwikkeld met het doel om het bbp te vervangen of aan te vullen tot een goede maatstaf voor zowel economische als maatschappelijke vooruitgang. In de GPI worden vooral nieuwe indicatoren toegevoegd op sociaal gebied en op milieugerelateerd gebied, maar ook op economisch gebied worden er indicatoren toegevoegd. De berekening van de GPI​
. Door middel van 26 indicatoren onstaat een nieuw alternatief voor het bbp: de ​
Genuine progress indicator​
. De indicatoren worden alle 26 apart berekend en vervolgens verwerkt tot de GPI, in principe door middel van optellen en aftrekken[25]. In bijlage 1[26] wordt in tabel weergegeven welke indicatoren op welke manier meegenomen worden in de berekening van de GPI. De basis van de GPI ligt bij de persoonlijke consumptie, gecorrigeerd door de index van de inkomensverdeling. De indicatoren die aangeven dat een deel van de welvaart verloren gaat die dat fenomeen telt negatief mee in de berekening en een indicator die een fenomeen weergeeft dat positief bijdraagt aan de welvaart wordt positief in de berekening meegenomen. Verschillen en overeenkomsten met het bbp​
. Zoals te zien is in bijlage 1, zijn de 26 indicatoren opgedeeld in 3 categorieën: economische indicatoren, sociale indicatoren en milieugerelateerde indicatoren. Dit is dus al een verbetering en verschil ten opzichte van het bbp, omdat in het bbp alleen de economische aspecten aan bod komen. 15 De basis van de GPI ligt, netals de ISEW en de bestedingsbenadering van het bbp, bij de persoonlijke uitgaven. Bij de GPI wordt dit echter gecorrigeerd door een index van de inkomensverdeling, wat een verbetering is ten opzichte van het huidige bbp. Daarnaast wordt er in het economische deel positief rekening gehouden met de waarde van huishoudelijk en ouderlijk werk, vrijwilligerswerk, de waarde van hoger geschooldheid, de waarde van huishoudelijk kapitaal, de waarde van het deel dat straten en snelwegen bijdragen aan de welvaart en de netto kapitaal investeringen. Er wordt daarnaast rekening gehouden met de netto waarde van goederen en diensten uit het buitenland. Deze aspecten komen echter niet voor in het bbp, wat ervoor zorgt dat het bbp niet de volledige economische kant van de welvaart belicht. Wat betreft sociale aspecten en de milieugerelateerde aspecten is alles een verbetering ten opzichte van het bbp, omdat geen enkel van deze aspecten in het bbp meegenomen wordt. Er missen toch ook in de GPI nog een aantal belangrijke aspecten, waaronder: menselijk kapitaal, de sociale cohesie/infrastrucuur, de werkomstandigheden, economische activiteiten op de zwarte markt et cetera [27]. 16 5. Conclusie 5.1 Deelconclusie 1 Deelvraag één, besproken in hoofdstuk 3, luidt: '​
wat houdt het bbp in?​
'. Het bbp is het bruto binnenlands product en de specifiekere benaming luidt: het bruto binnenlands product tegen marktprijzen. Het bbp, benaderd vanuit de productie is de totale waarde van de productie, verminderd met de waarde van intermediaire consumptie voor het genereren van de goederen en diensten, vermeerderd met de waarde van niet­productgebonden belastingen, verminderd met de waarde van niet productgebonden subsidies, vermeerderd met de waarde van indirecte belastingen op producten en import en verminderd met de waarde van productgebonden prijsdrukkende subsidies. Het bbp benaderd vanuit de inkomens, is de som van het inkomen uit arbeid in de vorm van loon of sociale uitkeringen, het inkomen uit ondernemerschap en andere vormen van zelfstandige arbeid en de waarde van de totale winst van bedrijven ontvangen door het verrichten van economische activiteiten. Deze som van de inkomens wordt vermeerderd met de waarde van de indirecte belastingen op productie en import, verminderd met de waarde van prijsdrukkende subsidies op productie en import. Het bbp benaderd vanuit de