Paritair Comité voor het bouwbedrijf (PC 124) Toepassingsgebied Deze fiche is geldig voor de ondernemingen die behoren tot het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. Voor buitenlandse ondernemingen wordt enkel rekening gehouden met de activiteiten die ze in België uitvoeren. Een volledige omschrijving van het bevoegdheidsgebied van deze sector vindt u hier. Indien u wil weten of uw onderneming onder deze sector valt, of meer informatie wenst over onderstaande regeling, kan u vrijblijvend contact opnemen met de Directie van het Beheer van de Paritaire Comités of met de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten. Lonen (bruto / uur in €) Toestand vanaf de eerste betaalperiode van januari 2009 : Arbeidsregime 40 uur/week - Cat. I Ongeschoolde 12,1970 - Cat. IA Eerste Ongeschoolde 12,8070 - Cat. II Geoefende 13,0030 - Cat. IIA Eerste Geoefende 13,6530 - Cat. III Geschoolde 1ste graad 13,8280 - Cat. IV Geschoolde 2de graad 14,6810 Voor de uitleg over deze categorieën : raadpleeg de “functieclassificatie” op het einde van deze tekst. - Loonbijslagen: Meestergast (Geschoolde 2de graad) + 20 % Ploegbaas A (Geschoolde 1ste graad) + 10 % Ploegbaas B (Geschoolde 2de graad) + 10 % N.B.: De Ploegbaas heeft recht op een uurloon dat minstens 10 % hoger is dan het uurloon van diegene in zijn ploeg met de grootste beroepsbekwaamheid en 10% hoger dan het uurloon van zijn eigen beroepsbekwaamheid. - Chauffeurs van bedrijfsvoertuigen met een laadvermogen van minder dan 18 ton worden beschouwd als Eerste geoefenden. - Marmerbewerking, houwen van witte en blauwe steen: Geoefenden worden steeds beschouwd als Eerste geoefenden. - Arbeiders tewerkgesteld aan boord van het baggermaterieel: schaalloon overeenkomstig bijzondere CAO (vraag info aan Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten) - Jongeren (aangeworven na 30/06/2005) : percentage van cat. I Ongeschoolde : 15 jaar (54 %) 15 jaar 6 mnd (59 %) 16 jaar (64 %) 16 jaar 6 mnd (74 %) 17 jaar (84 %) 17 jaar 6 mnd (94 %) 18 jaar (100 %) - Specifieke lonen van toepassing voor studenten en voor industriële leerlingen: (vraag info aan Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten) Premies 1) Arbeid in opeenvolgende ploegen : 06-14 uur : + 10 % 14-22 uur : + 10 % 22-06 uur : + 25 % 2) Arbeidsprestaties buiten de gebruikelijke daguren ‘s nachts tussen 22 en 6 uur : + 25 % 3) Werken die de invloed van de getijden ondergaan tussen 6 en 7 uur en tussen 18 en 22 uur : + 15 % 4) Zaterdagwerk op basis van artikel 7§2 KB nr. 213 : + 50 % 5) Vergoedingen kost en huisvesting : Wanneer de arbeider werkzaam is op een werkplaats die zo ver van zijn woonplaats verwijderd is, dat hij onmogelijk dagelijks naar huis kan terugkeren, moet de werkgever hem naar behoren kost en huisvesting verstrekken. Kost 23,81 Huisvesting 11,55 Totaal 35,36 Opgelet: reiskosten, verblijfskosten en kosten voor voeding, door de werkgever gemaakt om de detachering mogelijk te maken, mogen niet meegerekend worden in de vergelijking om te oordelen of het buitenlands loon minstens aan het Belgisch minimumloon voldoet. 6) Diverse vergoedingen wegens slijtage aan gereedschap 7) Anciënniteitspremie: 25 jaar ononderbroken ondernemingsanciënniteit : 400,00 EUR bruto 35 jaar ononderbroken ondernemingsanciënniteit : 600,00 EUR bruto (volgens de arbeidsinspectie telt de anciënniteit verworven in het herkomstland mee) 8) Eindejaarspremie (onder de benaming van Getrouwheidspremie) : 9 % van het brutoloon dat vermeld wordt op de driemaandelijkse aangifte aan het Fonds voor Bestaanszekerheid (zie verder). Eveneens van toepassing op de uitzendkrachten. Niet voor de werknemers met een studentencontract. Evenmin van toepassing op de buitenlandse werkgevers, gevestigd in één van de lidstaten van de EU, en op de werknemers die zij tijdelijk tewerkstellen, wanneer deze arbeiders, voor de periode van tewerkstelling in België, van vergelijkbare voordelen genieten, in toepassing van de regelingen waaraan hun werkgever in zijn land van vestiging is onderworpen (zie Fonds voor Bestaanszekerheid ). 9) Specifieke vergoedingen in ondernemingen die stortklaar beton produceren en/of leveren en een nieuwe arbeidsregeling invoeren : Gepresteerde uren : a) voor 7 uur en na 19 uur: + 10 % (te berekenen op het schaalloon) b) na 22 uur en voor 6 uur: + 25 % (niet te cumuleren met a)) Maaltijdvergoedingen : Arbeidstijd + beschikbaarheidstijd meer dan 9u : 5,50 EUR Arbeidstijd + beschikbaarheidstijd meer dan 11u : 2,75 EUR extra 10) Gepresteerde uren binnen de omheining van petrochemische bedrijven : 0,5420 EUR 11) Toeslagen wegens bijzondere werken (werken waarbij de arbeiders gevoelens van onzekerheid, vrees, onrust kunnen ondervinden, in weerwil van de getroffen veiligheidsmaatregelen, ongezonde, hinderlijke of lastige werken) : er zijn heel wat werken waarvoor een bijkomende toeslag moet betaald worden volgens bijzondere CAO-bepalingen . Bijvoorbeeld: volgende toeslagen op het bruto uurloon: - Schilderen van metalen gebinten en pylonen op een minimum van 15 m hoogte Slopingswerken aan gebouwen die in wankele toestand verkeren Het oprichten en het afbreken van steigers van meer dan 10 m in de ruimte Werken met de steekvlam met gas of met elektrische boogvlam op geschilderde, gegalvaniseerde of verloodde metalen - Pistoolschilderwerken en verstuivingwerken - Het werk met pistool in de stukadoorwerken - Reinigen met zandstralen Enzovoort; raadpleeg Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten. 10 % 25 % 10 % 10 % 10 % 10 % 10 % 12) Beschermingskleding De werkgevers zijn verplicht beschermingskledij tegen regen en koude ter beschikking te stellen van de arbeiders die aan dergelijk weer zijn blootgesteld. 