HOOFD IN DE WOLKEN, DE VOETEN OP DE GROND MEERKRING – SCHOLEN VOOR HET LEVEN Strategisch beleidsplan Stichting Meerkring en Stichting de Kosmos 2015-2019 1 Leeswijzer Ontwikkelingen in onderwijs en maatschappij vragen van Stichting Meerkring en Stichting de Kosmos1 minstens elke vier jaar om een heroriëntatie van strategische keuzes. Waar gaan we ons voor de langere termijn op richten, waarom zijn die keuzes belangrijk, hoe geven we er invulling aan en wat gaan we doen om het zichtbaar te maken? In dit strategisch beleidsplan beschrijven we contouren van een nieuwe werkelijkheid die steeds meer realiteit wordt in ons onderwijs. We kijken naar veranderende opvattingen over onderwijs waarbinnen we onze standpunten bepalen. We laten zien wie we zijn en waar we voor staan en welke vruchten we willen laten groeien. We focussen achtereenvolgens op de volgende elementen. • Naar een nieuwe werkelijkheid o Een maatschappij in beweging o De toekomst van onderwijs • Onze identiteit o Wie we zijn (ons karakter en onze kernwaarden) o Waar we goed in zijn (onze kernkwaliteiten) o Wat we als onze kernopdracht zien (onze missie) • Onze ambities o Werken aan een stevige, veerkrachtige basis o Groeien naar scholen voor het leven • Doelstellingen en keuzes Welke keuzes gaan we maken voor onderwijs, personeel en organisatie, bedrijfsvoering, kwaliteitszorg, huisvesting en communicatie en waaraan we zien of we onze strategische doelen gaan bereiken. Wanneer je een schip wilt gaan bouwen Breng dan geen mensen bijeen om timmerhout te sjouwen Of te tekenen alleen Voorkom dat ze taken ontvangen Deel evenmin plannen mee Maar leer eerst mensen verlangen Naar de eindeloze zee. (Antoine de Saint-Exupery) 1 In dit proces zijn beide stichtingen met elkaar opgetrokken en is dit beleidsplan een gezamenlijk product. Omwille van de leesbaarheid zullen we hierna spreken over 'Meerkring'. 2 MISSIE EN VISIE Geloven in ieders kracht Meerkring scholen zorgen voor eigentijds, maatschappij betrokken onderwijs in een veilige leeromgeving. Kinderen worden gestimuleerd te ontdekken wie ze zijn, wat ze kunnen en wat ze willen. Leerkrachten geven ieder kind persoonlijke aandacht en betrekken ouders bij het leerproces. En uitgaan van gezamenlijke verantwoordelijkheid Samen wordt gewerkt aan een inspirerende sfeer die enthousiaste en trotse kinderen oplevert. Kinderen die het beste uit zichzelf halen, weten wat inzet, respect voor elkaar en een gezamenlijke verantwoordelijkheid betekent. Meerkring scholen bouwen en vertrouwen op de kracht van leerlingen, leerkrachten, ouders en samenleving. Ontwikkelen Meerkring scholen dragen de nodige kennis aan om kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op vervolgonderwijs. De leerkrachten leren kinderen gebruik te maken van hun talenten en kwaliteiten en stimuleren hen deze verder te ontwikkelen. Veel aandacht is er voor cognitieve en sociale ontwikkeling. En daarnaast ook de creatieve, expressieve, motorische en muzikale ontwikkeling. Uitgangspunt is wat het kind kan, niet wat het kind niet kan. Ontmoeten Op Meerkring scholen wordt de ontmoeting actief gestimuleerd. Ontmoeting tussen de veelkleurigheid in de maatschappij, cultuur en levensbeschouwing van mensen; kinderen, leerkrachten, ouders en de wereld om hen heen. In Meerkring scholen hebben verschillen juist een meerwaarde en is er ruimte en respect voor ieders overtuiging. Kinderen worden rijker van deze ontmoetingen en leren denken in gelijkwaardigheid. Ontplooien Meerkring scholen laten kinderen zien dat de wereld groter is dan thuis en school. Kinderen worden opgevoed naar democratisch burgerschap en voorbereid op de uitdagingen van de maatschappij waarin ze leven. Zodanig dat ze zich erin thuis voelen en er volwaardig aan deelnemen. Meerkring scholen vinden het belangrijk dat kinderen leren nadenken en leren hoe ze hun eigen gefundeerde mening kunnen vormen. Zo beginnen kinderen hun eigen leven zelf vorm te geven. Opvoeding Meerkring scholen vinden dat opvoeden in beginsel de taak is van ouders. Op school komen kinderen echter andere omstandigheden tegen dan thuis. Meerkring scholen zien zichzelf als verlengstuk van ouders en zien het als taak een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het sociale en emotionele gedrag van kinderen. Meerkring scholen weten wat normen en waarden betekenen, zoals verdraagzaamheid en solidariteit. En hoe je daarmee omgaat in de klas, op school en daarbuiten. Omgeving en veiligheid Meerkring scholen zorgen voor een veilige omgeving. Een plek waar wordt geluisterd en waar iedereen serieus wordt genomen. Een plek die ruimte biedt aan iedereen. Waar aandacht is voor gezondheid, sporten en verantwoord eten. Een sfeervolle omgeving met duidelijke leefregels en structuur, waar iedereen zich prettig voelt. 3 Opvang en zorg Meerkring scholen volgen ieder kind op de voet en zorgen voor een persoonlijke, zorgvuldige opvang en begeleiding. Elk kind is verschillend, heeft een ander tempo of temperament, is soms hoogbegaafd of misschien zwakker begaafd, heeft dyslexie of een (lichte) vorm van autisme. Meerkring scholen zorgen voor passend onderwijs dat nauw aansluit bij de behoefte van ieder kind. 4 NAAR EEN NIEUWE WERKELIJKHEID Een maatschappij in beweging In toenemende mate zijn mensen over de gehele aarde met elkaar verbonden. We ervaren geen afstand meer. Australië is net zo dichtbij als Haarlem. Vriendenkringen en professionele netwerken zijn tegenwoordig wereldwijd. Via communicatietechnologie kan alles worden gedeeld in beeld, tekst, geluid en besturing. Een chirurg kan opereren d.m.v. robottechnologie op grote afstand van zijn patiënt. Niemand weet wat de toekomst brengen gaat. Maar terugkijkend in de geschiedenis zijn er lijnen te ontdekken die je denkbeeldig zou kunnen doortrekken naar de toekomst. Van een zuilaire maatschappij, naar een individueel tijdperk en vandaar naar een tijdperk waarin we dankzij de culturele en ICT- mogelijkheden kunnen samenwerken tot over de grenzen. Wat we weten over de toekomst is dat hij verandert en dat het onderwijs (beter eerder dan te laat) mee verandert. Maar welke kant op? Dat is de vraag. In een tijd waarin een steeds groter beroep gedaan wordt op communicatieve taalvaardigheid, sociale competenties, reflectieve vaardigheden en creativiteit, is het nodig om het onderwijs in de richting waarin de maatschappij verder verandert, aan te passen of bij te stellen. Voldoet ons onderwijsbestel nog wel? Past het onderwijs van nu bij onze kinderen, hun omgeving, deze tijd? Misschien wel, maar misschien ook niet. Ons onderwijs (kerndoelen) is vooral gericht op instrumentele vaardigheden en kennis. We leiden onze kinderen op voor de wereld van nu. Langzaam komt het besef dat de 21e eeuw ook iets anders van ons vraagt. We weten alleen nog niet precies wat. Zo ontstaan er bewegingen zoals de Steve Job school, waarin de iPad wordt heilig verklaard. Maar tegelijk ook een schoolomgeving waarin het belang van een ‘talige onderwijsomgeving’ wordt ondermijnd, doordat men veronderstelt dat ICT-vaardigheid belangrijker zou zijn dan de ontwikkeling van taalvaardigheid. Doordat wij als mensen steeds meer in ‘netwerken’ functioneren en dit een ontwikkeling is die onlosmakelijke verbonden is met deze tijd, lopen we het risico om onze directe omgeving uit het oog te verliezen (de mensen om ons heen, onze cultuur en natuur en onze gemeenschapszin c.q. verantwoordelijkheid). Het “individuele tijdperk” zoals