God wil mensen ontmoeten: Levieten De Levieten zijn de helpers van de priesters. Aan de hand van 4 punten hopen we beter zicht te krijgen op de dienst van de Levieten en wat dat voor de christen van nu mag betekenen. - de Levieten: Wie? Over de Levieten is te lezen in het boek Numeri (letterlijk: ‘in de woestijn’). Daar werden dus Levieten aangesteld. Daar waar het volk door de woestijn trok, hadden de Levieten een taak: Zij dienden Aaron en zij stonden de gemeente/vergadering bij (Numeri 3 : 5-7). In het Nieuwe Testament staat onder andere in de brief aan de Efeziërs wat de Levietendienst nú mag betekenen. Zij is een geschenk aan de gemeente, waar ieder gaven heeft te besteden, ten behoeve van lof voor God en opbouw van de gemeente om te dienen (Efeze 4 : 8, 11, 12, Romeinen 12 : 6). Iedere gelovige heeft een genadegave, en die gaven heb je dan te besteden! Het verschil tussen een priester en een Leviet is dat een priester rechtstreeks tot God naderde. De Leviet deed dit niet, maar was er ten behoeve van de priester en de vergadering. Beiden waren er tot lof en eer voor God. Bij de Levieten kun je stellen dat door hun taak de priesterdienst vervolmaakt werd. - Wat moest een Leviet weten? De Leviet moest weten dat hij de plaats innam van de eerstgeborene (Numeri 3 : 11, 12). Er waren twee eerstgeborenen: Die van de Egyptenaren en die van de Israëlieten. Een eerstgeborene van de Egyptenaren was een bewijs van de eigen kracht als mens. Een eerstgeborene van de Israëlieten was een bewijs van kracht van de Heer, zij behoren de Heer toe (Numeri 3 : 13). Voor toen betekende dat een eerstgeborene Israëliet vrij kon leven omdat een Leviet zijn plaats innam om de Heer toegewijd te zijn. Als we willen begrijpen wat het ons wil zeggen komen we bij een aantal andere Bijbelgedeeltes: - Hosea kijkt terug op de uittocht uit Egypte en laat de Heer Hosea zeggen: Uit Egypte heb Ik mijn zoon geroepen. - Psalm 80 : 9 vertelt: Gij hebt een wijnstok uitgegraven uit Egypte, gij hebt volken verdreven en hem geplant. Zo spreekt God over het volk Israel, Hij heeft hen uit Egypte gehaald met als doel om vrucht te dragen tot lof en eer voor God, maar zij hebben gefaald. God heeft veel profeten gestuurd om Zijn volk tot bekering te brengen. Dat gebeurde niet, tótdat Jezus kwam. Als enige beantwoorde Hij wel aan Gods plan. Jezus is dé vervulling van het woord dat Hosea sprak (Mattheüs 2 : 15) en Hij is dé ware wijnstok (Johannes 15 : 1). En van die ware wijnstok lezen we in Romeinen 8 : 23 dat Hij de eerstgeborene onder vele broeders is. Van de gelovigen lezen we in Hebreeën 12 : 23 dat zij een gemeente van eerstgeborenen zijn! De ware Wijnstok kent vele ranken, dat is iedere bekeerde. En die mag: vrucht dragen tot lof en eer van de Heer, oftewel zijn Levietendienst uitoefenen. Een eerstgeborene is het eigendom van God (Numeri 3 : 13), de gelovige van nu ook en mag dus vrij tot God gaan en Hem aanroepen met Abba, Vader. Het is een enorme bemoediging om daarbíj te weten dat de eerstgeborene in het Oude Testament een dubbele zegen ontving. Iedere ‘eerstgeborene’ van nu mag weten: God geeft zijn Geest niet met mate! - Waren er evenveel eerstgeborenen Israëlieten als Levieten? Nee: er waren 273 eerstgeborenen zonder Leviet. Dat was ongeveer 1%. Daar moest losgeld voor betaald worden (Numeri 3 : 46-48). Die ene procent kan God niet door de vingers zien. Het gaat om Zijn eer en die mag geen schade lijden. De vertaalslag naar de christen van vandaag is als volgt: Er zijn vele christenen, maar hoeveel ‘eerstgeborenen’ van de gemeente verrichten ook Levietendienst? Het gaat om Gods eer. Iedere eerstgeborene mag ook functioneren als Leviet! Het is dan ook ontzettend belangrijk dat je weet wat je taak is. Wat mag je doen in je Levietendienst? - Wat deden de Levieten? De Levieten woonden dichtbij het huis van God, de Kehatieten aan de zuidkant, de Gersonieten aan de westkant en de Merarieten aan de noordkant. Een christen die vandaag de Heer wil dienen, leeft ook heel dichtbij de Heer en bij de samenkomsten met broeders en zusters. Als het volk naar een volgende rustplaats reisde moesten alle onderdelen van de tabernakel door Levieten worden gedragen. In de Bijbel staat heel uitvoerig beschreven wat de precieze taak is van elke Levietenfamilie. En omdat er in de Bijbel nooit is ‘zomaar ‘ staat vermeld, is dat met een reden. De Merarieten droegen de planken, en de bijbehorende voetstukken en touwen. Dat was letterlijk een enorm zware taak. Zij kregen dan ook 4 wagens ter beschikking om hun ‘last’ te dragen. Zijn we bereid elkaars lasten te dragen (Galaten 6 : 2)? Daarvoor hebben we de kracht van het eeuwige leven nodig. Gelukkig zijn er vandaag de dag nog steeds mensen op wie we onze lasten kunnen leggen. De wagens van de Merarieten waren overdekt. De wereld hoeft helemaal niet te weten wat onze lasten zijn. (Hoe graag ze dat ook doet).Als christenen hoeven we dat niet aan de wereld te vertellen, maar juist aan God! Samen in gebed al onze lasten bij de Heer brengen. Dat maakt het zo belangrijk om samen te komen om te bidden. Aan de wereld laten we onze problemen niet zien, maar we laten zien met Wie we onderweg zijn. De Gersonietem droegen de tent, de bedekkende klederen en de gordijnen. Ze liepen samen met de Merarieten tussen de 3e en 4e stam. In het midden van alle stammen, dus tussen de 6e en de 7e stam, liepen de Kehatieten. Zij droegen de altaren, de kandelaar, de tafel der toonbroden en het heilige gereedschap. Alles werd bedekt onder de donkere tachasvellen, behalve de ark. Die werd door enkele Kehatieten gedragen onder een hemelsblauw kleed, vooraan de stoet. Dat was het eerste wat iemand zag die het volk Israël door de woestijn zag naderen. Wij hoeven vandaag aan de wereld om ons heen niet te laten zien hoe mooi het is om als christenen samen het huis van God te vormen. Dat komt later wel. Het belangrijkste is dat men bij ons kan zien Wie als eerste gedragen wordt, en dat is onze Heer Jezus Christus. Hij, de Mens uit de hemel, heeft bij ons de leiding. We gaan uitsluitend achter Hem aan!