13) KB betreffende het loon van de werklieden uit het bouwbedrijf voor de ingevolge slecht weder verloren arbeidsuren, gewijzigd op 03/05/1999 Ondernemingen met de volgende normale activiteit : - geregeld optrekken van gebouwen door ondernemingen en particulieren voor eigen rekening of voor de verkoop van deze gebouwen; - verhuren van materieel aan bouwondernemingen; - zee- en rivierwerken, met inbegrip van het vlot trekken van boten en schepen, alsmede het opruimen van wrakken; - baggerwerken; - grondwerken, met inbegrip van boren, diepboren, uitgraven van putten, draineren en verlagen van de grondwaterstand; - funderingswerken, met inbegrip van heipalen, paalplanken en grondverbeteringswerken door welk systeem ook; - werk aan wegen, vliegveldbanen, fietspaden, voegwerk, straatwerk en wegbakening; - metsel- en betonwerk, leggen van riolen en het bouwen van fabrieksschoorstenen; - de fabricage en tevens het plaatsen van prefabelementen zo deze activiteiten hoofdzakelijk door de onderneming worden uitgevoerd; - het plaatsen van prefabelementen; - werken voor het restaureren, reinigen en wassen van gevels en monumenten; - slopings- en slechtingswerken; - werken van asfalteren en bitumeren; - werken van aanleg en onderhoud van spoorwegen; - werken van oprichting van steigers; - werken tot geschikt maken voor de aanleg van speelpleinen, sportterreinen, parken en tuinen, tenzij zulks de bijkomstige activiteit is van een onderneming die onder PC 145 ressorteert; - werken van aanlegging van allerlei ondergrondse leidingen zoals watervoorziening, electrische kabels; - plaatsen van afsluitingen; - het vervoer te water eventueel door één der hiervoren genoemde ondernemingen ter uitvoering van de gewone activiteit van deze onderneming; - voegwerken; - dakbedekkingen. De werkman die op het ogenblik dat hij zich naar het werk begeeft geschikt is om te werken, en die op het ogenblik dat hij zich op de bouwplaats aanbiedt vaststelt dat hij zijn normale arbeidstaak kan aanvatten, maar die, buiten het geval van staking, wegens het slechte weder, de arbeid waaraan hij bezig was, niet kan verder zetten, heeft recht op het loon dat hem zou zijn toegekomen indien hij zijn dagtaak normaal had kunnen volbrengen. Wanneer de werkman die op het ogenblik dat hij zich op het werk aanbiedt geschikt is om te werken, tengevolge van slecht weder het werk waaraan hij bezig was niet kan verder zetten, mag de werkgever het normaal loon voor de niet gepresteerde arbeidsuren voor de helft betalen, indien het complement ervan door het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf uitgekeerd wordt. Vorstvergoeding ingevolge tijdelijke werkloosheid, toegekend door het Fonds voor Bestaanszekerheid (01/10/2007 – 30/09/2009) De vorstvergoeding wordt toegekend aan de arbeiders die houder zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende", geldig voor het lopende dienstjaar, en die door de werkgever, tijdelijk werkloos worden gesteld gedurende de vorstperiodes of periodes van blijvende sneeuw, waarvan het Fonds voor Bestaanszekerheid heeft aanvaard dat ze voor vergoeding in aanmerking komen voor de vergoedingszone waarin de plaats van de tewerkstelling gelegen is indien zij wegens vorst of blijvende sneeuw tijdelijk werkloos gesteld worden, of voor de vergoedingszone waarin hun woonplaats gelegen is indien zij voor een andere reden tijdelijk werkloos zijn. De vorstvergoeding wordt niet uitbetaald gedurende de rustperiodes vastgesteld in uitvoering van KB nr. 213 van 26/09/1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder PC 124 ressorteren, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld bij CAO in PC 124. De dagbedragen (in regeling van 6 vergoedbare dagen per week) van de aanvullende werkloosheidsuitkeringen belopen : 6,34 EUR, t/m het conventioneel uurloon van categorie l 6,66 EUR, t/m het conventioneel uurloon van categorie IA 7,63 EUR, t/m het conventioneel uurloon van categorie II 8,02 EUR, t/m het conventioneel uurloon van categorie IIA 10,08 EUR, t/m het conventioneel uurloon van categorie III 10,85 EUR, voor een conventioneel uurloon dat hoger is dan het conventioneel loon van categorie III. Bovendien worden de dagbedragen berekend op basis van het door de RVA vastgestelde gemiddelde van de 2 referte-uurlonen voor de werkloosheidscode. De grensarbeiders die in België tijdelijk werkloos worden gesteld door de onderneming en die, krachtens artikel 71 van de verordening nr. 1408/71 van de EEG van 14/06/1971, de hoofdwerkloosheidsuitkeringen genieten in het land waar ze zijn tewerkgesteld, kunnen eveneens de overeenstemmende aanvullende uitkeringen verkrijgen wanneer ze de voorwaarden vervullen. De aanvullende werkloosheidsuitkeringen worden niet uitgekeerd aan de arbeiders die tevens het statuut hebben van zelfstandige in bijberoep in het bouwbedrijf. Bijzondere aanvullende vorstvergoeding ingevolge tijdelijke werkloosheid, toegekend door het Fonds voor Bestaanszekerheid (01/10/2007 – 30/09/2009) Een bijzondere aanvullende vorstvergoeding van 5,35 EUR bruto, in het stelsel van de 6-dagenweek, wordt toegekend door het Fonds voor Bestaanszekerheid aan de arbeiders voor de dagen waarop zij in de periode 01/10/2006 t/m 30/04/2007 en in de periode 01/10/2007 t/m 30/04/2008 door hun werkgever tijdelijk werkloos werden gesteld wegens weerverlet en waarvoor zij vorstvergoedingen hebben ontvangen. 14) Mobiliteit en verplaatsingskosten §1 De verplaatsingen die de arbeiders moeten doen tussen hun woonplaats en de sociale zetel of de plaats van tewerkstelling dienen te gebeuren op eigen kracht uitgezonderd indien de werkgever voor deze verplaatsingen een voertuig ter beschikking stelt. §2 De werkgever moet tussenkomen in de kosten die de arbeider daarvoor maakt. Deze tussenkomst omvat een terugbetaling van de reiskosten berekend op basis van de tarieven van het spoorwegvervoer wanneer de arbeider zich op eigen kracht verplaatst. Ze wordt aangevuld met een mobiliteitsvergoeding die de arbeider eveneens geniet wanneer hij zich verplaatst met een voertuig dat de werkgever ter beschikking stelt. Wanneer de werkgever voor de verplaatsingen een voertuig ter beschikking stelt, genieten de arbeiders van een terugbetaling van de reiskosten zoals hierna bepaald voor de eventuele verplaatsing tussen hun woonplaats en de opstapplaats en van de mobiliteitsvergoeding over het ganse traject. Onder opstapplaats wordt verstaan de op ondernemingsniveau afgesproken plaats van waaruit en tot waar de arbeider gebruik maakt van het voertuig dat de