Basisschool Klein Heyendaal Prof. Huybersstraat 1-3 6524 NP Nijmegen Telefoon 024 3231475 E mail [email protected] Notitie aanname leerlingen. Inleiding. Soms hoor je wel eens verzuchten: “Hoe kunnen ze die leerling nu aannemen!” Met deze notitie wil ik het gesprek over deze verzuchting aangaan. De notitie bevat een aantal feiten die daartoe van belang zijn zoals getalsmatigheden, inzicht in financiële en personele kosten/baten en het protocol aanname zorgleerlingen. Ik wil het graag hebben over deze feiten, ik hoop dat het iedereen wat meer inzicht geeft in de samenhang die het wel of niet aannemen van leerlingen heeft met personeel- en materieelbeleid. Ik wil het ook graag hebben over de verzuchting: zijn wij er voor de leerlingen of zijn de leerlingen er voor ons. De instroom van leerlingen op Klein Heyendaal kent twee stromen. 1. Leerlingen die als vierjarige instromen. 2. Leerlingen die tussentijds instromen. Leerlingen die als vierjarige instromen. Ons streven is een bovengrens van 60 leerlingen. Dit is nog niet zo eenvoudig want het protocol herfstkinderen maakt dat we op meerdere momenten moeten kijken naar leerlingen aantallen. Van 1 oktober tot 1 oktober maar ook van 1 januari tot 1 januari. Daarbij is het ongewis welk van de herfstkinderen daadwerkelijk doorstromen naar groep 2. We kiezen voor 60 leerlingen omdat je op deze wijze een mooi plaatje krijgt van 6 kleutergroepen (20 leerlingen op 1 oktober/1 januari), 3 groepen 3 en 4 van 20, 2 groepen 5 t/m 8 van 30. Totaal 480 leerlingen wat recht geeft op gebruik van 20 lokalen. Hier zit een filosofie achter van een kleine onderbouw en grote bovenbouw. De personele bekostiging van onderbouwleerlingen is hoger dan die van bovenbouwleerlingen ongeveer 3:2. De praktijk is altijd weerbarstiger dan de theorie, met andere woorden is zijn op dit moment geen enkele groep die 20 of 30 leerlingen heeft. Zoals je weet is het aantal leerlingen in groep 5 dermate groot dat we niet voor twee groepen maar voor drie groepen hebben gekozen, terwijl we in plaats van drie groepen 3 twee groepen drie hebben, iets wat volgend jaar ook waarschijnlijk is. Samengevat kun je zeggen dat de instroom in de kleutergroepen zich de laatste jaren heeft bewogen tussen de 46 en de 67. Leerlingen die tussentijds instromen. Er is veel belangstelling van ouders die hun kind tussentijds willen laten instromen. Ook daar gelden getalscriteria voor. Zo streven we er naar om groepen in de bovenbouw niet groter te laten worden dan 32, wat inhoud dat getalsmatig de leerjaren in de onderbouw maximaal 64 leerlingen mogen bedragen. Daarnaast houden we ook rekening met de hoeveelheid tussentijdse instromers in één keer (bij kleine groepen aan het eind van het jaar kan dat voorkomen). Aanname of afwijzing van gewone leerlingen is de verantwoordelijkheid van IBer en directeur. Naast getalsmatige criteria gelden ook andere criteria. Hiervoor is in 2006 het protocol “aanname zorgleerlingen” vastgesteld. Dit heb ik onder dit document geplakt. Financiële en personele consequenties. Zonder leerlingen geen leerkrachten, dat lijkt me duidelijk. Onze bekostiging, zowel materieel als personeel is leerling afhankelijk. In personele zin levert een leerling in de bovenbouw 0,04 fte op, in de onderbouw 0,058 fte. Concreet: zonder de tussentijdse instromers voor de zomervakantie hadden we nu geen 3 groepen 5 gehad en had een aantal teamleden geen uitbreiding gehad. Leerlingen betekenen dus werkgelegenheid. Minder leerlingen betekenen ook minder financiële inkomsten. Op de afgelopen teldatum en op de huidige teldatum hebben we maar recht op 19 lokalen terwijl we er 20 hebben. Leegstand kost geld, denk aan kosten voor gas, licht, water en