Wederzijdse stereotypen van jongeren en ouderen en hun relatie met zelfbeeld en zelfwaardering Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie Door E.Versteegh en G.J. Westerhof Tessa Lesage 1BAOA Inhoudsopgave 1.Onderwerpsverkenning ........................................................................................................................ 3 1.1 Context kenmerken ....................................................................................................................... 3 1.2 Auteurs .......................................................................................................................................... 3 1.3 Structuur van het artikel ............................................................................................................... 3 1.4 Interessante bronnen .................................................................................................................... 4 1.5 Betrokken organisaties .................................................................................................................. 4 1.6 Specialisten .................................................................................................................................... 4 1.7 Definities en moeilijke woorden ................................................................................................... 5 1.8 Synthese van mijn artikel .............................................................................................................. 5 2. Wikidot.com ........................................................................................................................................ 7 2.1 Wie ben ik? .................................................................................................................................... 7 3. Werken van mijn auteur ...................................................................................................................... 7 3.1 Internet algemeen ......................................................................................................................... 7 3.2 Kranten,week- of maandbladen of magazines .............................................................................. 7 3.3 Vaktijdschriften ............................................................................................................................. 8 3.4Verzamelwerk................................................................................................................................. 8 3.5Eindwerken..................................................................................................................................... 8 3.6Hoofdstukken uit boeken, losbladige werken en verzamelwerken ............................................... 8 4. Juridische context ................................................................................................................................ 9 5. Politieke context .................................................................................................................................. 9 6. Persoonlijke verwerking .................................................................................................................... 10 2 1.Onderwerpsverkenning 1.1 Context kenmerken Mijn artikel werd geschreven door E.Versteegh en G.J. Westerhof. Het artikel komt uit ‘ Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie.’ Dit tijdschrift bekijkt de gerontologie en geriatrie zeer breed. Ze bekijken namelijk de biologische, medische, psychologische en sociale kant van gerontologie en gereatrie. Het tijdschrift is vooral gericht voor: Geriaters, , gerontologen, psychologen in de ouderenzorg, verpleeghuisartsen, onderzoekers, studenten en de overige geïnteresseerden. Het verschrijnt tweemaandelijks. Het gaat ook op zoek naar meer informatie over recent verschenen publicaties en promoties. Het artikel komt uit een uitgave van 2007 door uitgeverij Bohn Stafleu van Loghum. 1.2 Auteurs Mijn artikel werd geschreven door E.Versteegh en G.J.Westerhof. Gerben Westerhof is een universitaire hoofddocent in de university of Twente. Zijn specialisaties zijn psychogerontologie, stereotypen over ouderen en de ontwikkeling van identiteit over de levensloop. Over E.Versteegh heb ik geen verdere informatie gevonden. 