Regio in beeld 2013 Arbeidsmarktschets Noordoost-Brabant Samenvatting In 2014 wordt voor het eerst weer een, beperkte, groei van de economie verwacht. Dit vertaalt zich nog niet direct in een toename van het aantal banen. In 2014 is er weer een stijging van het aantal vacatures, maar het aantal geregistreerde werkzoekenden neemt eerst nog toe. Op termijn ontstaan in Noordoost-Brabant meer kansen op de arbeidsmarkt door economisch herstel, vergrijzing, beperkte instroom van schoolverlaters en mobiliteit werkzoekenden. Verdere krimp werkgelegenheid Zorg & welzijn, zakelijke diensten, industrie en detailhandel zijn in de arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant belangrijke sectoren. Van de in totaal circa 298.000 banen zijn er 173.000 in deze sectoren vertegenwoordigd (58%). Het aandeel van de banen in de sectoren industrie, bouwnijverheid en groothandel is ten opzichte van het Nederlands gemiddelde hoog. Dit maakt Noordoost-Brabant een zeer conjunctuurgevoelige regio. Na een aantal jaren van economische krimp wordt pas in 2014 weer groei verwacht. Ook dit jaar wordt nog een krimp van de werkgelegenheid verwacht in vrijwel alle sectoren. Uitzondering is de sector zorg & welzijn waar het aantal banen (licht) groeit. In 2014 laten in Noordoost-Brabant, naast zorg & welzijn, de zakelijke dienstverlening en de groothandel als eerste sectoren weer werkgelegenheidsgroei zien. Stagnatie vacatures In de periode van juli 2012 tot juli 2013 is het aantal nieuwe vacatures in Noordoost-Brabant beduidend kleiner dan in de vier kwartalen daarvoor. In die periode zijn circa 23.000 vacatures ontstaan, ruim 3.500 minder dan het jaar ervoor (-17%). Naar verwachting is het aantal nieuwe vacatures in 2014 hoger dan in 2013. Vooral vervangingsvraag ontstaan door verloop van personeel. De meeste vacatures in Noordoost-Brabant zijn in 2012/2013 ontstaan in de detailhandel, zakelijke diensten (waaronder uitzendbureaus), zorg & welzijn en industrie. Vooral de detailhandel heeft veel nieuwe vacatures en is oververtegenwoordigd in de regionale vacaturemarkt. In de sector onderwijs is een lichte groei van het aantal vacatures. In Noordoost-Brabant is 40% van alle vacatures op laag niveau. Dit sluit aan bij de werkzoekenden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. De meeste nieuwe vacatures op lager niveau komen voor in de detailhandel, gevolgd door zakelijke diensten, industrie, transport en horeca. Veel van deze vacatures zijn tijdelijk en/of deeltijdvacatures en worden via uitzendbureaus door scholieren en studenten ingevuld. Voor werkzoekenden met een middelbare opleiding zijn in deze regio vooral kansen in de detailhandel, zorg & welzijn, zakelijke diensten en industrie. Het verwachte economisch herstel zorgt pas na 2014 voor minder werkzoekenden. In eerste instantie leidt de aantrekkende economie tot een toename van arbeidsproductiviteit, pas later tot meer banen. Jongeren tot 27 jaar vormen een klein deel (11%) van alle geregistreerde werkzoekenden, maar de instroom aan nieuwe werkzoekenden bestaat voor ruim 23% uit jongeren tot 27 jaar. Zij beschikken vaker over een flexibel contract en een kort arbeidsverleden, waarmee hun positie in economisch slechte tijden kwetsbaar is. Zodra het economisch herstel optreedt, nemen de uitstroommogelijkheden voor werkzoekenden toe. Het ROA verwacht knelpunten in de personeelsvoorziening voor werkgevers – en daarmee goede tot zeer goede perspectieven voor werkzoekenden - in vooral technische en zorgberoepen. Ook voor beroepen die veelvuldig onder werkzoekenden in Noordoost-Brabant voorkomen, zoals bouwvakkers, interieurverzorgers en chauffeurs zijn de perspectieven goed. Vergrijzing en ontgroening zorgen op middellange termijn voor een verdere toename van uitstroommogelijkheden. Door de vergrijzing verlaten de komende tien jaar in Noordoost-Brabant bijna 38.000 mensen de arbeidsmarkt. Binnen zorg & welzijn verlaten ongeveer 8.300 55-65 jarigen deze sector, ook is er sprake van een toenemende zorgvraag als gevolg van de vergrijzing. Uitdagingen voor de arbeidsmarkt van de toekomst Verwacht economisch herstel, vergrijzing, beperkte instroom van schoolverlaters en mobiliteit bieden werkzoekenden op termijn meer kansen op de arbeidsmarkt. In Noordoost-Brabant is de ambitie om op een aantal speerpuntsectoren, techniek, zorg, service en food & feed versterkt in te zetten. Daartoe werken de gemeenten in deze arbeidsmarktregio op een twintigtal beleidsterreinen, waaronder economie en arbeidsmarkt, nauw samen. Om de doelstellingen en ambities te kunnen realiseren, wordt ook de werkgeversdienstverlening gecoördineerd. In twee regionale WerkgeversServicePunten, Oost-Brabant en De Meijerij, bundelen UWV, gemeenten, flexorganisaties en SW-bedrijven hun krachten om gezamenlijk jongeren, arbeidsgehandicapten en overige werkzoekenden te plaatsen bij werkgevers. Op termijn kansen voor werkzoekenden De economische recessie heeft gezorgd voor een toename met 28% (landelijk 35%) van de geregistreerde werkzoekenden. Regio in beeld, arbeidsmarktschets Noordoost-Brabant 1 Verdere krimp werkgelegenheid Na een voorzichtig herstel van de economie in 2010 en de eerste helft van 2011, kromp de Nederlandse economie vanaf de tweede helft van 2011 opnieuw. Pas in 2014 wordt er weer economische groei verwacht. Dit jaar wordt in Noordoost-Brabant daarom nog een krimp van de werkgelegenheid verwacht. De werkgelegenheid krimpt in vrijwel alle sectoren. Uitzondering is de sector zorg & welzijn waar het aantal banen (licht) groeit. Veel banen in zorg & welzijn, zakelijke diensten, industrie en detailhandel Zorg & welzijn, zakelijke diensten, industrie en detailhandel zijn in arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant belangrijke sectoren. Van de in totaal circa 298.000 banen in Noordoost-Brabant zijn er 173.000 in deze sectoren vertegenwoordigd (58%). Ten opzichte van Nederland valt op dat het aandeel banen in de industrie en bouwnijverheid hoog is. Dit maakt Noordoost-Brabant een conjunctuurgevoelige regio. Als er sprake is van een (wereldwijde) economische recessie wordt dat in Noordoost-Brabant al snel gevoeld. Gaat het economisch weer beter, dan merkt Noordoost-Brabant dat ook weer als één van de eersten. Afbeelding 1: Werkgelegenheid per sector: omvang, aandeel en ontwikkeling Noordoost-Brabant, 2012 5% Groei 4% ontwikkeling werkgelegenheid 3% Zorg en welzijn 2% 1% Transport 0% ICT Onderwijs Groothandel -1% Detailhandel Overige diensten -2% Zakelijke diensten -3% Horeca Landbouw Industrie Financiële diensten Krimp -4% Openbaar bestuur Bouwnijverheid -5% ondervertegenwoordiging t.o.v. Nederland oververtegenwoordiging t.o.v. Nederland Bron: UWV Bovenstaande afbeelding geeft een beeld van de omvang en ontwikkeling