werkgever ter beschikking stelt. §3 Het bedrag van de tussenkomsten van de werkgever wordt bepaald op basis van het aantal werkelijk afgelegde kilometers. De wijze en de modaliteiten van de berekening van de werkelijk afgelegde afstand, worden in overleg op ondernemingsniveau vastgesteld. Voor verplaatsingen met de trein geldt als werkelijk afgelegde afstand steeds het aantal kilometer vermeld op de treinkaart. Indien de berekeningswijze niet is vastgelegd op ondernemingsniveau of bij betwisting wordt het aantal te vergoeden kilometers bepaald met toepassing van de routeplanner Mappy beschikbaar op het Internet (http://www.mappy.be) De werkgever is echter vrijgesteld van de betaling van de tussenkomsten indien de werkelijke totale afstand die per dag wordt afgelegd minder dan 10 km bedraagt. §4 Voor de arbeiders die zich met de trein verplaatsten is het bedrag van de terugbetaling van de reiskosten opgenomen in barema A. Dit barema bepaalt het wekelijks verschuldigd bedrag per afstand in kilometer, zoals vermeld op de treinkaart. Voor de arbeiders die zich op eigen kracht met een ander vervoermiddel dan de trein verplaatsen is het bedrag van de terugbetaling van de reiskosten opgenomen in barema B. Dit barema bepaalt het wekelijks verschuldigd bedrag voor de werkelijke totale afstand die per dag wordt afgelegd. Bij elke wijziging van de tarieven van het spoorwegvervoer wordt het bedrag van de terugbetaling van de reiskosten vermeld in de barema's A en B aangepast. De nieuwe barema's maken telkens het voorwerp uit van een document dat, na akkoord van de ondertekenende partijen van deze overeenkomst, wordt neergelegd op de griffie van de administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Ingeval de arbeider voor zijn verplaatsing gebruik maakt van meerdere vervoermiddelen (trein, autobus, persoonlijk vervoermiddel, enz.), wordt de volledige verplaatsing vergoed van zodra de werkelijke totale afstand die per dag wordt afgelegd 10 km bedraagt. Als alle nodige gegevens voor de berekening van het overeenstemmend bedrag niet kunnen worden teruggevonden in de barema's, wordt voor de ontbrekende afstanden van minder dan 10 km gebruik gemaakt van een eenvormig valorisatietarief van 0,25 EUR per werkelijk afgelegde km. §5 Voor zover de minimumafstand bepaald in § 3, laatste lid bereikt wordt, is de mobiliteitsvergoeding verschuldigd voor alle werkelijk afgelegde kilometers. Voor de arbeiders die zich met de trein verplaatsen is het dagbedrag van de mobiliteitsvergoeding gelijk aan 0,0744 EUR vermenigvuldigd met het aantal kilometers vermeld op de treinkaart. Voor de arbeiders die zich op eigen kracht met een ander vervoermiddel dan de trein verplaatsen is het basisbedrag van de mobiliteitsvergoeding vastgesteld in functie van de werkelijke totale afstand die per dag wordt afgelegd, overeenkomstig de hieronder vermelde tabel. Het per dag verschuldigde bedrag van de mobiliteitsvergoeding wordt bekomen door het basisbedrag te vermenigvuldigen met het totaal aantal werkelijk afgelegde kilometers. Werkelijke totale afgelegde Mobiliteitsvergoeding per km afstand per dag heen en terug 0 tot 59 km 0,0441 EUR 60 tot 77 km 0,0481 EUR 78 tot 103 km 0,0498 EUR 104 tot 129 km 0,0515 EUR 130 tot 155 km 0,0550 EUR 156 tot 207 km 0,0583 EUR 208 tot 259 km 0,0601 EUR 260 km en meer 0,0618 EUR De arbeider die personeel naar en van de werkplaats vervoert, buiten de werkuren met een voertuig ter beschikking gesteld door de werkgever, heeft, gelet op de afstanden die moeten worden afgelegd en de bijzondere onkosten eigen aan de werkgever, recht ten titel van forfaitaire compensatie op een gecorrigeerde mobiliteitsvergoeding. Deze is gelijk aan 0,1076 EUR per werkelijk afgelegde kilometer vanaf de eerste kilometer. Bestaande onkostenvergoedingen die minstens gelijkwaardig zijn blijven van kracht. Indien de reistijd per rit de 2 uur overschrijdt, zijn er twee chauffeurs. §6 De patronale tussenkomst wordt, voor wat betreft zijn berekeningswijze, in twee delen gesplitst. Het eerste deel betreft de normale verplaatsing tussen de woonplaats en de sociale zetel of de opstapplaats. Het tweede deel betreft de ex-sedentaire verplaatsing tot aan de werf. §7 Het betalen van de mobiliteitsvergoeding gebeurt tezelfdertijd als de terugbetaling van de prijs van de reiskosten, die op die wijze wordt aangevuld. §8 Er wordt aanbevolen om in de ondernemingen een mobiliteitsplan op te stellen in overleg met de syndicale delegatie en de werknemers. De werkgever zal de principes opstellen voor het vervoer van de arbeiders naar de bouwplaatsen, waarbij zal rekening gehouden worden met volgende elementen: de plaats van de bouwplaats, de woonplaats van de arbeiders en de competenties nodig op de bouwplaats. Arbeidsduur Arbeidsduur op jaarbasis : 38u. Stelsel : 38u (40u+6 rustdagen+6 bijkomende rustdagen). Deze bijkomende rustdagen geven recht op een dagelijkse forfaitaire vergoeding die gelijk is aan de werkloosheidsuitkering, vermeerderd met de aanvullende werkloosheidsuitkering die door het Fonds voor Bestaanszekerheid wordt toegekend. Deze vergoeding wordt pro rata temporis toegekend aan de arbeiders die verbonden zijn geweest voor een bepaalde tijd van minstens 3 maanden en in volledige onvrijwillige werkloosheid zijn tijdens de periode van de rustdagen. Eveneens van toepassing op de tewerkgestelde uitzendkrachten. Uitzendarbeid in het bouwbedrijf Voorwaarden 1. Uitzendarbeid is enkel toegelaten in de volgende gevallen: bij vervanging van een werkonbekwame vaste arbeider; bij tijdelijke vermeerdering van het werkvolume. 2. Uitzendarbeid is slechts mogelijk in de normale functies van de normale activiteit van de onderneming, volgens de statuten van de onderneming, de inschrijving in het handelsregister, de categorie(ën) toegekend door de registratiecommissie en volgens de bepalingen van het arbeidsreglement, met inbegrip van de daarin vermelde uurregelingen. 