Handelsk. Herex. Mulo 2011

advertisement
MINISTERIE VAN ONDERWIJS
EN VOLKSONTWIKKELING
EXAMENBUREAU
UNIFORM HEREXAMEN MULO tevens
IIe ZITTING STAATSEXAMEN MULO 2011
VAK
: HANDELSKENNIS
DATUM: DONDERDAG 11 AUGUSTUS 2011
TIJD
: 09.40 – 10.25 UUR
DEZE TAAK BESTAAT UIT 30 ITEMS.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
ECONOMISCHE BEGRIPPEN
1
Niet-economische goederen zijn goederen, die
A op de markt verhandeld worden.
B schaars zijn.
C uit de natuur komen, waarvoor niet
betaald wordt.
D zonder omzetbelasting gekocht kunnen
worden.
2
Welk goed wordt gerekend tot de secundaire
behoefte van de mens?
A
B
C
D
Airco
Brood
Kleding
Woonhuis
4
Beschouw de volgende beweringen:
I
De handel heeft tot taak de goederen te
brengen van de producent naar de
consument.
II Kooplieden zijn mensen die goederen kopen
en verkopen met het doel winst te behalen.
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd
worden, dat
A
B
C
D
alleen I juist is.
alleen II juist is.
I en II beide juist zijn.
I en II beide onjuist zijn.
5
Welke van de volgende condities is zowel een
leverings- als een betalingsconditie?
GOEDERENHANDEL
3
A
B
C
D
De fabrikant Merda geeft aan winkelier
Shengdo de korting omzetpremie, omdat
A hij de verkoop van zijn merkartikelen wil
stimuleren.
B hij de winkelprijs vaststelt.
C Shengdo een grote hoeveelheid afneemt.
D Shengdo vóór de levering van de goederen
betaalt.
af fabriek
c.i.f.
f.o.b.
rembours
6
Onder de pousserende functie van de handel
verstaan we het
A
B
C
D
maken van reclame.
opslaan van goederen.
selecteren van goederen.
verstrekken van leningen.
TUSSENPERSONEN
7
11
Beschouw de volgende beweringen:
Pascal is een
Dividend is dat deel van de winst dat aan de
aandeelhouders wordt uitgekeerd.
II Een aandeel geeft recht op een vaste
jaaruitkering.
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd
worden, dat
A
B
C
D
A
B
C
D
Pascal vertegenwoordigt meerdere firma’s bij
de verkoop van goederen. Hiervoor ontvangt
hij naast provisie ook een vergoeding voor de
gemaakte kosten.
commissionair.
handelsagent.
handelsreiziger.
makelaar.
I
8
Beschouw de volgende beweringen:
De verkoopcommissionair
I ontvangt goederen in consignatie.
II draagt het bruto-provenu af aan de
opdrachtgever.
alleen I juist is.
alleen II juist is.
I en II beide juist zijn.
I en II beide onjuist zijn.
BANK- EN KREDIETWEZEN
12
Firma Asant verkoopt goederen op rekening
aan haar klanten. Op 1 juli 2011 heeft deze
firma een vordering van SRD 400.000,-.
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd
worden, dat
Voor firma Asant is dit een vorm van
A
B
C
D
A
B
C
D
alleen I juist is.
alleen II juist is.
I en II beide juist zijn.
I en II beide onjuist zijn.
EFFECTEN
9
De vaste periodieke uitkering bij een
obligatielening noemen we
A
B
C
D
coupon.
intrest.
rendement.
winst.
10
De benodigde gelden bij hypotheekbanken
worden verkregen door de
A
B
C
D
omwisseling van obligaties in aandelen.
uitgifte van nieuwe aandelen.
uitgifte van pandbrieven.
uitloting van obligaties.
gegeven afnemerskrediet.
gegeven leverancierskrediet.
ontvangen afnemerskrediet.
ontvangen leverancierskrediet.
13
Meneer Sep sluit een persoonlijke lening af bij
een plaatselijke bank van SRD 10.000,-, die
in 30 maanden moet worden afgelost.
Er is hier sprake van een
A kort krediet met een persoonlijke
zekerheidstelling.
B middellang krediet met een persoonlijke
zekerheidstelling.
C kort krediet/ongedekt
D middellang krediet/ongedekt
14
Welke van de werkzaamheden wordt niet
door de algemene banken verricht?
