4....De taak van de gemeente

advertisement
4. De taak van de gemeente
4.1. Een overzicht van de taak van de gemeente
4.1.1. Gericht op de wereld: evangelie verkondiging
Het is de taak van de gemeente deel te nemen aan de wereldwijde verkondiging van het
evangelie.
- Marcus 16:15 "verkondigt het evangelie"
- Matth. 28:19 "gaat heen, maakt, doopt, leert"
Drie elementen van Mattheus 28:19
- tot discipelen maken
- dopen
- leren onderhouden
Het doel is discipelen van Jezus maken. Door het evangeliseren komen mensen tot geloof, die
daarna tot toegewijde discipelen, tot volgelingen van Jezus, moeten worden gemaakt. Dat doen
we door ze te dopen en door ze te leren onderhouden al wat Jezus geboden heeft. In het
Engels noemt men dit wel "discipeling."
Het is de bedoeling dat de nieuwe discipelen zich invoegen in plaatselijke gemeenten en dat ze
op hun beurt weer bijdragen tot het tot discipel maken van nieuwe mensen.
4.1.2. Gericht op God: geestelijke offers brengen
"tot het brengen van geestelijke offers" (1 Petrus 2:5)
De bijbel spreekt over verschillende geestelijke offers
(1) Ons lichaam (Rom. 12:1).
Beschikbaarheid voor God, voor God leven.
(2) Ons geld (Filp. 4:18).
(3) Dankzegging en lof naar God toe (Hebr. 13:15).
Hem belijden voor de zichtbare en onzichtbare wereld.
Het gaat bij het brengen van geestelijke offers dus om heel wat meer dan om "worship1".
Worship die niet wordt ondersteund door een heilig leven is een gruwel voor God. De kern van
worship is niet gevoel, maar erkenning2.
4.1.3. Gericht op eigen opbouw
"En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars,
om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat
in "De praktijk van het Christenleven I" studie 15 “bidden is meer dan vragen” over aanbidding en
lofprijzing. Zie ook, in “De praktijk van het Christenleven I” de bijbelstudie over "toewijding", met daarin
een uitleg van Rom. 12:1.
1Zie
2
Zie hierboven noot 30.
wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de
mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus. Dan zijn wij niet meer
onmondig, op en neder, heen en weder geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer, door
het valse spel der mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt, maar dan groeien wij, ons
aan de waarheid houdende, in liefde, in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus.
En aan Hem ontleent het gehele lichaam als een welsluitend geheel en bijeengehouden door
de dienst van al zijn geledingen naar de kracht, die elk lid op zijn wijze oefent, deze groei des lichaams, om zichzelf op te bouwen in de liefde." (Efeze 4:11-16)
"om zichzelf op te bouwen" (:16)
Het is Gods bedoeling dat de gemeente zichzelf opbouwt. Dat spreekt van verdieping en
uitbreiding.
Het begint met de uitoefening van de vijf, in de verzen 11,12, genoemde bedieningen3: apostel
(gemeentestichter, zendeling), profeet4, evangelist, herder en leraar. Het gevolg van de
uitoefening van deze bedieningen is dat de christenen toegerust worden tot dienstbetoon. Het
gevolg daarvan is vierledig:
(1) "tot opbouw van het lichaam van Christus"
Het lichaam van Christus zal er door opgebouwd worden. Als de gemeenteleden toegerust zijn
zal er meer zegen op hun werk rusten.
(2) "Totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon bereikt hebben"
Er zal groei in de kennis van Christus zijn en de eenheid in geloofsovertuiging en
geloofsbeleving zal toenemen.
(3) "de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus"
Het gevolg van de uitoefening van de bedieningen vooral die van leraar, herder en profeet5 is
dat de gemeenteleden geestelijk volwassen worden.
(4) "Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neder geslingerd onder invloed van allerlei wind van
leer, door het valse spel der mensen, in hun sluwheid die tot dwaling verleidt"
Het gevolg van met name de bediening van de leraar is toerusting met de leer van de bijbel,
met de gezonde leer, waardoor er bescherming komt tegen dwaling. Dit is nodig omdat er een
“vals spel” wordt gespeeld door valse leraren. Er is allerlei wind van leer. Er komen allerlei valse
leringen op de gemeente af. Alleen als door leraren op systematische wijze de hoofdzaken van
de leer worden uiteengezet wordt de gemeente beschermd tegen dit valse spel. Als de
gemeente niet stevig in het woord van God wordt verankerd, dan zullen de gemeenteleden
"meewaaien" met elke valse lering die voorbijkomt.