schoonmaak maar ook aan onderhoud e.d. Protocol bij de aanname van een zorgleerling. Een ouder meldt een kind aan bij de directeur. Wanneer er sprake is van speciale zorg, neemt de directeur contact op met de interne begeleider. De directeur schetst in het kort de gemelde zorgbehoefte. Directeur en I.B. kijken samen of er überhaupt plaats is in het gevraagde leerjaar voor een zorgleerling. Criteria hierbij zijn de groepsgrootte en de groepskenmerken. Is het antwoord “nee”, dan meldt de directeur dit aan de ouders. Is er eventueel plaats, dan nodigt de i.b.-er de ouders uit voor een eerste gesprek. In een eerste gesprek met de ouders vertellen de ouders over de aard van de problematiek/zorg. Bij “problematiek/zorg” kan gedacht worden aan: 1. didactische= leerzorg; bijvoorbeeld dyslexie; dyscalculie, hoogbegaafdheid, leerachterstanden op een of meerdere gebieden en/of taakwerkhoudingsproblemen. Op onze school is voldoende kennis met betrekking tot leerproblemen en TWHaspecten. Plaatsing van een leerling met een dergelijke, op zichzelf staande zorg kan plaatsvinden wanneer inhoudelijke gegevens van de toeleverende school bekend zijn. De i.b.-er bekijkt n.a.v. de toegeleverde didactische gegevens of en in welke mate er sprake zal moeten zijn van individuele hulp en/of R.T. De i.b.-er adviseert de directeur die vervolgens de beslissing neemt. De leerkracht van de ontvangende groep wordt geïnformeerd. Indien nodig is er overleg met de R.T.-leerkracht en wordt er een handelingsplan opgesteld. 2. zorgen met een psychopathologische en/of neurologische achtergrond of een vermoeden daarvan. Hierbij kan gedacht worden aan stoornissen als ASS (Autistisch Spectrum Stoornis); hierbinnen vallen autisme, het syndroom van Asperger en PDD-nos. Maar ook: ADHD, ADD, NLD, ODD, CD, GTS (zie bijlage waarin korte omschrijving) Kinderen met een dergelijke zorg kunnen aangemeld worden vanuit een andere reguliere basisschool of er kan sprake zijn van een terugplaatsing vanuit een REC. Bij aanmeldingen van zorgleerlingen binnen een van de genoemde categorieën zal te allen tijde sprake zijn van een leerling-dossier. In dit dossier zullen o.a. de gegevens staan van een LGF-regeling waarbij behoren: een begeleidingsplan (waarin de afgesproken handelingen van een extern begeleider/A.B.-er) en een handelingsplan (waarin afspraken over schooldoelen en –aanpak). (NB. : niet alle genoemde diagnoses leiden automatisch tot een LGF-regeling.) Een leerling met een dergelijke zorg wordt besproken tijdens een onderbouw en/of bovenbouwoverleg. De daar aanwezige teamleden wordt gevraagd mee te denken en adviezen te geven. Er wordt altijd een afgevaardigde van de andere bouw bijgevraagd. Samen met ouders, i.b.-er, de bouwcoördinator, de i.b-er van de toeleverende school en de A.B.-er worden vragen verder onderzocht en worden wensen en mogelijkheden in beeld gebracht. De i.b.-er en de bouwcoördinator brengen verslag uit aan de directeur. De beslissing tot aanname wordt genomen door de directeur. De ouders van de leerling krijgen bericht over het genomen besluit. 3. aanname van een leerling met een ernstige fysieke beperking, een visuele handicap of een gehoorprobleem. Wanneer een 4-jarige leerling met een fysieke beperking wordt aangemeld, zal deze veelal afkomstig zijn van een mythylpeuterspeelzaal. Bij een terugplaatsing of verandering van reguliere basisschool is er altijd sprake van een dossier, van een LGF en van ambulante begeleiding. De aanname procedure zal in principe hetzelfde zijn als onder 2. Wel zal een groot deel van de besprekingen over mogelijkheden en beperkingen gaan over verzorgingsaspecten en aanpassingen in gebouwen en van meubilair en materialen. November 2006