Richtlijnen

advertisement
CAG/14/22.05/DOC037b
Nota aan de leden van het CAG
Richtlijnen voor de opmaak van de
beleidsdocumenten
1. Inleiding
In oktober 2013 werd de nota ‘Naar een nieuw doelstellingenmanagement en bijbehorende
monitoring binnen de VO’ besproken door het CAG. Aansluitend werd gevraagd om hierrond een
projectplan uit te werken. In december 2013 werd het projectplan voorgelegd en heeft het CAG
geopteerd voor een gefaseerde aanpak met sterke betrokkenheid van de beleidsdomeinen, waarbij
gestart wordt met de VO-brede uitwerking van een taxonomie en richtlijnen. De technische
oplossing wordt onderzocht door die entiteiten die hieraan willen participeren.
Visie
We willen streven naar de implementatie van een ééngemaakt organisatiebreed
doelstellingenkader met bijhorende efficiënte en effectieve monitoring.
Aanpak
Om dit project tot een goed einde te brengen is er geopteerd om te werken rond drie producten, die
elk worden uitgewerkt door een kleine werkgroep. Deze drie werkgroepen worden aangestuurd door
het projectteam dat op zijn beurt verantwoording aflegt aan de stuurgroep. Uiteindelijk worden de
resultaten van de werkgroepen gevalideerd door het CAG.
Naast de werkgroepen worden een aantal ‘Ronde Tafels’ georganiseerd. Op deze momenten zal de
feedback op de tussentijdse resultaten, geproduceerd in de werkgroepen, worden gevraagd aan
allerlei experten rond doelstellingenmanagement binnen de VO. De eerste Ronde Tafel vond plaats
op 13 maart 2014, waarop het basismodel voor doelstellingenmanagement, zoals uitgewerkt binnen
de werkgroep taxonomie, werd bediscussieerd met een 70-tal collega’s uit de 13 beleidsdomeinen.
Stand van zaken project:
Taxonomie: een voorstel van taxonomie werd uitgewerkt door de werkgroep en werd voorgelegd
aan de Ronde Tafel van 13 maart 2014. In CAG-nota Taxonomie wordt hierrond meer duiding
gegeven.
Richtlijnen: in eerste instantie was het de bedoeling om Omzendbrief 11 die de samenwerking tussen
de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement regelt, nog aan te passen tijdens deze regeerperiode.
Dit bleek echter onhaalbaar wegens te strakke timing. Binnen het project werd daarom verder
gewerkt naar richtlijnen die het logische gevolg zijn van de voorgestelde taxonomie. In voorliggende
nota worden enkele voorstellen gedaan in het kader van de opmaak van de beleidsdocumenten bij
de start van een nieuwe regeerperiode.
Technische oplossing: het bestek werd gepubliceerd, 4 bedrijven hebben een offerte ingediend en
demo’s getoond. De werkgroep heeft de verschillende offertes onderzocht en is gekomen tot een
eindoordeel. De komende weken wordt gewerkt aan het finaliseren van de gunningsprocedure.
Ondertussen werd binnen de werkgroep verder gewerkt aan de functionele analyse voor de tool.
Voor de functionele uitwerking van de tool zal een brede consultatie plaatsvinden op de tweede
Ronde Tafel, op 17 juni 2014.
1
CAG/14/22.05/DOC037b
Nota aan de leden van het CAG
Doel van deze nota:
In deze nota worden op basis van het model rond doelstellingenmanagement (zie CAG-nota
Taxonomie) een aantal voorstellen geformuleerd voor de opmaak van de beleidsdocumenten bij de
start van de nieuwe legislatuur, die tegemoet komen aan de vraag naar informatie en rapportering
ten behoeve van de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement. Met deze voorstellen wordt een
eerste stap gezet naar een vermindering van de interne planlast met betrekking tot de plannings- en
rapporteringsactiviteiten binnen de verschillende cycli. Bedoeling van de nota is om een gedragen
voorstel vanuit de administratie uit te werken, dat in een volgende stap kan afgetoets worden met
het politieke niveau.
Samengevat hebben de voorstellen betrekking op:
-
2.
Een betere afstemming van transversaal/horizontaal beleid met het verticaal beleid
Het koppelen van inhoudelijke en financiële informatie
Een efficiëntere tussentijdse monitoring door hergebruik van informatie
Naar een betere afstemming van transversaal/horizontaal beleid en verticaal
beleid
2.1 REGEERAKKOORD EN VO-BREDE BELEIDSKADERS
Het Regeerakkoord vormt de basis voor het VO-brede doelstellingenkader en moet verder
geconcretiseerd worden voor de hele legislatuur. Van zodra het Regeerakkoord is afgesloten, moet
de tekst vertaald worden naar een coherente set van VO-brede ‘krachtlijnen’ (hoog niveau politieke
beleidsdoelstellingen), en moeten de concrete beleidsmaatregelen (projecten en processen1) die
eventueel in het Regeerakkoord zijn vermeld, opgelijst worden. Deze set van VO-brede krachtlijnen
wordt aangevuld met doelstellingen die voortkomen uit andere (legislatuuroverschrijdende)
beleidskaders die gelden voor de gehele Vlaamse overheid (ViA, Europa 2020, andere internationale
verplichtingen,…).
Met het oog op de opvolging van het Regeerakkoord, wordt nagegaan in welke mate aan deze hoog
niveau politieke doelstellingen een beperkte set van relevante (effect- of output-)indicatoren
kunnen worden gekoppeld. Het agentschap Studiedienst Vlaamse Regering kan de oefening m.b.t. de
indicatoren ondersteunen.
Het is van cruciaal belang dat het uitwerken van deze meerjarige strategische ‘kapstok’ voor het
planningsproces binnen de Vlaamse overheid gezamenlijk gebeurt, met betrokkenheid van de
verantwoordelijken uit de verschillende beleidsdomeinen. Zo kan er over gewaakt worden dat alle
doelstellingen uit het Regeerakkoord ergens binnen de beleidsdomeinen verder worden
meegenomen en dat er van bij de start afstemming kan gebeuren over hoog niveau politieke
doelstellingen die door meerdere beleidsdomeinen samen gerealiseerd moeten worden.