van de werkgelegenheid in NoordoostBrabant per sector in 2012. De afbeelding geeft drie zaken weer. Hoe groter de bol hoe hoger het aantal banen in de betreffende sector. In totaal waren er in 2012 ongeveer 315.000 banen. Boven de horizontale lijn is er sprake van groei van de werkgelegenheid; daaronder is sprake van krimp. De verticale lijn markeert de situatie waarin het aandeel van een sector in de regio gelijk is aan het aandeel van een sector in Nederland. Links van die lijn is het regionale aandeel kleiner; rechts van die lijn is het regionale aandeel van die sector groter. Regio in beeld, arbeidsmarktschets Noordoost-Brabant Het kwadrant rechtsboven laat sectoren zien, die belangrijk zijn voor de regio (oververtegenwoordigd) en die groeien. Kortom, de meest gunstige positie voor de regio. Geen enkele sector bevindt zich in dit kwadrant. Het kwadrant rechtsonder brengt sectoren in beeld van belang voor de regio, waar sprake is van krimp van werkgelegenheid. Hierin bevinden zich industrie en bouwnijverheid. Deze sectoren hebben een behoorlijk aandeel in de werkgelegenheid, maar hebben ook te maken met een krimp van banen. De industrie is zeer conjunctuurgevoelig, gericht op export en beweegt mee met de wereldeconomie. De bouwnijverheid is eveneens conjunctuurgevoelig en beweegt mee met de Nederlandse economie. De sectoren in het kwadrant linksonder krimpen en zijn ondervertegenwoordigd, hoewel zakelijke diensten voor de regio een grote sector is. Openbaar bestuur kende een forse krimp van het aantal banen, maar is een vrij kleine sector. Het kwadrant linksboven laat sectoren zien die groeien, maar ook ondervertegenwoordigd zijn ten opzichte van Nederland. Zorg & welzijn bevindt zich in dit kwadrant. In feite is zorg & welzijn de enige sector waar het aantal banen groeide. In de sectoren ICT, transport, detailhandel en onderwijs was er nauwelijks sprake van krimp, noch van groei. Structurele krimp in industrie Het aantal banen in de industrie krimpt structureel. Al sinds 2008 blijkt het aantal banen in de Nederlandse industrie ieder jaar te dalen. Dit is in lijn met de algemene trend: afname van industriële werkgelegenheid, verplaatsing van eenvoudige en grootschalige productieactiviteiten en toename van de arbeidsproductiviteit. Binnen de industrie is in Noordoost-Brabant de procesindustrie prominent aanwezig. De belangrijkste subsectoren in de procesindustrie zijn de voedings- en genotmiddelenindustrie en de chemie. Subsectoren die zich relatief gezien wat kunnen onttrekken aan de economische krimp. Op langere termijn worden vooral in de sectorspecifieke beroepen, zoals procestechniek en laboratoriumtechniek, behoorlijke tekorten verwacht. Dit ontstaat onder andere door vergrijzing en ontgroening. Daar komt bij dat het startkwalificatieniveau in de sector verschuift van mbo-1/2 naar mbo-3/4 niveau. Naast structurele personeelstekorten zorgt dit ook voor grotere kwalitatieve discrepanties. Een belangrijke speerpuntsector voor Noord-Brabant, maar voor Noordoost-Brabant in het bijzonder, is de Life science en medische technologie. Deze sector bestaat uit grofweg uit 3 relevante onderdelen, namelijk: geneesmiddelenontwikkeling, medische technologie en biomedische wetenschap. In deze sector is een goede combinatie van kennis en kunde aanwezig. Brabant als geheel doet het dan ook goed in deze sector. Gemengd beeld in de zakelijke dienstverlening De zakelijke dienstverlening is een bont gezelschap van subbranches: van makelaars tot toeristisch medewerkers, van woningcorporaties tot ICT-bedrijven. Ook schoonmaak en uitzendbureaus behoren tot de zakelijke dienstverlening. Er is veel kleinschalige werkgelegenheid in deze sector. De zakelijke dienstverlening is tot aan de economische crisis fors gegroeid. Door de economische crisis maakte de zakelijke dienstverlening een turbulente periode 2 door waarin veel arbeidsplaatsen verloren zijn gegaan. De negatieve ontwikkelingen in de jaren 2009 en 2010 zijn de som van negatieve ontwikkelingen door de teruggang van marketingbureaus, makelaars, notarissen en de ingenieurs- & architectenbureaus als gevolg van de malaise in de bouwsector waarvan deze sectoren sterk afhankelijk zijn. Tegenover de ‘negatieve subsectoren’ staan ook positieve. Zo hebben accountants- en advocatenkantoren de recessie relatief goed doorstaan en wordt in de ICT-sector een groei van de werkgelegenheid verwacht. Een aantal branches, schoonmaak en beveiliging, maken deel uit van het speerpunt ‘services’ binnen het uitvoeringsprogramma 5* Noordoost Brabant Werkt!. Zorg en welzijn: geen algemene tekorten De zorg is één van de grootste sectoren van Nederland: er werken ruim 1,1 miljoen mensen. De verpleging, verzorging & thuiszorg (VVT) is de grootste branche. De geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en de ziekenhuizen bieden relatief veel werkgelegenheid op de hogere niveaus (hboplus), de VVT op de lagere niveaus. De gehandicaptenzorg neemt een tussenpositie in. De afgelopen jaren groeide de werkgelegenheid in de zorg gestaag. Ook de komende jaren groeit de behoefte aan zorg, als gevolg van de vergrijzing. Onduidelijkheid over de effecten van recente maatregelen om de zorgkosten te beheersen (in begrotings- en regeerakkoord) maakt prognoses over de werkgelegenheidsontwikkeling in de zorg op dit moment onzeker. Het Centraal Planbureau (CPB) voorziet nog wel werkgelegenheidsgroei in de zorg, maar minder dan zonder deze maatregelen het geval zou zijn geweest. In de sector, vooral de VVT, wordt rekening gehouden met gedwongen ontslagen. In algemene zin lijkt de werkgelegenheid in de zorg op de lagere niveaus af te nemen en op de hogere niveaus (vanaf mbo-3) toe te nemen. Op dit moment zijn er geen generieke personeelstekorten. Wel zijn er tekorten in specifieke segmenten. Voor bepaalde beroepsgroepen, bijvoorbeeld gespecialiseerde verpleegkundigen (zoals diabetes- of kinderverpleegkundigen), of arts-specialisten (spoedeisende hulp, verpleeghuis, artsen verstandelijk gehandicapten) is de arbeidsmarkt krap. Voor zorgberoepen op de lagere niveaus is de arbeidsmarkt aanzienlijk ruimer. De komende jaren doen zich evenmin grote tekorten in de zorg voor. Er worden wel tekorten aan verzorgenden verwacht, al is de omvang daarvan onzeker vanwege de maatregelen in het regeerakkoord. Ook voor andere beroepen in de zorg (bijvoorbeeld artsen en apothekers) worden tekorten voorzien. Voor de lagere zorgniveaus (helpenden en zorghulpen) worden overschotten verwacht. Op de langere termijn – na 2015 – groeien de tekorten door de toenemende vergrijzing. De welzijnssector bestaat uit welzijn & maatschappelijke dienstverlening, jeugdzorg en kinderopvang. Voor deze sector geldt dat er momenteel overschotten aan personeel bestaan. Een