bestedingen, is de waarde van de consumptieve bestedingen van huishoudens, vermeerderd met de waarde van de diensten die door non profit instellingen ten behoeve van de huishoudens verricht zijn, vermeerderd met de waarde van de collectieve en persoonlijke diensten die verleend zijn door de overheid, vermeerderd met de bruto investeringen en vermeerderd met de waarde van de veranderingen in de voorraden. Vervolgens wordt de waarde van de export van goederen en diensten hierbij opgeteld en de waarde van de import van goederen en diensten wordt hier vanaf getrokken. Het bruto binnenlands product kan dus op verschillende manieren berekend worden, maar ondanks deze verschillende manieren komt het er in feite op neer dat het bruto binnenlands product de som is van de in het binnenland gevormde toegevoegde waarde. 5.2 Deelconclusie 2 In deelvraag twee werd onderzocht op welke manieren de waarde van het bruto binnenlands product iets zegt over de ​
welvaart in een land​
. Allereerst werd duidelijk gemaakt dat er verschil gemaakt zou moeten worden tussen de begrippen welvaart en welzijn. In deze deelvraag is geprobeerd het begrip welzijn zo veel mogelijk te elimineren, aangezien enkel de invloed van het bruto binnenlands product op de welvaart in een land onderzocht werd. Volgens veel analytici en economen zegt het bruto binnenlands product maar heel weinig over de welvaart in een land. Zo belicht het bruto binnenlands product enkel de productie binnen een economie, terwijl men voor het begrip welvaart ook rekening moet houden met het consumptieniveau binnen een economie. Deze kloof zorgt ervoor dat algemeen aanvaard wordt dat het 17 bruto binnenlands product niet veel waarde heeft als men het over welvaart heeft. Uiteraard geeft het bbp wel enigszins een indicatie van de welvaart in een bepaald land. Het is namelijk praktisch onmogelijk dat een land met veel inwoners en een laag bruto binnenlands product zeer welvarend is. Aan het bruto binnenlands product kan dan ook volgens veel economen wel iets afgelezen worden als men de welvaart onderzoekt, maar de waarde van het bruto binnenlands product moet niet als leidraad genomen worden als men welvaart onderzoekt, volgens het merendeel van de kenners. 5.3 Deelconclusie 3 In de derde deelvraag zijn ​
de tekortkomingen van het bruto binnenlands product​
onderzocht, ervan uitgaande dat men iets te weten wil komen over de ​
maatschappelijke vooruitgang​
in een land. Een belangrijke commissie wat betreft dit onderwerp is de Stiglitz­commissie. Deze commissie heeft namelijk een aantal tekortkomingen van het bruto binnenlands product opgesteld. Zo noemt de Stiglitz­commissie bijvoorbeeld dat het bbp enkel de aanbodzijde van de economie weergeeft, maar niks laat zien van de vraagzijde, terwijl de maatschappelijke vooruitgang juist terug te vinden is in de vraagzijde van de economie. Aan de vraagzijde kan men namelijk de wensen van de consument aflezen en men kan dan ook zien in hoeverre deze wensen vervuld kunnen worden. Dit is meteen de definitie van het begrip welzijn. Een ander punt dat het bbp niet goed belicht is het aspect milieu. Deze factor speelt een belangrijke rol als men spreekt over maatschappelijke vooruitgang. De factor milieu geeft namelijk onder andere een een beeld van vooruitstrevendheid in een land. Zo kan men hieraan zien of een land veel gebruik maakt van duurzame energie of dat dit land veelal nog gebruik maakt van fossiele brandstoffen, die niet voor altijd beschikbaar zullen blijven. Bij maatschappelijke vooruitgang kijkt men naar de maatschappij in haar geheel. Toch is het van belang om de verdeling van de inkomens over de bevolking te weten. Als er een zeer grote groep is die onder de armoedegrens leeft, is het maar de vraag of er echt daadwerkelijk sprake is van maatschappelijke vooruitgang. Er zijn dus verscheidene factoren die genegeerd worden door het bruto binnenlands product. Niet enkel sociale factoren, maar ook onder andere factoren die te maken hebben met het milieu of de natuur in het algemeen. 5.4 Deelconclusie 4 Deelvraag vier luidt: '​