Vervolgens is het aan de beleidsdomeinen om deze VO-brede krachtlijnen verder te
operationaliseren en maximaal te laten doorwerken in de verschillende beleidsnota’s, door deze te
hernemen of te vertalen naar strategische en operationele beleidsdoelstellingen. Het is belangrijk
1
Voor definitie van project en proces: zie nota rond taxonomie doelstellingenmanagement
2
CAG/14/22.05/DOC037b
Nota aan de leden van het CAG
dat deze strategische en operationele doelstellingen inhoudelijk sporen met de ambitie /visie en de
krachtlijnen zoals geformuleerd in het Regeerakkoord, maar ook met andere
(legislatuuroverschrijdende) VO-brede beleidskaders (ViA, Europa 2020, …) en de waarden van de VO
(vertrouwen, openheid, wendbaarheid en daadkracht) en deze volledig afdekken. De strategische en
operationele doelstellingen in de beleidsnota’s maken hiervoor in ontwerp duidelijk de link met de
hogere politieke doelstellingen waaraan ze bijdragen.
De beleidsdomeinen zullen op relatief korte termijn nadat er een Regeerakkoord is afgesloten, ook
moeten aangeven met welke concrete projecten en processen ze de komende vijf jaar (eventueel
met indicatie van een fasering) uitvoering zullen geven aan de krachtlijnen die door de Vlaamse
Regering werden vooropgesteld, onder andere ten behoeve van de monitoring van het
Regeerakkoord. De opmaak van een beleidsnota moet dus echt aangegrepen worden voor het
uitwerken van een meerjarenplanning, waarbij de doelstellingencascade - toch zeker wat betreft de
doelstellingen die voortkomen uit politieke keuzes - integraal (van hoog tot laag niveau) wordt
vormgegeven.
Het is in dit verband wenselijk dat voor de VO-brede krachtlijnen die door meerdere of samen met
andere beleidsdomeinen of strategische partners worden opgenomen, in elk van de relevante
beleidsnota’s minstens een herkenbare verwijzing wordt opgenomen, zodat de opvolging van deze
doelstellingen kan gebeuren zonder bijkomende interne rapporteringslast. Tevens wordt concreet
vermeld hoe elk van de partners bijdraagt tot het bereiken van deze VO-brede krachtlijnen. Op deze
manier kan ook de onderlinge verhouding en samenhang met andere strategische beleidsplannen
duidelijk worden aangegeven.
2.2 TRANSVERSALE/HORIZONTALE BELEIDSPLANNEN
VOORAF2:
Transversaal beleid: maatschappelijk gerichte beleidsinitiatieven, die één of meer beleidsdomeinen
overstijgen - zoals bijvoorbeeld een geïntegreerd klimaatbeleid, mobiliteitsbeleid, beleid rond
armoedebestrijding,…
Horizontaal beleid: organisatie- of intern gerichte beleidsinitiatieven, die een organisatiebreed
karakter hebben - zoals bijvoorbeeld overheidsbrede bezuinigingsprogramma's op personeel of
verhoging van de efficiëntie, de overheidsbrede doelstellingen voor de maturiteitsverhoging,…
Verticaal beleid: maatschappelijke gerichte beleidsinitiatieven, die binnen één beleidsdomein
gerealiseerd worden – zoals bijvoorbeeld ondersteunen van de cultuursector, visserijbeleid,…
In het Regeerakkoord wordt er meestal ook verwezen naar bestaande, aan te passen of op te stellen
transversale of horizontale beleidsplannen die meerdere beleidsdomeinen impacteren. Zo werd in
het Vlaams Regeerakkoord 2009-2014 bijvoorbeeld verwezen naar een op te maken
werkgelegenheids- en investeringsprogramma (WIP). Ook naast het Regeerakkoord worden er
binnen een legislatuur diverse transversale/horizontale beleidsplannen opgesteld, die nog te vaak
2
Definities gebaseerd op het Kaderdecreet BBB, zie ook: Beter Bestuurlijk Beleid - Instrumenten en
mechanismen voor afstemming van beleidsvoering)
3
CAG/14/22.05/DOC037b
Nota aan de leden van het CAG
losgekoppeld zijn van de reguliere sturingsinstrumenten en verantwoordingslijnen. De veelheid aan
plannen met vaak elk een afzonderlijke timing zorgt voor een verhoging van de plan- en
rapporteringslast binnen de overheid.
De afgelopen jaren zijn er al heel wat inspanningen gebeurd om beleidsplannen op elkaar af te
stemmen. Zo kan verwezen worden naar de afstemming tussen Vlaanderen in Actie, de Europa 2020strategie (Vlaams hervormingsprogramma), de Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling, het
Meerjarenprogramma Slagkrachtige Overheid enzovoort. Verdere rationalisatie werd inmiddels ook
bereikt door transversale/horizontale plannen in elkaar te schuiven, zoals het Jeugd- en
kinderrechtenbeleidsplan treffend illustreert. Ook tijdens de legislatuur 2014-2019 is het wenselijk
dat verder wordt ingezet op de rationalisatie van transversale/horizontale plannen en dat bepaalde
plannen opgaan in een omvattender beleidsplan. Er zal hierbij wel rekening moeten worden
gehouden met het gegeven dat aanpassingen aan decreten noodzakelijk kunnen zijn, omdat in
bepaalde gevallen de opmaak van beleidsplannen decretaal is vastgelegd. Mogelijk kunnen ook
overkomende bevoegdheden in het kader van de zesde staatshervorming opportuniteiten bieden om
tot een rationalisatie van het aantal beleidsplannen over te gaan.
Zoals voor de doorvertaling van het Regeerakkoord en VO-brede beleidskaders, is ook voor de
horizontale beleidsplannen een betere afstemming met de beleidsnota’s en beleidsbrieven3
belangrijk, om dubbel werk, inhoudelijke overlap en divergerende prioriteiten met uiteenlopende
planhorizon te vermijden.
Daarom wordt voorgesteld dat in de beleidsnota’s en beleidsbrieven in een apart eerste deel op een
generieke manier wordt aangegeven hoe invulling wordt gegeven aan de transversale/horizontale
beleidsplannen, hetgeen de onderlinge verhouding en samenhang verduidelijkt (zie sjabloon in 4.3).
Welke transversale/horizontale beleidsplannen in de eerste fase van de nieuwe cyclus (opmaak
beleidsnota’s) op die manier worden meegenomen, moet in de komende maanden duidelijk worden
afgebakend. Hiertoe kan vanuit de administratie als geheel een voorstel worden uitgewerkt, dat aan
het politieke niveau, vertegenwoordigd door de minister-president, wordt voorgelegd. De ministerpresident kan vervolgens aan de collega-ministers de opdracht geven de doorvertaling in de
verschillende beleidsnota’s te waarborgen.
In het tweede , ander cruciaal deel van de beleidsnota wordt dan ingegaan op het verticale beleid
van de bevoegde minister zelf.
