SO BOEKJE CRISIS - ECONOMIE Youri Noteborn – H44 Belangrijke zinnen Het consumentenvertrouwen geeft informatie over de verwachtingen van consumenten over de ontwikkeling van de economie. Bij een lagere rente gaan mensen meer lenen en minder sparen. Een sterke groei van de geldhoeveelheid kan de inflatie aanjagen. Deflatie lijkt leuk maar bij dalende prijzen gaan mensen hun bestedingen uitstellen omdat ze denken dat in de toekomst de prijzen nog lager zullen zijn. Goederen kun je vastpakken, ze zijn stoffelijk zoals een mobieltje, een spijkerbroek of rugzak. Diensten zijn onstoffelijk zoals op vakantie gaan of een bioscoop bezoek of natuurlijk bij de kapper. Het kopen van producten voor de behoeftebevrediging heet consumeren. Investeren is het kopen van goederen en of diensten door bedrijven om er mee te produceren. Goederen waar geen schaarse middelen voor worden opgeofferd zoals lucht en zonenergie noemen we vrije goederen. Schaarste dwingt tot keuze. Opofferingskosten zijn de beste opbrengsten van het niet gekozen alternatief. Alternatief aanwendbaar. Ze kunnen dan dus voor verschillende doeleinden worden gebruikt. De arbeidsproductiviteit in de productie per persoon per tijdseenheid. De directe ruil van goederen is een ruil in natura. Alle inspanningen die moeten worden verricht om een transactie tussen twee partijen tot stand te laten komen noemen we transactiekosten. Munten en bankbiljetten noemen we chartaal geld. Geld functies zijn: Rekenmiddel, Spaarmiddel en Betaalmiddel. Giraal is virtueel geld dat op je bankrekening staat. Zo een rekening noemen we een betaalrekening of een rekening-courant. Het gaat erom dat je je specialiseert in dingen waar je relatief het beste in bent. De hoeveelheid geld in de omloop noemen we de maatschappelijke geldhoeveelheid. Banken kunnen dus de maatschappelijke geldhoeveelheid beïnvloeden. Hoe meer geld er in omloop komt hoe hoger de bestedingen kunnen zijn. Want als je geld leent doe je dat om meer geld te kunnen uitgeven. De verhouding tussen liquide middelen en de rekening-couranttegoeden noemen we het liquiditeitspercentage of dekkingspercentage. Liquiditeitspercentage van een bank = liquide middelen van een bank Rekening-couranttegoeden x 100