3. Uitzendarbeid is niet mogelijk: voor werk dat normaal verricht wordt door de werknemers die tijdelijk werkloos zijn; binnen een termijn van 6 maanden volgend op collectief ontslag; door een arbeider die in de loop van de 12 maanden, voorafgaand aan de aanvraag van uitzendarbeid, ontslagen werd door de onderneming waar hij als uitzendkracht zou werken. De arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid, gesloten tussen het bouwbedrijf en uitzendkantoor bouw, mag geen prestaties omvatten voor slechts één dag. Vereisten voor de uitzendkracht De uitzendkracht dient te beschikken over: Veiligheidspas : een attest waaruit blijkt dat de uitzendkracht een veiligheidsopleiding heeft genoten van minstens 16 uren. C 3.2 A werkloosheidsdocument, afgeleverd door het Fonds voor Bestaanszekerheid van het bouwbedrijf. De veiligheidspas is niet vereist voor de uitzendkrachten die: in het bezit zijn van een attest afgeleverd door of conform verklaard door het Nationaal Actiecomité voor de Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf (NAVB) conform verklaard en dat afgeleverd werd bij het einde van hun leertijd; of ten minste 5 jaar ervaring hebben in de bouwsector gedurende de laatste 15 jaar; of het bewijs kunnen voorleggen dat zij reeds een veiligheidsopleiding “bouw’ hebben genoten. Vereisten voor de onderneming De verplicht geregistreerde ondernemingen: moeten geregistreerd zijn als aannemer; mogen niet het voorwerp uitmaken van een inhoudingsplicht. De andere ondernemingen moeten voorafgaandelijk machtiging vragen aan het paritair comité van het bouwbedrijf. Modaliteiten Bij vervanging van een werkonbekwame vaste werknemer: moet de vaste werknemer arbeidsongeschikt zijn wegens ziekte of ongeval, zwangerschap, een arbeidsongeval of een beroepsziekte; moet vervanging gebeuren binnen de twaalf maanden na aanvang van de werkonbekwaamheid; is de vervanging beperkt tot de duur van de werkonbekwaamheid. Bij tijdelijke vermeerdering van werk:is er een beperking van het aantal dagprestaties: Maximaal toegelaten dagprestaties bedragen 15% van de totale werkbare mandagen van het voorafgaande kalenderjaar. Ondernemingen tot 10 = (aantal arbeiders x het aantal maanden ingeschreven in de arbeiders onderneming): 12 x 219. Elke begonnen maand wordt beschouwd als een volledige maand. Maximaal toegelaten dagprestaties bedragen 10% van de totale werkbare mandagen van het voorafgaande kalenderjaar. Ondernemingen met meer = (aantal arbeiders x het aantal maanden ingeschreven in de dan 10 arbeiders onderneming): 12 x 219. Elke begonnen maand wordt beschouwd als een volledige maand. mag de uitzendkracht maximaal zes maanden tewerkgesteld worden in dezelfde onderneming. Raadplegingsformaliteiten Bij vervanging van een werkonbekwame vaste werknemer: deelt de werkgever de vervanging mee aan de syndicale afvaardiging; deelt de werkgever de werkhervatting door de vaste werknemer eveneens mee aan de syndicale afvaardiging. Bij tijdelijke vermeerdering van werk: mits de toestemming van de meerderheid van de syndicale afvaardiging van de onderneming. Bij ontstentenis van een syndicale afvaardiging moet het uitzendkantoor aan het Sociaal Fonds van de uitzendarbeid, met kopie aan het Provinciaal Bouwplatform, melden dat er een beroep wordt gedaan op uitzendarbeid. (Het Provinciaal Bouwplatform: verwerkt en houdt informatie bij omtrent uitzendarbeid, de provinciale sectorale arbeidsmarkt, vacante betrekkingen en de vraag naar bouwcompetenties die niet konden worden beantwoord op de arbeidsmarkt). de toestemming heeft betrekking op het aantal werknemers en op de periode. Bijzondere procedurevoorwaarde De niet verplicht geregistreerde ondernemingen moeten voorafgaandelijk machtiging vragen aan het paritair comité voor het bouwbedrijf voor ze gebruik kunnen maken van uitzendarbeid. Sancties Bij schending van de wettelijke of sectorale bepalingen is de arbeidsovereenkomst tussen het uitzendkantoor bouw en de uitzendkracht beëindigd. De uitzendkracht is in dit geval met de gebruiker verbonden door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur. In dit geval kan de bouwfirma gedurende een periode van 12 maanden geen beroep meer doen op uitzendarbeid. Specifieke mogelijkheden voor het ter beschikking stellen van personeel in de bouwsector Wie? Werkgever: diegene die naast zijn gewone activiteiten, zijn vaste werknemers voor een beperkte tijd ter beschikking stelt van een gebruiker. Gebruiker: diegene die tijdelijk een beroep doet op de vaste werknemers van een werkgever. Wanneer? Ter beschikking stellen van personeel is enkel mogelijk: tussen geregistreerde bouwondernemingen die geen schulden hebben bij de RSZ; bij een tijdelijke toename van werk en voor technische bijstand voor het uitvoeren van specifieke werken; na het volgen van de bijzondere procedure. Ter beschikking stellen van personeel is niet mogelijk tijdens de wettelijke en sectorale rustdagen. Periode De periode van ter beschikkingstelling bedraagt maximaal 3 maanden. Modaliteiten Bij het begin van het ter beschikking stellen moet een geschrift worden opgesteld met vermelding van de periode en voorwaarden van de terbeschikkingstelling. Bijzondere procedure de werkgever moet een aanvraag tot het ter beschikking stellen van personeel indienen bij de plaatselijke werkgeversorganisatie (zie model verder); de aanvraag moet mee ondertekend worden door de individuele werknemer, de vakbondsafvaardiging van de gebruiker of bij ontstentenis de lokale vakbondsorganisatie; de aanvraag wordt ter kennis gebracht van de vakbondsafvaardiging van de werkgever; de bemiddelende instelling maakt de aanvraag over aan de Sociale Inspectie; de terbeschikkingstelling van personeel kan ten vroegste ingaan na de toestemming van de Inspectie van Sociale Wetten. Opgelet De overeenkomst die de arbeider met zijn werkgever verbindt, blijft gelden tijdens de periode van het terbeschikking stellen. De gebruiker wordt hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de socialezekerheidsbijdragen, lonen, vergoedingen en voordelen. Bijlage: MODEL VAN AANVRAAG VOOR TERBESCHIKKINGSTELLING Tussen de ondernemingen : .--------------------------. 'de uitlener : ' '--------------------------' '(naam en adres) ' ' ' '--------------------------' 'R.S.Z.nr. .../......