Economie Macro-economie studie van de voortbrenging en verdeling van schaarse middelen en goederen oικoς en νoµoς (de regels van het huis of huishoudkunde) bij uitbreiding: niet alleen hoe het werkt, maar ook hoe bepaalde wenselijke situaties kunnen bereikt worden hoe de mens met schaarse middelen handelt om zijn behoeften te bevredigen schaarste van goederen en productiemiddelen : beperkt beschikbaar ⇒ keuzen onderzoek van de factoren die deze keuze bepalen, bijv. prijs BEHOEFTEN veelvuldig CONFRONTATIE MIDDELEN schaars en nuttig vaststelling van verschillende geaggregeerde grootheden in de volkshuishouding en verklaring van de ontwikkeling van deze waarden ∗ nationaal inkomen ∗ werkgelegenheid ∗ betalingsbalans ∗ consumptie ∗ investeringen ∗ inflatie ∗ overheidsbestedingen ∗ conjunctuur ∗ ondernemersklimaat ∗ productiecapaciteit ∗ wisselkoersen ∗ rentevoet inzicht verschaffen in toekomstige ontwikkelingen KEUZEPROBLEEM met gegeven middelen een maximale behoeftebevrediging bereiken economisch principe vooral de groei van het nationaal inkomen Micro-economie behoefte: aanvoelen van een tekort en streven om dit tekort te bevredigen gedragingen van individuele economische agenten (gezinnen, bedrijven, ...) • primaire of levensnoodzakelijke behoeften • behoeften van immateriële aard • collectieve of gemeenschappelijke behoeften aanbod • individuele behoeften middel: schaarse (economische) goederen tov. vrije goederen • consumptiegoederen: verbruiksgoederen/gebruiksgoederen • investeringsgoederen: kapitaalgoederen/vlottende investeringsgoederen ruimer: behoeftebevrediging van een land en zijn bewoners duidt op welvaartsgroei: ∗ lonen stijgen het gaat goed met de economie ∗ werkloosheid is laag ∗ bedrijven maken winst vraag ∗ inzet van productiefactoren: arbeid, kapitaal, natuurlijke rijkdommen en ondernemerschap ∗ voortbrenging van goederen en diensten ∗ beloning voor productiefactoren: loon, rente, pacht, winst ∗ bestedingen van consumenten ∗ producenten (investeringen) ∗ overheid(sbestedingen) ∗ buitenland (export) vraag en aanbod komen samen op de markt: prijsmechanisme ⇒ prijs prijzen bepalen gedragingen (aankoop- en verkoopgedrag) van personen prijselasticiteit van de vraag: getal dat aangeeft met hoeveel procent de gevraagde hoeveelheid ve. goed verandert wanneer de prijs van dat goed met 1% verandert Bedrijfseconomie studie van de handel in goederen en diensten door ondernemingen raakvlak tussen bedrijfskunde en economie beeld van de financiële toestand van een bedrijf 1. interne bedrijfshuishouding: o.a. de financiële administratie: ∗ jaarrekening: balans, winst- en verliesrekening en eventueel kasstroomoverzicht ∗ managementrapportage: ontwikkeling van het bedrijf op een aantal kernpunten sturen van het bedrijf, ontwikkelen van bedrijfsstrategie 2. relaties met de omgeving: stromen van geldmiddelen tussen bedrijven onderling: bepaald door ∗ in-/verkoop: inkomende/uitgaande stromen van goederen/diensten (transacties via banken en geldmarkt) ∗ middelen om het bedrijfsproces te financieren (kapitaalmarkt): uitgeven van aandelen/obligaties; aangaan van leningen bij een bank/ander bedrijf