groot overschot bestaat er voor personeel in de kinderopvang. De kinderopvang heeft het momenteel moeilijk. Door overheidsbezuinigingen is het voor ouders duurder om hun kind naar de kinderopvang te brengen. Daarnaast is de werkloosheid gestegen, waardoor (werkloze) ouders minder vaak gebruik maken van kinderopvang. Regio in beeld, arbeidsmarktschets Noordoost-Brabant De vooruitzichten voor deze branches zijn matig. Gunstige perspectieven in de detailhandel De detailhandel ondervindt direct de gevolgen van de economische recessie. Consumenten zijn somber gestemd en besparen waar mogelijk op hun uitgaven. De detailhandel laat dan ook een tweedeling zien: waar de foodsector te maken heeft met een stijgende omzet, daalt de omzet in de non-foodsector (ING Economisch Bureau 28-01-2013). Desondanks kent de sector detailhandel veel vacatures en een hoge vacaturegraad. De perspectieven op werk in de detailhandel zijn voor alle niveaus gunstig. Omdat voor de meeste vacatures in de detailhandel geldt, dat ondernemers weinig tot geen werkervaringeisen stellen, geldt dat er goede instroomkansen in de sector aanwezig zijn voor schoolverlaters en (aankomend) verkoopmedewerkers op de niveaus 1 en 2. Ook voor de hogere mbo-niveaus, verkoopspecialisten, filiaal- en afdelingsmanagers zijn er goede perspectieven. Daarnaast biedt de opkomst van webwinkels perspectief op nieuwe soorten banen die goed aansluiten bij jongeren die slim en snel met internet kunnen omgaan. Ook in de logistieke sfeer ontstaat, vanwege de veranderingen in de aanvoerkanalen nieuwe banen (bezorgen en transport). Dat betekent dat in de detailhandel perspectieven aanwezig zijn voor functies waarvoor mbo-2 volstaat. Verwachte krimp van de werkgelegenheid Voor 2013 en 2014 wordt krimp van de werkgelegenheid verwacht. Deze krimp doet zich echter niet meer in alle sectoren voor. Afbeelding 2: Verwachte ontwikkeling werkgelegenheid Noordoost-Brabant, 2013-2014 Totaal Openbaar bestuur Financiele dienstverlening Industrie Agrarische sector Transport Detailhandel Bouwnijverheid Onderwijs Overige diensten Horeca Informatie en communicatie Groothandel Zorg/welzijn Zakelijke dienstverlening -4% -3% -2% -1% Nederland 0% 1% 2% Noordoost-Brabant Bron: UWV Het aantal banen in de sector zorg & welzijn groeit licht en neemt naar verwachting toe van 48.700 banen eind 2012 tot 49.300 eind 2014. De toename van het aantal banen in deze sector is al meerdere jaren zichtbaar. Verwacht wordt dat deze trend de komende jaren doorzet. De toename is echter wel lager dan voorgaande jaren. De sectoren openbaar bestuur en financiële dienstverlening laten een forse krimp zien. Voor openbaar bestuur is de krimp een gevolg van overheidsbezuinigingen. De financiële dienstverlening heeft nog altijd te lijden onder de herstructurering van deze sector. De daling in de industrie heeft onder meer te maken met een structurele krimp als gevolg van voortgaande automatisering en verplaatsing van productie. 3 Stagnatie vacatures het gebruik van meer en kortere tijdelijke contracten zorgt voor meer bewegingen op de arbeidsmarkt. In principe biedt dat meer kansen op werk voor werkzoekenden, ook voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. In de periode van juli 2012 tot juli 2013 is het aantal nieuwe vacatures in Noordoost-Brabant beduidend kleiner dan in de vier kwartalen daarvoor. Deze periodes worden hierna kortweg aangeduid als 2012/2013 respectievelijk 2011/2012. Niet alleen in totaal, maar ook per kwartaal is het aantal vacatures in 2012/2013 kleiner dan een jaar eerder. De daling in Noordoost-Brabant is sterker dan gemiddeld in Nederland. Die dalende tendens zet zich in 2013 nog verder voort. Bescheiden economische groei leidt in 2014 tot meer tijdelijk werk, meer baanwisselingen en meer vacatures. Minder vacatures In 2012/2013 zijn in Noordoost-Brabant bijna 21.000 vacatures ontstaan. Dat zijn er circa 5.000 minder dan het jaar ervoor (-20%). Afbeelding 3 laat in 2011 en 2012 een seizoenspatroon zien waarbij in het tweede kwartaal het aantal vacatures toeneemt, gevolgd door een daling in het derde en vierde kwartaal. Door de economische crisis liggen de aantallen nieuwe vacatures in 2012 in elk kwartaal lager dan in hetzelfde kwartaal in 2011. In het vierdekwartaal van 2012 bereikte het aantal nieuwe vacatures het laagste niveau van de afgelopen twee jaar. Afbeelding 3: Ontwikkeling nieuwe vacatures Meeste vacatures in detailhandel, zakelijke diensten, zorg & welzijn en industrie De meeste vacatures in Noordoost-Brabant zijn in 2012/2013 ontstaan in de detailhandel, zakelijke diensten (waaronder uitzendbureaus), zorg & welzijn en industrie. Noordoost-Brabant heeft naar verhouding weinig vacatures in onder andere horeca, zorg & welzijn en zakelijke diensten. Vooral de detailhandel drukt een stevig stempel op deze arbeidsmarktregio. De detailhandel heeft veel nieuwe vacatures en is oververtegenwoordigd in de regionale vacaturemarkt. In vrijwel alle sectoren is het aantal vacatures in 2012/2013 gekrompen. Alleen de kleinere sector onderwijs laat een lichte groei zien. Afbeelding 4 geeft een beeld van de omvang en ontwikkeling van het aantal nieuwe vacatures in Noordoost-Brabant per sector in 2012/2013. Hoe groter de bollen, hoe meer vacatures. De horizontale lijn is de scheiding tussen groei (erboven) of krimp (eronder) van het aantal vacatures. De verticale lijn markeert de situatie waarin het aandeel van een sector in de regionale vacaturemarkt gelijk is aan het aandeel van een sector in heel Nederland. Links van die lijn is het regionale aandeel van een sector kleiner, rechts van die lijn groter. Noordoost-Brabant, 2011-2013 Afbeelding 4: Nieuwe vacatures per sector 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 Noordoost-Brabant, 2012/2013 10% Onderwijs 5% 0% Q2 Q3 2011 Q4 Q1 Q2 Q3 2012 Q4 Q1 2013 Bron: UWV In 2014 meer vacatures door meer dynamiek Door de langdurige crisis zijn de aantallen banen en vacatures de afgelopen jaren fors afgenomen. Het aantal nieuwe vacatures in Noordoost-Brabant is naar verwachting in 2014 hoger dan in 2013. Vervangingsvraag ontstaat nog door (natuurlijk) verloop van personeel, al kunnen er bij vervangingsvraag wel kwalitatief andere eisen worden gesteld aan nieuw personeel. Uitbreidingsvraag is er nauwelijks. Economische groei leidt met vertraging tot extra banen, maar zorgt al eerder voor meer dynamiek op de arbeidsmarkt. Meer mensen durven weer van baan te veranderen. De mobiliteit van werk naar werk neemt daardoor toe. In eerste instantie verhogen ondernemers de bezettingsgraad en de arbeidsproductiviteit. Daar staat tegenover dat het effect van labour hoarding goeddeels is uitgewerkt. In het begin van de crisis werd personeel zo lang mogelijk in dienst gehouden. Een