Studiefiche Vanaf academiejaar 2016-2017 Biodiversiteit: variatie in ruimte en tijd (C003313) Cursusomvang (nominale waarden; effectieve waarden kunnen verschillen per opleiding) Studiepunten 4.0 Studietijd 120 u Contacturen 47.5 u Aanbodsessies en werkvormen in academiejaar 2016-2017 A (semester 1) hoorcollege 20.0 u practicum 12.5 u microteaching 15.0 u Lesgevers in academiejaar 2016-2017 Sabbe, Koen De Troch, Marleen WE11 WE11 Aangeboden in onderstaande opleidingen in 2016-2017 Master of Science in de biologie Master of Science in Biology Uitwisselingsprogramma Biologie (niveau master) Verantwoordelijk lesgever Medelesgever stptn 4 4 4 aanbodsessie A A A Onderwijstalen Engels Trefwoorden Biodiversiteit, soort-oppervlakte relaties, soort-energie relaties, gemeenschapssamenstelling Situering De biodiversiteit op aarde is onevenwichtig verdeeld in tijd en ruimte, van zeer diverse systemen zoals tropische regenwouden en koraalriffen tot weinig diverse zoals koude en warme woestijnen. Dit opleidingsonderdeel heeft tot doel de student vertrouwd te maken met de belangrijkste patronen in biodiversiteit in natuurlijke milieus op verschillende ruimtelijke en temporele schalen, en recente concepten en hypotheses te exploreren over de onderliggende processen die bovenvermelde patronen kunnen verklaren. Inhoud Algemene inleiding: overzicht traditionele en alternatieve biodiversiteitsmaten (bv. soortenrijkdom, fylogenetische en taxonomische diversiteit, soortenturnover). Soort-oppervlakte relaties: ruimtelijke schaling van biodiversiteitsmaten. Hoe variëren biodiversiteitsmaten, maar ook de verspreidingspatronen van soorten en hun turnover met ruimtelijke schaal? Soort-energie relaties: de bekende latitudinale gradiënt in diversiteit wordt toegeschreven aan de hogere temperatuur en vochtigheidsgraad in de (sub)tropen, die verantwoordelijk zijn voor een hogere productiviteit (en dus bronbeschikbaarheid) maar ook hogere metabolische snelheden van soorten (en dus hogere extinctie- en evolutiesnelheden en intensere ecologische interacties). Soort-tijd relaties. Hoe veranderen waargenomen ruimtelijke patronen in biodiversiteit met tijdsschaal? Het belang van neutrale vs nichegebaseerde processen in de bepaling van gemeenschapsstructuur en –samenstelling. Grootte-diversiteitsrelaties: zijn bodiversiteitspatronen van microbiële ( 1 mm) organismen fundamenteel verschillend van die van meercellige organismen? Begincompetenties Bachelor-niveau kennis van biodiversiteit, ecologie en evolutie van de belangrijkste pro- (Goedgekeurd) 1 en eukaryote groepen. Eindcompetenties 1 De student is in staat om variatie en patronen van biodiversiteit in tijd en ruimte 1 kritisch te interpreteren in het licht van recente concepten en hypotheses over de 1 onderliggende oorzaken van biodiversiteitsvariatie. 2 De student is in staat om de biodiversiteit van een gemeenschap te karakteriseren 1 aan de hand van verschillende biodiversiteitsindices. 3 De student kan biodiversiteitsdata analyseren aan de hand van R en de resultaten 1 van deze oefeningen interpreteren. 4 De student kan probleemstellingen in verband met de variatie van biodiversiteit in tijd 1 en ruimte aan de hand van literatuurgegevens kaderen, kritisch evalueren, 1 integreren en synthetiseren, en kan de resultaten van deze analyse op een adequate 1 wijze rapporteren en communiceren. Creditcontractvoorwaarde Toelating tot dit opleidingsonderdeel via creditcontract is mogelijk mits gunstige beoordeling van de competenties Examencontractvoorwaarde Dit opleidingsonderdeel kan niet via examencontract gevolgd worden Didactische werkvormen Hoorcollege, microteaching, practicum Toelichtingen bij de didactische werkvormen Naast hoorcolleges worden de studenten vertrouwd gemaakt met onderzoek via variatiepatronen in biodiversiteit in tijd en ruimte via practica (bv. oefeningen data analyse) en microteaching (studentenlessen, individueel of in kleine groepjes). Leermateriaal Cursusnota's, publicaties Referenties Species Diversity in Space and Time (Rosenzweig, Cambridge University Press, 1995) Scaling Biodiversity (Storch, Marquet & Brown, editors, Ecological Reviews, Cambridge University Press, 2007) Vakinhoudelijke studiebegeleiding Directe interactie tijdens lessen (incl. microteaching), practica en excursies. Mogelijkheid tot persoonlijk contact na afspraak per email of via Minerva. Evaluatiemomenten periodegebonden en niet-periodegebonden evaluatie Evaluatievormen bij periodegebonden evaluatie in de eerste examenperiode Mondeling examen Evaluatievormen bij periodegebonden evaluatie in de tweede examenperiode Mondeling examen Evaluatievormen bij niet-periodegebonden evaluatie Participatie, verslag Tweede examenkans in geval van niet-periodegebonden evaluatie Niet van toepassing Toelichtingen bij de evaluatievormen Periodegebonden evaluatie: na schriftelijke voorbereiding worden de antwoorden samen met de examinator overlopen en besproken, en worden eventueel bijkomende vragen gesteld. Niet-periodegebonden evaluatie: kwotering van de studentenles, practicaverslagen en participatie. Voor eindscoreberekening: zie onder. Eindscoreberekening PE1 en PE2: periodegebonden evaluatie (60%) en niet-periodegebonden evaluatie (40%). Het is niet mogelijk te slagen voor dit opleidingsonderdeel als de student niet slaagt voor de periodegebonden evaluatie. (Goedgekeurd) 2