we dat kennen vanaf de jaren ’80 is langzaam aan het kantelen naar een tijdperk van netwerken. Onze context verandert dus en de problemen waarmee we worstelen veranderen ook. Op mondiaal niveau spelen er grote krachten, bijvoorbeeld: milieuproblematiek, overbevolking, verregaande automatisering en groter wordende verschillen tussen ‘arm en rijk’. Al deze ontwikkelingen zullen veranderingen veroorzaken, waarop we maar beter voorbereid kunnen zijn. Niet door deze ontwikkelingen te zien als een bedreiging, maar als werkelijkheid waar we mee moeten leren omgaan en willen aanpakken. Wat vragen we straks van onze kinderen? Waarop moeten we ze voorbereiden? De arbeidsmarkt ziet er nu totaal anders uit dan 30 jaar geleden. Hoe ziet die eruit over nog eens 30 jaar? Niemand die het weet. Wat weten we wel? - dat we zuinig met onze omgeving moeten omgaan. - dat elkaar nodig hebben om problemen te overwinnen. - dat we samen meer weten dan alleen. - dat we verschillend zijn qua taal, uiterlijk, intelligentie, talent. - dat we allemaal iets hebben waar een ander om verlegen zit. - dat we allemaal belangrijk willen zijn voor iemand anders. 5 In de veranderende wereld die zich in en om ons manifesteert, zien we onder andere dat de aandacht voor persoonlijk welbevinden sterker wordt. We gaan bewuster leven vanuit een besef van gedeelde verantwoordelijkheid voor mens en milieu. We zien in dat onze leefwereld groter is dan ons eigen domein en kiezen ervoor om onze grenzen te verleggen. We willen onze unieke persoonlijkheid uitdrukken en ons verbonden voelen, waarbij de zorg voor de ander steeds belangrijker wordt. Ik en Wij worden even belangrijk, hoewel de maatschappij nog als individualistisch wordt ervaren. We willen elkaar meer tegemoet treden vanuit authenticiteit en vertrouwen. We zoeken naar de samenhang tussen binnenkant en buitenkant. De balans tussen zijn en hebben. We zien in dat de echte meerwaarde zit in de kracht van relaties, in zingeving, in persoonlijke groei, in delen. We willen kwaliteit van leven ervaren op meerdere niveaus. Werk moet vooral betekenisvol zijn. We willen ons kunnen verbinden aan een hoger doel, in het besef dat we met elkaar beschikken over een collectieve creativiteit en zo waarde kunnen toevoegen aan de samenleving. En daarbij staan we nog maar aan het begin. Transformatie gaat om anders leren kijken, vanuit een nieuw bewustzijn andere keuzes maken en van daaruit vooruitgang boeken. 'Het grootste risico in een turbulente tijd is niet die turbulentie zelf, maar dat we erop reageren met een denkwijze die niet langer opgaat.' (Peter Drucker) 60% van de banen voor de komende 10 jaar zijn nog niet uitgevonden. Dronepiloot, nanomedicus, communicatietechnoloog, vuilnismijnbouwer, orgaanprinter, architect virtuele werelden: het zijn ongetwijfeld beroepen van de toekomst. Ook lijkt er straks grote behoefte aan smartgridmanagers: zij stemmen vraag en aanbod van energie op het slimme stroomnetwerk van individuele huishoudens in de steden op elkaar af. Voor de Nederlandse kust dobberen over enige jaren mogelijk verschillende zeewierboerderijen rond grootschalige windmolenparken. Deze activiteiten vragen om gespecialiseerde vaklui. De opkomst van nieuwe beroepen betekent niet dat alle specialistische ambachten zullen verdwijnen. Aan beroepen als metselaar, timmerman, schoenmaker, tuinman en loodgieter zal behoefte blijven. Hetzelfde geldt voor beroepen in de medische en welzijnssector als verplegers, verzorgers en ondersteuners. ‘Het is nooit te laat om te worden wie je zou kunnen zijn.’ (George Eliot) De toekomst van onderwijs veranderingen in leren ‘Al hebben we geen idee hoe de wereld er over 30 jaar uitziet, we kunnen ervan uitgaan dat het aankomt op onze 'astronautenvaardigheden, aldus onderwijsminister Jet Bussemaker, in een toespraak over vaardigheden voor de toekomst. Ze refereert aan de heftige uitdaging van de bemanning van Apollo 13, die in schijnbaar onoverkomelijke problemen kwam en er door zelfredzaamheid, samenwerking en creativiteit uiteindelijk toch in slaagde om weer veilig op aarde terug te keren. Wanneer zekerheden ontbreken en je geconfronteerd wordt met heftige turbulentie, komt het erop aan om alles in te zetten wat je in je hebt: je kennis en intuïtie, je vaardigheden en vorming. Dat geldt voor jonge mensen, maar ook voor volwassenen. We leren immers niet meer voor een loopbaan, maar voor het leven.’ De minister stelt dat we de uitdagingen van de toekomst prima 6 aankunnen, omdat we als Nederlanders immers een traditie hebben van samenwerken en creatieve en pragmatische oplossingen bedenken. Vernieuwing houdt altijd in dat je iets los moet laten om ruimte te maken voor iets anders. Dat geldt voor beroepen die uitsterven en waar totaal nieuwe banen voor in de plaats komen. Dat geldt voor oude fabrieksgebouwen die nu broedplaats zijn van creativiteit en kleinschalige bedrijvigheid. Dat geldt ook voor nieuwe keuzes die we in het onderwijs moeten maken. In het verleden behaalde successen bieden weliswaar geen garantie voor de toekomst van het onderwijs, we kunnen wel op de schouders staan van vrijdenkers en creatieve geesten van weleer. Het gaat erom dat we de mentaliteit wakker maken om kansen te zien en te creëren. Dat we anticiperen, ons continu aanpassen en onszelf blijven scholen vanuit een actieve en alerte houding. We noemen dat adaptiviteit. ‘Wat ik kan, is bepalender dan wat er kan; wat er kan is een oneindig potentieel. Wat ik kan is specifiek en uniek. Wat ik ten diepste wil, is bepalender dan wat er gewild wordt. De markt is zelden bepalend voor succes. Jouw verlangen en jouw talent - cognitief, emotioneel of fysiek - leiden naar jouw succes. De ontdekkingsreis naar het Inner Self is de reis waarvoor je maar het best je koffers gepakt kunt hebben.’ (De Vries, 2011) Relevante maatschappelijke ontwikkelingen waar het onderwijs op moet anticiperen zijn vooral de technologisering, de internationalisering, de individualisering en de flexibilisering van de arbeidsmarkt. De combinatie van deze ontwikkelingen maakt de samenleving dynamischer en stelt andere én hogere eisen aan volwassenen (Een eigentijds curriculum, Onderwijsraad, mei 2014). In plaats van het eenzijdig accent op kennisreproductie zal het in de toekomst steeds meer gaan om vaardigheden als samenwerken, effectief communiceren, kennisconstructie, creativiteit, adaptiviteit, doelgericht en planmatig werken, zelfreflectie, problemen oplossen en zelfsturing, verbanden kunnen leggen, leidinggevende eigenschappen, originaliteit en sociale interactie. Deze vaardigheden worden vaak 21-eeuwse vaardigheden genoemd, maar we spreken in het kader van dit beleidsplan liever over ‘scholen voor het leven’. De leerkracht wordt meer en meer begeleidend coach van kinderen en helpt hen om het eigen leerproces vorm te geven en interesses en talenten te ontwikkelen. Leerlingen worden niet met een gemiddelde of een standaard norm vergeleken, maar met zichzelf. Volgens Ken Robinson zou het onderwijs divergent denken en verbeeldingskracht moeten stimuleren. Dat is een vaardigheid die kinderen van nature hebben, maar die door de structuur van het onderwijs teniet kan worden gedaan. Om te kunnen omgaan met snelle veranderingen en onzekerheden, is het belangrijk om een vraag op verschillende manieren te interpreteren en veel mogelijke antwoorden op een vraag te zien. Modellen en inzichten Om de competenties en vaardigheden die nodig zijn voor de eenentwintigste eeuw nader te specificeren en te ordenen, zijn verschillende indelingen gemaakt. Een voorbeeld is het KSAVEmodel (Knowledge, Skills, and Attitudes, Values and Ethics. Hierin worden vier generieke bekwaamheden onderscheiden: - manieren van denken (creatief en innovatief denken, kritisch denken, probleemoplosvaardigheden, beslissingen nemen, leren leren); - manieren van werken (communiceren, samenwerken); - instrumenten, dat wil zeggen benodigdheden om te kunnen werken (informatievaardigheden, ICT-vaardigheden) en 7 - wereldburgerschap (burgerschap, zowel lokaal als wereldwijd, leven en werken, en persoonlijke en sociale verantwoordelijkheid, inclusief cultureel bewustzijn en culturele vaardigheden). ‘De toekomst is aan hen die begrijpen dat de nieuwe kracht zit in samenwerken, loslaten, macht delen en samen groeien.’ (Herman Toch) Volgens Kennisnet bereid je jongeren optimaal voor op de samenleving wanneer ze de kernvakken beheersen (zoals taal, rekenen en wiskunde), wanneer ze kunnen samenwerken, problemen kunnen oplossen en ICT-vaardigheden bezitten, maar ook wanneer ze voldoende creatieve vaardigheden en kritisch denkvermogen combineren met communicatieve, sociale en culturele vaardigheden. Opvoeding en onderwijs vormen onmisbare instrumenten voor het leven en de latere levenshouding. Het gaat om breed leren denken: niet alleen aan eigen welvaart en rijkdom, maar ook aan de context waarin je leeft en de gevolgen van je handelen. Onderwijs en opvoeding zouden moeten gaan om de vraag wat het leven werkelijk de moeite waard maakt. Je bent een vollediger mens wanneer je je kunt oriënteren in de wereld, wanneer je begrijpt waar je vandaan komt, wanneer je oog hebt voor de rijkdom van cultuur en geschiedenis. Opvoeding en onderwijs draagt op die manier bij aan de ontwikkeling van moreel zelfbewustzijn. We noemen drie richtinggevende gebieden die het onderwijs moeten versterken. • Onderwijs als bron van toerusting voor iedereen De zogenoemde 21-eeuwse vaardigheden behoren nu nog vaak tot het domein van een beperkte groep, maar ze zijn noodzakelijk voor iedereen. Innovatie komt van iedereen, aldus de WRR. Iedereen heeft het recht om zich te ontplooien. En we hebben al die verschillende perspectieven nodig om nieuwe combinaties te maken. Het gaat erom mensen van jongs af aan via onderwijs sterk en weerbaar maken, zodat zowel het individu als de samenleving daar de vruchten van plukt. Als we in het onderwijs recht willen doen aan wat mensen kunnen doen en zijn, moeten we toe naar een bredere oriëntatie op leren. Naar onderwijs waarin kennis, vaardigheden en vorming meer in balans zijn en gelijk worden gewaardeerd. Op alle niveaus. Voor iedereen. • Vaardigheden als voorwaarden voor verbeelding Het ontwikkelen van niet-cognitieve vaardigheden is geen doel op zich. Deze vaardigheden zijn eerder instrumenteel om jonge mensen in mogelijkheden te leren denken. Hen gevoel te laten ontwikkelen voor de context waarin ze werken, en besef van hun rol en verantwoordelijkheid daarin. Niet alleen tastbare, materiële innovaties zullen ons verder brengen, maar ook het besef van sociale samenhang en verbondenheid. Vaardigheden zijn de katalysatoren om bestaande kennis op nieuwe manieren te kunnen combineren, om zo tot pragmatische oplossingen te komen. En om jonge mensen te stimuleren zich als mens zo compleet mogelijk te ontwikkelen. Uitdagend cultuuronderwijs laat kinderen niet alleen kennismaken met schoonheid. Het daagt hen ook uit om een creatieve, onderzoekende houding te ontwikkelen. Een flexibele en open geest. En om de wereld door de ogen van een ander te zien. Techniekonderwijs draagt bij aan dezelfde ontwikkeling. Het nodigt kinderen uit tot nieuwsgierigheid, tot doordenken en doorvragen. Hoe zit de wereld in elkaar? Wat is het verband tussen a en b? En hoe kan ik dat verband beïnvloeden met wat ik weet, wat ik kan, en wie ik ben, in samenwerking met anderen? 8 Albert Einstein erkende het belang van verbeelding: ‘Verbeelding is belangrijker dan kennis. Want kennis is beperkt tot alles wat we weten en begrijpen, terwijl verbeelding de hele wereld omvat en alles dat er ooit te weten en te begrijpen valt.’ • De waarde van vorming Náást het vergaren van kennis en het ontwikkelen van vaardigheden, náást het kunnen invoegen in de arbeidsmarkt en in de sociale orde van onze samenleving, náást je aanpassen aan de eisen van de tijd, zijn we van mening dat onderwijs óók altijd een bijdrage dient te leveren aan de ontwikkeling van jongeren tot creatieve dwarsdenkers en constructieve neezeggers. Leren en vaardigheden ontwikkelen, gaat ook altijd om het ontwikkelen van kritische afstand en onafhankelijkheid. Om het verbinden van praktische opgaven met normen en waarden. Over muren heen kijken en er soms dwars doorheen breken, om te zien wat er aan de andere kant ligt. Samenvattend • • • • Onderwijs dient de bron van toerusting voor iedereen te zijn. Onderwijs dient vaardigheden te stimuleren als voorwaarden voor verbeelding. Onderwijs dient bij te dragen aan de vorming van creatieve en competente rebellen. Onderwijs dient bij te dragen aan de verbinding van het individu met de maatschappij. Díe combinatie vormt de beste voorbereiding op een flexibele arbeidsmarkt die steeds hogere eisen stelt. Het is de voorwaarde voor vooruitgang. En het doet recht aan wat mensen kunnen zijn en doen, ongeacht hun opleidingsniveau. En met die voorbereiding voelen kinderen zich competent; ze weten waar ze goed in zijn en ze weten wat ze moeten doen ten aanzien van de dingen die minder ontwikkeld zijn; ze weten dat anderen dat ook weten, en met die kennis kunnen ze elkaar versterken. De huidige samenleving doet niet alleen een beroep op mensen om hun eigen leven vorm te geven, maar ook op het opbouwen en onderhouden van sociale netwerken en gemeenschappen. Het belang van zelfredzaamheid van burgers neemt toe, binnen nieuwe vormen van solidariteit en zorg voor elkaar. (Een eigentijds curriculum, Onderwijsraad, mei 2014) ONZE IDENTITEIT Om keuzes te maken en richting te bepalen, moet je eerst bepalen wie je bent, wat je kunt en waar je voor staat. Zo’n missiestatement is niet alleen van toepassing op Meerkring, maar dat geldt voor ons allemaal. De veranderende omgeving vraagt voortdurend om actie of op zijn minst om een standpunt of beeldvorming. De Meerkring scholen hebben ieder een eigen gerichtheid op hun wijk en leerlingpopulatie en tegelijkertijd vormen ze samen een krachtige eenheid, die vanaf de vorige beleidsplanperiodes tot nu toe al heel veel heeft opgebouwd. 