VOORAF Info: mail naar [email protected] ALGEMENE ECONOMIE Inleiding Deel 1: Prijsvorming op de product- en factormarkten Hoofdstuk 1: Prijsvorming op de productmarkten in de economische theorie 1. Volkomen concurrentie 2. Monopolie Hoofdstuk 2: Prijsvorming op de productmarkten in de werkelijkheid 1. Monopolistische concurrentie en Oligopolie 2. Prijsbeleid door de overheid: België en GLB 3. De marktprijs: de échte prijs? Milieuproblematiek Hoofdstuk 3: Prijsvorming op de factormarkten 1. De arbeidsmarkt 2. De financiële markt Deel 2: Structuur van onze nationale economie Hoofdstuk 1: Geld-, goederen- en dienstenstromen tussen de sectoren van de economie 1. Economische kringloop en nationale rekeningen 2. Lezing van de nationale rekeningen 3. Relativiteit van de macro-economische grootheden 4. Categoriale inkomensverdeling Hoofdstuk 2: De factoren die de grootte van het nationaal inkomen bepalen: het macro-economisch bestedingsevenwicht 1. Inkomensevenwicht in het basismodel 2. Uitbreiding van het basismodel Deel 3: De overheid in het economisch leven Hoofdstuk 1: Rol van de overheid Hoofdstuk 2: Instrumenten van het overheidsbeleid 1. Budgettaire politiek: de overheidsbegroting 2. Prijspolitiek: Bestrijding van inflatie 3. Tewerkstellingspolitiek 4. Inkomenspolitiek 5. Monetaire politiek 6. Ordeningspolitiek Deel 4: Economische ontwikkeling in de tijd Hoofdstuk 1: Conjunctuur Hoofdstuk 2: Economische groei Deel 5: Internationale economische betrekkingen Hoofdstuk 1: Het internationaal betalingsverkeer 1. De wisselmarkt 2. De betalingsbalans 3. Internationale samenwerking inzake betalingsverkeer Hoofdstuk 2: Het internationaal handelsverkeer 1. De Belgische buitenlandse handel 2. Theoretische verklaring v/d internationale handelsstromen 3. Voor- en nadelen 4. Protectionisme 5. Internationale samenwerking Deel 6: Economie en ethiek Inleiding ECONOMIE - 1 van 3 Waarom economie studeren? Iedereen botst elke dag voortdurend op economische gegevens en wetmatigheden. Het vak Economie wil leerlingen confronteren met economische problemen. Een economisch probleem ontstaat, zodra meer van het een, minder van iets anders betekent. Er zijn zoveel behoeften en de middelen om ze te voldoen zijn beperkt, er is schaarste en er moet worden gekozen. Overal botst men op dit schaarsteprobleem, zowel het individu als de gemeenschap hebben er mee te maken. Economie studeren is dus inzicht verwerven in de economische boodschap: veel zou moeten, maar niet alles kan en zeker niet alles tegelijk. Er is schaarste, in de economie bestaat gratis niet, er is altijd iemand die betaalt. De economie bestudeert de mensen in gemeenschap die worden geconfronteerd met schaarste en zoekt naar de structuur in de manier waarop de mensen het schaarsteprobleem trachten te overwinnen. Het economie-onderwijs wil niet alleen de sociaal-economische realiteit beschrijven maar probeert ook het inzichtelijk denken te bevorderen door onder andere het hanteren van theoretische modellen. Zo draagt de studie economie bij tot een verruimde algemene vorming. Ze zorgt voor een referentiekader dat zal toelaten om steeds nieuwe feiten en gegevens in een groter structureel geheel te plaatsen en legt zo de basis voor verdere vorming. De studie van de economie zal voortdurend vertrekken vanuit de actualiteit. Als consument, als producent en als bewust kiezende burger heeft men steeds behoefte aan kennis en inzicht in de economie. Wie kan nog grote delen van het TV-nieuws of het krantennieuws verstaan zonder een elementaire kennis van de economische relaties. Wie inzicht heeft is beter gewapend, is mondiger en heeft meer mogelijkheden om verantwoordelijkheid op te nemen in de maatschappij, ten bate van zichzelf en van zijn medemensen. De keuze van de oplossing voor vele maatschappelijke problemen hangt samen met de visie die men heeft op mens en maatschappij, de christelijke en ethische waarden en het belang dat men hecht aan het behoud van het milieu. Uit: Leerplandoelstellingen TEE p. 63 Om de werking van onze economie beter te kunnen begrijpen is het verwerven van inzicht in ons economisch systeem voor iedereen noodzakelijk. Dagelijks horen we in het nieuws praten over inflatie, BBP, werkloosheid, EMU, EURO, aandelenkoersen, belastingen, enz. Het begrijpen van economische begrippen, inzicht hebben in de werking van onze economie is onmisbaar als je zelf mee wil beslissen in het economisch leven, een verantwoorde keuze wil maken voor een of andere politieke partij, als je zelf wil leven in plaats van geleefd te worden. Samengevat We studeren economie om onder andere volgende redenen: - omdat iedereen met economie in aanraking komt, - om de economische