De procedure medische hulpverlening aan mensen zonder wettig verblijf * Vreemdelingen zonder wettig verblijf hebben recht op Dringende Medische Hulp Vreemdelingen zonder wettig verblijf hebben recht op dringende medische hulp. Dit recht is geregeld in artikel 57, § 2 van de organieke OCMW-wet en het Koninklijk Besluit van 12/12/1996 inzake Dringende Medische Hulp. Een begripsbepaling tot ‘alles wat via de spoedgevallendienst van het ziekenhuis binnenkomt’ is een te enge interpretatie van het begrip dingende medische hulp aan vreemdelingen zonder wettig verblijf. Ook als iemand ‘gewoon’ ziek is, heeft hij of zij recht op medische zorgen. De overheid heeft niet bepaald op welke zorgen men wél of niet recht heeft en het is enkel aan de arts of tandarts om dit te bepalen. Dus enkel een erkende medische zorgverstrekker is bevoegd om aan de hand van een medisch getuigschrift de dringende noodzakelijkheid van de verstrekkingen te bepalen. Het begrip ‘dringend’ mag niet verward worden met de andere regeling van de (hoog-)dringende geneeskundige hulpverlening, in de wet op de 100. Dit systeem is enkel gericht op de regeling en verstrekking van medische hulp die onmiddellijk vereist is na een ongeval of ziekte. De noodzakelijke nazorg wordt in dit systeem niet geregeld, maar overgenomen in de reguliere gezondheidszorg. Het K.B. 12 december 1996 (BS 31 december 1996) trad in werking op 10 /01/ 1997 Artikel 57 § 2 van de Organieke Wet 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s, zoals gewijzigd door art.65 Wet 15 juli 1996 (BS 5 oktober 1996). Zie ook Ministerieel Besluit 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de OCMW’s, in het bijzonder art.3, art.4 en art.6§2 Wet op de 100, 8 juli 1964 Het KB bepaalt dat dringende medische hulp aan vreemdelingen zonder wettig verblijf zowel van preventieve als van curatieve aard kan zijn. Het betreft een ruim spectrum van zorgverstrekkingen. Indien een medisch getuigschrift wordt opgemaakt waaruit de dringende noodzakelijkheid van de verstrekkingen blijkt, kunnen onder andere volgende situaties onder dringende medische hulp vallen: revalidatie na een (zware) ingreep (bv. kinesitherapie); onderzoeken die noodzakelijk zijn om tot een juiste diagnose te komen (bv. echografie, RX, …); behandelingen (bv. chemotherapie bij kanker); medicatie. De medische hulp mag zowel ambulant (bv. door een huisarts of kinesist) als in een verplegingsinstelling (bv. een ziekenhuis) worden gegeven. De volgende zorgverstrekkers en instanties voor gezondheidszorg kunnen aldus dringende medische hulp aan vreemdelingen zonder wettig verblijf verstrekken : huisartsen, artsen-specialisten, tandartsen, apothekers, vroedvrouwen, para-medici, orthopedisten, bandagisten, logopedisten, ziekenhuizen, psychiatrische ziekenhuizen, psychiatrische verzorgingstehuizen, revalidatiecentra, dagcentra voor behandeling van toxicomanie, rust- en verzorgingstehuizen,… Het KB Dringende Medische Hulp vermeldt eveneens dat het niet gaat om financiële hulpverlening, huisvesting of andere hulpverlening in natura. Toch blijft het uit medisch standpunt verantwoord om Gezondheidszorg voor Mensen zonder wettig verblijf Oriëntatiepunt Gezondheidszorg Oost-Vlaanderen –1/5 in het kader van het genezingsproces bij het OCMW aan te dringen om toch steun te verstrekken voor de primaire menselijke behoeften zoals voeding, huisvesting en kleding. Dokters zijn gebonden aan het beroepsgeheim en hoeven aldus geen melding te maken aan de Dienst Vreemdelingenzaken van het onwettig verblijf van hun patiënt. Dit geldt eveneens voor ziekenhuizen. Ook het OCMW mag de adresgegevens van de betrokkene niet doorgeven. Een juist gespelde naam, geboortedatum, en gemeente van aanvraag moeten voldoen. * Wat is de taak van het OCMW ? Op basis van het medisch getuigschrift kan het OCMW op zijn beurt de terugbetaling van de kosten verkrijgen van de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie. Het bevoegde OCMW moet binnen 45 dagen kennis geven van de steunverlening aan de POD. Deze termijn wordt zeer strikt