-.. ' '--------------------------' 'registratie ' '--------------------------' stempel lokale werkgeversorganisatie .---------------------------. 'de gebruiker : ' '---------------------------' '(naam en adres) ' ' ' '---------------------------' 'R.S.Z..n,r. .../.....-.. ' '---------------------------' 'registratie ' '---------------------------' wordt hetgeen volgt overeengekomen : De onderneming "uitlener" verklaart aan de onderneming "gebruiker" de hierna vermelde werknemers ter beschikking te stellen : .---------------------------------------------------------------------. 'Naam, voornaam van de ' INSZ nummer 'handtekening van de ' 'arbeider ' 'arbeider ' '-----------------------------'--------------'------------------------' ' ' ' ' '-----------------------------'--------------'------------------------' ' ' ' ' '-----------------------------'--------------'------------------------' ' ' ' ' '-----------------------------'--------------'------------------------' ' ' ' ' Deze ter beschikkingstelling is toegelaten van ../../.... tot en met ../../.... na akkoord van de Inspectie. Bovendien wordt uitdrukkelijk overeengekomen dat : 1. Het loon en de andere voordelen voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomsten uitbetaald zullen worden door de uitlenende onderneming. 2. De uitgaven en de lasten die daarop betrekking hebben zullen door de gebruiker betaald worden aan de uitlenende onderneming binnen de 15 dagen na de ontvangt van de factuur. 3. De hierboven vermelde werknemers verkrijgen een rechtstreekse vordering tegen de gebruiker, wanneer de uitlenende onderneming in gebreke blijft het loon en de andere voordelen bedoeld in punt 1 te betalen. 4. De leidings- en toezichtsbevoegdheden en het gezag over de ter beschikking gestelde werknemers worden overgedragen aan de gebruiker, beschouwd als de occasionele werkgevers van de ter beschikking gestelde werknemers, ten aanzien van wie hij tevens alle bepalingen vervat in de wet op het welzijn, het A.R.A.B. zal naleven. Gedaan te .... op ../../.... in vier exemplaren waarvan één bestemd is voor de inspectie en één voor de voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf .--------------------------. 'Handtekening van de ' 'uitlener ' '--------------------------' ' ' ' ' ' ' ' ' ' ' ' ' .---------------------------. 'handtekening van de ' 'gebruiker ' '---------------------------' ' ' '---------------------------' 'handtekening van de syndi- ' 'cale afvaardiging of bij ' 'ontstentenis de lokale ' 'vakorganisaties ' Bijdragen Fondsen voor Bestaanszekerheid Indien u wil weten welke bijdragen u aan de Fondsen voor Bestaanszekerheid moet betalen, kan u vrijblijvend contact opnemen met: Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf PATRONALE DIENST VOOR ORGANISATIE EN KONTROLE VAN DE BESTAANSZEKERHEIDSSTELSELS (PDOK) ZEGELSTELSEL Koningsstraat, 132 1000 BRUSSEL tel : 02/209.65.65 fax: 02/209.65.00 http://www.fsefbz.be Of Contactpersoon : Anja Perrault [email protected] Tel : + 0032 (0)2 54.55.639 Fax :+ 0032 (0)2 54.55.903 Verplichtingen van de werkgever1 Buitenlandse ondernemingen die voor de uitvoering van bouwwerken personeel detacheren naar België dienen de sectorale regeling van de getrouwheidszegel vastgelegd bij collectieve arbeidsovereenkomst te respecteren. De PDOK int de bijdrage voor de financiering van het voordeel. Ondernemingen gevestigd in de EER die in hun land van oorsprong aan een gelijkaardige regeling onderworpen zijn kunnen vrijgesteld worden van de betaling van de bijdrage. Een buitenlandse werkgever is onderworpen aan een gelijkaardige regeling, wanneer hij in toepassing van de regelingen van kracht in zijn land verplicht is om bovenop het normale loon hetzij een premie te betalen (doorgaans getrouwheids-, eindejaarspremie of 13e maand genoemd), hetzij bijdragen te betalen ter financiering van een dergelijke premie. In de regel betreft het een premie die jaarlijks wordt toegekend en waarvan het bedrag ongeveer overeenstemt met een maandwedde. De toekenning kan gekoppeld zijn aan voorwaarden van anciënniteit en aanwezigheid in de onderneming. Wanneer een onderneming een regeling als gelijkaardig wil inroepen die niet aan deze omschrijving beantwoordt, moet de onderneming de gelijkaardigheid omstandig en schriftelijk motiveren aan de PDOK. Op basis van de voorgelegde stukken zal deze dienst beslissen of de gelijkaardigheid al dan niet is bewezen. De buitenlandse onderneming, of zij nu aan een regeling gelijkaardig aan de getrouwheidzegel onderworpen is of niet, dient zich hoe dan ook bij de PDOK aan te melden. De onderneming ontvangt van de PDOK een inlichtingenformulier dat ze moet invullen en terugsturen. De onderneming duidt ook aan of ze aan een regeling gelijkaardig aan de getrouwheidszegel onderworpen is of niet. Na ontvangst van het formulier wordt aan de onderneming een inschrijvingsnummer toegekend. - De onderneming is aan een gelijkaardige regeling onderworpen De onderneming moet de gelijkaardige regeling omschrijven door enkele vragen daarover te beantwoorden. Indien de onderneming zich op een gelijkaardige regeling beroept, neemt de PDOK hiervan akte. Tenzij uit de overgemaakte stukken zou blijken dat de ingeroepen regeling niet gelijkaardig is of de motivering 1 Bij niet nakomen van deze verplichtingen zal de opdrachtgever inhoudingen doen op de factuur van de gelijkaardigheid die de onderneming verstrekt onvoldoende is, aanvaardt de PDOK dat de onderneming geen loonaangiften verricht en geen bijdragen betaalt. De onderneming moet echter steeds trimestrieel aan de PDOK een lijst overmaken met de identiteiten van de arbeiders die in België tewerkgesteld werden in de loop van het voorbije kwartaal. De vrijstelling van de loonaangifte en het betalen van de zegelbijdrage gebeurt steeds onder voorbehoud dat de diensten van “Toezicht van Sociale Wetten” geen vaststellingen doen waaruit zou blijken dat de regeling niet of niet correct wordt toegepast voor de periode van tewerkstelling in België. De PDOK kan daartoe het dossier overmaken aan de diensten van “Toezicht van Sociale Wetten” ten einde de realiteit en de naleving van de verplichting te