ethiek, kwaad en vergeving

advertisement
ETHIEK, KWAAD EN
VERGEVING
Overzicht Ethiek, kwaad en vergeving
A. Ethiek
I. Levensbeschouwing en ethiek
II. Christendom en ethiek
III. Enkele ethische theorieën
B. Voorbij de ethiek: kwaad en vergeving
I. Reflecties over het kwaad
II. Vergeving: een complex gebeuren
A. Ethiek
• Inleiding
– toegepaste ethiek
– fundamentele ethiek
– meta-ethiek
I. Levensbeschouwing en ethiek
• Samenhang tussen mens- en wereldbeeld
en ethiek
– ethiek niet louter een zaak van technische rationaliteit
– ‘goed’ krijgt maar betekenis in verhouding tot een
bepaald wereldbeeld
• Invloed van levensbeschouwing op de
motivatie en betekenis van het handelen
– grote overeenstemming tussen christelijke en
humanistische ethiek over wat men (niet) moet doen
– grootste verschillen in waarom men iets doet
•
•
•
•
•
•
eigenbelang
straf in het hiernamaals
redelijkheid
vredevol samenleven
respect voor elke mens
…
– levensbeschouwing geeft daden betekenis door ze
binnen een samenhangend geheel te kaderen
• Invloed van levensbeschouwing op het
uiterlijk zichtbare handelen
– wat doet men (niet)?
– interpretatie van feiten
geheel van cellen, mens-in-wording
of volwaardig persoon?
– hiërarchie van waarden
Wat als vrijheid, gelijkheid, welzijn, ecologie, rechtvaardigheid of
barmhartigheid conflicteren? Welke waarde krijgt dan de bovenhand?
Invloed van wereldbeeld op hoe met dieren wordt omgegaan
Radicaal
antropocentrisme
Gematigd
antropocentrisme
Ecocentrisme
mens als maat van de
dingen
mens centraal, maar
‘geschapen’ zoals de
dieren
mens en dier zijn
gelijkwaardig
dieren hebben geen
morele waarden
dieren hebben morele
waarde, maar niet
absoluut zoals mensen
dieren hebben dezelfde
morele status als mensen
II. Christendom en ethiek
• De motivatie en betekenis van het handelen in
de christelijke ethiek
–
–
–
–
bouwen aan Rijk Gods
naastenliefde geworteld in liefde tot God
navolging van Christus
ook rede (inzicht) speelt een belangrijke rol, zonder
verabsolutering van theorieën
vglk. hindoeïsme:
– specifieke plichten afhankelijk van kaste waartoe men behoort
– verzaken aan de eigen plichten levert slecht karma op, wat ongunstig is
voor de toekomst
• Het uiterlijk zichtbare handelen in de christelijke
ethiek
– verschillende moraaltheologische theorieën
(vaak // filosofische ethiek: belang denken)
– Bijbel en ethiek: verschillende benaderingen
• verzameling absolute voorschriften
• verzameling ethische idealen
• invloed op karakter van wie Bijbel leest
– Kerkelijk leergezag en ethiek
• kerkelijke hiërarchie doet geregeld morele uitspraken
• belang van traditie en kerkgemeenschap voor
katholieken om Bijbel en leven Jezus Christus te
interpreteren
• verschillende niveaus van kerkelijk spreken met
verschillend gezag (dogma, doctrine, discipline)
• Vaticanum II: drievoudig onderscheid
– gewone leerambt van de bisschoppen
 kan niet zomaar naast zich neergelegd worden; maar gelovigen
behouden gewetensvrijheid
– universele gewone leerambt van de bisschoppen (wanneer de
bisschoppen in gemeenschap met elkaar overeenstemmen)
 instemming door gelovigen noodzakelijk
– buitengewone leerambt: (onfeilbaar spreken van de paus)
 instemming door gelovigen noodzakelijk
III. Enkele ethische theorieën
• Plichtsethiek
– de handeling zelf centraal
– wat voorgeschreven is moet worden uitgevoerd, ongeacht
context, intentie, gevolgen, ….