9 Onze kernwaarden (waarvoor staan wij?) De manier waarop we de werkelijkheid ervaren wordt ingekleurd door onze overtuigingen en drijfveren, ook wel kernwaarden genoemd. En het zijn deze waarden die bepalen welke verhalen we delen en waar we naar luisteren. Als ik handel vanuit mijn waarden, ervaar ik iets niet als moeten, maar als willen. Ik kan eenvoudig niet anders dan te laten zien wat bij me past. Het is als het ware van-zelf-sprekend. De Meerkring waarden zeggen iets over de persoonlijkheid van de organisatie als geheel. Het zijn de wortels die voeding geven aan onze missie en van waaruit onze visie kan ontstaan. Die gezamenlijke missie en visie maken Meerkring tot één betekenisvol geheel, waarin gewerkt wordt vanuit een gemeenschappelijke identiteit en vanuit kaders waarbinnen ruimte is voor autonomie. Meerkring scholen staan voor ontmoeten, ontwikkelen en ontplooien. Deze drie waarden geven we betekenis in de manier waarop we met elkaar omgaan, in ons onderwijs, in ons personeelsbeleid en in onze manier van communiceren. Met de waarde Ontmoeten bedoelen we dat we nieuwsgierig zijn naar het verhaal van de ander, dat we omstandigheden creëren waarin we met elkaar in gesprek zijn en een veilige sfeer tot stand brengen. Ontmoeten gaat over communicatie en interactie, aandacht voor elkaar, de tijd nemen om te luisteren en inspiratie te geven en ontvangen, samen delen en leren van elkaar. Ontmoeten gaat daarbij om het verruimen van het wereldbeeld, ten goede van de wereld. Ontmoeten in houding en gedrag. Wij herkennen deze waarde omdat we - de ander de ruimte geven om te mogen zijn zoals hij/zij is en dat waarderen - oogcontact maken, vragen stellen, actief luisteren, een open lichaamshouding hebben en een wil hebben tot interactie - ons opstellen als gastheer/-vrouw, een uitnodigende omgeving creëren en zorgen dat mensen zich welkom voelen Met de waarde Ontwikkelen zeggen we dat we focussen op groei, dat we erop gericht zijn om met elkaar verder te komen, maximale opbrengst voor leerlingen te bereiken en hen voor te bereiden op het vervolgonderwijs. We beseffen dat we nooit uitgeleerd zijn. Dat geldt zowel voor de leerlingen op onze scholen als voor alle medewerkers. Ontwikkelen is authentiek zijn en vanuit een positieve houding vooruit willen komen. Het houdt in dat we een levenlang blijven leren, accepteren dat dit gepaard gaat met vallen en opstaan en dat we in beweging blijven op weg naar de toekomst. Als je beseft dat kinderen van nature nieuwsgierig zijn en willen leren, is het zaak om vooral de juiste voorwaarden te scheppen en prikkels in te bouwen die kinderen aanzetten tot leren. Hoe meer oog we hebben voor de relaties die we onderhouden met elkaar en onze omgeving en hoe meer we openstaan voor delen, luisteren en meedenken, des te meer we communicatieve -, sociale- en reflectieve vaardigheden stimuleren. Ontwikkeling is op deze manier geen doel op zich, maar het resultaat van natuurlijke interactie met jezelf en met de ander. Door te oefenen in het echte leven voelen leerlingen zich steeds competenter. Ze worden zich bewust van hun kwaliteiten en weten ook waar ze minder goed in zijn. Ze beseffen daarnaast dat anderen dat ook weten, waardoor ze zich veilig voelen om nieuwe stappen te zetten en fouten te maken. Op die manier komt ontwikkeling zowel van binnenuit tot stand als in relatie tot de buitenwereld. 10 Ontwikkelen in houding en gedrag. Wij herkennen deze waarde omdat we - naar maximale resultaten voor leerlingen streven - werken aan het verankeren van stevige basisvaardigheden - leerlingen begeleiden naar het voor hun hoogst mogelijke vervolgonderwijs - de balans bewaken tussen ‘sturen’ en ‘laten gaan’ - kiezen wat we willen doen of laten ontstaan - ons aan afspraken houden - nieuwsgierig zijn, luisteren en vragen stellen - ons op positieve zaken richten Met de waarde Ontplooien geven we aan dat we ruimte geven aan wat in de kiem aanwezig is en zich wil laten zien. Ontplooien is groeien vanuit eigen kracht, vanuit flexibiliteit en keuzevrijheid, ruimte krijgen en nemen om boven jezelf uit te stijgen. Van een rups een vlinder worden. Talent aanboren en buiten de kaders treden. Je persoonlijke creativiteit tot uitdrukking brengen. Je capaciteiten benutten om originele ideeën te onderzoeken en ontdekken. Ontplooien in houding en gedrag. Wij herkennen deze waarde omdat we - ons ervan bewust zijn dat kinderen een originele energie hebben en die willen laten zien - de zichtbare en onzichtbare kwaliteiten binnen een team/groep benutten - kiezen voor een onderzoekende en kwetsbare houding - waarderende vragen stellen - zekerheden loslaten en fouten durven maken - verantwoordelijkheid nemen voor ons eigen leerproces Bij Meerkring mag je zijn wie je bent - en worden wie je wilt. Onze kernkwaliteiten (waarin blinken we uit?) Binnen Meerkringscholen stellen we de ontwikkeling van de leerlingen centraal. Onze basisscholen geven onderwijs op maat: optimale persoonlijke aandacht en ontwikkelingskansen voor alle kinderen binnen een kader van gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders en school. Voldoende persoonlijke aandacht, ook voor kinderen die geen extra hulp behoeven, is vanzelfsprekend. Wij bieden goed onderwijs door goede leerkrachten. Kwaliteit van het onderwijs is bij ons vanzelfsprekend. Dat tonen we aan door: • rapporten met een positief oordeel van de onderwijsinspectie • uitstroom van leerlingen naar het voortgezet onderwijs dat recht doet aan hun talenten en capaciteiten • een set van gedragsregels en waarden en normen die de kinderen voorbereidt op hun rol in onze samenleving • een warme, open, toegankelijke sfeer op school, waar iedereen zich thuis voelt • hoge ouder- en leerlingtevredenheid • tevreden, vitale, bekwame en bevlogen leerkrachten op de juiste plek 11 Wij hechten waarde aan een goede relatie met ouders. Wij hebben ouderbetrokkenheid hoog in het vaandel staan. Daarmee geven we aan dat ouders en verzorgers worden gestimuleerd met de school mee te doen, mee te denken, mee te beslissen over alle zaken die de ontwikkeling van de kinderen én van de school ondersteunen en bevorderen. We willen er samen het beste van maken. Wij bieden mogelijkheden die recht doen aan ieder kind. Iedere Meerkringschool heeft typische en unieke eigenschappen, waardoor ouders binnen dit gezamenlijke aanbod altijd een school vinden die recht doet aan hun eisen en wensen. Meerkringscholen laten een variëteit zien aan onderwijsconcepten van klassikaal tot jenaplan, montessori en daltononderwijs. Elke school ambieert een uniek arrangement met voor- en naschoolse opvang. Er zijn Meerkring scholen die inzetten op specifieke thema’s zoals internationale projecten, Engels van groep 1 tot en met 8, extra taal, extra sport, kunst en cultuurprojecten, ICT en technologie. En er zijn scholen met een eigen expertise op gebied van leerlingzorg, zoals hoogbegaafdheid, moeilijk lerende kinderen, autisme en gedragsproblemen. Wij geven op eigen wijze inhoud aan de waarden ontmoeten, ontwikkelen en ontplooien. Samen wordt gewerkt aan een inspirerende sfeer die enthousiaste en trotse kinderen oplevert. Kinderen die het beste uit zichzelf halen, weten wat inzet, respect voor elkaar en een gezamenlijke verantwoordelijkheid betekent. Meerkring scholen bouwen en vertrouwen op de kracht van leerlingen, leerkrachten, ouders en samenleving. Onze scholen zijn openbare of algemeen toegankelijke scholen. We vinden het vanzelfsprekend dat elk kind ertoe doet, ongeacht cultuur, religie of levensbeschouwing. We tonen respect voor elkaar en elkaars meningen. En dit wederzijds respect wordt mede vorm gegeven door uit te gaan van de waarden en normen zoals we die in onze samenleving hanteren. Kinderen binnen onze scholen staan niet buiten onze maatschappij, maar worden juist klaargestoomd om actief deel te kunnen nemen en een bijdrage te kunnen leveren. We zijn daarbij niet neutraal, maar maken duidelijke keuzes. Onze kernopdracht (waarom bestaan wij?) Meerkring scholen zorgen voor eigentijds en maatschappelijk betrokken onderwijs en geven ruimte aan het ontdekken en versterken van eigen wijsheid van leerlingen. We hebben aandacht voor de totale ontwikkelingsmogelijkheden van ieder kind, zowel voor excellente leerlingen als voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Onze scholen bieden ieder kind de ruimte om op eigen wijze tot ontplooiing te komen en leggen zo de basis voor een gelukkige en betekenisvolle bijdrage in de samenleving en een leven lang leren. Kinderen halen het beste uit zichzelf en weten wat inzet en respect voor elkaar betekenen. Maatschappelijk betrokken onderwijs geven we inhoud door aandacht voor een veilige leeromgeving en een inspirerende sfeer, door te werken aan zogenoemde 21-eeuwse vaardigheden (scholen voor het leven) en door te bouwen en te vertrouwen op de kracht van leerlingen, leerkrachten, ouders en samenleving. 