Nieuwe planten

advertisement
Weer nieuwe planten
Wat gebeurt er eigenlijk allemaal in en met de
bloem?
Met behulp van deze presentatie leer je de onderdelen van een bloem
kennen. Met die kennis wordt daarna uitgelegd hoe een plant zich voortplant.
Tijdens de uitleg is het goed om alles rustig te
lezen en te wachten op het volgende stukje.
Maar als het volgende stukje niet komt,
dan klik je op de linker muisknop of je
drukt op enter.
Ook planten planten zich voort
De volgende punten worden in deze presentatie behandeld:
1.
Onderdelen van de bloem
2.
Bestuiving
3.
Bevruchting
4.
De vrucht en het zaad
5.
De verspreiding
6.
Toets
Door op de bloemetjes te klikken , met de linker muisknop ,
kom je bij dat betreffende onderdeel van de presentatie.
Klik op de linker muisknop om door te gaan naar onderdeel 1.
Om terug te gaan naar het
begin: klik op het huisje
Terug naar het
overzicht
1. Onderdelen van de bloem
Vorige
dia
Het gebeurt in de bloem
De
voortplanting
van een plant
vindt plaats in
de bloem
De bloem van
deze plant
(orchidee)
begint bij de pijl
De bloem bestaat uit
verschillende onderdelen:
helmknop
stempel
kroonblad
stijl
helmdraad
vruchtbeginsel
kelkblad
bloemsteel
De bloemkelk
Een bloem heeft kelkbladeren.
kelkblad
kelkblad
Op de volgende dia zie je 2
bloemen van een fuchsia.
Deze bloemen hebben 4
kelkbladeren.
Deze 4 kelkbladeren vormen samen de bloemkelk.
Functie van de bloemkelk =
Bescherming tegen kou en uitdroging
Vergroeid
Hieronder zie je 2 bloemen van een fuchsia
Deze 2 bloemen hebben
een roze bloemkelk
gevormd door 4 roze
kelkbladeren.
Bij de fuchsia zitten
de kelkbladeren aan
elkaar, ze zijn
vergroeid.
Let op: bijna alle bloemen hebben groene kelkbladeren!
Kroonbladeren
Kroonbladeren hebben vaak opvallende kleuren
geel
licht
blauw
wit
paars
kroonblad
blauw
rood
roze
lila
Kroonbladeren hebben deze kleuren
om insecten te
lokken
Dit is super belangrijk voor de voortplanting !
Groen is ‘t gras
Niet alle bloemen
hebben opvallend
gekleurde
kroonbladeren.
groen
groen
groen
groen
groen
Bij grassen is dit
bijvoorbeeld niet
het geval.
groen
groen
groen
Vrouwelijke
geslachtsorgaan
s
t
a
m
p
e
r
De stempel,
de stijl en het
vruchtbeginsel zijn
de vrouwelijke
geslachtsdelen
van de plant.
stempel
stijl
vruchtbeginsel
Deze geslachtsdelen vormen
samen de stamper. Dat is
het vrouwelijke
geslachtsorgaan van de
plant.
Het zaadbeginsel
In het vruchtbeginsel van
de stamper bevinden zich
één of meerdere
stempel
zaadbeginsels
stijl
Zaadbeginsel
(uitvergroot)
Vruchtbeginsel
De stamper
Vrouwelijke geslachtscel
In ieder zaadbeginsel
eicel met kern
ontstaat één eicel
Een eicel is een vrouwelijke geslachtscel
Mannelijke geslachtsorgaan
m
e
e
l
d
r
a
a
d
helmknop
helmdraad
Deze
geslachtsdelen
vormen samen het
meeldraad. Dat is
het mannelijke
geslachtsorgaan
van de plant.
De helmknop en
het helmdraad
zijn de
mannelijke
geslachtsdelen
van een plant.