gehanteerd. Immers indien het OCMW de termijn van 45 dagen overschrijdt, verliest het OCMW het recht op terugvordering van de uitgaven die betrekking hebben op de periode die de 45 e dag voor het verzenden van de kennisgeving voorafgaat. De POD moet binnen een termijn van 40 dagen vanaf de verzending van de kennisgeving het OCMW met een gemotiveerde beslissing kenbaar maken of het de steun al dan niet ten laste neemt. Bij gebrek aan een antwoord binnen die termijn, wordt het geacht die last te aanvaarden. Het OCMW dient de kostenstaat te verzenden naar de POD. Dat moet gebeuren bij aangetekende zending of tegen ontvangstbewijs. De verzending moet gebeuren binnen 12 maanden vanaf het einde van het kwartaal waarin de kosten werden gemaakt. Deze termijn slaat op de periode waarin de onkosten werkelijk werden gemaakt, met andere woorden de periode waarin de gebeurtenissen plaatsvonden die de aanleiding hebben gegeven tot de gemaakte kosten. Elk OCMW hanteert binnen de 45 dagen termijn nog een termijn die hen de marge geeft om alle documenten op tijd door te sturen naar de POD. Om de juiste termijn te kennen, neemt de zorgverstrekker of zorgvrager best zo snel mogelijk contact op met het bevoegde OCMW. Het OCMW moet de kosten van deze dringende medische hulp aan de zorgverstrekker terugbetalen als aan drie voorwaarden is voldaan: de persoon verblijft onwettig in België; de persoon zonder papieren is behoeftig: er wordt tijdig een medisch getuigschrift voorgelegd waarin de dringende noodzakelijkheid van de verstrekkingen wordt vastgesteld. Zo'n medisch getuigschrift moet opgemaakt worden door een (door het RIZIV) erkende medische zorgverstrekker; sommige OCMW’s vragen dat de zorgbehoevende zelf zijn aanvraag ondertekent (bv. Gent). Het OCMW stelt door b.v. een sociaal onderzoek de behoeftigheid van de zorgvrager en de noodzaak van steunverlening of terugbetaling vast. Er moet een medisch attest worden voorgelegd en het nietlegale verblijfsstatuut van de betrokkene moet worden vastgesteld. Het OCMW dient er overigens structureel voor te zorgen dat DMH wordt voorzien en ook toegankelijk is. Dat kan in een OCMW-ziekenhuis, maar het OCMW kan even goed prestaties van privé-ziekenhuizen of andere zorgverstrekkers aanvaarden. Om tot die effectieve implementatie van de voorziene wetgeving te komen, kunnen OCMW’s en zorgverstrekkers conventies afsluiten. Deze mogelijkheid houdt vooral een systematisering van een bestaande procedure in door praktische afspraken te maken omtrent de procedure van terugbetaling. Artsen dienen erop te letten dat zij voor elke voorgeschreven behandeling een apart attest van dringende noodzakelijkheid opmaken. Apothekers, kinesisten of radiologen bijvoorbeeld kunnen zelf geen attest schrijven. Indien de zorgvrager hen geen document van de voorschrijvende arts bezorgt, riskeren zij de door hen gemaakte kosten niet terug te kunnen vorderen van het bevoegde OCMW. Gezondheidszorg voor Mensen zonder wettig verblijf Oriëntatiepunt Gezondheidszorg Oost-Vlaanderen –2/5 * Terugbetaling van de kosten voor ‘Dringende medische hulp’ door het OCMW Het OCMW beslist autonoom over het bedrag dat het ten laste zal nemen. Dit zal wel minimaal het bedrag zij dat het OCMW terugbetaald krijgt van de POD Maatschappelijke integratie. Het OCMW kan ook beslissen het bedrag op te trekken tot het volledig factuurbedrag, indien het oordeelt dat de norm van menselijke waardigheid dat vereist.1 Tengevolge van de grote autonomie van het OCMW is het beter dat de zorgverstrekker of zorgvrager zich zo snel mogelijk, best vooraf, met het OCMW in verbinding stelt over de betaling van de kosten voor de ‘dringende medische hulp’. * De terugbetaling door de POD Maatschappelijke Integratie Het OCMW krijgt de kosten voor dringende medische hulp terugbetaald de POD Maatschappelijke Integratie binnen de volgende grenzen: 2 voor het vervoer van de patiënt naar de verplegingsinstelling of voor zijn overbrenging naar een andere verplegingsinstelling telt een forfaitair bedrag per rit. Voor hospitalisatie telt de gemiddelde prijs van