A
B
C
D
Het handelen in effecten.
Het handelen in vreemd geld.
Het innen van kwitanties.
Het optreden als kassier van de staat.
18
Welke voorwaarde is niet vereist bij het
sluiten van een koopovereenkomst?
A
B
C
D
BETALINGSVERKEER
19
MARKTVORMEN
15
De oudste vorm van de handel is de
A
B
C
D
beurs.
inschrijving.
markt.
veiling.
16
Beschouw de volgende beweringen:
I
Op een veiling is de concurrentie
waarneembaar.
II Een veiling kan zowel bij opbod als bij
afslag geschieden.
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd
worden, dat
A
B
C
D
alleen I juist is.
alleen II juist is.
I en II beide juist zijn.
I en II beide onjuist zijn.
OVEREENKOMSTEN
Beschouw de volgende beweringen:
Giraal geld
I is wettig betaalmiddel en hoeft niet door
schuldeisers geaccepteerd te worden.
II wordt omgezet in chartaal geld bij het
verzilveren van cheques.
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd
worden, dat
A
B
C
D
alleen I juist is.
alleen II juist is.
I en II beide juist zijn.
I en II beide onjuist zijn.
20
Vexa is rekeninghouder is en wil via zijn bank
aan een niet-rekeninghouder een schuld
betalen.
Vexa moet daarom gebruik maken van een
A
B
C
D
17
Het concurrentiebeding wordt opgenomen in
een
A arbeidsovereenkomst.
B collectieve arbeidsovereenkomst.
C huurkoopovereenkomst.
D huurovereenkomst.
een bepaald onderwerp
een geoorloofde oorzaak
schriftelijke vastlegging
vrijwillige toestemming
cheque.
stortingsformulier.
kasopname formulier.
overschrijving.
HANDELSINSTELLINGEN
21
In het handelsregister kan men ten aanzien van
een vennootschap onder firma onder andere
nagaan de
A
B
C
D
grootte van het privé-vermogen van de vennoten.
grootte van de jaarwinst.
omschrijving van het bedrijf.
waarde van de onroerende goederen.
ONDERNEMINGSVORMEN
22
Bij welke ondernemingsvorm vindt er geen
winstverdeling plaats?
A
B
C
D
Besloten Vennootschap
Eenmanszaak
Naamloze Vennootschap
Vennootschap Onder Firma
23
Het hoogste gezagsorgaan bij de Coöperatieve
Vereniging is
A
B
C
D
de algemene ledenvergadering.
de directie.
de raad van toezicht.
het bestuur.
24
26
Tot de voorheffingen van de inkomstenbelasting worden gerekend
A
B
C
D
accijnzen en dividendbelasting.
accijnzen en vermakelijksheidsbelasting.
loonbelasting en dividendbelasting.
loonbelasting en vermakelijksheidsbelasting.
VERVOER
27
Het schip “Pasath” vaart iedere woensdag naar
verschillende zeehavens voor het laden en lossen
van goederen.
Er is hier sprake van
A
B
C
D
beurtvaart.
chartervaart.
lijnvaart.
wilde vaart.
28
Bij welke van de onderstaande
ondernemingsvormen is er sprake van “vrij
verhandelbaarheid van aandelen”?
Het vervoersdocument, dat de goederen
vertegenwoordigt tijdens het vervoer over zee, is
A
B
C
D
A
B
C
D
Besloten vennootschap
Commanditaire Vennootschap
Coöperatieve Vereniging
Naamloze Vennootschap
de adreskaart
de expresbrief
het connossement
het vervoeradres
VERZEKERINGEN
SOCIALE WETGEVING & BELASTINGEN
29
25
Beschouw de volgende beweringen ten aanzien
van het Staats Ziekenfonds.
I Alle ambtenaren zijn verplicht verzekerd bij
het fonds.
II Niet-ambtenaren kunnen zich vrijwillig
verzekeren.
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd
worden, dat
A
B
C
D
alleen I juist is.
alleen II juist is.
I en II beide juist zijn.
I en II beide onjuist zijn.
Bij welke verzekering is de schade-uitkering
lager dan de geleden schade?
A
B
C
D
juiste verzekering
onderverzekering
oververzekering
all-riskverzekering
30
Wat wordt niet in een polis opgenomen?
A
B
C
D
de omschrijving van het object
de opzeggingstermijn
de premie
het verzekerd bedrag
Download