laten controleren. - De onderneming is niet aan een gelijkaardige regeling onderworpen De onderneming dient na afloop van elk kalenderkwartaal (uiterlijk op het einde van de maand volgend op het kwartaal) aangifte te doen van de brutolonen (aan 100 %) van haar arbeiders voor hun arbeidsprestaties die zij tijdens het betrokken kwartaal in België hebben geleverd. De aangifte gebeurt via een specifiek aangifteformulier dat de PDOK aan de onderneming overmaakt. De werkgever dient aan de PDOK een bijdrage te betalen gelijk aan 9,12% van het bedrag van de aangegeven lonen en dit eveneens uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op het kwartaal waarvoor de bijdrage verschuldigd is. De bijdrage moet gestort worden op rekeningnummer 310-1322950-53. Betalingen vanuit het buitenland kunnen gebeuren via het rekeningnummer “IBAN : BE53 3101 3229 5053 – BIC : BBRU BE BB”. Recht voor de arbeid(st)ers van de buitenlandse ondernemingen. Voor zover zijn werkgever aangifte doet van de lonen en de verschuldigde bijdragen betaalt, ontvangt de naar België gedetacheerde arbeider effectief ook het voordeel van de getrouwheidszegel. De toekenning geschiedt eenmaal per jaar na afloop van het dienstjaar (1 juli – 30 juni). In de loop van de maanden september-oktober stuurt de PDOK daartoe naar de werkgever (of diens lasthebber of aangestelde in België) de getrouwheidskaarten met daarop het bedrag waarop de arbeider aanspraak kan maken. Het voordeel is gelijk aan 9% van het brutoloon verdiend voor de arbeidsprestaties in België tijdens het dienstjaar. De uitbetaling geschiedt op de volgende manieren: - Werkgever heeft een lasthebber of aangestelde in België o Arbeiders zijn nog aanwezig in België: De getrouwheidskaarten dienen via de werkgever overgemaakt te worden aan de arbeiders die de uitbetaling kunnen vragen bij de uitbetalingsinstellingen van de Belgische vakbonden of de PDOK. o Arbeiders zijn niet meer aanwezig in België: De lasthebber of aangestelde ontvangt de getrouwheidskaarten, maar hoeft ze niet noodzakelijk aan de onderneming over te maken. De kaarten kunnen door de lasthebber of aangestelde teruggestuurd worden naar de PDOK vergezeld van een lijst met melding van de identiteit van de arbeiders, hun juiste adres en hun buitenlands bankrekeningnummer (met vermelding van zowel het IBAN-nr als de BIC-gegevens!). De lasthebber of aangestelde is verantwoordelijk voor de juistheid van deze gegevens. Indien de arbeider niet over een bankrekening beschikt zal de uitbetaling via ‘circulaire cheque’ of ‘internationaal mandaat’ gebeuren. Onder geen enkel beding mag op de zegelkaart het rekeningnummer worden vermeld van de lasthebber of de aangestelde die de belangen van de onderneming behartigt! - Werkgever heeft geen lasthebber of aangestelde in België De werkgever ontvangt de getrouwheidskaarten en maakt ze over aan zijn arbeiders die de uitbetaling kunnen vragen bij de PDOK (of indien ze nog aanwezig zijn in België bij een uitbetalingsinstelling van de Belgische vakbonden). Voor de betaling door de PDOK stuurt de werknemer de kaart aan de PDOK terug met vermelding (indien nodig) van zijn juist adres en zijn bankrekeningnummer (met vermelding van zowel het IBAN-nr als de BIC-gegevens!). Indien de arbeider niet over een bankrekening beschikt zal de uitbetaling via ‘internationaal mandaat’ gebeuren. De weerverletzegels Naast de getrouwheidszegel kent het Fonds voor Bestaanszekerheid ook het voordeel van de weerverletzegel toe aan de bouwvakarbeiders. Het gaat om een forfaitaire premie ter compensatie van loonverlies in geval van onderbreking van een begonnen arbeidsdag wegens weerverlet. Buitenlandse ondernemingen en de arbeiders die zij naar België detacheren zijn ambtshalve niet onderworpen aan deze regeling. Maar, ingevolge deze niet onderwerping, dient de buitenlandse werkgever wel de algemene Belgische wettelijke bepalingen na te leven die de toekenning van een volledig gewaarborgd dagloon garanderen bij onderbreking van de arbeidsdag wegens weerverlet. Bouwsector : functieclassificatie (voor de indeling van de loonschalen) Categorie I Tot de categorie I behoren de arbeiders: de arbeiders die instaan voor de uitvoering van zeer eenvoudige werken, zoals de opruiming van de bouwplaats, het reinigen van de gebouwen en van de keet, alsmede de uitvoering van werken waarvoor geen enkele specialisatie vereist is, zoals voor het verplaatsen van materieel en materialen; de arbeiders die hun beroepsloopbaan beginnen en die geen bouwdiploma na voltijds onderwijs hebben behaald, alsook diegenen die een opleiding gevolgd hebben met vrucht in het kader van het Industrieel leerlingenwezen en de Alternerende bouwopleiding. Voor deze arbeiders evalueert de werkgever uiterlijk na 9 maand de graad van beroepsbekwaamheid en verhoogt, in geval van gunstige evaluatie, het loon tot minimaal dat van categorie I A. Categorie I A Tot de categorie I A behoren: de arbeiders bedoeld in artikel 5 die naar het oordeel van de werkgever blijk geven van een meer dan gemiddelde bekwaamheid; de arbeiders die hun beroepsloopbaan beginnen en die een bouwdiploma na voltijds onderwijs hebben behaald. Na 6 maand bedraagt hun loon minimaal dat van categorie II. Categorie II Tot de categorie II behoren de arbeiders die niet volledig vertrouwd zijn met één der in de artikelen 9 en 10 opgesomde beroepen. Behoren verder tot deze categorie: de arbeiders die bij de uitvoering van hun gewoon werk enige vaardigheid aan de dag leggen. Onder meer worden volgende taken door de arbeiders van categorie II uitgeoefend: Algemene bouwwerken: aanstampers van kasseiwerken; bestuurders van betonmengmachines; dekapeerders met zandstraal; gasfitters; gewone betonwerkers; gewone polijsters van beton; grondwerkers; helpermetselaars; helpers-mijnleggers; helpers-ovenmetsers; helpersplafonneerders; marmerpolijsters; nivelleerders-voorbereiders der bekisting (wegenwerken); slopers; spoorleggers; teerders; voegleggers bij stampmachines (wegenwerken); voorbereiders van gegoten asfalt; Werken in samengeperste lucht: boutenklinkers; cementspuiters; loodmateerders; Afbraak en/of verwijdering