de verpleegdag in een gemeenschappelijke kamer die bepaald is in functie van de Wet van 23 december op de ziekenhuizen Voor andere gezondheidsprestaties telt de prijs die als basis dient voor de terugbetaling door het RIZIV. Dit betekent dat de tegemoetkoming van het ziekenfonds en het remgeld worden terugbetaald. Hetzelfde geldt voor de medicatie, verstrekt door een apotheker. De terugbetaling door de POD MI gebeurt binnen 3 maanden na het voorleggen van de kostenstaat en het geneeskundig getuigschrift waaruit de dringende noodzakelijkheid van de verstrekkingen blijkt. Indien de termijn overschreden wordt, is de staat vanaf de datum van voorlegging een wettelijke rente verschuldigd op de bedragen die terugbetaald moeten worden. Voor de POD maakt het geen verschil of die kosten door een openbare instelling of privé-instelling werden gemaakt! Zorgverstrekkers met een privé-praktijk kunnen eveneens hun kosten voor dringende medische hulp via het OCMW van de POD MI terugkrijgen. Die betaalt het OCMW terug binnen bepaalde grenzen en houdt geen rekening met het feit of de dringende medische hulp verstrekt werd door een openbare of privé-instantie of persoon.3 * Medicatie De zorgvrager heeft een geneesmiddelenvoorschrift nodig met de vermelding ‘dringende medische hulp’. Het veiligste is om met het medisch attest eerst naar het OCMW van de feitelijke verblijfplaats te gaan en daar een vorderingsbrief (verbintenis tot tenlasteneming) te vragen. Het OCMW kan voor het volledig factuurbedrag van de geneesmiddelen tegemoetkomen in de kosten. Slechts in sommige steden en gemeenten kan de zorgvrager rechtstreeks met het geneesmiddelenvoorschrift naar de apotheker gaan, zonder een vorderingsbrief van het OCMW voor te leggen. De apotheker kan het factuurbedrag dan achteraf vorderen van het OCMW waar hij gevestigd is indien op het afschrift van het geneesmiddelenvoorschrift ‘dringende medische hulp’ vermeld wordt. Ook in dat geval kan de apotheker het best een volmacht van de hulpvrager voorleggen om die kosten bij het OCMW te recupereren. Let echter op! Sommige geneesmiddelen kunnen niet gratis worden verstrekt (D-medicatie) hoewel het soms om belangrijke, niet door generische middelen vervangbare medicamenten gaat. Men mag niet uit het oog verliezen dat het bedrag van terugbetaling steeds afhangt van wat de RIZIV-nomenclatuur voorschrijft (dus bv. geen telefoon-rekeningen of privékamers bij opname). Art. 11 § 1 Wet 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW’s. K.B. 7 april 1995 houdende de vaststelling van het tarief voor het vervoer per ziekenwagen van personen 3 Art. 13 OCMW-wet 2 april 1965 Gezondheidszorg voor Mensen zonder wettig verblijf Oriëntatiepunt Gezondheidszorg Oost-Vlaanderen –3/5 1 2 * Zorgverstrekker of verplegingsinstelling De zorgvrager meldt zich aan bij de zorgverstrekker voor dringende medische hulp. Hij kan best zo vlug mogelijk zijn zorgverstrekker op de hoogte stellen van zijn verblijfsstatuut, van het feit dat hij niet bij een ziekenfonds is aangesloten en – indien dit het geval is – dat hij over onvoldoende middelen beschikt om de factuur te betalen. Gezien het beroepsgeheim van de zorgverstrekker kan de betrokkene best zo eerlijk mogelijk zijn situatie uitleggen. De zorgvrager of de zorgverstrekker brengt best onmiddellijk het OCMW van het grondgebied van de zorgverstrekker met een getuigschrift op de hoogte van het feit dat dringende medische hulp moest verstrekt worden. Zowel de zorgvrager als de zorgverstrekker kunnen die factuurkosten recupereren bij het OCMW. Indien de zorgverstrekker zich daartoe tot het OCMW wendt, kan hij daarvoor best een volmacht van de zorgvrager voorleggen. De zorgverstrekker moet een geneeskundig getuigschrift opmaken waaruit de dringende noodzakelijkheid van de verstrekkingen blijkt. Het geneeskundig attest moet hij afgeven aan de sociale dienst of aan de facturatiedienst van zijn ziekenhuis. Het medisch attest en de kostenstaat moeten eveneens zo snel mogelijk ingediend worden bij het OCMW. Het recupereren van de kosten kan het best