– ethiek als een geheel van geboden en verboden
– verschillende grondslagen mogelijk
•
•
•
•
rede (I. Kant)
natuur
heilige schrift
menselijke waardigheid (cf. mensenrechten)
– voordeel van de duidelijkheid?
• interpretatie blijft noodzakelijk
• wat bij conflicten tussen verschillende regels?
• Consequentialisme en utilitarisme
– de gevolgen van de handeling centraal
– het ethisch juiste is datgene wat het beste resultaat
oplevert
– beste resultaat: verschillende interpretaties mogelijk
• utilitarisme: het ethisch juiste is datgene wat het grootste
totale nut oplevert
 afweging van goede en slechte gevolgen
 vereist dat mensenlevens, welvaart, ecologie, gezondheid, …
onder één noemer gebracht worden
• Deugdethiek
– de handelende persoon centraal
– een juist moreel oordeel is een oordeel geveld door een
moreel (= deugdzaam) persoon
– nadruk op (morele) opvoeding (ook impliciet)
• belang van (religieuze) gemeenschappen: verhalen, geschiedenis,
symbolen verlenen betekenis aan ethiek (A. MacIntyre)
– klassieke ‘kardinale’ deugden:
• moed, rechtvaardigheid, matigheid & verstandigheid
– geen vaste regels voor concrete situaties
 mogelijkheid in te gaan op complexiteit
 groot gewicht bij morele persoon gelegd (veeleisend: morele
vorming is nooit volmaakt)
• Zorgethiek
– de menselijke relaties centraal
– oorspronkelijk: genderdiscussie:
• morele redeneringen van vrouwen verlopen anders dan die van
mannen: meer vanuit ‘zorg’ i.p.v. ‘rechtvaardigheid’ (Gilligan)
– vandaag: vooral in zorgsector belangrijke rol
– menselijke persoon staat steeds in relatie tot anderen: wat
met iemand gebeurt heeft steeds impact op andere
personen uit diens omgeving
– respect voor autonomie van een persoon mag niet ten
koste gaan van de relaties met anderen
– biedt alternatief perspectief om naar concrete situaties te
kijken
• Personalisme
– de menselijke persoon als norm
– open en dynamisch concept van menselijke persoon:
•
•
•
•
•
•
•
•
relatie tot de gehele realiteit (leefmilieu, spirituele wereld, God)
in relatie tot de materiële wereld
in relatie tot andere groepen van personen: cultuur
historisch wezen: in relatie tot verleden en toekomst
in relatie tot andere personen
een subject (vrijheid en verantwoordelijkheid)
lichamelijk wezen (<-> dualisme)
uniek
– vooral uitgewerkt in christelijke moraaltheologie (o.a. L.
Janssens)
B. Voorbij de ethiek:
kwaad en vergeving
Waarom doen mensen die het goede kennen
toch het kwade?
Moet een slachtoffer altijd vergeving
schenken aan een dader?
I.
Reflecties over het kwaad
• Diabolisering
– dader als sadist die bewust voor het kwade kiest
– het kwade is het gevolg van de intenties en acties van
boosaardige personen
– duidelijke scheidingslijn tussen goed en kwaad;
plaatst onszelf aan de goede zijde
– kan leiden tot spiraal van geweld: met het recht aan
de zijde het kwade willen vernietigen
• cf. tegen de nazi’s wordt gelijkaardige propaganda gebruikt als
zijzelf tegen de nazi’s gebruikten
• Banalisering
– H. Arendt, Eichmann in Jerusalem (1963)
– dader als tandwieltje in een systeem, die
plichtsbewust doet wat hem is opgedragen
– het kwade treedt op wanneer mensen te weinig
nadenken over de gevolgen van hun handelen
– depersonalisatie tracht het zich laten raken door de
ander te voorkomen
– het kwaad als een permanente mogelijkheid
– geen persoonlijke verantwoordelijkheid: deethischering?
Alles wat we weten over Adolf Eichmann
Ogen: doorsnee
Haar: doorsnee
Gewicht: doorsnee
Lengte: doorsnee
Bijzondere kenmerken: geen
Aantal vingers: tien
Aantal tenen: tien
Intelligentie: doorsnee
Wat verwachtte u:
Klauwen?
Te grote snijtanden?