1.3 Structuur van het artikel De opbouw van het artikel is logisch het begint met uit te leggen waarover het artikel zal gaan, hoe het onderwerp over het algemeen bekeken wordt. Daarna doen ze een onderzoek bespreken dit heel grondig en kijken achteraf kritisch naar hun onderzoek over wat daarvan nu echt klopt en niet. En op het einde worden alle bronnen weergegeven. Het artikel heeft niet veel subtitels. Maar het is daarom niet slecht, het artikel is daarom niet moeilijker om te lezen. Er wordt slechts achteraf naar de bronnen verwezen onder de subtitel literatuur. Je kan dus niet direct terugvinden wat uit welke bron komt. Voor de structuur zou ik misschien wat meer gebruik maken van alinea’s soms zijn het nogal lange blokken om te lezen wat soms vervelend kan zijn. Dit is de structuur van mijn artikel op basis van volgende subtitels: - Stereotypen over ouderen en jongeren -Groepsbeeld, zelfbeeld en zelfwaardering -Onderzoekshypothesen -Methode -Procedure -Resultaten -Conclusie en discussie -Literatuur 3 1.4 Interessante bronnen Ik koos voor deze interessante bronnen omdat het vooral uitgaven en werken zijn van mijn auteur. Het artikel was goed geschreven en duidelijk dus denk ik dat deze bronnen ook duidelijk zullen zijn. Westerhof GJ. De beleving van het eigen ouder worden: Multidimensionaliteit en multidirectionaliteit in relatie tot succesvol ouder worden en welbevinden. Tijdschr Gerontol Geriatr 2003;34:96-103. Westerhof GJ. De beleving van het eigen ouder worden: Multidimensionaliteit en multidirectionaliteit in relatie tot succesvol ouder worden en welbevinden. Tijdschr Gerontol Geriatr 2003;34:96-103. 1.5 Betrokken organisaties De organisatie die ik hierbij kan linken is De Katholieke Bond voor Ouderen. Hieruit werden mensen genomen om het onderzoek te voeren. Het is een vrijwilligersorganisatie met als missie: het bevorderen van een zorgzame samenleving, en een goed leven voor de senioren. De organisatie geeft informatie en advies over gezondheid, wonen en financiën. De KBO organiseert ook verschillende activiteiten die betrekking hebben tot ontmoeting, ontspanning en ontwikkeling. 1.6 Specialisten Blair T. Johnson: Johnson is een professor in de Psychologie aan de universiteit van Connecticut. Johnson kan je bereiken via [email protected]. Mary E.Kite: Mary E. Kite is professor in de psychologische wetenschappen in de Ball State universiteit in de Verenigde Staten. Ze is ook gespecialiseerd in de Sociale psychologie. Mary E.Kite is te contacteren via: mkite (at bsu.edu) Susan Friske: Susan Friske is gespecialiseerd is de sociale psychologie. Ze richt zich vooral op stereotypen en vooroordelen, ze onderzoekt ook hoe stereotypen bemoedigend en ontmoedigend werken in sociale relaties. De contactgegevens van Susan zijn: [email protected]. Susan K. Whitebourne: Susan K Whitbourne haar specialisatie is ontwikkelingspsychologie. Contact kan via: [email protected]. 4 1.7 Definities en moeilijke woorden Accomodatieve strategie Assimilatieve strategie Conceptualiseren Zich aan de omstandigheden aanpassen gelijkvormig maken, gelijkstellen aan in een concept of in een systeem van concepten formuleren Wetenschap van de ouderdomsverschijnselen en het bejaardenvraagstuk Bij een longitudinaal onderzoek worden de waarnemingen of metingen bij ieder individu op een aantal achtereenvolgende tijdstippen herhaald. Bevoogdend Opvattingen die mensen hebben over andere mensen op basis van hun groepslidmaatschap, bijvoorbeeld het behoren tot een bepaalde leeftijdsgroep. Tegenzin Gerontologie Longitudinaal onderzoek Paternalistisch Stereotypen Weerwil 1.8 Synthese van mijn artikel Dit is de synthese die ik heb gemaakt over mijn artikel. Het is een korte samenvatting van wat er in de tekst geschreven staat. Er wordt weergegeven hoe gedacht wordt over stereotypen en hoe mensen omgaan met stereotypen over hun leeftijdsgroep. Als slot volgt de conclusie en discussie die mogelijk is over het onderzoek dat wordt verricht in het artikel. Wederzijdse stereotypen van jongeren en ouderen en hun relatie met zelfbeeld en zelfwaardering. Inleiding Mijn artikel gaat over de Wederzijdse sterotypen van jongeren en ouderen en hun relatie met zelfbeeld en zelfwaardering. In het artikel maakt men een vergelijking over hoe jongeren denken over hun stereotypen en de relatie tussen zelfbeeld en zelfwaardering. Dit gaat men ook doen bij de ouderen. Ze gaan ook na als het beeld over zichzelf klopt het hetgeen wat anderen over hen zeggen. Ook gaat men actief op zoek als er bij beide leeftijdsgroepen een verband is tussen zelfbeeld en zelfwaardering. Men heeft dit onderzoek gedaan aan de hand van twee verschillende componenten namelijk warmte en competentie. Onder warmte worden vooral de sociale relaties gezien en bij competentie: de algemene vaardigheden. 