Welke bestaande alternatieven zijn er en in welk opzicht is dit een verbetering ten opzichte van het huidige bbp, wanneer dit gebruikt wordt als maatstaf voor zowel economische als maatschappelijke vooruitgang?​
'. Deze deelvraag is besproken in hoofdstuk 6. De belangrijkste drie alternatieven voor het bbp zijn de ​
Human Development Index​
, de Index voor duurzame economische ontwikkeling en de ​
Genuine Progress Indicator​
. Hieronder bevindt zich een tabel waarin een overzicht is gemaakt van alle indicatoren die meewegen in de berekening van deze drie 18 indicatoren en per indicator wordt door middel van een ‘x’ aangegeven of deze indicator wel of niet in het betreffende alternatief zit. Tabel 1. Overzicht indicatoren in alternatieven per categorie. BBP HDI ISEW GPI Per hoofd, aangepast aan koopkrachtpariteit en uitgedrukt in US dollars x HDI ISEW GPI Aangepast aan welvaartsverlies door inkomensongelijkheid x x HDI ISEW GPI Publieke uitgaven voor onderwijs en gezondheidszorg x HDI ISEW GPI Kosten van de aantasting van de ozonlaag x x Kosten van klimaatveranderingen x x Kosten van watervervuiling x x Kosten van luchtvervuiling x x HDI ISEW GPI Kosten van uitputting van niet hernieuwbare energiebronnen x x Kosten van het netto verlies van landbouwgrond x x Kosten van netto verlies van waterrijke gebieden x Kosten van netto veranderingen wat betreft bebossing x Persoonlijke uitgaven De waarde van niet­defensieve overheidsbestedingen De kosten van milieudegradatie De waardevermindering van natuurlijk kapitaal De waarde van veranderingen van kapitaal HDI ISEW GPI Kosten van duurzame consumptiegoederen x x 19 Diensten van duurzame consumptiegoederen/huishoudelijk kapitaal x x Veranderingen netto kapitaal investeringen x x Netto kapitaalgroei x HDI ISEW GPI Kosten voor huishoudelijk afval x x Kosten van auto­ongelukken x x Kosten van woon­werkverkeer x x Kosten van geluidsoverlast x x Private uitgaven voor onderwijs en gezondheidszorg x HDI ISEW GPI Waarde van huishoudelijk werk en/of ouderschap x x Waarde van vrijwilligerswerk x HDI ISEW GPI Gemiddeld aantal onderwijsjaren van een 25 jarige x Verwachte aantal onderwijsjaren voor een 5 jarige x De waarde van hoog onderwijs x HDI ISEW GPI Levensverwachting bij geboorte x HDI ISEW GPI Kosten van ​
underemployment x Kosten van verloren vrije tijd x Kosten van criminaliteit x De waarde van private defensieve uitgaven De waarde van onbetaald werk Onderwijs Gezondheid Overig 20 Waarde van welvaartsvermeerdering door wegen en straten x Kosten van familieproblemen x 5.5 Hoofdconclusie De vraag waarop dit onderzoek gebaseerd is, is: ​
‘welke factoren moeten worden toegevoegd aan het bbp om ervoor te zorgen dat het toekomstige bbp een verbetering geeft ten opzichte van het huidige bbp?’​
. Om deze onderzoeksvraag zo goed mogelijk te beantwoorden hebben we vier deelvragen opgesteld, die als ondersteuning dienden bij het beantwoorden van de hoofdvraag van dit onderzoek. In de eerste deelvraag is onderzocht wat het bruto binnenlands product eigenlijk inhoudt. Ook is bekeken op welke manieren het bbp samengesteld en berekend kan worden. Hieruit blijkt dat het bbp tegen marktprijzen de meeste aspecten bekijkt op economisch vlak, maar dat ook bij deze variant van het bbp slechts weinig nadruk wordt gelegd op maatschappelijke factoren. Bij de tweede deelvraag is gekeken naar het verband tussen het bbp en welvaart. In deze deelvraag is duidelijk geworden dat de begrippen welvaart en welzijn verwarring veroorzaken, terwijl men in veel gevallen slechts het begrip