deel van die mensen heeft later alsnog zijn baan verloren en bedrijven werken nu met een zo klein mogelijke bezetting. Hoe kleiner de overcapaciteit aan personeel in 2014 is, hoe eerder werkgevers bij economisch herstel behoefte aan nieuwe mensen krijgen. Ook Regio in beeld, arbeidsmarktschets Noordoost-Brabant Transport -5% Q2 ontwikkeling vacatures Q1 ICT -10% Overige diensten -15% -20% Zakelijke diensten -25% Zorg/welzijn -30% Openbaar bestuur -35% -40% Horeca Industrie Detailhandel Groothandel Bouw Landbouw Financiële diensten -45% ondervertegenwoordiging | oververtegenwoordiging t.o.v. Nederland t.o.v. Nederland Bron: UWV Vergelijking met afbeelding 1 van de werkgelegenheid laat overeenkomsten en verschillen zien. Een overeenkomst betreft het belang van de industrie. Ondanks krimp is deze nog altijd relatief groot in omvang en sterk oververtegenwoordigd in de regio. Transport en onderwijs zijn daarentegen in de banen ondervertegenwoordigd, maar in de vacatures juist oververtegenwoordigd. De bouw laat net als bij de banen een forse krimp zien van het aantal vacatures. 4 Vacatures voor lager opgeleiden vooral in detailhandel, zakelijke diensten en industrie In de vorige paragraaf hebben we gezien dat in de detailhandel, zakelijke diensten (incl. uitzendbureaus), zorg & welzijn en industrie in Noordoost-Brabant de meeste vacatures ontstaan. Afbeelding 5 toont het aantal nieuwe vacatures per sector, onderverdeeld naar beroepsniveau: laag (ongeschoold/vmbo), middelbaar (mbo/havo/vwo) en hoog (hbo/wo). De grafiek geeft daarmee nader inzicht in de kansen van werkzoekenden op werk naar beroepsniveau. Onder de werkzoekenden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt bevinden zich veel elementair en lager opgeleiden. In Noordoost-Brabant is 40% van alle nieuwe vacatures op laag niveau. De meeste nieuwe vacatures op lager niveau komen voor in de detailhandel, gevolgd door zakelijke diensten, industrie, transport en horeca. Veel van deze vacatures zijn tijdelijk en/of deeltijdvacatures en worden via uitzendbureaus door scholieren en studenten ingevuld. tekorten aan personeel op. Bekende voorbeelden hiervan zijn de ICT en de techniek. Deze deelmarkten hebben al langer te maken met schaarste. Om deze knelpunten op te lossen gaat een groter deel van de werkgevers zich op werving in het buitenland richten. Dit wordt nog sterker op het moment dat de Nederlandse economie aantrekt. Grootste vraag naar economisch-administratief en verzorgend & dienstverlenend personeel Afbeelding 6 geeft inzicht in het aantal nieuwe vacatures naar beroepsniveau en beroepsklasse. In de meeste vacatures wordt gevraagd naar economisch-administratief personeel (alle niveaus) en dienstverlenend & verzorgend personeel (laag en middelbaar niveau). Daarnaast is er ook een aanzienlijke behoefte aan technisch & industrieel personeel (alle niveaus), transportpersoneel (laag niveau) en informatica personeel (middelbaar en vooral ook hoger niveau). Afbeelding 6: Nieuwe vacatures per beroepsgroep naar beroepsniveau Noordoost-Brabant, 2012/2013 Afbeelding 5: Nieuwe vacatures per sector naar beroepsniveau Noordoost-Brabant, 2012/2013 Economisch-administratieve beroepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen Technische en industrieberoepen Detailhandel Transportberoepen Zakelijke diensten Zorg/welzijn Informatica beroepen Industrie Medische en paramedische beroepen Groothandel Pedagogische beroepen Onderwijs Sociaal-culturele beroepen Transport Horeca Agrarische beroepen ICT Openbare orde- en veiligheidsberoepen Bouw 0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 Financiële diensten Overige diensten laag middelbaar hoog Landbouw Bron: UWV Openbaar bestuur 0 500 1.000 1.500 laag 2.000 2.500 3.000 3.500 middelbaar 4.000 4.500 5.000 hoog Bron: UWV Ruim een derde van de vacatures komt op middelbaar niveau voor. Voor werkzoekenden met een middelbare opleiding zijn er in deze regio vooral kansen in de detailhandel, zorg & welzijn, zakelijke diensten en industrie. In deze regio komen verhoudingsgewijs evenveel nieuwe vacatures (25%), voor hoger opgeleide werkzoekenden voor als landelijk (25%). Vacatures voor deze werkzoekenden zijn vooral te vinden in de zakelijke diensten (onder meer specialistische zakelijke dienstverlening), onderwijs en zorg & welzijn. Dat het aantal nieuwe vacatures ten gevolge van de crisis terugloopt en de arbeidsmarkt ruim is, wil nog niet zeggen dat er geen moeilijk in te vullen vacatures zijn. Binnen bepaalde deelmarkten treden naast overschotten eveneens Regio in beeld, arbeidsmarktschets Noordoost-Brabant De kans op vast werk voor een werkzoekende, hangt niet alleen af van de beschikbaarheid van vacatures. Ook andere factoren spelen een rol, zoals de groeiende inzet door werkgevers van flexwerkers en zzp’ers. De daling van het aandeel vaste werknemers is een structurele verandering in de vraag naar personeel, die zich de komende jaren verder voortzet. Eén van de belangrijkste factoren, die van invloed is op de kans op werk, is de aanwezigheid van concurrerend aanbod op de arbeidsmarkt. De aanbodzijde van de arbeidsmarkt wordt in het volgende hoofdstuk besproken. 5 Op termijn kansen voor werkzoekenden De economische recessie van de afgelopen jaren zorgt voor minder werkgelegenheid, minder vacatures en meer werkzoekenden in Noordoost-Brabant. De structuur en opbouw van de regionale werkgelegenheid zorgt voor een zeer ruime arbeidsmarkt met beperkte kansen voor werkzoekenden. Verwacht economisch herstel, vergrijzing, beperkte instroom van schoolverlaters en mobiliteit bieden werkzoekenden op termijn meer kansen op de arbeidsmarkt. Geregistreerde werkzoekenden toegenomen Het aantal niet-werkende werkzoekenden (nww), vanaf hier geregistreerde werkzoekenden genoemd, in Noordoost-Brabant is het afgelopen jaar fors toegenomen. De economische recessie heeft voor een toename van geregistreerde werkzoekenden met 28% gezorgd; lichtpuntje is dat het minder dan het landelijke gemiddelde is van 35%. Eind juni 2013 bedraagt het aantal geregistreerde werkzoekenden 19.118 personen. tie leidt de aantrekkende economie tot een toename van arbeidsproductiviteit, pas later tot meer banen. Afbeelding 8 laat het verwachte nww-percentage eind 2014 zien voor de verschillende arbeidsmarktregio’s in Nederland. Het aantal geregistreerde werkzoekenden kan, als gevolg van verscherpte gemeentelijke controles op de registratieplicht van werkzoekenden met een bijstandsuitkering, nog extra toenemen. Afbeelding 8: Verwacht nww-percentage per regio December 2014 8% of hoger 7% tot 8% 6% tot 7% 5% tot 6% lager dan 5% Afbeelding 7 toont per gemeente de stand van de geregistreerde werkzoekenden in procenten van de beroepsbevolking (nww-percentage). Eind juni 2013 ligt