Groen speeksel?
Krankzinnigheid?
Leonard Cohen
• Ethisering
–
–
–
–
dader als een idealist die het goede wil
alternatieve ethiek
aansluiting bij heersende morele idealen
totaal relativisme: ‘goed’ en ‘kwaad’ hebben geen
betekenis meer
• Fragmentatie en zelfbedrog
– fragmentatie: dagelijkse ‘ondeugd’
• het lijden waarmee we in aanraking komen niet onze hele
persoonlijkheid laten doordringen: barrières opwerpen
• noodzakelijk in complexe wereld, maar kan er toe lijden dat we door
niets meer persoonlijk geraakt worden
– fragmentatie gaat gepaard met zelfbedrog: voor jezelf
rechtvaardigen dat je je afsluit van het lijden
 wie fragmenteert kent het onderscheid tussen goed en kwaad
 en is betrokken op het goede
– geen radicaal onderscheid tussen goede en kwade
mensen
• het kwaad zit in elk van ons  noodzaak hiervan bewust te zijn
• Holocaust als een permanente mogelijkheid
Maria Kleivan,
‘Potency’
Hugo van der Goes, De val van Adam en
Eva, 15de eeuw
II. Vergeving: een complex gebeuren
• Een christelijk doekje voor het bloeden?
– gemakkelijk over vergeving gesproken in christelijke
traditie
<->
–
–
‘onvergeeflijke’ daden?
neemt een te snel overgaan tot vergeving
–
het lijden wel voldoende ernstig?
kan vergeving een morele plicht zijn?
Luc Blomme, De verloren zoon
– verlangen naar straf en rechtvaardigheid zijn teken van
betrokkenheid op het goede
– verlangen naar haat en wraak is logisch; vergeving is
onverwacht en onlogisch
• Vergeving en de paradigmatische
verklaring van het kwaad
– Diabolisering
• boosdoener is door en door slecht
 geen berouw mogelijk
• de boosdoener en zijn/haar daad hangen noodzakelijk
samen
 kunnen niet van elkaar losgekoppeld worden
 vergeving niet mogelijk
– Banalisering
• boosdoener draagt geen schuld
 vergeving niet mogelijk
– Ethisering
• boosdoener draagt geen schuld: streeft het goede na
 geen berouw mogelijk
• geen overeenstemming dat er kwaad is geschied
 vergeving niet mogelijk
– Fragmentatie en zelfbedrog
• boosdoener draagt verantwoordelijkheid en schuld
• boosdoener is verbonden met het goede
– berouw mogelijk
– loskoppeling boosdoener en daad mogelijk
 vergeving mogelijk
• Vergeving als het opheffen van de last
van de schuld
– vergeving heft de last van de schuld op, maar niet de
misdaad zelf (de dader wordt vergeven, niet de misdaad)
– berouw en rechtvaardigheid (straf) gaan vooraf aan
vergeving
• maar kunnen geen vergeving afdwingen
– vergeving als gratuïteit
– bereidheid vergeving te schenken opent de toekomst voor
het slachtoffer, zelfs als de dader geen vergeving kan
ontvangen (<-> victimisme)
• Vergeven en vergeten?
– Vergeven ≠ vergeten
– Vergeving verlicht de last van het verleden omdat we niet
kunnen vergeten
– Vergeving voorkomt het richtingloos herhalen van het
verleden en opent zo ruimte voor de toekomst
• Een religieuze dimensie in vergeving
– vergeving vaak ervaren als iets dat de menselijke
mogelijkheden overstijgt
• gaat in tegen de logica van de menselijke interactie
– christenen: genade, gave van God
• cf. vergevend optreden van Jezus
• herstel van wonden bij slachtoffers en van de relatie tussen daders
en slachtoffers als een teken van het Rijk Gods
– waarde van religieuze rituelen en symbolen om met gevoelige situaties
om te gaan
• Verzoening
– vergeving: in de eerste plaats waardevol als herstel van
dader en slachtoffer afzonderlijk
– verzoening: herstel van de relatie tussen dader en
slachtoffer
• relatie moet hernieuwd worden: litteken blijft
– verzoening moét niet volgen op vergeving
Download