12 AMBITIES Vanuit de gedeelde waarden Ontmoeten, Ontwikkelen en Ontplooien willen we (maatschappelijke) verbinding, samenwerking en samenhang op school en stichtingsniveau versterken, omdat we erin geloven dat uitwisseling van kennis, inzichten en ervaringen zowel leerlingen als leerkrachten helpt in hun bewustwording, groei en functioneren. 1. Groeien naar Scholen voor het Leven Vanuit onze kernwaarden bereiden we onze leerlingen voor op hun eigen plek in de samenleving, een plek die recht doet aan hun kwaliteiten en talenten. We werken aan het fundament waarmee we onze leerlingen voorbereiden op onze dynamische samenleving, hoe die er ook uitziet. Voor de komende jaren betekent dat: • Werken aan vaardigheden voor de toekomst • We realiseren een curriculum waarmee leerlingen kunnen leren omgaan met een onzekere toekomst, onverwachte antwoorden, nieuwe omstandigheden en gebeurtenissen • Verankeren van de maatschappelijke rol van scholen • We versterken de samenwerking met onze partners om in gezamenlijkheid dat curriculum te realiseren • We leggen verbindingen met de wijk ter ondersteuning van de ontwikkeling en ontplooiing van leerlingen 2. Werken aan een stevige, veerkrachtige basis Om de vaardigheden voor de toekomst op een juiste wijze invulling te kunnen geven, is een stevige en veerkrachtige basis van kwalitatief goed onderwijs noodzakelijk, als randvoorwaarde om adaptief te kunnen inspelen op de uitdagingen van de toekomst. Dat betekent dat: • Versterken van de basiskwaliteit van het onderwijs • We behalen ambitieuze en concrete resultaten • We werken planmatig en opbrengstgericht • We realiseren een passende ondersteuning (passend onderwijs) • Versterken van de professionele cultuur • We werken aan onze professionalisering • We leren van en met elkaar • We bieden ruimte aan talent • Borgen en inzetten op continue verbetering van interne governance • We richten onze organisatie doelmatig in • We blijven kijken naar mogelijke verbeteringen 13 Kijken we naar wat we de afgelopen jaren hebben opgebouwd, dan kunnen we concluderen dat er al veel stappen gezet zijn in de richting van het ‘scholen voor het leven’, en we willen de komende periode daarop voortbouwen. Voorbeeld daarvan is het onderwijs conform de principes van Stephen Covey of meervoudige intelligentie, als mede Mediawijsheid- en iPad-projecten op verschillende van onze scholen. Om ons onderwijs op een andere manier in te richten, gaan we geleidelijk stappen zetten om vanuit huidige kracht telkens een nieuwe mijlpaal te bereiken. Op elk tussenstation bepalen we wat er nodig is om verder te komen. Dat doen we op basis van de verkregen ervaringen en inzichten en feedback vanuit de teams en de ouders. Meerkring kiest ervoor om in lijn met de Onderwijsraad de volgende zogenoemde “21-eeuwse vaardigheden” te benoemen. Deze zullen ook terugkeren in de speerpunten voor de komende beleidsplanperiode. We noemen dit kortweg ‘scholen voor het leven’. De scholen van Meerkring hebben de ruimte om zelf te bepalen welke accenten ze hierin willen aanbrengen, waarbij het ‘leren samenleven’ vanuit het oogpunt van de Meerkring-identiteit onderscheidend is ten opzichte van andere denominaties. - leren leren (denkvaardigheden) – helpt leerlingen succesvol te zijn in het vervolgonderwijs: bijvoorbeeld digitale geletterdheid, probleemoplossend vermogen, kritisch denken en creativiteit. - leren leven (metacognitie) – helpt leerlingen succesvol deel te nemen aan de maatschappij: bijvoorbeeld zelfredzaamheid, weerbaarheid, kennis van het eigen functioneren en de vaardigheid om het eigen leren ook te kunnen sturen. morele vorming, verschillen tussen mensen als een meerwaarde zien en er wijzer van worden en (op basis van de verworven inzichten) een eigen mening vormen en eigen keuzes maken. - leren samenleven (sociale competenties en democratisch burgerschap) – helpt leerlingen een eigen waardevolle bijdrage te leveren: bijvoorbeeld samenwerkingsvaardigheden, communicatieve en sociale vaardigheden en culturele sensitiviteit; actief en positief kritisch meedoen, je medeverantwoordelijk voelen vanuit respect, tolerantie, veiligheid, vertrouwen, solidariteit, een bijdrage leveren aan de leefomgeving, duurzaamheid, aandacht hebben voor het prettiger en zinvoller maken van de omgang tussen mensen. Met het ‘leren samenleven’ geeft Meerkring nadrukkelijk vorm aan de eigen (openbare) identiteit. ‘De ontwikkeling van een houding van ‘Ik doe ertoe’ hangt samen met de dimensie van zingeving: het gevoel dat jouw aanwezigheid bijdraagt aan iets dat groter is dan jijzelf en dat jouw aanwezigheid verschil maakt in het geheel. Leidinggevenden en al het personeel moeten er ‘zin’ in hebben en moeten vanuit een diepe overtuiging richting kunnen geven aan wat uiteindelijk onze kinderen nodig hebben om succesvol in het leven te staan’ (Tex Gunning, 2012) 14 DOELSTELLINGEN Beleidsdomein onderwijs Rafael 10 jaar: ‘Het is mijn droom om nanotechnoloog te worden. Dat beroep bestaat hier nog niet, maar als ik later groot ben wel. Je kunt er veel geld mee verdienen, maar daar doe ik het niet alleen voor. Ik denk aan hoe gelukkig ik zal zijn in dat beroep.’ Ruby 10 jaar: ‘Een mens kan de wereld niet veranderen zeggen ze, maar je kunt wel een klein stukje veranderen. Als iedereen nu een klein stukje zou veranderen, dan zou de wereld gered zijn.’ Alexandra 11 jaar: ‘Fantasie is belangrijk, want dan kun je net als in een droom je verbeelden wat je zou willen dat er bestaat.’ Stephan 12 jaar: ‘Mijn hoofddoel is altijd veel kennis te hebben. Ik wil groeien in wat ik weet.’ Wat opvalt in de uitspraken van deze kinderen is hun zelfbewustheid en zelfvertrouwen, hun wens om bij te dragen, iets te bereiken en gelukkig te zijn. Een goede baan krijgen, en vooral ook iets willen betekenen. Voor het onderwijs van Meerkring betekent dat dat er nog meer mag worden afgestemd op de eigenheid van kinderen en hun persoonlijke ambities en dromen, gericht op gelukkig zijn en een betere wereld. Kinderen worden gelukkig als ze iets voor zichzelf en voor anderen kunnen bereiken, als ze hun talent kunnen aanboren en ontwikkelen en als ze de ruimte krijgen om hun creatieve ambities te verwezenlijken. Kennisverwerving moet ten dienste staan aan het bereiken van die hogere doelen. Er is niet 1 meetlat voor alle kinderen. Het gaat erom verschillen tussen kinderen te erkennen en de resultaten te verwachten die passen bij ieder kind. Doelstelling 1: LEERLINGEN KRIJGEN GEWOON GOED ONDERWIJS “Wij bieden onze leerlingen gewoon goed onderwijs.” We streven naar “gewoon goed” onderwijs en we blijven de kwaliteit van onze scholen verbeteren, met als doel onze leerlingen door te laten stromen naar het vervolgonderwijs dat past bij hun kwaliteiten. We laten ons daarbij niet primair leiden door het toezichtskader van de Onderwijsinspectie, maar nemen dat wel serieus. We kijken uit naar het “Toezichtskader 2020” en houden hoe dan ook vast aan onze eigen ambities. We stimuleren onze schoolteams om leerlingen uit te dagen in een uitnodigende, inspirerende en rijke leeromgeving, waarin welbevinden, veiligheid en vertrouwdheid gewaarborgd zijn. We moedigen daarbij het gebruik van (nieuwe) theoretische onderzoeken aan, bijvoorbeeld op het vlak van neurologie en breinleren, dat een verscherpt inzicht kan geven op leerstrategieën en ‘leren leren’. We vinden het vanzelfsprekend dat scholen samen met hun partners hun agenda verder vorm en inhoud geven. Zo kan de buitenschoolse opvang prima een deel van het onderwijsprogramma invullen. Wat hebben we in 2019 bereikt en waaraan kunnen we aflezen dat we voortgang boeken? 