dit percentage in Noordoost-Brabant op 6,7%, tegen 8,1% in heel Nederland. De gemeente met het hoogste aandeel geregistreerde werkzoekenden is Oss, dat met 8,7% boven het regionaal (en landelijk) gemiddelde uitsteekt, gevolgd door ‘s-Hertogenbosch met 7,1%. Het laagste aandeel geregistreerde werkzoekenden kent de gemeente Sint Anthonis met een een percentage onder de 5%. Afbeelding 7: Nww-percentage per gemeente Noordoost-Brabant, juni 2013 Bron: UWV Nww-percentage juni 2013 8% of meer 7% tot 8% 6% tot 7% 5% tot 6% minder dan 5% Oss Grave Maasdonk Cuijk Landerd Het aantal WW-uitkeringen bevestigt het beeld van een fors toenemend aantal geregistreerde werkzoekenden. Eind juni 2013 waren er circa 14.300 WW-uitkeringen in Noordoost-Brabant. Een jaar eerder waren dat er circa 11.100; een toename van 29%. s Hertogenbosch Sint-Michielsgestel Haaren Schijndel Werkzoekenden steeds hoger gekwalificeerd Mill en Sint Hubert Bernheze Vught Uden Sint Anthonis Veghel Boekel Boxtel Boxmeer Sint-Oedenrode Bron: UWV Verdere toename geregistreerde werkzoekenden Komende periode neemt het aantal geregistreerde werkzoekenden in Noordoost-Brabant naar verwachting verder toe tot ruim 24.300 (8,5%) eind 2014. In heel Nederland worden er dan 738.500 geregistreerde werkzoekenden verwacht (9,3%). Het verwachte economisch herstel zorgt pas na 2014 voor minder werkzoekenden. In eerste instan- Regio in beeld, arbeidsmarktschets Noordoost-Brabant De grote instroom van werkzoekenden in het afgelopen jaar heeft geleid tot een geregistreerde werkzoekendengroep met gemiddeld een kleinere afstand tot de arbeidsmarkt; jonger, hoger opgeleid en korter werkzoekend. Jongeren tot 27 jaar vormen nog steeds een klein deel (11%) van alle geregistreerde werkzoekenden in Noordoost-Brabant. Opvallend is dat de groep van 23-27 jaar behoorlijk is toegenomen, terwijl de groep tot 23 jaar het afgelopen jaar in omvang is gedaald. De instroom aan nieuwe werkzoekenden in het afgelopen jaar bestaat voor ruim 23% uit jongeren tot 27 jaar. Jongeren beschikken vaker over een flexibel contract en een kort arbeidsverleden, waarmee hun positie in economisch slechte tijden kwetsbaar is. Het aandeel hoog opgeleide werkzoekenden in NoordoostBrabant is wat hoger dan gemiddeld in Nederland. Het 6 aandeel middelbaar en hoog opgeleide geregistreerde werkzoekenden steeg het afgelopen jaar tot 30% respectievelijk 20%. In Noordoost-Brabant zijn verhoudingsgewijs ongeveer evenveel vacatures beschikbaar voor hoger opgeleiden. De vacatures voor hoger opgeleiden die er zijn komen vooral voor in de zakelijke diensten (o.a. specialistische zakelijke dienstverlening), zorg & welzijn en onderwijs. Nog steeds heeft de helft van de geregistreerde werkzoekenden (50%) echter geen startkwalificatie. Zij komen vooral in aanmerking voor vacatures op elementair en lager niveau, veelal in de detailhandel, gevolgd door industrie, zakelijke diensten, groothandel, horeca en transport (zie afbeeldingen 5 en 6). Het aandeel geregistreerde werkzoekenden dat korter dan een halfjaar werkzoekend is, nam het afgelopen jaar toe tot ongeveer 39%. De oorzaak hiervan is de forse instroom van nieuwe werkzoekenden. Op het moment dat de economie verbetert (naar verwachting in 2014), profiteren als eerste werkzoekenden met een korte afstand tot de arbeidsmarkt. Voor werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt blijft het in eerste instantie nog moeilijk om werk te vinden. Vooral werkzoekenden in industrie, administratie en verzorging & dienstverlening Afbeelding 9 geeft inzicht in het beroep en het beroepsniveau waarvoor werkzoekenden staan geregistreerd. In Noordoost-Brabant zoeken de meeste geregistreerde werkzoekenden werk in technische & industrieberoepen, economisch-administratieve beroepen en in verzorgende & dienstverlenende beroepen. Ruim driekwart staat voor een van deze beroepen ingeschreven. Bij technische & industrieberoepen en verzorgende & dienstverlenende beroepen gaat het in veel gevallen om beroepen op laag niveau, zoals productiemedewerkers, bouwvakkers, interieurverzorgers en winkelpersoneel, die veel voorkomen in de sectoren industrie, groothandel, zakelijke diensten en detailhandel. Geregistreerde werkzoekenden in economisch-administratieve beroepen zoeken vaker werk op middelbaar niveau in beroepen als administratief of commercieel medewerker. Afbeelding 9: Geregistreerde werkzoekenden naar beroepsgroep en beroepsniveau Noordoost-Brabant, juni 2013 Technische en industrieberoepen groep geregistreerde werkzoekenden in technische & industrieberoepen op laag niveau (productiemedewerkers en bouwvakkers) momenteel minder vacatures zijn. Voor werkzoekenden in verzorgende & dienstverlenende beroepen, in lagere transportberoepen en in economischadministratieve beroepen is het vacatureaanbod momenteel gunstiger. Uitstroom WW-gerechtigden: dynamiek aanwezig Hoewel de economische recessie het vinden van werk bemoeilijkt, blijft dynamiek op de arbeidsmarkt aanwezig. Dit blijkt uit de reden voor het beëindigen van de WWuitkering. Afbeelding 10 geeft het verloop hiervan weer. Afbeelding 10: Reden beëindiging WW-uitkering Noordoost-Brabant, 2009-2013 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% jan-09 jan-10 Werk jan-11 Bereik max WW jan-12 jan-13 Overig Bron: UWV Gemiddeld over een jaar genomen eindigt de helft van de WW-uitkeringen in Noordoost-Brabant met een werkhervatting. Dit onderstreept dat er nog steeds redelijke kansen zijn om vanuit de WW-uitkering werk te vinden. Ook in de zeer ruime arbeidsmarkt ontstaan vacatures; vooral door vervangingsvraag. Het aandeel werkhervatting als reden voor het beëindigen van de WW-uitkering is in de afgelopen jaren als gevolg van de economische recessie echter wel afgenomen. In tijden van economisch herstel, zoals in 2010, ligt het aandeel werkhervattingen als reden voor het beëindigen van de WW-uitkering rond de 60%. Ook het groeiend aandeel WW-uitkeringen dat eindigt met het bereiken van de maximale duur, maakt de gevolgen van de economische recessie zichtbaar. Arbeidsmarkt in Noordoost-Brabant zeer ruim Economisch-administratieve beroepen De afname van het aantal vacatures en de toename van het aantal geregistreerde werkzoekenden maakt de arbeidsmarkt in Noordoost-Brabant in het tweede kwartaal 2013 zeer ruim. Afbeelding 11 geeft voor de verschillende beroepsgroepen van de economie in Noordoost-Brabant een beeld van de spanning op de arbeidsmarkt; de verhouding tussen het aantal vacatures en het aantal kortdurend werkzoekenden. Verzorgende en dienstverlenende beroepen Transportberoepen Sociaal-culturele beroepen Pedagogische beroepen Informatica beroepen Medische en paramedische beroepen Agrarische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen 0 1000 2000 