welvaart bedoelt. Het begrip welzijn bleek van aanzienlijk belang bij het meten van maatschappelijke vooruitgang, aangezien het begrip welzijn veel nadruk legt op de sociale aspecten binnen een economie, terwijl welvaart zich vooral focust op de economische aspecten in een economie. Aan de hand van de manier waarop het bbp bepaald wordt, blijkt dat het bbp enkel het begrip welvaart meeneemt in de berekening en dat het geen rekening houdt met het begrip welzijn. Toch zegt het bbp wel iets over het niveau van welvaart in een land. Bij een hoge waarde van het bbp in een relatief klein land kan namelijk wel verwacht worden dat dit land redelijk welvarend is, ondanks het feit dat er geen gegevens bekend zijn over onder andere de inkomensverdeling en andere sociale aspecten. De derde deelvraag focuste zich op de tekortkomingen van het bbp bij het onderzoeken van maatschappelijke vooruitgang. Gedurende het uitwerken van deze deelvraag bleek nogmaals dat het bbp flink tekort schiet op sociaal gebied. Ook milieuaspecten worden bijvoorbeeld niet meegenomen in het berekenen van het bbp. Juist deze indicatoren zijn tegenwoordig van groot belang voor maatschappelijke vooruitgang. Het feit dat het bruto binnenlands product deze factoren links laat liggen, is de reden dat het bbp geen foutloze maatstaf is bij het meten van maatschappelijke vooruitgang. Tot slot werd er in deelvraag 4 bekeken welke alternatieven er op dit moment al bestaan en in welke opzichten deze alternatieven overeenkomen met en verschillen van het huidige bbp. Er zijn talloze pogingen gedaan om een manier te vinden waarmee een goed beeld gevormd kan worden van zowel 21 economische als maatschappelijke vooruitgang, maar voor dit onderzoek hebben we ons slechts op drie alternatieven gefocust. Tijdens het onderzoeken van deze deelvraag werd duidelijk, dat eigenlijk elk alternatief een verbetering is ten opzichte van het bbp. Daarnaast werd ook duidelijk, dat het bbp ondanks de tekortkomingen toch onmisbaar is. Het bbp wordt in alle drie de alternatieven op een bepaalde manier meegerekend, met dat verschil dat het bbp in de HDI per capita berekend wordt en vervolgens aangepast wordt aan koopkrachtpariteit. De ISEW en de GPI maken niet direct gebruik van het bbp, maar de basis is hetzelfde: de persoonlijke uitgaven. Zoals in tabel 1 te zien is worden er veel meer aspecten meegenomen in de berekening van de HDI, de ISEW en de GPI dan in de berekening van het bbp, wat er voor zorgt dat deze alternatieven veel meer zeggen over maatschappelijke vooruitgang. Door middel van het uitwerken van deze vier deelvragen waren we in staat om de tekortkomingen van het bbp goed te analyseren en door het bekijken van bestaande alternatieven hebben we ook kunnen bedenken welke van de factoren die in de alternatieven meegenomen worden relevant zijn voor een nieuwe maatstaf voor zowel economische als maatschappelijke vooruitgang. In de onderstaande tabel zijn de factoren die aan het huidige bbp toegevoegd moeten worden op een overzichtelijke manier weergegeven met een korte toelichting en overige informatie. Op basis van tabel 1 uit hoofdstuk 5.4 concluderen wij, dat de factoren, die in tabel 2 staan, verwerkt moeten worden in het huidige bbp, om ervoor te zorgen dat dit nieuwe alternatief een verbetering geeft ten opzichte van het huidige bbp. De indicatoren zijn opgedeeld in de drie categorieën: economische indicatoren, milieugerelateerde indicatoren en sociale indicatoren. De maatstaf die hier vervolgens mee berekend wordt, geeft in onze ogen een beter beeld van zowel economische als maatschappelijke vooruitgang in een land dan het huidige bruto binnenlands product. Tabel 2. de factoren in de nieuwe maatstaf voor economische en maatschappelijke vooruitgang. e + c
o
n
o
m
i ­ s
c