van asbest of van asbesthoudende materialen: arbeiders die specifieke beschermingsmiddelen gebruiken en die blootgesteld zijn aan het asbestrisico; Allerlei: bedieners van eenvoudige hijstoestellen; stokers van vaste of beweegbare stoommachines; voerlui. Categorie II A Tot de categorie II A behoren de arbeiders bedoeld in artikel 7 die naar het oordeel van de werkgever blijk geven van een meer dan gemiddelde bekwaamheid. In de ondernemingen van marmerbewerking en in de ondernemingen waar witte en blauwe steen wordt gehouwen, worden de arbeiders zoals bedoeld in artikel 7 beschouwd als arbeiders van de categorie II A. De chauffeurs van bedrijfsvoertuigen met een laadvermogen van minder dan 18 ton worden beschouwd als arbeiders van de categorie II A. Categorie III Tot de categorie III behoren de arbeiders die hun vak grondig kennen, welke kennis slechts verworven wordt dankzij een ernstige leertijd in de werkplaats, op de bouwplaats of in een vakschool, en dit vak sedert ten minste drie jaar met een normale vaardigheid en een normaal rendement uitoefenen. Dit driejarig tijdvak kan naar het oordeel van de werkgever worden verminderd: Voor de arbeiders die in het bezit zijn van een einddiploma, uitgereikt door een vakschool; Voor de afbrekers en verwijderaars van asbest of van asbesthoudende materialen. Voor zover aan bovenvermelde eisen is voldaan, worden onder meer volgende taken en beroepen door arbeiders van de categorie III uitgeoefend: Algemene bouwwerken: asfaltwerkers; asfalthakkers en asfalt-profielmeters van koolwaterstofbeton; bestuurders van mixerwagen; bestuurders van een voertuig met grindzuiger; betonpolijsters-specialisten; betonwerkerspecialisten; bevloerders; bouwslopersspecialisten; bestuurders van stamp- en trilmachines voor wegenwerken; bouwbeeldhouwers; behangers; cementeerders; gidsen van de bedienaar van grondwerkmachines; gipsvormers en kartonneerders; glazenmakers voor gewoon of kunstglas en spiegelplaatsers; heiers; ijzervlechters; kasseiers; lei- of pannendekkers; leggers-nivelleerders van waterleidingen; loodgieters-zinkbewerkers; marmerhouwers, marmermoeleerders en -plaatsers; metselaars; mijnleggers; mijnontstekers; monteerders van verluchtingsinstallaties; monteerders van thermische isolatie; mozaïekbewerkers; nivelleerders-spoorleggers; nivelleerders en leggers van kantstenen voor wegenwerken; paklaagzetters; parketleggers; plafonneerders; putgraversbeschoeiers; rioolkolkleggers-nivelleerders; rioolleggers-nivelleerders; rolluikmakers; smeden; schrijnwerkers; steigermakers; schilders; steenhouwers van witte of blauwe steen; tegelleggers; timmerlieden; timmerlieden-bekisters; timmerlieden voor galerijen; trapmakers; voegers; wittesteenzagers; zelfstandig werkende zager-bereider van stenen volgens plan; Werken in samengeperste lucht: sasmeester (voor het versassen van personeel); aangestelden voor de erektor; ringplaatsers; duikers; Allerlei: boorders (putten); kraanmannen; machinisten van mechanische werktuigen; machinisten van locomotieven; mecaniciens voor het onderhoud; monteerders van pylonen; peilers; plaatsers van bliksemafleiders. De bestuurders van motorvoertuigen met een nuttig draagvermogen van 18 ton en meer worden gelijkgesteld met arbeiders van de categorie III. De bestuurders van de andere vrachtwagens worden eveneens gelijkgesteld met arbeiders van de categorie III als zij ten minste 3 jaren ervaring hebben. Categorie IV Tot de categorie IV behoren de arbeiders wier beroepsbekwaamheid kennelijk hoger ligt dan die van de arbeiders van categorie III. Hun aantal ten opzichte van het totaal der arbeiders kan variëren naar gelang van de beschouwde beroepen, onder meer: a) in de ruwbouwondernemingen kan het aantal arbeiders van de categorie IV de verhouding van één op vijf tewerkgestelde arbeiders overtreffen, ongeacht de beroepsbekwaamheid van deze laatsten.De arbeiders die de onderstaande machines besturen, dienen evenwel, wanneer deze machines een vermogen ontwikkelen van minstens 50 PK, het loon van de arbeider van categorie IV te krijgen, als zij minstens twee jaar praktijk hebben (de praktijkperiode wordt tot één jaar teruggebracht voor arbeiders die in centra voor bestuurders van machines van burgerlijke bouwkunde erkend door het Fonds voor Vakopleiding voor het Bouwbedrijf, met succes vakcursussen of cursussen voor versnelde beroepsopleiding hebben gevolgd): asfaltgietmachines met doseerinrichting en silo's; drukwalsen op ballast banden, motorisch aangedreven of gesleept; dieseldumpers; emmergraafmachines op rupsbanden, diesel of elektrisch; portaalkranen; torenkranen met een minimumcapaciteit van 50 ton/m; wegenschaafmachines voor koolwaterstofverhardingen; dieselmotorscrapers met 2 of 3 assen, zelfladers, diesel of elektrisch; nivelleermachines met dieselmotor; lepelexcavatoren, grijpers of draglines, op rupsbanden, elektrisch, diesel of dieselelektrisch; lepelexcavatoren, grijpers of draglines op vrachtwagen gemonteerd; hydraulische bediende lepelexcavatoren en graafmachines, op rupsbanden of op vrachtwagen gemonteerd; grondverplaatsers en dieselladers, op rupsbanden of luchtbanden; duwtractoren op luchtbanden; dieselwalsrollen (type 'driewieler' of 'tandem') met gladde loopvlakken, motorisch aangedreven trilwalsen met gladde loopvlakken; trekkers op rupsbanden uitgerust met hydraulisch bediende angledozer of bulldozer, diesel, met handbediende of automatische overbrenging; trilafwerkmachines met effenaar voor betonwegen; trilafwerkmachines voor koolwaterstofverhardingen, met of zonder toevoerband, met of zonder laadtrechter; trilafwerkmachines voor cementbetonwegen. Worden eveneens beschouwd als arbeiders van de categorie IV: polyvalente arbeiders; ovenmetsers; de bestuurders van kranen op luchtbanden waarvan de luchtbanden noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werken op de bouwplaats; de werkhuismecaniciens werkzaam in het werkhuis of die herstellingen uitvoeren op de bouwplaats; de mecaniciens die voertuigen kunnen onderhouden en herstellen, de lassers, de elektriciens die tewerkgesteld zijn in de reparatie- en onderhoudswerkplaatsen