3000 laag 4000 5000 middelbaar 6000 7000 hoog Bron: UWV Afgezet tegen de nieuwe vacatures per beroepsgroep naar beroepsniveau (afbeelding 6) valt op dat er voor de grote Regio in beeld, arbeidsmarktschets Noordoost-Brabant Uit de afbeelding blijkt dat in 2013 voor veel beroepsgroepen in Noordoost-Brabant de arbeidsmarkt zeer ruim is. Voor informaticaberoepen is er sprake van een krappe arbeidsmarktsituatie; voor de medische & paramedische beroepen, de openbare orde- & veiligheidsberoepen en de pedagogische beroepen is de arbeidsmarkt ruim. De mees- 7 te van deze beroepen zijn geschikt voor werkzoekenden met een opleiding op middelbaar en hoog niveau. Deze sectoren zijn in Noordoost-Brabant echter geen toonaangevende sector. Voor technische & industrieberoepen en verzorgende & dienstverlenende beroepen geldt een zeer ruime arbeidsmarkt. Dit zijn de beroepen die sterk vertegenwoordigd zijn in de detail- en groothandel, zakelijke diensten, zorg & welzijn en de industrie; de kenmerkende sectoren voor de werkgelegenheid van Noordoost-Brabant. Een zeer ruime arbeidsmarkt beperkt de kansen voor werkzoekenden op het vinden van werk. Afbeelding 11: Spanning naar beroepsgroep Noordoost-Brabant, 2e kwartaal 2013 Totaal Informatica beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Economisch-administratieve beroepen Pedagogische beroepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen Technische en industrieberoepen Sociaal-culturele beroepen Transportberoepen Agrarische beroepen 0 zeer ruim 0,5ruim Noordoost-Brabant gemiddeld 1,5 krap 1 zeer krap 2 2,5 Nederland Bron: UWV Een ruime arbeidsmarkt voor een beroepsgroep betekent overigens niet dat er binnen die beroepsgroep geen functies zijn waarvoor werkgevers moeilijk geschikt personeel kunnen vinden. Zo is er op dit moment een krappe arbeidsmarkt voor medische en informatica beroepen op hoog niveau. Het gaat dan om artsen en systeemanalisten. Voor juristen en therapeuten & verpleegkundigen en programmeurs geldt een gemiddelde arbeidsmarkt. Het aantal werkzoekenden dat voor deze beroepen staat ingeschreven, is echter gering. Afbeelding 12 geeft een beeld van de kansen van werkzoekenden op de arbeidsmarkt op dit moment en op middellange termijn. De omvang van de bol geeft een beeld van het aantal werkzoekenden in een bepaalde beroepsgroep. De horizontale as geeft een indicatie van de kansen van werkzoekenden op de huidige arbeidsmarkt. De as toont de spanningsindicator. Links op de as is er sprake van een ruime arbeidsmarkt. Rechts op de as is de arbeidsmarkt krap. De verticale as geeft een indicatie van de kansen van werkzoekenden op middellange termijn. De as toont verwachte knelpunten in de personeelsvoorziening voor werkgevers in 2016 voor de verschillende beroepsgroepen (ROA). Aan de bovenkant van de as is er sprake van grote knelpunten voor werkgevers (en goede perspectieven voor werkzoekenden); aan de onderkant van de as is sprake van geringe knelpunten voor werkgevers (en minder goede perspectieven voor werkzoekenden). Uit de afbeelding blijkt dat de arbeidsmarkt in NoordoostBrabant op dit moment alleen krap is voor informaticaberoepen. Ook voor een enkel medische beroep is de arbeidsmarkt momenteel krap. Voor krappe beroepen staat momenteel slechts 1% van de werkzoekenden ingeschreven. Voor alle andere beroepen – en daarmee voor 99% van de geregistreerde werkzoekenden – geldt een gemiddelde tot zeer ruime arbeidsmarkt. Afbeelding 12: Kansen voor werkzoekenden Noordoost-Brabant, 2013 en middellange termijn Medische en Paramedische beroepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen Technische en industrieberoepen Op termijn uitstroommogelijkheden Door de economische situatie stagneert momenteel de vraag naar nieuwe arbeidskrachten. Op het moment dat het economisch herstel optreedt, nemen de uitstroommogelijkheden voor werkzoekenden toe. Demografische ontwikkelingen, zoals vergrijzing en ontgroening, spelen een grote rol op de arbeidsmarkt op middellange termijn. Rekening houdend met onder andere de vergrijzing, schoolkeuze en instroom van jongeren op de arbeidsmarkt, schetst het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) de arbeidsmarktperspectieven tot 2016 per beroepsgroep. Ook conjunctuurgevoeligheid, ontwikkelingen binnen de sector en uitwijkmogelijkheden spelen hierbij een rol. Het ROA verwacht knelpunten in de personeelsvoorziening voor werkgevers – en daarmee goede tot zeer goede perspectieven voor werkzoekenden in vooral technische en zorgberoepen. Maar ook voor beroepen die veelvuldig onder werkzoekenden in Noordoost-Brabant voorkomen, zoals bouwvakkers, interieurverzorgers en chauffeurs, zijn de arbeidsmarktperspectieven voor werkzoekenden goed. Van alle geregistreerde werkzoekenden in Noordoost-Brabant is 40% op zoek naar een baan met goede tot zeer goede toekomstige arbeidsmarktperspectieven. Regio in beeld, arbeidsmarktschets Noordoost-Brabant grote verwachte knelpunten voor werkgevers Transport beroepen ruime arbeidsmarkt Pedagogische beroepen Agrarische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Economischadministratieve beroepen krappe arbeidsmarkt Sociaal-culturele beroepen Informatica beroepen geringe verwachte knelpunten voor werkgevers Bronnen: UWV, ROA De toekomstige arbeidsmarktsituatie (2016) biedt meer kansen voor werkzoekenden. De toekomstperspectieven zijn zeer goed voor werkzoekenden in medische & paramedische beroepen, zoals verpleegkundigen, artsen en doktersassistenten. Voor deze beroepen staan weinig werkzoekenden in Noordoost-Brabant geregistreerd. Ook voor verzorgende & dienstverlenende op middelbaar en hoger niveau en technische & industrieberoepen zijn de toekomstperspectieven goed. Een groot deel van de werkzoekenden staat ingeschreven voor een van deze beroepen. Het gaat hier dan om beroepen als weg- en waterbouwkundigen, monteurs, installateurs en verkopers. 