5 Status Er moet ook rekening worden gehouden met de status die heerst over de leeftijdsgroep. De groep met een hogere sociale klasse gaat men vaak ook zien als meer competent. Bij de leeftijdsgroep met lagere sociale klasse zal men als minder competent worden gezien maar wel warmer. Hoe kan je omgaan met stereotypen? Omgaan met stereotypen kan je op twee verschillende manieren doen: Assimilatieve strategie is dat je je eigen zelfbeeld in stand gaat houden, dit is de manier om ook je eigen zelfbeeld en welbevinden te onderhouden. Daarnaast heb je ook nog de Accomodatieve strategie en dit is dat je je eigen zelfbeeld gaat aanpassen aan de stereotypen die er heersen over de leeftijdsgroep. Het onderzoek wees aan dat jongeren als meer competent worden gezien en ouderen als warmer. Ouderen gaan zichzelf wel als meer competent inschatten dan wat hun leeftijdsgroep denkt over hen. Dit doen ze waarschijnlijk omdat ze af willen van het stereotype beeld dat jongeren hebben over ouderen, en gaan zichzelf daarom hoger inschatten. Beide groepen proberen wel hun zelfwaardering in stand te houden jongeren zien zichzelf als even competent maar gaan zichzelf als persoon als warmer zien dan het stereotype. Bij ouderen kunnen we het tegenovergestelde vaststellen: zij gaan zich even competent zien als hun leeftijdsgroep maar zien zichzelf als veel warmer dan het stereotype. Ouderen die zich competenter inschatten ervaren meer zelfwaardering. Hoe groter hun verschil tussen zelfbeeld en stereotype hoe groter de zelfwaardering. Bij jongeren hangt hun zelfbeeld en de stereotypen niet samen en gaat dit ook niet leiden tot zelfwaardering. Conclusie en discussie De conclusie en discussie hierover is dat we toch niet mogen veralgemenen de steekproef was wel over een gevarieerde groep maar je moet toch opletten voor generalisatie. Ook moet je erop letten dat je door negatieve stereotypen niet gaat discrimineren. Tot slot kunnen we ook zeggen dat het belangrijk is dat elke leeftijdsgroep zich bewust wordt van de stereotypen die heersen over hun leeftijdsgroep. 6 2. Wikidot.com 2.1 Wie ben ik? Hallo, Ik ben Tessa Lesage, ik ben 18 jaar. Ik woon in Moorsele samen met mijn ouders en mijn oudere broer Niels. Ik zit in mijn eerste jaar Orthopedagogie. Mijn hobby is volleybal dat speel ik bij Dames Volleybalclub Moorsele. Ik speel zelf in 4e provinciale. Na mijn eigen training geef ik af en toe ook training aan de jeugdspelers. Het thema vond ik interessant om rond te werken. Ik had hierover geen voorkennis maar ik vond het leerrijk om hierover te werken. Ik koos voor het artikel: Wederzijdse stereotypen van jongeren en ouderen en hun relatie met zelfbeeld en zelfwaardering. Ik vond het artikel zeer interessant omdat we vaak te maken krijgen met stereotypereingen en hier worden ze uitgebreid onderzocht en duidelijk toegelicht. 3. Werken van mijn auteur Op het internet en in tijdschriften zijn er nog heel wat artikels te vinden die ook geschreven zijn door E.Versteegh en Gerben Westerhof. Ik zal bij elke verschillende bron nog twee uitgaven van mijn auteurs geven. 3.1 Internet algemeen Artikel: Gerben Westerhof, Karen van Kordelaar, Astrid Vlak en Yolande Kuin (1997), Tijdreizen: een gespreksgroep tussen jong en oud als onderwijsinstrument. Onderwijs en gezondheidszorg : vakblad voor opleiders in gezondheidszorgonderwijs, 31 (5), 36. Gevonden via: http://www.transitiesinzorg.nl/files/tijdreizen-een-gespreksgroeptussen-jong-en-oud.pdf Gerben Westerhof, Karen van Kordelaar, Astrid Vlak en Yolande Kuin (2012), Tijdreizen: Een gespreksgroep tussen jong en oud. Link naar het artikel: [http://hdl.handle.net/2066/55996] 3.2 Kranten,week- of maandbladen of magazines JDW.( 29 november 2012). Leeftijdsdiscriminatie bestaat. Het belang van Limburg.7. Gevonden via Mediargus WebTracker ( 28 november 2012). Oudere werknemers zijn duur, jongere werknemers lui. Het laatste nieuws. 0. Gevonden via Mediargus 7 3.3 Vaktijdschriften Tijdschrift Van het Steunpunt WSE Verpleegkundig informatief tijdschrift Twee relevante artikels uit Tijdschrift Van het Steunpunt WSE Forrier, A.,Marescaux, E.,De Winne,S.(2010), Denkbeelden over vijftigplussers bij Vlaamse werkgevers. Tijdschrift van het steunpunt WSE,20,117-128. Lembrechts, L.,(2012), Discriminatie op de werkvloer: een onderzoek naar ervaringen van zwangere werkneemsters in België.,Tijdschrift van het steunpunt WSE, 22, 30-35. 3.4Verzamelwerk Peeters, M., de Vries,S., van den Bergh,A.(2006). Werk en gezondheid bij allochtone werknemers. De psychologie van arbeid en gezondheid. 435-448. Bohn Stafleu van Loghum. 3.5Eindwerken Joosten, Reine ( 2011). Leeftijdsbewust personeelsbeleid: een onderzoek naar de stereotypen en attitudes bij vijftigplussers werkend bij AZ Klina (theses). Antwerpen: Lessius Hogeschool. Aerschot Freya ( 2010).Het effect van een internenerationeel project op beeldvorming van kleurters en ouderen ( Theses) . Geel: Katholieke Hogeschool Kempen. 