h ­ factor toelichting overige informatie bbp tegen marktprijzen, ppp, per capita, US dollars de bestedingsbenadering van het bruto binnenlands product tegen marktprijzen, per capita en aangepast aan koopkrachtpariteit. Uitgedrukt in US dollars. inkomensverdeling een index voor de inkomensverdeling welvaartsverlies door inkomensongelijkheid defensieve overheidsuitgaven deze uitgaven zijn niet welvaartsverhogend 22 +/­ netto kapitaal investeringen heeft invloed op de werkgelegenheid en de arbeidsproductiviteit +/­ netto kapitaalgroei per capita, US dollars vrijwilligerswerk, ouderschap, huishoudelijk werk etc. voegt niets toe aan bbp, maar wel aan welvaart s + o
c
i
a + a
l waarde van onbetaald werk diensten van duurzame consumptiegoederen + zwart werk absoluut getal voor geschatte waarde van zwart werk + de waarde van hoger onderwijs + waarde van welvaartsvermeerder
ing door wegen en straten ­ kosten voor duurzame consumptiegoederen ­ kosten voor huishoudelijk afval ­ kosten voor auto ongelukken ­ kosten van woon­werkverkeer ­ kosten van geluidsoverlast ­ private uitgaven voor onderwijs en gezondheidszorg ­ publieke uitgaven voor onderwijs en gezondheidszorg ­ levensverwachting Life Expectancy Index berekening zoals bij HDI ­ lengte onderwijs Education Index berekening zoals bij HDI 23 ­ kosten van familieproblemen ­ kosten van underemployment ­ kosten van verloren vrije tijd ­ kosten van criminaliteit uitgaven ter stimulering duurzaamheid index voor het deel van bv. Investeringen in bedrijven die zich de uitgaven dat ten bezig houden met zonne­energie goede komt van duurzame bedrijven uitgaven aan niet duurzame goederen en diensten index voor het deel van bv. Investeringen in bedrijven die de uitgaven dat fossiele brandstoffen gebruiken besteed wordt aan niet duurzame goederen en diensten ­ kosten van aantasting van de ozonlaag ­ kosten van klimaatveranderinge
n ­ kosten van watervervuiling ­ kosten van luchtvervuiling ­ kosten van uitputting van niet hernieuwbare energiebronnen ­ kosten van netto verlies van landbouwgrond ­ kosten van netto verlies van watterrijke gebieden ­ kosten van netto veranderingen wat betreft bebossing m + i l i
e
u ­ 24 6. Discussie en reflectie In dit profielwerkstuk is de nadruk gelegd op een macro­economisch vraagstuk. Er is zowel op nationaal, als op internationaal niveau gekeken naar het bruto binnenlands product met als doel het ontwerpen van een beter alternatief voor het huidige bruto binnenlands product. Het feit dat het hier een macro­economisch vraagstuk betreft, zorgt er voor dat het hier geen nieuw probleem betrof, maar een reeds bekend probleem. Het was dan ook niet verrassend dat geconcludeerd kon worden dat er veel tekortkomingen vastzitten aan het werken met het bruto binnenlands product. Er kan haast gezegd worden dat dit een algemeen aanvaarde aanname is onder economen. Het bbp is misschien wel het meest gebruikte middel om de ‘welvaart’ tussen landen onderling te bekijken. Hierdoor was er al wel de benodigde basiskennis aanwezig over het onderwerp. Zo was bijvoorbeeld al bekend op welke manieren het bruto binnenlands product berekend kan worden. Dit leidde er onder andere toe dat enkele tekortkomingen van het bruto binnenlands product niet als een verrassing kwamen, bijvoorbeeld het feit dat er bij de berekening van het bruto binnenlands product geen rekening gehouden wordt met de inkomensverdeling en met milieuaspecten. Twee factoren die beide wel degelijk van groot belang zijn als men iets over de welvaart in een gebied wil kunnen zeggen. Ondanks het feit dat enkele tekortkomingen van het bruto binnenlands product reeds bekend waren voor ons, werd er toch verwacht dat het bruto binnenlands product een redelijke indicator zou zijn voor de welvaart in een land. Dit viel echter zwaar tegen, na het inventariseren van alle tekortkomingen