8 Van alle werkzoekenden staat 40% ingeschreven voor een beroep met goede toekomstperspectieven. Dit biedt kansen op het vinden van werk op middellange termijn. Geringe toekomstperspectieven bieden economischadministratieve beroepen, zoals administratief en commercieel medewerkers en sociaal-culturele beroepen. Wel moet worden opgemerkt dat in deze prognoses nog niet volledig rekening is gehouden met de nieuwste kabinetsbezuinigingen en de laatste, verslechterde, economische prognoses van het CPB. Vergrijzing vooral in zorg & welzijn, overheid, onderwijs en vervoer & telecom Vergrijzing speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van kansen voor werkzoekenden. De mate van vergrijzing verschilt per sector. Afbeelding 13 geeft het aantal en het aandeel 55-plussers per sector weer. In Noordoost-Brabant zijn vooral overheid en onderwijs sterk vergrijsd. In de industrie en in zorg & welzijn is de verhouding tussen het aantal jongeren en ouderen wat gunstiger. De omvang van deze sectoren zorgt er echter voor dat ook hier binnen afzienbare tijd grote aantallen werknemers de arbeidsmarkt verlaten. In de handel & reparatie en horeca & catering speelt de vergrijzing minder een rol. Afbeelding 13: Vergrijzing per sector Noordoost-Brabant, 2012 Landbouw, bosbouw en visserij Overige dienstverlening Financiele instellingen Horeca en catering Bouwnijverheid Vervoer en telecom economische groei mogelijk van 0,5%. Versterkt door het geringe aantal schoolverlaters van technische opleidingen, leidt het aantrekken van de economie in deze sectoren tot een sterk groeiend aantal vacatures voor technisch personeel. De sector die het meest te maken krijgt met de gevolgen van de vergrijzing is zorg & welzijn. Niet alleen verlaten de komende jaren in Noordoost-Brabant ongeveer 8.300 5565 jarigen deze sector, ook is er sprake van een toenemende zorgvraag als gevolg van de vergrijzing. Door bezuinigingsmaatregelen staat de werkgelegenheid in deze sector echter onder druk in vooral de ouderenzorg, thuiszorg, jeugdhulpverlening en kinderopvang. In vergelijking met voorgaande jaren kan de werkgelegenheid dan ook veel minder groeien dan voorheen. Overbruggen van afstand De economische recessie van de afgelopen jaren heeft gezorgd voor een zeer ruime arbeidsmarkt in NoordoostBrabant. Toch zorgt vervangingsvraag nog steeds voor dynamiek, zodat de helft van de WW-uitkeringen eindigt met een werkhervatting. Vooral voor werkzoekenden met een economisch-administratief, dienstverlenende & verzorgend, technische en transportberoep in detail- en groothandel, zakelijke diensten, zorg & welzijn en industrie zijn nog vacatures beschikbaar. Dit is veel minder het geval voor werkzoekenden in lage, industriële, beroepen, zoals productiemedewerker of magazijnmedewerker: de grootste groep werkzoekenden in Noordoost-Brabant. De nieuwe instroom van middelbaar en hoger opgeleide werkzoekenden heeft gemiddeld een kleinere afstand tot de arbeidsmarkt. Dit maakt hen beter bemiddelbaar. Handel en reparatie Onderwijs Overheid Zakelijke dienstverlening Industrie Zorg en welzijn 0 niet vergrijsd 2000 gemiddeld 4000 6000 vergrijsd 8000 10000 sterk vergrijsd Bron: UWV In totaal verlaten de komende tien jaar in NoordoostBrabant bijna 38.000 mensen de arbeidsmarkt als gevolg van het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. In de meest vergrijsde sectoren betekent dit dat een kwart van de werknemers met pensioen gaat. Hoewel niet alle personeel dat met pensioen gaat vervangen wordt, kan vergrijzing in Noordoost-Brabant voor een aanzienlijke vervangingsvraag zorgen. In Noordoost-Brabant zijn de sectoren overheid en onderwijs het meest vergrijsd. Deze sectoren krijgen de komende jaren te maken met bezuinigingen. Dit remt de werkgelegenheid. Het gevolg is dat instellingen in deze sectoren niet alle personeel vervangen dat met pensioen gaat. Op de werkgelegenheid in het onderwijs hebben ook de afnemende leerlingenaantallen een remmende werking. In de bouw, vervoer & telecom en industrie bepaalt de conjuncturele ontwikkeling het moment waarop en de mate waarin de gevolgen van vergrijzing zichtbaar worden in een toename van vacatures. Het CPB verwacht voor dit jaar nog een krimp van de economie. Het herstel zet zich volgens het CPB eind 2013 in. In 2014 is dan een lichte Regio in beeld, arbeidsmarktschets Noordoost-Brabant Het verwachte economisch herstel leidt in eerste instantie niet tot meer banen. Met een nauwelijks dalende beroepsbevolking in Noordoost-Brabant, zorgt het economisch herstel de komende jaren evenmin tot een afname van het aantal werkzoekenden. Wel neemt het aantal vacatures in 2014 toe; vooral voor een uitzendbaan in de zakelijke diensten, distributie en de exportgerelateerde industrie. De groeiende groep werkzoekenden met kleinere afstand tot de arbeidsmarkt profiteert als eerste van de toename aan vacatures. Vergrijzing en ontgroening zorgen op middellange termijn voor een verder toename van uitstroommogelijkheden naar vooral technische en dienstverlenende beroepen. Ook in verzorgende en pedagogische beroepen ontstaan dan kansen. In hoeverre werkzoekenden de kansen op werk - nu en op middellange termijn - kunnen verzilveren, hangt mede af van de mogelijkheid en de bereidheid om te bewegen in de richting van beroepen, sectoren en regio’s waar kansen liggen. Ook het verkleinen van de kwalitatieve mismatch is een voorwaarde voor het vinden van werk. Vooral veel werkzoekenden die staan ingeschreven voor technische en medische beroepen beschikken niet over de juiste diploma’s om in aanmerking te komen voor de beschikbare vacatures. Het overbruggen van de afstand tussen de gevraagde en de genoten opleiding is dan ook een van de grootste uitdagingen in de huidige arbeidsmarkt. In het afsluitende hoofdstuk staan deze en andere uitdagingen voor de arbeidsmarkt van de toekomst centraal. 9 Uitdagingen voor de arbeidsmarkt van de toekomst Uitgangssituatie Op dit moment zorgt het conjunctuurgevoelige karakter van de regionale werkgelegenheid voor een zeer ruime arbeidsmarkt voor de werkgevers, met beperkte kansen voor werkzoekenden. De verwachting van economisch herstel, vergrijzing, mobiliteit en de beperkte instroom van schoolverlaters, bieden de werkzoekenden op termijn meer kansen op de arbeidsmarkt. Bestaande mogelijkheden Ondanks een zeer ruime arbeidsmarkt zijn nog wel degelijk mogelijkheden aanwezig om een baan te vinden. De vervangingsvraag zorgt nog steeds voor dynamiek, zodat de helft van de WW-uitkeringen eindigt met een werkhervatting. In Noordoost-Brabant is de ambitie om op een aantal speerpuntsectoren, techniek, zorg, service en food en feed versterkt in te zetten. Ook dit verstrekt de behoefte aan, gekwalificeerd, personeel. Anticiperen op herstel Naast een zekere ‘sturing’ van de instroom naar de opleidingen die kunnen voorzien in de toekomstige behoefte, is het noodzakelijk om de bestaande arbeidsreserve op te scholen in de gewenste richting en naar het vereiste niveau. Hiervoor is intensieve samenwerking nodig tussen de diverse partijen op de arbeidsmarkt. Daarnaast is inzicht nodig in het bestaande aanbod van werkzoekenden. Samenwerking op 20 beleidsterreinen In Noordoost-Brabant werken de gemeenten samen op een 20-tal beleidsterreinen zoals onder andere economie en arbeidsmarkt. Binnen het onderdeel arbeidsmarkt bestaan een regionale organisatiestructuur en een inhoudelijke agenda. Bij de organisatiestructuur spelen sectorgroepen per speerpuntsector een essentiële rol. Deze sectorgroepen bestaan uit vertegenwoordigers van overheid, onderwijs en bedrijfsleven, waarbij de laatste een trekkende rol heeft. Regio in beeld, arbeidsmarktschets Noordoost-Brabant Met dit beleid sluit Noordoost- Brabant aan bij de ambities van Rijk, provincie en Europa, waarbij versterking van de concurrentiekracht van speerpuntsectoren centraal staat. Om de doelstellingen en ambities te kunnen realiseren wordt ook de werkgeversbenadering gecoördineerd. Deze bestaat uit een regionaal WerkgeversServicepunt Noordoost-Brabant met twee subregio’s, te weten Oost- Brabant en De Meijerij. De werkgeversbenadering in de regio Noordoost-Brabant hanteert de volgende tien uitgangspunten. 