Echter, voor een gezonde groei van het lichaam, is het nodig dat elk gemeentelid zich inzet,
naar de kracht en de geestesgaven die God een ieder in het bijzonder heeft gegeven.
"bijeengehouden door de dienst van AL zijn geledingen, naar de kracht, die ELK lid op zijn
wijze uitoefent" (:16).
Als ieder zich zo inzet, dan zal de Here Jezus dat gebruiken om het lichaam te laten groeien
(:16).
3Voor
een bespreking van deze geestesgaven zie de bijbelstudie over de Heilige Geest, speciaal het
hoofdstuk waar de geestesgaven één voor één besproken worden.
4Voor een bespreking van de geestesgave van profeet, profetie, zie de bijbelstudie over de Heilige
Geest, speciaal hoofdstuk 12. Er is profetie in ruimere zin en in beperktere (engere) zin.
5Profeet
hier verstaan als iemand die onder leiding van Gods Geest vanuit de bijbel precies het goede
woord op het goede moment weet te spreken. Iemand die door Gods Geest geleid, vanuit de bijbel,
precies de boodschap, die in elke situatie nodig is, doorgeeft.
Voor een bespreking van wat de bijbel onder profetie verstaat, zie de studie over de Heilige Geest, het
hoofdstuk over profetie.
4.1.4. Gericht op iedereen: de grote daden Gods verkondigen
"om de grote daden Gods te verkondigen" (1 Petrus 2:9)
Het is de taak van de gemeente om de grote daden van God te prediken, te verkondigen. Die
grote daden vinden we in de bijbel beschreven: de schepping, Gods oordeel in de zondeval, de
komst van de Here Jezus, zijn dood, de opstanding en hemelvaart, de komende terugkeer van
Jezus, het laatste oordeel, de herschepping.
4.2. Evenwicht is nodig
Hierboven, onder 4.1., zijn de taken waar we ons als gemeente op moeten richten beschreven.
We moeten oppassen voor onevenwichtigheid. Alle taken moeten uitgevoerd worden.
Tegenwoordig is men nog al eens zo intensief bezig met lofprijzing dat men aan evangelisatie
en "discipeling" nauwelijks meer toekomt. Op die manier mist de gemeente voor een belangrijk
gedeelte haar doel.
4.3. Pas op voor onbijbelse taken die afleiden van het ware doel
Uit de (recente) kerkgeschiedenis blijkt dat er telkens weer christelijke leraren optreden die
beweren dat de gemeente de taak heeft om de wereld, de maatschappij, te veranderen en voor
Christus te winnen. Dit mist echter alle bijbelse grond.
De gemeente is niet geroepen om de wereld te verbeteren6. Alhoewel verbetering van de
maatschappij vaak wel een bijeffect is van de bekering en geestelijke groei van mensen. Als wij
6
De Here Jezus en de discipelen deden niet aan maatschappijhervorming. Ze voerden geen aktie tegen
allerlei maatschappelijke misstanden en publieke zonden.
De gemeente is een kleine kudde (Lucas 12:32). De weg naar de hemel is smal, er zijn weinigen die hem
vinden (Matth. 7:14). Hoe zou een kleine kudde de wereld kunnen veranderen. De wereld ligt nog steeds
"in het boze" (1 Joh. 5:19). De boze geesten zijn nog immer "de wereldbeheersers dezer eeuw" (Efeze
6:12). Dat zal pas veranderen als Jezus terugkomt, dan komt er gerechtigheid op aarde en een wijs en
rechtvaardig bestuur.