van de ondernemingen evenals de elektriciens-installateurs die tewerkgesteld worden door de ruwbouwondernemingen die meewerken aan de inrichting en het onderhoud van bouwplaatsen, voorzover zij voldoen aan de in de artikelen 9 en 10 gestelde voorwaarden; de bedienaars van teersproeimachines op vrachtwagen voor bestrijking. b) in de dakbedekkingsondernemingen kan het aantal arbeiders van de categorie IV de verhouding van één op drie tewerkgestelde arbeiders overtreffen, ongeacht de beroepsbekwaamheid van deze laatsten; c) in de ondernemingen voor het plaatsen van sanitaire installaties, gasverwarmingsinstallaties, de ondernemingen van lood- en zinkbewerking, kan het aantal arbeiders van de categorie IV, de verhouding van één op vier tewerkgestelde arbeiders overschrijden, ongeacht de beroepsbekwaamheid van deze laatsten; d) in de tegelzettersondernemingen, al de zogenaamde 'tegelplaatsers-plaatsers van gleiswerk'; e) in de ondernemingen voor het plaatsen van centrale verwarmingsinstallaties, nijverheidsventilatie en -leidingen: al de monteerders-lassers; f) in de ondernemingen voor stukadoors-, cement- en voegwerk en in die waar ornemanisten en stafwerkers tewerkgesteld zijn: de geschoolde arbeiders 'stukadoorsafschrijvers van lijstwerk' en 'similistukadoors' genaamd.Onder 'afschrijver van lijstwerk' wordt verstaan de arbeider die de nodige bekwaamheid bezit om zelf het lijstwerk af te schrijven en uit te voeren en hiertoe al het nodige te doen. g) in de ondernemingen voor afbraak en/of verwijdering van asbest of van asbesthoudende materialen: de arbeiders die zelfstandig de werkplaats kunnen klaarmaken. Graad van beroepsbekwaamheid van de arbeiders die zekere taken of functies eigen aan het werk van stortklaar beton uitvoeren De taken en functies van de arbeiders die zich bezighouden met de bereiding of het vervoer van stortklaar beton en met het onderhoud worden beloond aan het niveau dat tegenover hun kwalificatie staat: a) arbeiders die zich bezighouden met de bereiding en/of vervoer van stortklaar beton: categorie I: werklui belast met het schoonmaken van binnenplaatsen, lokalen, eetzalen, sanitair, transportbanden en garages; categorie II: laders, lossers; categorie III: hulp bij de productie, hulp bij de pomp, hulplaborant; categorie IV min 0,025 EUR: chauffeur mixervrachtwagen, pompbedienaar, indien minder dan 2 jaar ervaring in de functie; categorie IV: chauffeur mixervrachtwagen, pompbedienaar, indien 2 jaar ervaring in de functie; categorie IV: chauffeur bulldozer, kraanmachinist, doseerder, dispatcher, geschoolde laborant met een erkend certificaat in de basiskennis in de betontechnologie; leidinggevend personeel: zie artikel 20. b) arbeiders voor het onderhoud: minstens categorie III (te bepalen door de onderneming naar gelang de bekwaamheid): beginnend mecanicien, invetter; categorie IV: mecanicien, algemeen mecanicien; minstens categorie IV (te bepalen door de onderneming naar gelang de bekwaamheid): bivalent mecanicien, mecanicien elektricien, mecanicien dieselist; leidinggevend personeel: zie artikel 20. c) schippermotoristen: categorie IV (cf. aanvullende overeenkomst baggerwerken). Beoordeling van de beroepsbekwaamheid Alleen de werkgever oordeelt de graad van beroepsbekwaamheid van ieder bij hem in dienst zijnde arbeider. De werkgever bepaalt ook het hiermee overeenstemmende loon op grond van de schaal der regelingslonen. BIJLAGE FONDS VOOR BESTAANSZEKERHEID VAN WERKLIEDEN UIT HET BOUWBEDRIJF PATRONALE DIENST VOOR ORGANISATIE EN KONTROLE VAN DE BESTAANSZEKERHEIDSSTELSELS (PDOK) Vereniging zonder winstoogmerk ZEGELSTELSEL LOMBARDSTRAAT 34-42 – 1000 BRUSSEL Fax + 32 (0)2 54.55.903 AANVRAAG OM INSCHRIJVING OF HERINSCHRIJVING VAN BUITENLANDSE ONDERNEMINGEN. 1. Identificatiegegevens van de werkgever: Naam firma: Adres: (ev.) BTW-nummer (in België): Telefoonnummer: Faxnummer: E-mail: 2. Identificatiegegevens van de lasthebber of aangestelde (natuurlijke of rechtspersoon) in België (facultatief): Naam: Adres: Telefoonnummer: Faxnummer: E-mail: 3. Identificatiegegevens van het erkend sociaal secretariaat waarbij de firma eventueel is aangesloten in België (facultatief): Naam: Adres: 4. Gegevens over de tewerkstelling in België: Begin van de tewerkstelling: Voorziene duur van de tewerkstelling: Plaats waar de arbeidsprestaties worden geleverd in België: Aard van de activiteiten (nauwkeurige omschrijving): …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… 5. Identificatiegegevens van de opdrachtgever : Benaming: Adres BTW nr.: RSZnr.: Ondernemingsnr. Telefoonnummer: Faxnummer: E-mail: 6. Gegevens over de in België tewerkgestelde arbeiders: Aantal arbeiders: Per arbeider: Naam, adres; geboortedatum, nr. identiteitsdocument 7. Gegevens over een eventuele gelijkaardige regeling: a) Indien Uw onderneming een Nederlandse onderneming is, die in Nederland onderworpen is aan de CAO voor het Bouwbedrijf of een Duitse onderneming is, die een attest, afgeleverd door ULAK kan voorleggen, waaruit blijkt dat deze in Duitsland een gelijkaardige premie betaalt aan de werknemers, dient rubriek 7c) van de vragenlijst niet te worden ingevuld. b) De werkgever, vermeld onder 1, is voor de arbeiders, vermeld onder 6, in toepassing van de regelingen van zijn land van vestiging onderworpen aan een regeling gelijkaardig aan de getrouwheidszegel: Ja neen c) Indien ja, moeten de volgende vragen beantwoord worden (*) : Hoeveel bedraagt de premie die de arbeider ontvangt ? - een vast bedrag : …………………………………… een % van het loon: ……………………………….. Hoe wordt de premie betaald ? - rechtstreeks door de werkgever zelf onrechtstreeks via de betaling van een bijdrage naam instelling belast met de inning van die bijdrage : …………………………………………. Welke is de periodiciteit van betaling? - Jaarlijks andere periodiciteit: ……….. - Welk is de tekst waarin deze regeling is opgenomen (wet, besluit, reglement, CAO, …): ……………………………………………………………………………………………………………………… (Kopie van deze tekst dient als bijlage toegevoegd te worden). Datum : Contactpersoon : Anja Perrault [email protected] Tel : + 0032 (0)2 54.55.639 Fax :+ 0032 (0)2 54.55.903 Handtekening :