door de verplegingsinstelling gebeuren, met een volmacht van de zorgvrager of met een aanvraag die ondertekend is door de zorgvrager. Indien de betrokkene reeds een tenlasteneming van het OCMW heeft, is het OCMW dat die tenlasteneming is aangegaan het bevoegde OCMW. * Bevoegdheidsverdeling Er is geen bijzondere bevoegdheidsregel in de wet opgenomen wat betreft dringende medische hulp aan vreemdelingen zonder wettig verblijf. De volgende algemene bevoegdheidsregel van de OCMW’s moet in acht worden genomen : het OCMW van de gemeente van de gewoonlijke verblijfplaats is bevoegd (voorkeursregeling). In principe moet de zorgvrager voorafgaand bij het OCMW van zijn feitelijke verblijfplaats een ‘betalingsverbintenis’ vragen voor zijn medische zorgen. Het OCMW heeft dan de autonomie om een bepaalde zorgverstrekker of instelling aan te duiden. Indien men - omwille van ‘de medische urgentie’ – niet in staat is om voorafgaand een ‘betalingsverbintenis’ te vragen bij het OCMW van de feitelijke verblijfplaats, zal de zorgverstrekker of zijn instelling deze kosten kunnen recupereren bij het OCMW van het grondgebied van de zorgverstrekker (op voorwaarde dat de aan het OCMW gevraagde hulp dringend noodzakelijk is en het verzoek om hulp gebeurt tijdens diens verblijf in het ziekenhuis). De territoriale bevoegdheid van het OCMW dat de dienstverlening moet verzekeren, wordt inderdaad vastgesteld op de dag van de hulpvraag. Zijn die voorwaarden niet vervuld, dan is enkel het openbaar centrum van de gewoonlijke verblijfplaats van de betrokken persoon bevoegd. * Nazorg Via het K.B. van 13/01/20034 wordt artikel 1 van het bestaande K.B. van 12/12/1996 aangevuld met een vierde lid. In geval van erkende besmettelijke ziekten moet de nazorg die noodzakelijk is voor de algemene volksgezondheid verstrekt worden. Erkende besmettelijke ziekten zijn “ziekten die door de bevoegde overheden als zodanig erkend zijn en onderworpen zijn aan profylactische maatregelen”. In alle andere gevallen blijft de bestaande regeling ongewijzigd, met andere woorden ook daar kan de medische ‘nazorg’ nog steeds onder het begrip “dringende medische hulp” vallen. De arts moet immers geval per geval nagaan of de gevraagde zorgen preventieve of curatieve dringende medische hulp zijn in de zin zoals bedoeld in artikel 57 § 2 OCMW-wet en het K.B. van 12/12/1996. De arts moet dit bevestigen in een medisch attest waarmee betrokkene het OCMW kan vragen de kosten te betalen. Het OCMW krijgt deze kosten volledig terugbetaald van de federale overheid, voorzover het 4 K.B. tot wijziging van het K.B. van 12december 1996 betreffende de dringende medische hulp aan vreemdelingen die onwettig in het rijk verblijven (BS 17 januari 2003) Gezondheidszorg voor Mensen zonder wettig verblijf Oriëntatiepunt Gezondheidszorg Oost-Vlaanderen –4/5 gaat om verstrekkingen die door het RIZIV erkend zijn voor terugbetaling. Zowel het remgeld als het bedrag dat normaal door het ziekenfonds terugbetaald worden, betaalt de staat terug. Conclusie: dit nieuwe K.B. zegt expliciet dat nazorg bij besmettelijke ziekten moet verstrekt worden, maar sluit de nazorg in andere situaties niet uit. * Bronnen “Gezondheidszorgen voor mensen zonder wettig verblijf” (Ellen Druyts en Eric Somers) Administratieve wegwijzer voor vreemdelingen, vluchtelingen, migranten, Kluwer, p. 240 – 272. "In slechte papieren?" - Opvangbeleid voor mensen zonder wettig verblijf in Vlaanderen. Dimitry Neuckens, Eric Somers en Wolf Bruggen (2003). Een uitgave van het Vlaams Minderhedencentrum. “Zonder papieren en ziek: hoe geraak ik aan de nodige medische zorgen? Info-brochure voor mensen zonder papieren in de stad Antwerpen”. (december 2000). Een uitgave van HAVEN vzw VMC Nieuwsbrief vreemdelingenrecht 23 januari 2003. Vlaams Minderhedencentrum. Dringende medische hulp voor vreemdelingen zonder wettig verblijf: koninklijk besluit van 12 december 1996. Medisch Steunpunt Mensen zonder papieren. www.medimmigrant.be Gezondheidszorg voor Mensen zonder wettig verblijf Oriëntatiepunt Gezondheidszorg Oost-Vlaanderen –5/5