Jezus en de apostelen hielden zich niet met politiek bezig, ze hadden wat beters te doen: "alles ben ik
voor allen geweest om in elk geval enigen te redden" (1 Kor. 9:22). Zie ook Kol. 1:28,29. Hier hield
Paulus zich mee bezig. De gedachte dat wij ons als gemeente met maatschappijhervorming en
verbetering bezig moeten houden komt voort uit het niet goed onderscheiden van de bedelingen. De
eerste dwaling is te denken dat wij, en de volken waaronder wij als christenen leven onder de wet van
Mozes staan. Dit is de vergissing van de Reformatorische Kerken. Zij denken en leren dat de gemeente in
plaats van Israël is gekomen en dat wij daarom nog steeds onder de wet van Mozes staan. De wet van
Mozes beslaat het gehele maatschappelijke leven (Voor uitleg over de wet van Mozes, zie de bijbelstudie over
de zonde, het hoofdstuk waar de wet wordt besproken). De profeten spraken de inwoners van Israël aan op
hun verbondsverhouding met God. Daarom ageerden ze ook tegen maatschappelijke, economische en
politieke misstanden. Als christenen staan wij niet meer onder de wet van Mozes. De volken waaronder
wij leven hebben ook geen verbondsrelatie met God, waarop ze aangesproken kunnen worden. Paulus
ging dan ook geen maatschappelijke kruistocht of een kruistocht tegen publieke zonden houden. Hij
verkondigde het evangelie.
De tweede dwaling is tegenwoordig wijd verbreid onder charismatische christenen. Deze dwaling wordt
wel de "Kingdom Now" theologie genoemd. Zij geloven dat ze nu al in het 1000-jarig rijk leven. (Het
duizendjarig rijk, zie Openbaring 20:1-7, speciaal :4.) Ze nemen de 1000 jaar symbolisch, als staande voor een
lange periode die loopt van Christus hemelvaart tot aan zijn wederkomst. Christus is, zo stel men, nu al
koning, de satan is gebonden. Als christenen zijn we daarom geroepen om de leiding van de wereld op
ons te nemen. Die leiding moet geclaimd en veroverd worden door een bepaald soort (onbijbelse)
Jezus navolgen, als we zijn geboden bewaren, als we in gemeenschap met Hem leven, dan
worden we tot zout en licht. Licht dat de weg wijst naar God, naar de waarheid, dat ontmaskert.
Dan zijn we een getuigenis dat de grootheid van God laat zien. We zijn ook zout dat het bederf
tegengaat. Als er maar genoeg mensen tot geloof komen en voor God gaan leven, dan zal dat
ook een effect hebben op de maatschappij als geheel. In de vanouds protestantse landen van
noord-europa, waar veel oprechte wedergeboren christenen leefden, was b.v. de corruptie, de
belastingontduiking en dergelijke veel minder dan in de Rooms-katholieke landen van ZuidEuropa.
We moeten als gemeente onze energie gebruiken voor het vervullen van de taken die de bijbel
ons opdraagt.
De hoofdtaak van de gemeente is zichzelf opbouwen, het evangelie verkondigen, discipelen
maken, God uitdrukken in het collectieve gemeenteleven en in dat alles God erkennen, belijden
en loven.
Geestelijke offers brengen, allereerst het eigen lichaam, geld, en daarna ook een lofoffer. En
wel in die volgorde anders is het lofoffer huichelachtig.
geestelijke oorlogvoering. Onder hen leeft de gedachte dat de gemeente uiteindelijk de wereld zal
overwinnen. Een andere term voor deze theologie is "Restoration theology".
De laatste tijd spreken sommigen binnen de evangelische beweging (b.v. H.P. Medema) over de
"apostolische roeping van de kerk." Daar bedoelt men mee dat de kerk zich moet bezighouden met de
maatschappij.
Een andere dwaling op dit gebied is de zogenaamde "bevrijdingstheologie." Waarbij men Jezus voorstelt
als een revolutionair die op politieke wijze de zijde van de armen en verdrukten koos. De Here Jezus
heeft echter geen politieke partij opgericht, maar een gemeente.
Telkens grijpt men vooruit naar het komende duizendjarige rijk waar Jezus zal regeren. De Here Jezus
gaat dat rijk oprichten na zijn wederkomst op aarde, en niet eerder.
Voor een nadere bespreking van het koninkrijk, zie de bijbelstudie over de grote lijnen van de bijbel. Het
duizendjarig rijk wordt besproken in de bijbelstudie over de toekomst.
Download