De wisselwerking tussen de beleidsnota’s en beleidsbrieven enerzijds, en andere strategische
beleidsplannen anderzijds, die zich in de praktijk al vaak manifesteert, moet in het planningsproces
nog meer worden gefaciliteerd. Dikwijls dragen projecten/processen die beleidsdomeinen inzetten
voor hun ‘verticaal’ georiënteerde strategische en operationele doelstellingen opgenomen in de
beleidsnota/beleidsbrieven ook (onrechtstreeks) bij aan de realisatie van de doelstellingen uit
transversale/horizontale plannen. Omgekeerd zullen entiteiten de projecten/processen die ze
specifiek opzetten om bij te dragen aan doelstellingen zoals vooropgesteld in
transversale/horizontale beleidsplannen, ook integreren in de eigen doelstellingencascade en soms
zelfs laten doorstromen naar de beleidsnota en de beleidsbrieven.
3
Dit zal in de praktijk vooral om afstemming met de beleidsbrieven gaan, aangezien de meeste horizontale
plannen pas in het eerste jaar na de opmaak van de beleidsnota’s vorm krijgen
4
CAG/14/22.05/DOC037b
Nota aan de leden van het CAG
Het is daarbij van groot belang dat projecten en processen in het kader van het planningsproces van
de entiteiten slechts één keer gedefinieerd worden, maar aan meerdere planningsdocumenten
kunnen gekoppeld worden (door middel van codering of labeling). Het is vanzelfsprekend dat de
basisinformatie die voor deze projecten en processen op één plaats en op één moment verzameld
wordt, efficiënt wordt meegenomen en wordt herbruikt bij de opmaak en het opvolgen van
verschillende beleidsplannen (zie ook hoofdstuk 5).
Op dit vlak is een unieke plannings- en monitoringstoepassing op VO-niveau een waardevol
ondersteunend instrument. Dit zorgt er immers voor dat er één bron van informatie beschikbaar
komt waarin de projecten en processen ingepland en opgevolgd worden. Een geïntegreerde
doelstellingencascade en bijhorende monitoring vervangt de beleidsplanningen -opvolging zelf niet.
Het zorgt voor eenvormigheid (en vergelijkbaarheid) bij het samenbrengen van de informatie, zorgt
ook voor eenvoudig hergebruik van informatie rond projecten en processen (en hierdoor
planlastvermindering). Op die basisinformatie blijft nog een belangrijke toegevoegde waarde nodig
vanuit de beleidsondersteuners- en coördinatoren, op vlak van analyse en doorvertaling naar
aanbevelingen voor de instantie waarnaar gerapporteerd wordt, rekening houdend met de
invalshoek van de vraagstelling vanuit de Internationale, Europese, Belgische of Vlaamse instanties
en de Vlaamse politiek.
3. Koppeling van inhoudelijke aan financiële informatie
De start van een nieuwe legislatuur moet aangegrepen worden om als Vlaamse overheid een
significante stap te zetten in de richting van een prestatiebegroting. Een prestatiebegroting tracht de
ingezette middelen te koppelen aan prestaties en doelstellingen die men hiermee beoogt te
bereiken. Zo wordt er een feedbackmechanisme geïnstalleerd waardoor de gerealiseerde resultaten
kunnen geëvalueerd worden met het oog op het aanpassen van de beleidsdoelstellingen.
Een eerste stap bestaat er in ervoor te zorgen dat in de beleidsnota’s al een betere koppeling wordt
gemaakt tussen de doelstellingen en de kredieten in de begroting, in eerste instantie op een hoger
aggregatieniveau, zijnde de beleidsvelden. In een volgende stap kan de begrotingsstructuur verder
afgestemd worden op de doelstellingencascade, door de begrotingsartikelen meer in lijn te brengen
met het inhoudelijke verhaal.
3.1 STAP 1: BIJ DE OPMAAK VAN DE BELEIDSNOTA
3.1.1 Beleidsvelden als stabiel element
Om historische opvolging van de begroting te kunnen doen is het nodig dat de indeling van de
begrotingsstructuur over de legislaturen heen voldoende stabiel is. De legislatuurgebonden
doelstellingencascade biedt per definitie niet de gezochte stabiliteit.
Momenteel is er al een link ingebouwd tussen de beleidsvelden en de begrotingsprogramma’s. Deze
laatste zijn deel van de begrotingscascade en clusteren de begrotingsartikels.
In het voorgestelde sjabloon voor de beleidsnota willen we de beleidsvelden (als inhoudelijk
structuurelement) gebruiken als stabiel element om legislatuuroverschrijdende vergelijkingen van
budget mogelijk te maken. Dit kan op twee manieren (zie ook 4.3).
5
CAG/14/22.05/DOC037b
Nota aan de leden van het CAG
-
De beleidsvelden kunnen als thematische cluster dienen om de doelstellingen inhoudelijk te
groeperen. Bij deze optie wordt per beleidsveld een overzicht gegeven van de onderliggende
strategische en operationele doelstellingen en de bijhorende informatie.
-
Binnen verschillende beleidsnota’s worden ook strategische doelstellingen geformuleerd die
beleidsveldoverschrijdend zijn. Het gaat om specifieke accenten die voor het gehele
beleidsdomein of ministeriële bevoegdheid gelden. Ook deze structurering moet mogelijk
blijven in de beleidsnota’s. Deze optie voorziet dat per strategische doelstelling wordt
aangegeven hoe hier binnen de verschillende beleidsvelden invulling aan wordt gegeven. De
strategische doelstellingen vormen het hoogste structureringsniveau, waarbinnen telkens de
relevante beleidsvelden worden hernomen.
De beleidsvelden werden in 2013 voor de Vlaamse overheid opnieuw vastgelegd na een
consultatieronde in de verschillende beleidsdomeinen. In het uitgavendecreet is een hoog
gedefinieerde doelstelling (beleidsopdracht/ mission statement) omschreven op het niveau van een
beleidsveld/begrotingsprogramma. Voor heel wat beleidsdomeinen blijkt deze indeling volgens de
aangepaste beleidsvelden bruikbaar en werkbaar als inhoudelijke kapstok binnen de
doelstellingencascade. Voor beleidsdomeinen waar dat niet het geval is, kunnen de beleidsvelden op
korte termijn nog aangepast te worden4,zodat deze de verschillende doelstellingen op een
inhoudelijk zinvolle manier kunnen overspannen. Ten slotte moeten de begrotingsprogramma’s5
hernoemd worden zodat die in lijn worden gebracht met de aangepaste beleidsvelden waarbij tussen
beiden een één op één relatie geldt.