1. Kwaliteitssysteem: Scholen werken volgens het kwaliteitssysteem van Meerkring en voldoen aan de basisondersteuning, zoals is vastgelegd door de inspectie en het samenwerkingsverband (hiertoe worden visitaties/audits ontwikkeld). Medewerkers werken opbrengst- en handelingsgericht. Het schooladvies is passend voor het VO en doet recht aan de capaciteiten en talenten van de leerling. 15 2. Opbrengsten: Scholen realiseren door henzelf geambieerde en genormeerde opbrengsten op cognitief en sociaal-emotioneel niveau. Zij voeren beleid dat binnen de eigen missie/visie leerlingen in een uitdagende en stimulerende leeromgeving heeft aangezet tot leren en talentontwikkeling. Leerlingen worden daarbij passend onderwijs geboden dat recht doet aan hun capaciteiten en leerniveau. Leerlingen zijn daarbij tevreden over hun welbevinden, over door hen behaalde resultaten en over de uitdagingen die de school geboden heeft. 3. Onderwijsondersteuning: Meerkring SBO, SO en expertisecentrum ondersteunen het samenwerkingsverband PO, de scholen in de regio én de eigen scholen met het in stand houden van een ‘dekkend netwerk’ van ondersteuningsvoorzieningen. Op die manier kunnen scholen voldoen aan de basisondersteuning en Passend Onderwijs naar verwachting geven. Doelstelling 2: LEERLINGEN GEVEN BLIJK VAN TOEKOMSTGERICHTE ONTPLOOIING “Wij zetten vol in op talentontwikkeling” We weten niet hoe de maatschappij er over 20 jaar uit ziet, wat er dan van je wordt verwacht en welke banen er zijn. Wat we wel kunnen doen, is leerlingen versterken in hun flexibiliteit en creativiteit, zodat ze beter om kunnen gaan met onzekerheid en veranderingen. Daarbij ligt het accent op het versterken van zelfbewustzijn, zelfredzaamheid, eigenheid en eigen identiteit, dus zelfontplooiing. We zien graag terug dat (zelf)ontdekkend leren wordt gestimuleerd, dat talenten geactiveerd worden en dat eigenaarschap van leerlingen bij hun eigen ontwikkeling wordt vergroot. Meerkring scholen helpen leerlingen te worden wie ze zijn, verruimen de wereld van leerlingen in ontmoeting met anderen en bereiden leerlingen er op voor om een waardevolle bijdrage te leveren aan de samenleving. Daarbij zijn leerkrachten en leidinggevenden een voorbeeld voor de leerlingen en de omgeving in het vormgeven van de kernwaarden in de dagelijkse praktijk. Zij zijn zichtbaar geïnspireerd, uitnodigend en stimulerend en stellen grenzen aan gedrag wanneer het welbevinden, de veiligheid of het vertrouwen in het gedrang komen. Leerkrachten en leerlingen werken daarbij in een omgeving (organisatie, huisvesting, e.d.) die positief bijdraagt aan hun functioneren. Wat hebben we in 2019 bereikt en waaraan kunnen we aflezen dat we voortgang boeken? 1. Onderwijscurriculum: Elke school formuleert opbrengstgerichte ontwikkeldoelen binnen het curriculum ‘leren leren’, ‘leren leven’ en ‘leren samenleven’. Met andere woorden: wat wil je dat je leerlingen zijn/kunnen/weten/willen als ze groep 8 verlaten? Hierbij heeft de school speciale aandacht voor het begrip ‘talentontwikkeling’, voor het gebruik van moderne technologieën en maakt de school een keuze in betekenisvol leren door middel van natuur, cultuur en/of techniek. De Meerkring-identiteit krijgt hierin een bewuste plek. Samenwerking met buitenschoolse opvang is hierbij vanzelfsprekend en wordt er actief gestreefd om externe partners te gebruiken om het curriculum mede invulling te geven. 2. Leerlingportfolio’s: Leerlingen weten hun eigen inzet en resultaten te beoordelen, passend binnen het schoolcurriculum. Zij houden persoonlijke portfolio’s bij, een soort paspoort waarin kinderen hun eigen verhaal in kaart brengen: wat heb ik geleerd, wat kan ik, wie ben ik, waar kom ik vandaan en wat wil ik bereiken? Daarbij hebben zij oog voor hun talenten en kwaliteiten en weten zij hoe zij die kunnen inzetten voor verdere ontplooiing. 16 3. Competentie-ontwikkeling: Leerkrachten beschikken over vereiste ‘21-eeuwse’ vaardigheden om voor hun leerlingen de gewenste accenten in relatie tot hun ontwikkeling te kunnen bepalen. Zij kenmerken zich door hun bekwaamheid in het omgaan met onzekerheid en veranderingen en beschikken over een grote mate van flexibiliteit, creativiteit en zelfbewustzijn en ze voelen zich eigenaar van de beoogde resultaten en ontwikkeling. ‘Ze moeten vooral leren wat ze moeten doen als ze niet weten wat ze moeten doen.’ (Piaget) Beleidsdomein personeel en organisatie Essentie voor goede onderwijskwaliteit is een professionele cultuur, die zich vertaalt in bekwaamheid en een effectieve houding en gedrag van de leerkracht. Leerkrachten dienen zich vanuit hun identiteit te verbinden aan wat echt belangrijk is, uitgedaagd te worden om de gewenste ontwikkelingsstappen te zetten en verantwoordelijkheid te nemen voor de resultaten, die ze met hun leerlingen bereiken. Leerkrachten van Meerkring geven aan dat kwaliteit tot stand komt binnen een cultuur waarin successen gevierd en gedeeld worden, waarbij ondersteuning gevoeld wordt van directie en collega’ en de juiste materialen beschikbaar zijn. Ook vinden leerkrachten het belangrijk dat er ruimte is voor scholing, coaching en intervisie met het team en dat mobiliteit gestimuleerd wordt. Om de kwaliteiten van onze leerkrachten optimaal te kunnen benutten, is het van belang dat leerkrachten fysiek, mentaal en emotioneel de ruimte hebben/krijgen om invulling te geven aan hun werk als professional. In de komende beleidsplanperiode willen we het personeelsbeleid in de scholen nu verder gaan concretiseren om de ambities en ontwikkelingen in ons onderwijs waar te kunnen maken. Hieraan geven we inhoud vanuit de visie en missie van Meerkring, waarbij alle betrokkenen zich inzetten voor optimale onderwijskwaliteit aan de doelgroep waarvoor zij zijn aangesteld. Ons personeelsbeleid is dan ook primair gericht op het professionaliseren van leerkrachten en het bevorderen van hun bevlogenheid, opdat zij in staat zijn kwalitatief goed onderwijs te realiseren. Uit de literatuur blijkt dat een drietal didactische vaardigheden voor leerkrachten essentieel zijn. Dat zij de leerstof duidelijk uitleggen, dat zij een taakgerichte werksfeer creëren en dat zij leerlingen actief betrekken bij de onderwijsactiviteiten. Daarnaast zijn de differentiatievaardigheden van leerkrachten van belang om maximaal af te kunnen stemmen op verschillen tussen leerlingen. Een goede leraar is bovenal een professional die een positieve impact heeft op het leerproces van leerlingen. Dat zie je terug in de manier waarop deze leerlingen uitdaagt tot ontwikkeling en ontplooiing, hun talenten stimuleert en tot leren motiveert en hen als procesleider begeleidt in hun ontwikkelingsproces. De leerkracht doet dit in een uitnodigende, respectvolle interactie en in een setting van veiligheid, vertrouwen en welbevinden. Het personeelsbeleid zal zich de komende jaren (dus) moeten richten op de verschuiving van de rol van de leerkracht (van het overdragen van kennis naar meer begeleiding van de ontwikkeling), de bezieling waarmee de leerkracht de ontwikkelingen in de maatschappij en de sector oppakt en de wijze waarop de leerkracht op een actieve wijze invulling geeft aan haar professionele ruimte. Dit wordt beschreven in het professioneel statuut van Meerkring. 