Mannelijke geslachtscel
De helmknop bestaat uit
helmhokjes
In de helmhokjes worden stuifmeelkorrels aangemaakt
helmhokje
= stuifmeelkorrel met kern
Een stuifmeelkorrel is een mannelijke geslachtscel
Stuifmeelkorrels in alle soorten en maten
Dé veroorzakers van hooikoorts
Terug naar het
overzicht
2. De bestuiving
Vorige
dia
Planten doen niet aan
geslachtsgemeenschap!
Ja maar……, hoe worden de
planten dan bevrucht?
Nou weet je……, planten doen
aan ‘bestuiving’!
Dus voordat de bevruchting kan
plaatsvinden, vindt er eerst
bestuiving plaats.
Het overbrengen van stuifmeel van een
meeldraad op de stempel van een stamper heet:
bestuiving
= stuifmeelkorrel met kern
Stuifmeel op stempel
Een stuifmeelkorrel moet wel terechtkomen op
de stempel van een bloem van dezelfde
plantensoort.
Dat kan op 2 manieren:
Insecten lokken
of
weg waaien........
Wanneer planten insecten lokken
voor de bestuiving spreken wij van:
Insectenbloemen
Wanneer planten de wind
gebruiken voor de bestuiving
spreken wij van:
windbloemen
Insectenbloemen
Bij insectenbloemen zorgen de insecten ervoor dat het stuifmeel op de
stempel van een bloem van dezelfde plantensoort terecht komt.
Insecten komen af op:
de nectar in de
honingklieren
op de kleur
op de geur
Hoe komt bij een insectenbloem het
stuifmeel op een stempel?
Hmmm,
lekkere
nectar
De stuifmeelkorrels zijn
ruw en kleverig.
De stuifmeelkorrels
blijven plakken aan het
insect.
Het insect gaat naar een
andere bloem van dezelfde
plantensoort.
Daar komt het
stuifmeel op de
stempel terecht.
De gele puntjes zijn de helmknoppen
die stuifmeelkorrels bevatten.
=
Bestuiving
Kenmerken insectenbloemen:
Stuifmeelkorrels blijven
plakken aan het insect.
De bloemen zijn
meestal groot.
De stuifmeelkorrels zijn
ruw en kleverig.
Er worden in verhouding weinig
stuifmeelkorrels gevormd.
Stempels en helmknoppen zitten
meestal binnen in de bloemen.
Voorbeelden insectenbloemen:
Waar
zit de
stamper?
Waar
zitten de
meeldraden?
Waar
zitten de
stempels?
Waar
zitten de
meeldraden?
Waar
zit de
stamper?
Waar
zitten de
meeldraden?
Scherpe boterbloem
Waar
zitten de
stempels?
Waar
zitten de
meeldraden?
Windbloemen
Bij windbloemen zorgt de wind ervoor dat het stuifmeel op de stempel
van een bloem van dezelfde plantensoort terecht komt.
Let op: De stamper van
deze windbloem heeft
alleen een stempel en een
vruchtbeginsel.
Het mist een stijl.
Veervormige
stempel
stempel
stamper
vruchtbeginsel
helmdraad
meeldraad
windbloem
helmknop
Kenmerken windbloemen
Stuifmeelkorrels zijn
licht en glad
Daardoor is er meer kans
dat er een stuifmeelkorrel
op de stempel kan komen
Stuifmeelkorrels
kunnen goed
zweven
Stempels
steken vaak
buiten de
bloem uit
Stempels zijn groot en
veervormig
Nog meer kenmerken
Helmknoppen steken vaak buiten
de bloem, zodat het stuifmeel
gemakkelijk door de wind kan
worden weggeblazen.
Wij kunnen ons
voortplanten
zonder ons op
te tutten!
De kans voor een
stuifmeelkorrel
om op stempel te
komen is heel
klein.
Daarom vormen
windbloemen veel
stuifmeel.
Voorbeelden windbloemen
Waar
zit de
veervormige
stamper?