Transversale/horizontale doelstellingen worden vaak gefinancierd vanuit meerdere beleidsvelden
en uitgevoerd door verschillende organisaties. Dit type van doelstellingen wordt daarom als
overkoepelend gezien, en in de planningsdocumenten uit de cascade/structurering volgens
beleidsvelden gelicht en in een apart deel ondergebracht (zie sjabloon 4.3).
3.1.2 Raming van budgetten op niveau van de doelstellingen
Om te groeien naar een betere koppeling tussen de beleids- en de financiële cyclus, moet er in de
beleidsnota ook op een lager niveau al zoveel mogelijk financiële informatie worden toegevoegd. In
de beleidsnota’s dient voor de beleidskredieten op niveau van de doelstellingen (strategisch of
operationeel), een budgetraming te worden voorzien. Deze wordt berekend als de som van de
voorziene beleidskredieten voor de onderliggende projecten en processen (die misschien niet
allemaal in de tekst van de beleidsnota worden vermeld, maar in het kader van de opmaak van de
doelstellingencascade intern al worden voorbereid) die worden ingezet om de doelstelling te
realiseren. Waar mogelijk wordt de raming in een meerjarig perspectief meegegeven, naast de
raming voor 2015 (de beleidsnota geeft immers ook de inhoudelijke planning voor het eerste jaar
weer, aangezien er geen aparte beleidsbrief is). Naast het totaal bedrag van de budgetraming per
doelstelling worden ook de begrotingsartikelen (codes) vermeld waarop deze budgetten te vinden
zijn.
4
Een nieuwe indeling kan al gebruikt worden in de beleidsnota, maar vergt wel een aanpassing van het
Organisatiebesluit
5
Dit kan bij begrotingsopmaak of begrotingsaanpassing, of er kan een bepaling in de begroting worden
opgenomen die toelaat om kredieten te herschikken tussen bestaande begrotingsprogramma’s en de nieuw
te creëren begrotingsprogramma’s door de Regering.
6
CAG/14/22.05/DOC037b
Nota aan de leden van het CAG
Om een zo groot mogelijk aandeel van de beleidskredieten (niet de apparaatskredieten) uit de
ontwerp uitgavenbegroting te verantwoorden door toewijzing aan doelstellingen, moet er ook
aandacht zijn voor het recurrent gevoerde beleid, dat doorgaans gekoppeld is aan de kerntaken van
een entiteit. De financiële impact van het recurrent gevoerde beleid hoeft niet noodzakelijk in detail
behandeld te worden, een eenvoudige oplijsting van de belangrijkste processen per strategische
doelstelling, met de bijhorende beleidskredieten en verwijzing naar de begrotingsartikel(en) kan
volstaan.
Transversale of horizontale doelstellingen worden de facto vaak gefinancierd vanuit meerdere
beleidsvelden, door verschillende beleidsdomeinen. Om toch een indicatie te geven van het totale
budget dat wordt ingezet om deze doelstellingen te realiseren, wordt bij de opmaak van de
beleidsnota’s gevraagd om ook voor dit type van doelstellingen, in het eerste deel, een verwijzing
naar het geraamde globale budget dat hiertoe door het betreffende beleidsdomein (of entiteiten)
wordt ingezet en de verschillende betrokken begrotingsartikels (al dan niet uit meerdere
beleidsvelden) op te nemen.
3.2 STAP 2: BIJ DE OPMAAK VAN DE BELEIDSBRIEF 2015-2016
3.2.1 Afstemming van de begrotingsartikels op het beleid
Het is aangewezen dat de begrotingsstructuur stapsgewijs verder gealigneerd wordt op de structuur
van de doelstellingen. Op deze manier kan beleidsinformatie op een zo effectief mogelijke wijze
gekoppeld worden aan de begrotingscijfers ,zodat de budgettaire beslissingen kunnen gestuurd
worden door gewenste effecten en benodigde prestaties.
De begrotingsartikels vormen het eerstvolgende niveau onder de begrotingsprogramma’s in de
begrotingsstructuur. Het is op dit niveau dat de autorisatie van de begroting door het Vlaams
Parlement gebeurt. Uit de praktijk blijkt dat voor dit niveau geen eenduidige inhoudelijke
tegenhanger kan aangeduid worden. In sommige beleidsdomeinen komt het niveau van
begrotingsartikels overeen met het niveau van operationele doelstellingen, in andere met
strategische doelstellingen en vaak zelfs nog met een hoger niveau (bv. thematische cluster). We
streven hier dan ook niet noodzakelijk éénvormigheid na.
Wat wel belangrijk is, is dat er naar benaming toe een betekenisvolle afstemming wordt gemaakt
tussen begrotingsartikels en het beleid. Daarom dienen de beleidsdomeinen hun begrotingsartikels
aan te passen conform de uitgewerkte structuur van doelstellingen in de beleidsnota, bij de
begrotingsopmaak 2016. Bij de eerste beleidsbrief kan de vermelding van de begrotingsartikels bij de
doelstellingen de link tussen het inhoudelijke en het financiële nog versterken.
Idealiter komen we stap voor stap tot een situatie waarbij de inhoud van de doelstellingencascade
systematisch overgenomen wordt voor het benoemen van de basisallocaties in de begroting en
projectcodes in de boekhouding .
3.3 AFSTEMMING VAN DE TIMING BELEID EN BEGROTING
De tijdsafstemming van de beleidscyclus en de begrotingscyclus is momenteel niet optimaal om een
geïntegreerd doelstellingenmanagement uit te bouwen, waarin het inhoudelijke gelinkt wordt aan
het financiële. Door wat te schuiven in het planningsproces, kunnen beide cycli beter op elkaar
aansluiten.
7
CAG/14/22.05/DOC037b
Nota aan de leden van het CAG
De doelstellingen zoals geformuleerd in de beleidsnota’s dienen te passen binnen de meerjarige
begrotingsdoelstellingen die de Vlaamse Regering in de regeringsverklaring heeft vastgelegd.
Overeenkomstig artikel 6 van het Rekendecreet wordt de meerjarenraming in aansluiting op de
beleidsnota’s ingediend bij het Vlaams Parlement. De meerjarenraming vertaalt de genomen
beleidsopties in een meerjarig budgettair perspectief.