17 Doelstelling 3: MEDEWERKERS HANDELEN IN OVEREENSTEMMING MET DE GEWENSTE PROFESSIONELE CULTUUR “Wij doen de goede dingen en we doen de dingen goed.” De gewenste Meerkring cultuur, gebaseerd op Ontwikkelen- Ontmoeten- Ontplooien is herkenbaar aanwezig in het gedrag van alle medewerkers. Dit betekent dat medewerkers zich laten zien als lerende professionals met een reflectieve houding, werkend aan hun persoonlijke ontwikkeling. We hebben daarbij aandacht voor de bezieling waarmee zij de ontwikkelingen in de maatschappij en de sector oppakken en de wijze waarop zij op een actieve wijze invulling geven aan hun professionele ruimte, passend binnen de doelstellingen en de ontwikkelingsfase van de school. Vanuit het integraal personeelsbeleid worden instrumenten ontwikkeld die de professionaliteit van leerkrachten bevorderen en kwaliteit en doelmatigheid tot stand brengen. Wat we bij elke Meerkringmedewerker willen zien: een reflectieve houding bereidheid tot ontwikkeling en open staan om te leren nemen van verantwoordelijkheid en eigenaarschap voor het eigen handelen en communiceren in teamverband eigen verantwoordelijkheid nemen in verbinding met anderen. Dit betekent dat Meerkring leidinggevenden op alle niveaus hun medewerkers in staat stellen succesvol te zijn door uit te gaan van hun talenten, een positieve attitude, vroegtijdig signaleren van ontwikkelpunten en hen te ondersteunen bij het versterken daarvan. Wat hebben we in 2019 bereikt en waaraan kunnen we aflezen dat we voortgang boeken? 1. Professionaliteit: Medewerkers onderhouden hun bekwaamheid en nemen verantwoordelijkheid voor de resultaten en ontwikkeling van henzelf én van de school. Zij geven actief invulling aan hun professionele ruimte zoals dat beschreven wordt in het Professioneel Statuut. Zij formuleren doelen op basis van de strategische doelstellingen en daarvan afgeleide schooljaarplannen en de eigen ontwikkelambities. Zij zijn daarbij actief in de Gesprekscyclus en het up-to-date houden van hun Bekwaamheidsdossier. Voor directeuren en adjunct-directeuren wordt, binnen het kader van de Gesprekscyclus en managementcontracten, verder gefocust op leiderschapsontwikkeling. 2. Ontwikkelingsmogelijkheden: Medewerkers maken gebruik van (en zijn tevreden over) de opleidings-, ontwikkelings- en doorstroommogelijkheden en de professionele ruimte die hun geboden wordt om hun professionaliteit invulling te geven. Zij zijn daarbij zichtbaar geïnspireerd, zijn een voorbeeld voor hun omgeving en weten hun enthousiasme over te dragen aan collega’s, ouders en partners. Zij zijn positief over de sfeer en de ontwikkeling binnen de organisatie en zij zijn tevreden over hun leidinggevenden. 3. Leren van en met elkaar: Schoolteams realiseren hun doelstellingen mede door van en met elkaar te leren, ook schooloverstijgend. Dit leren en professionaliseren wordt gecreëerd in een omgeving en binnen leerteams/intervisiegroepen waarin leerkrachten elkaar stimuleren en uitdagen, verantwoordelijkheid krijgen en nemen en verantwoording afleggen. De Meerkring Academie maakt hier een integraal onderdeel van uit. 18 Doelstelling 4: MEERKRING REALISEERT OPTIMALE INZETBAARHEID VAN PERSONEEL “Wij zorgen voor de juiste persoon op de juiste plaats.” Om onze ambities ook in de toekomst waar te kunnen maken, dienen we medewerkers zodanig in te zetten dat niet alleen recht wordt gedaan aan hun ambitie en motivatie, maar dat zij tevens in staat worden gesteld om met hun collega’s optimaal te kunnen werken aan de doelstellingen van de school en de stichting. Met behulp van personeelsplanning richten we ons op een doelmatige inzet van het personeel binnen Meerkring, waarbij nadrukkelijk rekening wordt gehouden met de verschuiving van de rol van de leerkracht én van de leidinggevende. Bij de uitvoering van personeelsplanning is een evenwichtige verdeling van kwaliteiten, leeftijd, leeftijdsfase, ervaring, inzetbaarheid en senioriteit essentieel is voor de kwaliteit van het onderwijs Wat hebben we in 2019 bereikt en waaraan kunnen we aflezen dat we voortgang boeken? 1. Talentenmanagement: Van de medewerkers is bekend wat de kwaliteiten en talenten zijn en op welke school en op welke wijze die het best tot hun recht komen. Er is activerend personeelsbeleid, dat medewerkers stimuleert en aanzet tot doorstroom en schooloverstijgende inzet. Ambities, kwaliteiten, levensfase en demografie vormen daartoe criteria. 2. Duurzame inzetbaarheid: In het personeelsbeleid wordt bewust rekening gehouden met behoeften en ontwikkelmogelijkheden van medewerkers, die recht doen aan de levensfase van personeelsleden. De realisatie van het beleid Opleiden in School en Young Professionals maakt hier expliciet onderdeel van uit. 3. Doelmatige organisatie: Op stichtingsniveau en schoolniveau is de organisatie doelmatig ingericht, waarbij het functiehuis, de functiebouwwerken en de demografie ondersteunend zijn aan de taken en verantwoordelijkheden van leerkrachten en leidinggevenden en bijdragen aan de doelstellingen van de school. Daarbij is een gelijkwaardige verdeling van kwaliteiten, ervaring, levensfase en inzetbaarheid een onontbeerlijk gegeven. Beleidsdomein communicatie Aan Meerkring belangrijke uitgangspunten samenwerken en (gezamenlijke) verantwoordelijkheid kan geen invulling worden gegeven als communicatie met ouders en partners niet professioneel wordt opgepakt. Sterker nog, communicatie is de sleutel tot succes. Meerkring vindt het dan ook van wezenlijk belang dat tweerichtingsverkeer in communicatie met alle belangengroepen, zowel intern als extern, verder wordt geprofessionaliseerd. Het is daarbij vanzelfsprekend dat gebruik wordt gemaakt van hedendaagse communicatiemiddelen en moderne technologie. Doelstelling 5: BELANGHEBBENDEN ERVAREN PROFESSIONELE COMMUNICATIE “Wij gaan actief met elkaar in gesprek.” Wat hebben we in 2019 bereikt en waaraan kunnen we aflezen dat we voortgang boeken? 1. Reputatie: Medewerkers dragen de missie/visie en het profiel van de school actief uit, weten ouders te interesseren om hun kind op school in te schrijven en vinden aansluiting en synergie met partnerorganisaties. 19 2. Ouderbetrokkenheid: Scholen weten een hoge mate van ouderbetrokkenheid én oudertevredenheid te bereiken. Ouders voelen zich betrokken bij de scholen en participeren waar dat meerwaarde voor de school heeft. 