moest er namelijk wel de conclusie getrokken worden dat het bbp maar in heel geringe mate iets zegt over de welvaart in een bepaald land. Een andere opvallende waarneming tijdens het uitvoeren van dit onderzoek, bleek het aantal verschillende alternatieven voor het huidige bruto binnenlands product. Ook hier was wederom wel enige basiskennis aanwezig. Het was namelijk niet nieuw voor ons dat er al alternatieven bestaan voor het bruto binnenlands product, maar het aantal alternatieven viel wel hoger uit dan wij verwacht hadden. Het was dan ook onhaalbaar om al deze alternatieven uit te werken in dit onderzoek, dus zijn slechts de meest relevante alternatieven behandeld. Wat ons opviel aan de bestaande alternatieven was dat deze alternatieven vaak op geheel andere factoren inspeelden dan het bruto binnenlands product, onder andere het meenemen van geluk, een zeer abstract begrip, maar ook van een sterftecijfer onder kinderen en het aantal jaren onderwijs dat gemiddeld gevolgd wordt in een land, werd bij enkele alternatieven meegenomen in het bepalen van een welvaartscijfer. Het inventariseren van deze alternatieven legde de tekorten van het bruto binnenlands product eigenlijk nog meer bloot. 25 Uiteindelijk is er bij dit onderzoek een, volgens ons, zo goed mogelijk alternatief opgesteld voor het huidige bruto binnenlands product. Dit betekent echter absoluut niet dat dit het perfecte alternatief is en dat dit vraagstuk definitief afgerond is. In de toekomst zullen wellicht geheel andere factoren van groot belang zijn voor de maatschappelijke vooruitgang. Momenteel is het opwekken van duurzame energie bijvoorbeeld erg belangrijk voor maatschappelijke vooruitgang, omdat een groot aantal bronnen van fossiele brandstoffen uitgeput begint te raken. Het is echter mogelijk dat het belang van duurzame energie na verloop van tijd weer afneemt en dat er andere factoren ontstaan die van groot belang zijn voor maatschappelijke vooruitgang. Ook is het erg moeilijk om te bepalen hoe zwaar elke factor mee zou moeten wegen in het bepalen van een uiteindelijk welvaartscijfer. Iedereen kan namelijk andere factoren van ander belang vinden dan iemand anders. Als men op deze manier naar het probleem kijkt, betreft het hier misschien zelfs wel een probleem dat nooit volledig opgelost kan worden. Gedurende het uitvoeren van dit onderzoek is er intensief contact gehouden tussen beiden om de samenwerking te optimaliseren. Aan het begin van het onderzoek zijn de deelvragen opgesteld en verdeeld op een manier dat wij beiden ook veel zelfstandig werk konden verrichten aan het profielwerkstuk. Hiervoor is gekozen omdat het niet mogelijk was elke week één of zelfs meerdere malen met elkaar af te spreken. Omdat de deelvragen grotendeels zelfstandig uitgewerkt zijn, was de onderlinge controle van groot belang. Niet alleen om spelling­ en taalfouten te corrigeren, maar vooral ook om te kijken of het profielwerkstuk in zijn geheel wel een prettig leesbaar stuk werd, waarin informatie niet onnodig dubbel vermeld werd. Naast het feit dat het maken van een profielwerkstuk iets nieuws was voor ons, was ook het intensief samenwerken met een begeleider nieuw voor ons. Wij waren gewend onze problemen bij het maken van verslagen en het doen van onderzoek zelfstandig op te lossen en wij waren dan ook vaak geneigd om dat ook te doen tijdens het maken van dit profielwerkstuk. Tijdens het schrijfproces zijn wij echter wel tot het inzicht gekomen dat het intensief contact houden met een begeleider veel toegevoegde waarde heeft voor het verbeteren van het eindproduct. In de loop van het schrijfproces kwamen wij dan ook vaker met vragen naar onze begeleider, wat uiteindelijk een positief effect heeft gehad op het schrijfproces. Gedurende dit onderzoek is dat een van onze grootste leerpunten geweest op het gebied van onderzoek doen in een groep: het belang van een intensieve samenwerking. Zonder goed overleg ontstonden namelijk fouten die anders waarschijnlijk niet gemaakt zouden zijn, bijvoorbeeld het vermelden van informatie die reeds vermeld was. Dit leidt niet direct tot grote fouten in het onderzoek, maar het kan wel een slordiger geheel opleveren als veel van dit soort fouten niet gecorrigeerd worden. 