Om in het verdere verloop van de legislatuur een optimale afstemming van beide cycli te kunnen
realiseren, is het enerzijds belangrijk om op het moment van het uitwerken en evalueren van het
doelstellingenkader (bv. ikv opmaak van beleidsbrief) een beeld van het budgettaire kader te
hebben en is het anderzijds van belang om bij het vastleggen van de begroting een zicht te hebben
op de voor dat begrotingsjaar geformuleerde doelstellingen.
Tegelijk is het voor beide cycli wenselijk om qua timing en inhoud een overeenstemming met enkele
nieuwe Europese verplichtingen na te streven.
In het voorjaar moet de Vlaamse overheid haar bijdrage finaliseren aan het op Belgisch niveau
gecoördineerde nationale begrotingsplan voor de middellange termijn, dat uiterlijk 30 april bij de
Europese Commissie moet worden ingediend. In dit Stabiliteitsprogramma wordt het budgettair
traject van de gezamenlijke overheid voor de komende 3 jaren vastgelegd.
De budgettaire inspanningen of marge aan beleidsruimte kunnen in het voorjaar op politiek niveau
verdeeld worden over de beleidsvelden, waardoor elke minister zicht krijgt op de marges waarover
hij of zij in meerjarig perspectief voor de verschillende beleidsvelden kan beschikken. De bijdrage van
Vlaanderen aan het stabiliteitsprogramma vormt in die zin een instrument waarop de
beleidsdomeinen zich tijdens het inhoudelijk planningsproces (vanaf april) kunnen baseren om de
doelstellingencascade voor de daaropvolgende begrotingsjaren te formuleren/evalueren, via de
voorstellen voor de technische bilaterales. Dit vereist een nauwe samenwerking tussen de beleidsen begrotingsverantwoordelijken binnen de entiteiten.
De in het voorjaar ingediende meerjarenbegroting vormt de basis voor het op 15 oktober bij de
Europese Commissie in te dienen nationale ontwerpbegrotingsplan voor het desbetreffende jaar. In
dit ontwerpbegrotingsplan dient Vlaanderen ook aan te geven welke impact de discretionaire
maatregelen hebben op de realisatie van de EU2020-doelstellingen en de jaarlijks in juli
aangenomen lidstaatspecifieke aanbevelingen. Gelet op de link die in het ontwerpbegrotingsplan
gemaakt wordt met de EU2020 strategie, zou het wenselijk zijn om ook in de beleidsnota’s en
beleidsbrieven een verwijzing naar de door Vlaanderen te realiseren EU2020 doelstellingen op te
nemen (zie ook 1.2.1).
Het inhoudelijke beleidsplanningsproces, dat start vanaf de zomer, vormt in dit verhaal het moment
om de budgetten die zijn toegewezen voor het realiseren van bepaalde doelstellingen verder te
evalueren en/of concreet bij te stellen binnen het in meerjarig perspectief uitgetekende kader en op
die manier zou het begrotingsopmaakproces hier nauw mee moeten sporen in de tijd.
Uiteindelijk worden eind oktober in het parlement de begroting en de beleidsbrieven samen
voorgelegd waarbij de doelstellingen uit de beleidsdocumenten kunnen gelinkt worden aan
kredieten in de begroting en omgekeerd (via de memorie van toelichting).
Onderstaand schema maakt duidelijk hoe de Europese verplichtingen voor een betere afstemming
van de timing tussen de twee cycli bewerkstelligen:
8
Legende kleuren Begrotingscyclus:
Huidig traject opmaak jaarbegroting
Nieuwe verplichtingen Europa
januari
februari
Beleidscyclus:
Midden april: finalisatie Vlaamse
bijdrage aan het nationale
begrotingsplan voor de
middellange termijn/stabiliteitsprogramma (in te dienen bij de
EC tegen uiterlijk 30 april).
Rekening houdende met de
begrotingsaanpassing.
maart
Laaste vrijdag
maart:
indienen
Vlaams
Hervormingsprogramma
bij het Vlaams
Parlement
april
mei
Juni/juli:
technische
bilaterales
begrotingsopmaak
juni
juli
September:
politieke
bilaterales
begrotingsopmaak +
September
verklaring
augustus
Begin oktober:
indienen
Vlaamse
bijdrage aan het
Belgisch
ontwerpbegrotingsplan
((in te dienen bij
de EC tegen
uiterlijk 15
oktober)
september
April - juli: de contouren van het Vlaams begrotingsplan
voor de middellange termijn geven kader om de
budgetten die in het volgend jaar worden
toegewezen aan bepaalde doelstellingen te evalueren
en/of bij te stellen via de voorstellen voor de
technische bilaterales
oktober
Uiterlijk 21
oktober:
indienen
begrotingsopmaak bij
het Vlaams
Parlement
november
december
Uiterlijk 21
oktober:
indienen
beleidsbrieven bij het
Vlaams
Parlement
9
Bijlage 1 omvat een uitgebreider interactiemodel, waarin de verschillende stappen die in elk van de
cycli moeten worden gezet bondig worden samengevat. De timing wordt weergegeven vanaf nu tot
eind 2015. De timing gaat uit van een scenario waarbij er in de zomer al een regeerakkoord kan
worden gesloten. Als de regeringsvorming langer duurt, verschuift planningsproces wat naar achter,
en kunnen sommige stappen in een kortere tijdspanne uitgevoerd worden, conform de timing die
wordt bepaald door het Uitgebreid Bureau van het Vlaams Parlement.
Voor de beleids- en begrotingscyclus worden in deze tekening al enkele voorstellen gedaan die een
betere koppeling voorzien. Voor de beheerscyclus is de weergegeven timing afgestemd op de
bestaande procedure6. In aanloop naar de opmaak van nieuwe beheers- en
managementovereenkomsten, in de eerste helft van 2015, kunnen er in het kader van het project
doelstellingenmanagement ook voorstellen voor een betere integratie uitgewerkt worden.
4. Streven naar een eenvormige structuur van beleidsdocumenten
4.1 ONDERSCHEID MAKEN TUSSEN HET STRATEGISCHE EN OPERATIONELE
Een beleidsnota bevat als strategisch document het doel, de richting (de strategische doelstellingen),
de manier waarop de minister als lid van de Vlaamse Regering dit doel wil bereiken (de projecten die
meerdere jaren overspannen en de relevante strategische processen) en de middelen die ze
daarvoor voorzien (de budgetraming). Een beleidsnota bevat ook een omgevingsanalyse.
De beleidsnota is ingedeeld volgens doelstellingen. Er zijn minimaal twee niveaus van doelstellingen
geformuleerd (strategisch & operationeel, cfr. model doelstellingenmanagement). De niveaus
weerspiegelen de mate van detail en worden maximaal SMART geformuleerd.