relaties beter te kunnen begrijpen, - om kritische consumenten te kunnen worden, - om bewuster te leren omspringen met grondstoffen, bodem en milieu. Inleiding ECONOMIE - 2 van 3 INLEIDING Waar economie zich mee bezighoudt 1. Consumptie Mensen verlangen veel goederen en diensten. Ze hebben heel wat economische behoeften. Voorbeelden: Een behoefte is het ervaren van een tekort en een verlangen om dit tekort te voldoen. De meeste mensen hebben zeer veel behoeften. Wat is een economische behoefte? Consumeren betekent het bevredigen van economische behoeften met materiële en immateriële zaken voortgebracht door bedrijven en overheid. Voorbeelden: Welvaart en welzijn Onder welvaart verstaat men de mate waarin mensen hun materiële behoeften kunnen voldoen. De rijkdom van een volkshuishouding wordt weergegeven door o.a. het BBP. De waarde van de goederen en diensten die tijdens een jaar in een land geproduceerd wordt, noemt men het bruto binnenlands product. Het BBP gebruikt men als welvaartindicator. De waarde van de goederen en diensten die tijdens een jaar door ingezetene van een land geproduceerd wordt, noemt men het bruto nationaal product. Onder welzijn verstaat men de mate waarin mensen al hun behoeften kunnen voldoen, ook niet-materiële behoeften zoals vrijheid, gezondheid, gelukkig zijn, enz. Goederen en diensten Goederen en diensten zijn middelen om behoeften te bevredigen. Ze zijn meestal schaars. Toon aan. Wat is het verschil tussen goederen en diensten? Het keuzeprobleem van de consument Het schaarsteprobleem verplicht mensen te kiezen. Verklaar. Men zal moeten kiezen welke behoeften men wil bevredigen omdat zijn inkomen beperkt is. Maar ook iemand met zeer veel geld moet kiezen. Hij heeft ook maar 24 uren op een dag. Inleiding ECONOMIE - 3 van 3 2. Productie: wat, hoe en voor wie Wat verstaat men onder produceren? Activiteiten om goederen of diensten tot stand te brengen noemt men produceren. Om te kunnen produceren zijn er productiefactoren nodig. Productiefactoren zijn schaars. Welke productiefactoren ken je? 1) ............................................................................................... 2) ............................................................................................... 3) ............................................................................................... Het keuzeprobleem van de producent. Ook producenten hebben een schaarsteprobleem. Verklaar. Welke goederen en diensten worden geproduceerd? - consumptiegoederen en diensten, - investeringsgoederen, - collectieve diensten. Voor wie en door wie worden deze goederen en diensten geproduceerd? Consumenten produceren meestal niet zelf de goederen en diensten die ze willen. Iedereen is gespecialiseerd in het produceren of het meewerken aan de productie van een goed of dienst. Dit systeem noemt men productiespecialisatie of arbeidsverdeling. Vrije markteconomie In een vrije markteconomie beslissen de producenten wat, hoe en hoeveel ze zullen produceren. Als er teveel geproduceerd wordt zal de prijs dalen. Als er te weinig producten beschikbaar zijn zal de prijs stijgen. Welke nadelen heeft een vrije markteconomie? Om de nadelen van een vrije markteconomie weg te werken komt de overheid tussen in de economie. We spreken dan van een gemengde economie. Tegenwoordig worden veel beslissingen genomen via onderhandelingen tussen de overheid, sociale gesprekspartners, en drukkingsgroepen. Daarom wordt onze economie ook wel eens een overlegeconomie genoemd. Begrippen: - De economische wetenschap bestudeert de gedragingen, activiteiten, handelingen van mensen in betrekking met schaarse en alternatief aanwendbare middelen, met het oog op het bevredigen van hun behoeften. - Micro-economie bestudeert de economie op kleine schaal, binnen de individuele gezinsen bedrijfshuishoudingen. In micro-economie gaat het om de afzonderlijke economische grootheden zoals één gezin, één bedrijf, één product. Macro-economie duidt op de economische verschijnselen in hun totaliteit en globaliteit (geaggregeerde economische grootheden). Bv. de totale consumptie, de totale productie, het nationaal inkomen, inflatie, enz. De macro-economie houdt zich bezig met de wisselwerking tussen de verschillende sectoren uit de economische kringloop en met de relaties tussen geaggregeerde economische grootheden (totaalgrootheden). - Een huishouding is een groep die autonoom beslissingen neemt en een eigen activiteit ontwikkelt. De volkshuishouding is de gemeenschap, de maatschappij waar het economisch gebeuren zich afspeelt. Een volkshuishouding omvat 4 sectoren of huishoudingen: de gezinnen, de bedrijven, de overheid en het buitenland.