26 Literatuurlijst Inleiding [1] het Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS (2010). Bbp. Verkregen op 2 oktober 2015 van http://www.cbs.nl/nl­NL/menu/themas/dossiers/conjunctuur/publicaties/conjunctuurbericht/inhou
d/conjunctuurklok/toelichtingen/ck­10.htm​
. [2] Nobel Media, AB (2014). ​
Simon Kuznets ­ Prize Lecture: Modern Economic Growth: Findings and Reflections​
. Verkregen op 2 oktober 2015 van http://www.nobelprize.org/nobel_prizes/economic­sciences/laureates/1971/kuznets­lecture.html​
. [3] Schminkel, M. (2014). 80 jaar bbp, 80 jaar discussie. Verkregen op 1 december 2015 van http://www.nrc.nl/handelsblad/2014/01/08/80­jaar­bbp­80­jaar­discussie­1333727 Hoofdstuk 1 [4] United Nations, General Assembly(1993). ​
System of National Accounts 1993​
. Verkregen op 8 december 2015 van ​
http://unstats.un.org/unsd/nationalaccount/docs/1993sna.pdf​
. [5] Vlaamse Gemeenschap (2005). Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen (ID: 2880). Verkregen op 8 december 2015 van ​
http://aps.vlaanderen.be/sgml/largereeksen/2880.htm​
. [6] United Nations, General Assembly(1993). ​
System of National Accounts 1993​
. Verkregen op 8 december 2015 van ​
http://unstats.un.org/unsd/nationalaccount/docs/1993sna.pdf​
, pagina 466 artikel 15.153 a. [7] United Nations, General Assembly(1993). ​
System of National Accounts 1993​
. Verkregen op 8 december 2015 van ​
http://unstats.un.org/unsd/nationalaccount/docs/1993sna.pdf​
, pagina 466 artikel 15.153 c. [8] United Nations, General Assembly(1993). ​
System of National Accounts 1993​
. Verkregen op 8 december 2015 van ​
http://unstats.un.org/unsd/nationalaccount/docs/1993sna.pdf​
, pagina 466 artikel 15.153 b. [9] National Statistics Office of Georgia (2005). ​
GDP calculation methodology​
. Verkregen op 8 december 2015 van http://www.geostat.ge/cms/site_images/_files/english/methodology/GDP%20Brief%20Methodol
ogy%20ENG.pdf​
. [10] United Nations, General Assembly (2013). ​
The production approach to measuring GDP​
. Verkregen op 8 december 2015 van http://unstats.un.org/unsd/economic_stat/china/pgdp/The%20Production%20Approach%20to%20
Measuring%20GDP.pdf​
. [11] United Nations, General Assembly (2008). ​
About the 2008​
​
SNA.​
Verkregen op 8 december 2015 van ​
​
http://unstats.un.org/unsd/nationalaccount/sna2008.asp​
. Hoofdstuk 2 [12] Nederlandse encyclopedie, verkregen op 20 december 2015 van http://www.ambafrance­nl.org/De­commissie­Stiglitz­Sen­heeft [13] Nederlands woordenboek online, verkregen op 20 december 2015 van http://www.woorden­boek.nl/woord/welvaart [14] Nederlands woordenboek met definities, verkregen op 21 december 2015 van http://www.woorden.org/woord/welzijn [15] Tokmetzis, D. (2013). Hoe meten we economische welvaart? Verkregen op 20 december 2015 van ​
https://decorrespondent.nl/96/Hoe­meten­we­economische­welvaart­/4674912­ae3730f1 Hoofdstuk 3 [16] Creminger, K. (2010). Het bbp als welvaartsindicator, verkregen op 23 december 2015 van http://www4.vlaanderen.be/dar/svr/afbeeldingennieuwtjes/economie/bijlagen/2010­10­12­webarti
kel2010­15­bbp.pdf [17] Frankrijk in Nederland (2015), de Stiglitz­Sen commissie heeft haar rapport gepresenteerd, verkregen op 23 december 2015 van ​
http://www.ambafrance­nl.org/De­commissie­Stiglitz­Sen­heeft 27 [18] Milieu centrale, kolen, olie en gas. Verkregen op 23 december 2015 van http://www.milieucentraal.nl/klimaat­en­aarde/energiebronnen/kolen­olie­en­gas/ Hoofdstuk 4 [19] United Nations, General Assembly (2013). ​