We willen dat voor elke strategische doelstelling op termijn de beoogde beleidseffecten worden
aangegeven. Momenteel slagen hier slechts een beperkt aantal entiteiten in. Waar mogelijk en
relevant worden aan de doelstellingen effect- en/of outputindicatoren gekoppeld.
Een beleidsbrief volgt zoveel als mogelijk dezelfde structuur als de beleidsnota maar voegt meer
detail toe. In de beleidsbrieven worden de jaarlijkse targets of timings inzake de te behalen
doelstellingen verder geconcretiseerd en eventueel aangevuld met de projecten en processen die
hiervoor ingezet worden. Een ander verschil met de beleidsnota is dat de beleidsbrieven een stand
van zaken geven over de voorbije periode (=rapportering).
4.2 ÉÉN BELEIDSNOTA VOOR EEN SELECTIE VAN TRANSVERSALE/HORIZONTALE INITIATIEVEN
Om het Parlement de kans te geven meer toe te zien op interne samenwerking en onderlinge
versterking van de beleidsinitiatieven, voorzien we de mogelijkheid dat een selectie van de meest
prioritaire transversale/horizontale initiatieven die de bevoegdheden van meerdere ministers
6
Nota ‘Tweede generatie beheersovereenkomsten: herwerkt model en optimalisering van de generieke
elementen’ (VR/2010/0204/DOC.0222QUINQUIES); Nota ‘Inhoud en implementatie van het jaarlijks
ondernemingsplan en de jaarlijkse uitvoeringsrapportering’ (VR/2012/1611/DOC.1155/1).
10
overstijgen7, in één beleidsnota wordt samengebracht, die uitgaat van de voltallige regering. Dit
maakt de noodzakelijke samenwerking concreet vanop het hoogste niveau wat een positieve
stimulans zal zijn voor de samenwerking binnen de overheid. Over deze transversale initiatieven zal
een systematische voortgangsrapportering worden voorzien vanuit de administratie aan het politieke
niveau.
4.3 SJABLOON
Het resultaat van het planningsproces in het kader van de verschillende cycli binnen de entiteiten
wordt neergeschreven in verschillende documenten. Een eenvormige opbouw van al deze
documenten verhoogt de transparantie ten aanzien van zowel het ambtelijke als politieke niveau.
Het draagt bij tot een betere wisselwerking tussen de beleidsmatige en beheersmatige
doelstellingen. Het biedt ook een betere houvast om voor de hele Vlaamse overheid op eenzelfde
manier om te gaan met financiële informatie.
Voor de beleidsnota’s en de beleidsbrieven, worden onderstaande sjablonen voorzien.
Hoe deze sjablonen concreet invulling kunnen krijgen, maakt het voorwerp uit van een conceptuele
oefening. Er wordt gevraagd aan zowel de ambtelijke werkgroep als de beleidsdomeinen om vanuit
de inhoudelijke realiteit deze structuur uit te proberen in de loop van de komende maand. Welke
doelstellingen het best thuishoren in Deel 1 en welke in Deel 2 kan duidelijk worden door al eens
voor enkele beleidsdomeinen de doorvertaling te maken op basis van de teksten voor de bijdrage
aan het Regeerakkoord.
Afhankelijk van de uiteindelijke inhoud kunnen Deel 1 en Deel 2 nog van plaats gewisseld worden.
Wat de koppeling met het financiële betreft, volstaat het om informatie te geven over de
beleidskredieten.
Het is aangewezen om de beperking op het maximale aantal bladzijden voor de beleidsdocumenten
los te laten. De oefening rond de koppeling met de begroting zal sowieso tot uitgebreidere
documenten leiden.
BELEIDSNOTA BELEIDSDOMEIN X8
I. OMGEVINGSANALYSE
Stand van zaken en analyse m.b.t. de beleidsvelden en het lopend beleid, m.i.v. cijfermatige onderbouwing,
Vlaamse streefdoelen in Europees/internationaal vergelijkend perspectief (Pact 2020/EU 2020
doelstellingen), trends en ontwikkelingen, landenspecifieke aanbevelingen, relevante betrokken partijen...
Deze analyse sluit aan bij de algemene omgevingsanalyse en de relevante themaspecifieke
omgevingsanalyses en geeft een onderbouwing van de beleidsvoorstellen.
II. BELEIDSDOELSTELLINGEN
7
Cfr. bijvoorbeeld de 10 prioriteiten zoals bepaald in de inleiding van de Bijdrage van de administratie aan het
Vlaams Regeerakkoord.
8
In de mate van het mogelijke wordt één beleidsnota per beleidsdomein opgesteld. Waar expliciet nodig kan
een beleidsnota per beleidsveld worden opgesteld (zie ook omzendbrief 11).
11
DEEL 1: Doorvertaling van transversale en horizontale doelstellingen
Strategische doelstelling 1 – link met effectindicator (waar mogelijk)
Operationele doelstelling 1.1 - link met outputindicator (waar mogelijk) en link met
voorziene budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Operationele Doelstelling 1.2 - link met outputindicator (waar mogelijk) en link met
voorziene budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Strategische doelstelling 2 – link met effectindicator (waar mogelijk)
Operationele doelstelling 2.1 - link met outputindicator (waar mogelijk) en link met
voorziene budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Operationele Doelstelling 2.2 - link met outputindicator (waar mogelijk) en link met
voorziene budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
…
DEEL 2: Verticale doelstellingen
OPTIE 1: STRUCTUUR PER BELEIDSVELD
BELEIDSVELD A
Strategische doelstelling 1 –effectindicator (waar mogelijk)
Operationele doelstelling 1.1 – outputindicator (waar mogelijk) en voorzien budget +
verwijzing naar begrotingsartikel(s)
(eventueel) Strategische meerjarige projecten + voorzien budget + verwijzing naar
begrotingsartikel(s)
(eventueel) Strategische processen+ voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Tijdspad van realisatie: 2015-1019
Strategische doelstelling 2 –effectindicator (waar mogelijk)
Operationele doelstelling 2.1 – outputindicator (waar mogelijk) en voorzien budget +
verwijzing naar begrotingsartikel(s)
(eventueel) Strategische meerjarige projecten + voorzien budget + verwijzing naar
begrotingsartikel(s)
(eventueel) Strategische processen+ voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Tijdspad van realisatie: 2015-1019
…
BELEIDSVELD B
12
…
OPTIE 2: STRUCTUUR PER BELEIDSVELDOVERSCHRIJDENDE STRATEGISCHE DOELSTELLING
STRATEGISCHE DOELSTELLING 1 – effectindicator (waar mogelijk)
Beleidsveld A
Operationele doelstelling a.1 – outputindicator (waar mogelijk) en voorzien budget +
verwijzing naar begrotingsartikel(s)
(eventueel) Strategische meerjarige projecten + voorzien budget + verwijzing naar
begrotingsartikel(s)
(eventueel) Strategische processen+ voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Tijdspad van realisatie: 2015-1019
Operationele doelstelling a.2 – outputindicator (waar mogelijk) en voorzien budget +
verwijzing naar begrotingsartikel(s)
(eventueel) Strategische meerjarige projecten + voorzien budget + verwijzing naar
begrotingsartikel(s)
(eventueel) Strategische processen+ voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Tijdspad van realisatie: 2015-1019
Beleidsveld B
Operationele doelstelling b.1 – outputindicator (waar mogelijk) en voorzien budget +
verwijzing naar begrotingsartikel(s)
(eventueel) Strategische meerjarige projecten + voorzien budget + verwijzing naar
begrotingsartikel(s)
(eventueel) Strategische processen+ voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Tijdspad van realisatie: 2015-1019
…
STRATEGISCHE DOELSTELLING 2
…
III. REGELGEVINGSAGENDA
Uittreksel uit de regelgevingsagenda:
Elk regelgevingsproject moet gekoppeld worden aan een operationele of minstens een strategische
doelstelling.