3.6Hoofdstukken uit boeken, losbladige werken en verzamelwerken Vlaamse oudererenraad, Beeldvorminge over ouderen. Brochure te vinden op internet via http://www.vlaamse-ouderenraad.be/. Berden, L., Bex, G.,Vaes, R.,Verghote, K., Coene, I.,(2011), Uitkijk vooroordelen 2e graad.Mechelen: Plantyn Alderweireldt,T., Van Assche, C., Collaert, R. ; Van Steen, J.( 1998), Discriminatie. Oostmalle, De sikkel. De witte, J.,(2012) Enenerzijds, anderzijnds: over omgaan met discriminatie, diversiteit en migratie., Tielt: LannooCampus 8 4. Juridische context http://www.juriwel.be/Zoeken/Detail.aspx?DID=1013232&param=inhoud http://www.gelijkekansen.be/Hetbeleid/Wetgeving/Vlaanderen.aspx Voor dit beleid is Pascal smet verantwoordelijk: hij is minister van onderwijs, gelijke kansen,jeugd en brussel. Onder het beleid van gelijke kansen is het non- discriminatiebeleid te vinden. 5. Politieke context Non-discriminatiebeleid http://www.gelijkekansen.be/Hetbeleid/Wetgeving/Vlaanderen.aspx Het principe van gelijke behandeling (of non-discriminatie) is een van de grondslagen van onze democratische samenleving. Niettemin horen discriminaties nog te vaak tot de dagelijkse realiteit van minderheids- en/of kansengroepen. Net daarom wordt naast een proactief gelijkekansenbeleid ook een non-discriminatiebeleid uitgewerkt. Het decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid van 10 juli 2008 schept het kader voor beide beleidslijnen. Het Vlaamse antidiscriminatiebeleid is de voorbije jaren in een stroomversnelling gekomen, onder niet te miskennen Europese invloed: 4 belangrijke Europese richtlijnen werden omgezet in het decreet van 10 juli 2008. Het kaderdecreet gaat in zijn toepassing ruimer dan wat door Europa wordt opgelegd, in de zin dat: De lijst van beschermende kenmerken ruimer is dat het toepassingsgebied alle Vlaamse bevoegdheden omvat het onafhandelijk orgaan ook rechtsbescherming en rechtshandhaving in haar takenpakket omvat het onafhankelijk orgaan ook rechtsbescherming en rechtshandhaving in haar takenpakket omvat een netwerk van 13 lokale meldpunten discriminatie werd opgericht. Beschermde kenmerken( art 16§3): geslacht, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, Vermogen geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschap, sociale positie, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst of nationale of etnische afstamming. Toepassingsgebied (art 20): arbeid, beroep, beroepsopleiding, arbeidsproces, promotiekansen, arbeidsvoorwaarden, goederen en diensten, gezondheidszorg, onderwijs, sociale voordelen en toegang tot en deelname aan economische, sociale, culturele of politieke activiteit die buiten de privésfeer worden aangeboden. 9 Het decreet geeft ook uitvoering aan de relevante verdragen die op mondiaal niveau de strijd tegen discriminatie aangaan, zoals het verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie, het verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discrimininatie van vrouwen, het verdrag inzake de rechten van kinderen en het verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Het Vlaams discriminatiebeleid is complementair aan het gelijkekansenbeleid. Het gaat er immers niet om enkel repressief op te treden, er moet eveneens een beleid bestaan dat gericht is op preventie en aldus een tolerante samenleving wil creëren waar iedereen volwaardig en gelijkwaardig aan kan deelnemen. 6. Persoonlijke verwerking De opdracht is voor mij goed verlopen. Het was veel werk, veel meer dan ik in het begin had gedacht. Ik heb heel wat informatie kunnen vinden Via Limo en ook via internet zelf. Ik heb niet veel informatie van internet gebruikt maar ik heb de meeste informatie uit mijn artikel gehaald. Als ik nog eens zo’n opdracht zou moeten maken zou het misschien handig zijn om meer te gaan zoeken in het werkveld zelf. Een voorbeeld hiervan kan zijn naar de organisaties gaan die met het artikel te maken hebben en aan de hand van deze informatie nog verder werken. Een werkpunt voor mezelf is dat ik sneller moet doorwerken aan zo’n opdracht. Ook het opzoeken via bepaalde databanken als springerlink moet ik nog verder oefenen. Vooral om gericht te zoeken. Ik vond het goed dat ik mezelf beperkt heb tot het artikel en bijkomende informatie opgezocht via internet. Een sterkte was het opzoeken van artikels en handboeken,.. Dat heb ik al vaker gedaan en kan zo gericht opzoeken. Wat me vooral zal bijblijven is het maken van de site zelf. Ik had dit nog nooit eerder gedaan en vond het wel eens leuk om te maken. Wat me ook zal bijblijven is dat het enorm veel werk vraagt om alles te maken en dan vervolgens op de site te zetten. De opdrachten vond ik goed geformuleerd, enkel de opdracht over de bronnen en organisaties vond ik minder duidelijk wat er verwacht werd. Anders waren alle opdrachten duidelijk. Ik vond het een meerwaarde om deze opdracht te maken. 10