Technical Notes ​
van ​
Human Development report 2013​
. Verkregen op 9 december 2015 van http://hdr.undp.org/sites/default/files/hdr_2013_en_technotes.pdf​
, technical note 1 step 2. [20] The World Bank group (2015). ​
Price level ratio of PPP conversion factor (GDP) to market exchange rate​
. Verkregen op 24 december 2015 van http://data.worldbank.org/indicator/PA.NUS.PPPC.RF​
. [21] United Nations, General Assembly (2013). ​
Why is the HDI using the logarithm of income component?​
. Verkregen op 10 december 2015 van http://hdr.undp.org/en/content/why­hdi­using­logarithm­income­component​
. [22] Bleys, B. (2015). De Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW) voor Vlaanderen, 1990­2013. Verkregen op 14 december 2015 van http://www.milieurapport.be/upload/main/0_onderzoeksrapporten/2015/eindrapport_ISEW_Index
_Duurzame_Economische_Welvaart_TW_red.pdf​
. (studie uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij, MIRA, MIRA/2015/08, Universiteit Gent) [23] Bleys, B. (2008). ​
The Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW)​
. Verkregen op 14 december 2015 van ​
http://tbauler.pbworks.com/f/Cours­ae­7bis­2008­09.pdf​
. [24] Jones, P.T. & Jacobs, R. (2006). Terra Incognita: globalisering, ecologie en rechtvaardige duurzaamheid​
. ​
Gent: Academia Press. [25] Posner S.M. & Constanza, R. (2011). ​
A summary of ISEW and GPI studies at multiple scales and new estimates for Baltimore City, Baltimore County, and the State of Maryland​
. Verkregen op 8 december 2015 van​
​
http://www.uvm.edu/giee/pubpdfs/Posner_2011_Ecological_Economics.pdf​
. [26] United Nations, General Assembly (2013). Chapter 5: Measuring Progress. Verkregen op 9 december 2015 van https://sustainabledevelopment.un.org/content/documents/4244Chapter%205%20Measuring%20p
rogress2.pdf [27] McGregor consulting group (2010). Economic indicators, GDP and GPI. Verkregen op 8 december 2015 van ​
http://www.consultmcgregor.com/documents/resources/GDP_and_GPI.pdf​
, hoofdstuk B. [28] MIRA (2015). Index voor duurzame economische welvaart voor vlaanderen. Verkregen op 25 februari 2016 van http://www.milieurapport.be/nl/feitencijfers/gevolgen­voor­mens­natuur­en­economie/milieu­en­
economie/duurzame­economische­welvaart/index­voor­duurzame­economische­welvaart­voor­vl
aanderen/ Bijlage 1 [29] United Nations, General Assembly (2013). Chapter 5: Measuring Progress. Verkregen op 9 december 2015 van https://sustainabledevelopment.un.org/content/documents/4244Chapter%205%20Measuring%20p
rogress2.pdf​
. (via: S.M. Posner and R. Constanza (2011). A summary of ISEW and GPI studies at multiple scales and new estimates for Baltimore City, Baltimore County, and the State of Maryland. Ecological Economics, vol. 70 (2011), p. 1,972– 1,980. Verkrijgbaar op: http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0921800911001935​
) 28 Bijlagen Bijlage 1. De 26 indicatoren in de ​
GPI​
, per categorie. Afbeelding 1. Indicatoren in berekening GPI [29] 29 Bijlage 2. Overzicht van de items in de berekening van de ISEW. Afbeelding 2. Indicatoren in berekening van de ISEW [28] 30 Eigenverklaring Anne van der Kleij Ondergetekende, Anne van der Kleij verklaart
­ dat dit PWS eigen werk is; ­ dat alles wat overgenomen is uit enige bron voorzien is van een correcte bronvermelding. Den Haag, ..........................................
Handtekening: ........................................................... Koen Pethke Ondergetekende, Koen Pethke verklaart
­ dat dit PWS eigen werk is; ­ dat alles wat overgenomen is uit enige bron voorzien is van een correcte bronvermelding. Den Haag, ..........................................
Handtekening: ........................................................... 31 
Download