13
Project 1: Titel en status
Project 2: Titel en status
Project 3: Titel en status
Stand van zaken uitvoering belangrijkste decreten:
BELEIDSBRIEF BELEIDSDOMEIN X
I. BELEIDSDOELSTELLINGEN
DEEL 1: Doorvertaling van transversale en horizontale doelstellingen
Strategische doelstelling 1 – link met effectindicator (waar mogelijk)
Operationele doelstelling 1.1 - link met outputindicator (waar mogelijk) en link met
voorziene budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Terugblik
Vooruitblik
Projecten + voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Processen+ voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Operationele Doelstelling 1.2 - link met outputindicator (waar mogelijk) en link met
voorziene budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Terugblik
Vooruitblik
Projecten + voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Processen+ voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Strategische doelstelling 2 – link met effectindicator (waar mogelijk)
Operationele doelstelling 2.1 - link met outputindicator (waar mogelijk) en link met
voorziene budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Terugblik
Vooruitblik
Projecten + voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Processen+ voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
14
…
DEEL 2: Verticale doelstellingen
OPTIE 1: STRUCTUUR PER BELEIDSVELD
BELEIDSVELD A
Strategische doelstelling 1 –effectindicator (waar mogelijk)
Operationele doelstelling 1.1 - outputindicator (waar mogelijk) + voorzien budget +
verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Terugblik
Vooruitblik
Projecten + voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Processen+ voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Tijdspad van realisatie: 2015-1019
Operationele Doelstelling 1.2 - outputindicator (waar mogelijk) + voorzien budget +
verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Terugblik
Vooruitblik
Projecten + voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Processen+ voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Tijdspad van realisatie: 2015-1019
Strategische doelstelling 2 –effectindicator (waar mogelijk)
Operationele doelstelling 2.1 - outputindicator (waar mogelijk) + voorzien budget +
verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Operationele Doelstelling 2.2 - outputindicator (waar mogelijk) + voorzien budget +
verwijzing naar begrotingsartikel(s)
…
BELEIDSVELD B
…
OPTIE 2: STRUCTUUR PER BELEIDSVELDOVERSCHRIJDENDE STRATEGISCHE DOELSTELLING
STRATEGISCHE DOELSTELLING 1 – effectindicator (waar mogelijk)
Beleidsveld A
15
Operationele doelstelling a.1 – outputindicator (waar mogelijk) en voorzien budget +
verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Terugblik
Vooruitblik
Projecten + voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Processen+ voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Operationele doelstelling a.2 – outputindicator (waar mogelijk) en voorzien budget +
verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Terugblik
Vooruitblik
Projecten + voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Processen+ voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Beleidsveld B
Operationele doelstelling b.1 – outputindicator (waar mogelijk) en voorzien budget +
verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Terugblik
Vooruitblik
Projecten + voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
Processen+ voorzien budget + verwijzing naar begrotingsartikel(s)
…
STRATEGISCHE DOELSTELLING 2
…
III. Regelgevingsagenda
Uittreksel uit de regelgevingsagenda:
Elk regelgevingsproject moet gekoppeld worden aan een operationele of minstens een strategische
doelstelling.
Project 1: Titel en status
Project 2: Titel en status
Project 3: Titel en status
Stand van zaken uitvoering belangrijkste decreten:
16
5. Tussentijdse monitoring: maximaal inzetten op hergebruik van informatie
De monitoring van en rapportering over het Regeerakkoord en sommige transversale en horizontale
beleidsplannen wordt momenteel centraal georganiseerd en hiervoor worden verschillende
opvolgingssystemen gebruikt (bv. monitoring ViA/Regeerakkoord, regelgevingsagenda-tool,
monitoring Interne Staatshervorming, monitoring Vlaams Jeugdbeleidsplan,…). Over projecten die
aan verschillende doelstellingen uit diverse plannen bijdragen wordt dan ook meerdere keren
gerapporteerd maar telkens conform andere monitoringsafspraken wat tot extra plan/rapporteerlast leidt.
De opvolging van deze zaken in éénzelfde toepassing laat toe om de beleidsopvolging meer
geïntegreerd te laten verlopen en faciliteert hiermee een betere afstemming tussen het VO-niveau
en het beleidsdomeinniveau. Een performante monitoringstool, in combinatie met VO-brede
afspraken over definities, operationele uitwerking, en onderlinge relaties tussen informatieeenheden (doelstellingen en projecten/processen) laat toe om door een systeem van koppelingen
aan specifieke brillen of invalshoeken rapportering te gaan hergebruiken voor verschillende
doeleinden. Dit houdt een belangrijke interne efficiëntiewinst in. Voor de monitoring van en
rapportering over dit type van doelstellingen wordt daarom VO-breed een generieke aanpak
uitgewerkt, zowel inhoudelijk/conceptueel (zie hierboven), als technisch via een
monitoringstoepassing. Het gebruik van één monitoringstoepassing voor de opvolging van het
Regeerakkoord en detransversale/horizontale doelstellingen impliceert dat, in afstemming met de
betrokken beleidsondersteuners:
-
Voor de opvolging van al deze plannen een minimale set van opvolgingsinformatie wordt
bepaald, voor doelstellingen, indicatoren, projecten en processen;
Vaste rapporteringsmomenten voor worden vastgelegd.