Waar
zitten de
meeldraden?
Waar
zitten de
meeldraden?
Waar
zit de
stamper?
Filament = helmdraad
De grote brandnetel
Waar
zit de
stamper?
Waar
zitten de
meeldraden?
Meeldraden en stempel
van de brandnetel
Terug naar het
overzicht
3. De bevruchting
Vorige
dia
Hieronder zie je dat er een
stuifmeelkorrel op de
stempel is gekomen
Nu gaat de kern van de
stuifmeelkorrel een reis
maken naar het
zaadbeginsel
=
=
bestuiving
op naar de bevruchting!
Helmknop
met
stuifmeelkorrels
stuifmeelkorrel
kern
stempel
helmdraad
Het vormen van de stuifmeelbuis
De stuifmeelkorrel
is op de stempel
gekomen.
stempel
stuifmeelkorrel
stuifmeelbuis
Kern van de
stuifmeelkorrel
stijl
Die stuifmeelkorrel
vormt een buis: de
stuifmeelbuis.
Kern van de
De stuifmeelbuis
stuifmeelkorrel
wordt
langer….
stuifmeelkorrel
met kern
en bereikt........
stuifmeelbuis
zaadbeginsel
Eicel met kern
Vruchtbeginsel met 8
zaadbeginsels
En in het zaadbeginsel zit
de eicel…
……..het zaadbeginsel.
die kan nu bevrucht worden door
de kern van de stuifmeelkorrel.
Versmelting kernen= bevruchting
De kern van de stuifmeelkorrel gaat versmelten met
de kern van de eicel
de eicel is nu bevrucht!
Nu gaat:
de eicel groeien
het zaadbeginsel groeien
er ontstaat een kiem.
De kiem zit in het zaad
er ontstaat een
zaad.
Terug naar het
overzicht
4.
Vorige
dia
De vrucht en het zaad
De bevruchte eicel groeit
en ontwikkeld zich tot een
kiem.
De kroonbladeren
zijn afgevallen.
De kelkbladeren en meel draden zijn verschrompeld.
zaad
vruchtbeginsel
Het zaadbeginsel groeit uit
tot een zaad.
Het vruchtbeginsel groeit uit tot
een vrucht.
Alle zaden zijn omgeven door een vrucht.
In de vrucht zit het zaad
Vaak zijn er meerdere zaadbeginsels
bevrucht en daardoor ontstaan er ook
meerdere zaden.
In dit
vruchtbeginsel
zitten 8 zaadbeginsels en die
kunnen allemaal
bevrucht worden.
Een grote vrucht met veel zaadjes
V
r
u
c
h
t
b
e
g
i
n
s
e
l
1 5
6
2
3
7
4 8
stamper
Deze kleine vruchtjes hebben vleugeltjes
Terug naar het
overzicht
5. De verspreiding
Vorige
dia
De plant zorgt ervoor dat de zaden goed verspreid worden. Want ze moeten
ruimte hebben om te groeien.
Verspreiden van zaden kan op verschillende manieren:
•
Door de plant zelf
•
Door dieren
•
Door de wind
Voor de winter maken
eekhoorntjes een voedselvoorraad aan door bijv.
beukenootjes in de grond te
verbergen.
Op al deze manieren komen de zaadjes niet direct onder de plant
op de bodem terecht = verspreiding
Nog meer voorbeelden
• Door dieren
• Door de plant zelf
De plant schiet de
zaden zelf weg
De vrucht van de
ooievaarsbek springt open
en de zaden schieten weg.
In uitwerpselen van dieren
kunnen onverteerde zaden
zitten
De zanglijster eet
vlierbessen en poept
de zaden ergens
anders weer uit.
• Door de wind
De zaden waaien
weg
De pluisjes van de
paardenbloem waaien weg.
De vruchtjes zitten
onderaan het pluisje.