1. Eén vaste accountmanager voor werkgevers in de regio. 2. Vraaggerichte insteek van bedrijfscontacten en bezoeken op het gebied van de aangeboden HRM- dienstverlening. 3. Een brede HRM-dienstverlening, welke globaal omvat: − instroom van personeel; − doorstroom van personeel; − uitstroom van personeel; − subsidiemogelijkheden op het gebied van personeel; − arbeidsmarktontwikkelingen sector en regio. 4. Benadering van werkgevers vanuit één identiteit en met goede ingang en bereikbaarheid voor werkgevers. 5. Professionele dienstverlening. 6. Registratie door accountmanagers van bedrijfscontacten, gemaakte afspraken en geleverde diensten in één webbased toegankelijk registratiesysteem’. 7. Raadpleging van dit systeem door alle medewerkers van de samenwerkende partners voorafgaand aan bedrijfsbezoek. 8. Gezamenlijke verantwoordelijkheid van samenwerkingspartners, UWV, gemeenten en onderwijsinstellingen voor de HRM dienstverlening. 9. Sectorgewijze aanpak met onder andere bedrijfsadviseurs per sectorspecialiteit en integrale sectorale aanpak op middellange termijn met samenwerkingspartners voor tekortsectoren. 10. Eén werkgeversteam met bedrijfsadviseurs / accountmanagers en specialisten. De partners zetten hier vanaf 2012 gezamenlijk op in door jongeren, arbeidsgehandicapten, werkzoekenden te plaatsen. Bedrijven zijn op dit moment voorzichtig met het aannemen van personeel en maken veelvuldig gebruik van flexibele of uitzendovereenkomsten. Samenwerking tussen gemeenten, UWV, flexorganisaties en SW-bedrijven is dan ook voor de hand liggend om de krachten te bundelen. In samenwerking tussen de gemeenten en het UWV wordt gewerkt aan een optimalisering van de registratie van werkzoekenden. Hiernaast wordt samengewerkt in een aantal (geen volledige opsomming) projecten: − ontsluiting werkzoekendenbestand; − screening cv’s en verbetering kwaliteit en vindbaarheid van cv’s; − uitplaatsen van kandidaten; − kennisdeling partijen voor betere ontsluiting van het werkzoekendenbestand; − plan van aanpak jeugdwerkloosheid NoordoostBrabant. 10 Begrippenlijst Aanbodzijde arbeidsmarkt Alle personen gerekend (werkend of werkloos) die zich daadwerkelijk aanbieden op de arbeidsmarkt. Arbeidsmarktregio De arbeidsmarktregio’s (35) voor het arbeidsmarktbeleid die vanaf 1 januari 2013 door gemeenten en UWV worden gehanteerd. Arbeidsplaatsen De plaats die in verband met het verrichten van arbeid wordt gebruikt. Een arbeidsplaats kan bezet of onbezet zijn. Arbeidsproductiviteit De productie van een werknemer per vastgestelde tijdseenheid. Banen van werknemers Werknemers zijn personen die arbeid verrichten tegen loon of salaris. Alle banen tellen mee, ongeacht arbeidsduur Beroepsbevolking Personen die minstens twaalf uur per week (willen) werken, of actief op zoek zijn naar werk voor 12 uur. Als leeftijdscriterium geldt 15-64 jaar. Geregistreerde werkzoekenden Personen die bij UWV als werkzoekende staan ingeschreven en die niet of minder dan 12 uur werken. Ook bekent als de niet-werkende werkzoekenden (nww). Labour hoarding Het in dienst houden van personeel zonder dat er voldoende werk is. Nieuwe vacatures Alle vacatures die in een kalenderjaar ontstaan. NWW-percentage De omvang van het aantal geregistreerde werkzoekenden uitgedrukt als percentage van de beroepsbevolking. Spanningsindicator Geeft de verhouding tussen het aantal openstaande vacatures en het aantal direct inzetbare werkzoekenden korter dan zes maanden ingeschreven. Startkwalificatie Een startkwalificatie wordt behaald met het succesvol afronden van het havo of het vwo, of met het behalen van een diploma van een mbo-opleiding op niveau 2. Vraagzijde arbeidsmarkt Banen van werknemers (bezette arbeidsplaatsen) plus vacatures (onbezette arbeidsplaatsen). Vacature Een arbeidsplaats waarvoor, binnen of buiten een arbeidsorganisatie, personeel wordt gezocht dat onmiddellijk of zo spoedig mogelijk geplaatst kan worden. Vervangingsvraag Het aantal vacatures dat vervuld moet worden om na vertrek van werknemers het aantal banen van werknemers op het oorspronkelijke peil te houden. ZZP Zelfstandige zonder personeel. De belastingdienst heeft daarvoor een verklaring arbeidsrelatie (VAR) opgesteld. Regio in beeld, arbeidsmarktschets Noordoost-Brabant 11 Bronnen Conjunctuurenquête Nederland, provincie Noord-Brabant, tweede kwartaal 2013. CPB Concept Macro Economische Verkenning, 14-08-2013. CPB Policy Brief Juniraming 2013: Economische vooruitzichten 2013 en 2014, juni 2013. ING Economisch Bureau, Groeiende tweedeling in de detailhandel, januari 2013. ROA De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2016, december 2011. RWI Sectorschets arbeidsmarktinformatie, procesindustrie, voedings- en genotsmiddelenindustrie, december 2011. RWI Sectorschets arbeidsmarktinformatie, zakelijke dienstverlening, december 2011. UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014, juni 2013. UWV Sectorbeschrijving De Metalelektro en Metaalnijverheid, januari 2013. UWV Sectorbeschrijving De Zorg, januari 2013. UWV Sectorbeschrijving Welzijn, Jeugdzorg en Kinderopvang, september 2013. Regio in beeld, arbeidsmarktschets Noordoost-Brabant 12 Colofon Regio in beeld, oktober 2013 De arbeidsmarktschets is een jaarlijkse uitgave van UWV. Redactieadres UWV WERKbedrijf, afdeling Arbeidsmarktinformatie en -advies Postbus 58285 1040 HG Amsterdam [email protected] Auteurs Nicole van der Goorbergh, Suzanne IJzerman en Willem van der Velde Eindredactie Annelies van den Brink en Roelof van der Velde Regio samenstelling De arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant is het werkgebied van de Werkpleinen Entreon (’s-Hertogenbosch), Frisselstein (Veghel) en Maasland (Oss). De gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, Landerd, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, ’s-Hertogenbosch, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Uden, Veghel en Vught maken deel uit van deze arbeidsmarktregio. Disclaimer Meer informatie is te vinden op www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie Alles uit deze uitgave mag worden overgenomen, echter uitsluitend met bronvermelding. Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. UWV © 2013