3. Verantwoording: Scholen leggen horizontale en verticale verantwoording af aan belanghebbenden. De scholen leggen actief verantwoording af over hun resultaten en over de tevredenheid van medewerkers, ouders en leerlingen. Die verantwoording is actueel en volledig en voldoet aan de verwachtingen. Beleidsdomein Huisvesting In 2013 hebben gemeente en schoolbesturen een integrale visie op onderwijs en onderwijshuisvesting vastgesteld, ‘Eruit halen wat erin zit’. In deze visie constateren gemeente en schoolbesturen onder meer: • onderwijshuisvesting is een middel om uitvoering te geven aan de visie op onderwijs; • onderwijshuisvesting faciliteert leerlingen en leraren en onderwijsondersteunend personeel bij het leren en werken; • afhankelijk van leeftijd van leerlingen en onderwijsvorm is onderwijshuisvesting schoollocatiegebonden en is spreiding over de stad van belang; • onderwijshuisvesting is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van schoolbesturen en gemeente; • optimaal, duurzaam gebruik van maatschappelijk vastgoed, ook buiten onderwijstijd, is uitgangspunt. Deze visie heeft in 2014 geleid tot een overeenkomst, waarin is afgesproken dat in 2015: • een integraal huisvestingsplan (IHP) wordt vastgesteld, dat aangeeft welke scholen wanneer onderhouden / gerenoveerd / herbouwd worden. • een vorm van doordecentralisatie, waarin is afgesproken welke verantwoordelijkheden en middelen worden overgedragen door de gemeente Amersfoort aan de schoolbesturen. In het Integraal Huisvestingsplan: - herkennen we de visie op onderwijs van de school en de visie op onderwijshuisvesting van de stichting; - laten scholen zien hoe zij vorm en inhoud geven aan hun maatschappelijke rol; - faciliteert de onderwijshuisvesting leerlingen en personeel bij het leren en werken - is er sprake van breed en evenwichtig aanbod van scholen, passend binnen het bredere gebiedsgerichte beleid van de gemeente; - worden locaties duurzaam, effectief en efficiënt gebruikt voor onderwijs; - wordt er optimaal en duurzaam gebruik gemaakt van het vastgoed, ook buiten onderwijstijd – met een optimale verbinding met inwonende partners. Doelstelling 6: ONZE SCHOOLGEBOUWEN HEBBEN MAATSCHAPPELIJKE MEERWAARDE “Wij hebben duurzame en breed inzetbare schoolgebouwen.” Voor scholen is de strategische visie het richtinggevend kader voor hun zelfstandige planvorming op het gebied van onderwijshuisvesting. Voor de gemeente is de gezamenlijke visie van belang om de bestuurlijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting te waarborgen. De strategische onderwijshuisvesting heeft onderwijskundige en vastgoeddoelstellingen. In Amersfoort bestaan 20 vele onderwijsvormen en is er een even zo grote diversiteit aan onderwijskundige visies. Die visies hebben gemeen dat het onderwijsgebouw moet passen bij de onderwijskundige inzichten én duurzaam moet zijn gebouwd. In 2014 was de samenwerking met inwonende partners vooral gericht op samenwonen, met huisvesting dus als basis. In deze planperiode moet de samenwerking het beleidsdomein huisvesting ontstijgen en moet worden gestreefd naar een functionele meerwaarde. Het is daarbij vanzelfsprekend dat die meerwaarde, welke ook in educatieve doelstellingen gestalte krijgt, wordt vormgegeven in nauw overleg met relevante partners. “Kindcentra 2020” is daarbij het leidmotief voor handelen. Wat hebben we in 2019 bereikt en waaraan kunnen we aflezen dat we voortgang boeken? 1. IHP: Er is een Amersfoort-breed Integraal Huisvestingsplan vastgesteld dat het scholenlandschap en het huisvestingsonderhoud voor minimaal 4 jaar en mogelijk voor 40 jaar heeft vastgelegd. Het scholenlandschap geeft een evenwichtige spreiding van Meerkringscholen weer over de stad (eventueel regio). Daarbij is er een Amersfoort-brede structuur voor doordecentralisatie waarin onderwijshuisvesting met verantwoordelijkheden en middelen is overgedragen door de gemeente aan de (gezamenlijke) schoolbesturen. 2. Brede Scholen: Scholen met inwonende partners ontwikkelen zich naar brede scholen of IKC’s, die onderwijskundig (pedagogisch en educatief) duurzaam zijn. Ontwikkelingen onder de vlag van “Kindcentra 2020” zijn daarbij het uitgangspunt. 3. Duurzaamheid: Scholen worden onderhouden en geëxploiteerd volgens maatschappelijke criteria voor duurzaamheid, gezondheid, veiligheid en financiën. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij het Amersfoortse convenant “Energie neutraal renoveren 2020”. Beleidsdomein bedrijfsvoering In de voorbije strategische planperiode is hard gewerkt aan het op orde brengen van de bedrijfsvoering (financiën, administratieve organisatie, centrale inkoop, ICT-beleid). Verdere ontwikkeling is nu nodig om in de komende beleidsplanperiode ondersteunend te kunnen zijn aan ‘scholen voor het leven’. ICT vormt een belangrijk onderdeel van het ‘scholen voor het leven’: technologische vernieuwingen maken substantieel deel uit van onze maatschappij. Daarbij voeren scholen hun eigen educatieve beleid uit. De ICT-voorzieningen binnen Meerkring sluiten hier op aan en maken dit mogelijk. De voorzieningen moeten erop gericht zijn dat leerkrachten en leerlingen plaats- en tijdonafhankelijk kunnen leren en werken, dat er structureel en regelmatig aandacht kan zijn aan toepassing van ICT in het onderwijs, en dat ICT-kennis en -vaardigheden bij alle medewerkers aanwezig moeten zijn. 21 Doelstelling 7: MEERKRING REALISEERT EN BORGT CONTINUE VERBETERINGEN “Wij werken verbeteringsgericht.” Wat hebben we in 2019 bereikt en waaraan kunnen we aflezen dat we voortgang boeken? 1. ICT-ondersteuning: Meerkring ondersteunt scholen met een ICT-infrastructuur en (digitale) leermiddelen die recht doen aan ‘scholen voor het leven’. De huidige ICT-visie en het bovenschools ICT-beleid vormen daartoe de basis. 2. Efficiencywinst: De bedrijfsvoering (financiën, formatie, exploitatie scholen) is effectief en efficiënt ingericht, met een gedegen risicoanalyse en onderwijskundig rendement als uitgangspunten. Daarbij worden voordelen van schaalgrootte in welke vorm dan ook optimaal benut. 2 3. Externe samenwerking: Meerkring onderzoekt vormen van externe samenwerking die ondersteunend zijn aan het realiseren van de ambities. Daarbij worden fusies en overnames niet uitgesloten. "Iedereen is een genie. Maar als je een vis beoordeelt op zijn vermogen om een boom te beklimmen, zal het levenslang geloven dat het dom is. " (Albert Einstein) 2 Het Beleid “Andere Schooltijden” wordt daarmee onverminderd doorgezet. 22 NAWOORD Het strategische beleidsplan voor de periode 2015-2019 is het resultaat van een gezamenlijk vormgegeven visie op onderwijs, waarbij we verleden, heden en toekomst verbinden. In de totstandkoming van het strategisch beleidsplan hebben we onze waarden Ontmoeten, Ontwikkelen en Ontplooien herladen, hebben we onze kwaliteiten en ambities beschreven en kansen en bedreigingen in kaart gebracht. In verschillende dialoogsessies zijn we op zoek gegaan naar de betekenisgeving van onze waarden en naar het gewenste toekomstbeeld voor onze organisatie. Nadat de bevindingen uit de verschillende sessies waren geanalyseerd, zijn de belangrijkste speerpunten voor de koers van Meerkring bepaald. In het verkennende proces zijn circa 100 mensen uit de organisatie betrokken om mee te denken en hun inbreng te leveren. Daartoe behoren de Raad van Toezicht, directeuren en adjuncten, GMR, Intern Begeleiders, Excellente Leerkrachten en externe stakeholders. Ook leerkrachten (op individuele basis) en leerlingenraden zijn geraadpleegd. Alle bijeenkomsten zijn stuk voor stuk inspirerend verlopen en hebben duidelijk gemaakt hoe betrokken mensen zijn en hoeveel energie en bevlogenheid er binnen de organisatie aanwezig is. Met dit strategisch beleidsplan hopen we de aanzet te hebben gegeven tot een krachtig vervolg van de koers die Meerkring met het vorige beleidsplan heeft ingezet. Wij kijken daarbij uit naar de schoolplannen 2016 – 2020, waarin scholen aangeven hoe en in welk tempo zij invulling geven aan de genoemde doelstellingen. Willem Kuijpers Christian van den Brink 23