In de bodem
Als het zaad in de bodem komt
kan de kiem gaan groeien.
Het zaad is als reservevoedsel voor de kiem
want de kiem moet eerst groeien voordat er
fotosynthese kan plaastvinden.
Met een wortel, stengel,
blaadjes met
bladgroenkorrels, licht,
koolstofdioxide en water kan
de erwtenplant leven zonder
het reservevoedsel van het
zaad.
Bedankt bij!
en het maken van honing.
Voor het bestuiven van de
bloemetjes……..
Je taak zit erop!
Een herhaling van de
onderdelen:
helmknop
kroonblad
helmdraad
m
e
e
l
d
r
a
a
d
stempel
s
t
a
m
p
e
r
stijl
vruchtbeginsel
kelkblad
bloemsteel
Zaadbeginsel met eicel
Stamper
= stuifmeelkorrel met kern
helmknop
helmdraad
meeldraad
Terug naar het
overzicht
TOETS
Vanaf nu begint de toets.
Hopelijk kun je na deze presentatie alle
volgende vragen correct beantwoorden!
Succes!
Terug naar het
overzicht
Klik steeds met de muis op de grijze
knoppen van het goede antwoord.
Daarna klik je steeds op de
witte knoppen om door te gaan
met de (volgende) vraag.
Ga naar de
1e vraag
Wat wordt er met de pijl aangegeven?
A
Een helmknop
B
Een meeldraad
C
Een helmdraad
D
Een stuifmeelkorrel
Goed!
Verder naar
de
volgende
vraag
Fout!
Terug naar
de vraag
Het mannelijke
voortplantingsorgaan is:
A
De stamper
B
Een meeldraad
C
Een helmdraad
D
Een stuifmeelkorrel
Goed!
Verder naar
de
volgende
vraag
Fout!
Terug naar
de vraag
Eicellen ontstaan in:
A
Het zaadbeginsel
B
De stempel
C
De helmhokjes van de meeldraden
Goed!
Verder naar
de
volgende
vraag
Fout!
Terug naar
de vraag
De functie van de kelkbladeren is:
A
Aanlokken van insecten
B
Beschermen van de bloem in de
knop tegen uitdroging en kou
C
Stevigheid, zodat de bloem
aan de steel blijft zitten
Goed!
Verder naar
de
volgende
vraag
Fout!
Terug naar
de vraag
Deze bloem is een voorbeeld van:
A
Een windbloem
B
Een insectenbloem
Goed!
Verder naar
de
volgende
vraag
Fout!
Terug naar
de vraag
Bevruchting is:
A
Het overbrengen van stuifmeel van een meeldraad op de
stempel(s) van een bloem van dezelfde plantensoort
B
Het versmelten van de kern van een mannelijke geslachtscel met de
kern van een vrouwelijke geslachtscel
C
Het ontstaan van een kiem in het zaadbeginsel
D
Het vormen van mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen
Goed!
Verder naar
de
volgende
vraag
Fout!
Terug naar
de vraag
Wat ontstaat er na de bevruchting
uit de bevruchte eicel?
A
Een kiem
B
Een zaad
C
Een vrucht
Goed!
Verder naar
de
volgende
vraag
Fout!
Terug naar
de vraag
De verspreiding van de zaden van
de esdoorn gebeurt door:
Esdoorn met vruchten
A
De wind
B
Dieren
C
De plant zelf
Goed!
Verder naar
de
volgende
vraag
Fout!
Terug naar
de vraag
Mensen met hooikoorts zijn allergisch voor
stuifmeelkorrels. Van welke bloemen is dit
stuifmeel meestal afkomstig?
A
Windbloemen
B
Insectenbloemen
C
Windbloemen en insectenbloemen
D
Geen van beide
Fout!
Terug naar
de vraag
Terug naar het
overzicht
Goed!
Einde presentatie
Terug naar het
overzicht
Einde presentatie
Download