6. Governance
Om een coherente doorvertaling van het Regeerakkoord en de VO-brede beleidskaders te
garanderen, met bijzondere aandacht voor de beleidsdomeinoverschrijdende afstemming bij de
opmaak van de beleidsnota’s en de beleidsbrieven zelf, zal dit proces opgevolgd worden door een
werkgroep ‘transversaal beleid’ waarin alle beleidsdomeinen vertegenwoordigd zijn. De bestaande
werkgroep bijdrage regeerakkoord, aangevuld met enkele bijkomende experten (bv.
begrotingsadviseurs om de link met het financiële luik te waarborgen), kan deze rol opnemen. Deze
werkgroep, onder voorzitterschap van de Stafdienst VR, zal dan ook de volgende maanden en jaren
regelmatig blijven samenkomen.
Ook de afstemming tussen de transversale/horizontale plannen en de reguliere beleidsdocumenten
maakt best het voorwerp van bespreking uit voor deze beleidsdomeinoverschrijdende werkgroep, in
nauwe afstemming met de beleidsondersteuners die deze plannen coördineren.
Deze wergroep rapporteert op regelmatige basis over de voortgang van haar werkzaamheden aan
het SG-forum en het CAG.
De set van VO-brede krachtlijnen voor de periode 2014-2019, met inbegrip van de eventuele
(effect)indicatoren en concrete projecten en processen die vooropgesteld worden om deze
doelstellingen gerealiseerd te krijgen, dient aan het begin van de nieuwe legislatuur na gezamenlijke
afstemming gevalideerd te worden door de top van de administratie en het politieke niveau
17
(voorstel is om dit te doen via het kern–CAG overleg). Er worden op dat moment ook afspraken
gemaakt en vastgelegd over de wijze en frequentie van monitoring en de periodieke afstemming
hierover. Ook het bepalen van de prioritaire set van transversale/horizontale beleidsinitiatieven, die
in één gezamenlijke beleidsnota kunnen samengebracht worden, vormt bij uitstek het voorwerp van
een politieke beslissing. De doorvertaling naar de verschillende beleidsnota’s, moet per
beleidsdomein politiek-ambtelijk afgestemd worden binnen de beleidsraad.
Op VO-niveau wordt een team gevormd dat zorgt voor het beheer van het VO-breed
doelstellingenmanagement. Het team zal instaan voor de kwaliteitsbewaking van de inhoud (zijn
doelstellingen, projecten, indicatoren, … correct geformuleerd), het onderhouden van het technisch
instrumentarium en de implementatie van de project – en procesmethodologie, voor zover die VObreed zijn afgesproken. Dit team bereidt eveneens de periodieke afstemmingsmomenten tussen het
ambtelijke en politieke niveau voor door een gepaste rapportering uit te werken. Bijkomende of
gewijzigde rapporteringsbehoeften en veranderingen aan het hogere politieke doelstellingenkader
worden in afstemming tussen de Stafdienst VR en het team doelstellingenmanagement
geïnventariseerd en ter validatie aan het CAG voorgelegd.
7. Nood aan betere afstemming tussen beleids-, beheers- en financiëel
verantwoordelijken binnen entiteiten
Wanneer we willen komen tot een betere afstemming tussen beleid, beheer en begroting in de
Vlaamse overheid, is er dringend nood aan een betere samenwerking tussen de beleids-, beheers- en
de financieel verantwoordelijken binnen de verschillende entiteiten, binnen de verschillende
beleidsdomeinen en binnen de VO. Het werken rond een geïntegreerd doelstellingenmanagement
toont aan dat er vandaag nog vaak gewerkt op geïsoleerde eilandjes wat functionele verkokering met
zich meebrengt. Dit belemmert elke vooruitgang in het proberen beter te koppelen van inhoudelijke
aan financiële informatie, omdat men vanuit verschillende logica’s blijft denken, die elkaar amper
tegenkomen. We pleiten hier voor meer structureel overleg en afstemming in het kader van de
opmaak van een nieuwe meerjarenplanning.
Dit probleem van afstemming stelt zich ook op het niveau van de coördinatie. Tot hiertoe werd de
opvolging van de drie cycli nog te veel elk afzonderlijk gecoördineerd door één van de drie
horizontale departementen (beleid: DAR, beheer: BZ en financieel: FB). Om tot een geïntegreerd
doelstellingenmanagement te komen is het cruciaal dat de start van de nieuwe legislatuur
gezamenlijk wordt genomen.
8. Volgende stappen
De realisatie van een aantal van deze voorstellen vraagt aanpassingen aan de bestaande
bepalingen/richtlijnen over de structuur van en de procedure met betrekking tot de opmaak van de
beleids- en begrotingsdocumenten9. Overleg met het Vlaams Parlement zal georganiseerd worden
9
Meerbepaald dienen de relevante bepalingen in het reglement van het Vlaams Parlement, het protocol tussen het Vlaams
Parlement en de Vlaamse Regering van 16/06/2000, de omzendbrief VR 2012/11 (samenwerking met het Vlaams
Parlement) van 21/12/2012 en de begrotingsinstructies te worden aangepast.
18
binnen de overlegstructuren die opgericht zijn in het kader van het samenwerkingsprotocol tussen
het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering. Daarnaast is overleg met het Rekenhof evenzeer
aangewezen.
9. Voorstel van beslissing
-
-
-
Het CAG gaat akkoord met de zienswijze zoals voorgesteld in de nota, met betrekking tot:
o Een betere afstemming van het transversaal/horizontaal beleid
o Een betere koppeling tussen inhoudelijke en financiële informatie
Het CAG geeft opdracht aan de werkgroep transversaal beleid om te onderzoeken of een set
van beleidsdomeinoverschrijdende prioriteiten kan geformuleerd worden en om de
structuur van Deel 1 in het vooropgestelde sjabloon (doorvertaling van de transversale en
horizontale doelstellingen) uit te testen, allebei gebruik makend van de teksten voor de
Bijdrage aan het Regeerakkoord tegen eind juni.
Het CAG geeft opdracht aan de beleidsdomeinen om de structuur van het vooropgestelde
sjabloon uit te testen, op basis van de voorbereidingen die nu binnen de beleidsdomeinen
lopend zijn, tegen eind juni.
BIJLAGE: Interactiemodel cycli
19
Download