boekrecensie DOOR ERWIN BOSMAN 1 RECENSIE O N G LO B A L AG I N G In tegenstelling tot vele publicaties over vergrijzing die tegenwoordig welhaast dagelijks verschijnen, en die voornamelijk de economische en sociale problemen benadrukken, stelt Jan Kuné ons gerust in zijn monografie ‘On global aging’. Hij laat zien dat in een maatschappij met een stijgende levensverwachting de welvaart kan toenemen of ten minste op het huidige niveau kan blijven. Vergrijzing en sociale en economische problemen hoeven volgens Jan Kuné niet in één adem genoemd te worden. Meer specifiek gesteld: de toenemende groep 65+ers die een steeds groter beroep doen op de gezondheidszorg, de pensioenkassen en de sociale zekerheid, vormen niet per definitie een bedreiging voor de houdbaarheid van de huidige systemen. Daarvoor zal wel het gangbare gedachtegoed van de individuele werknemer om ‘zo vroeg mogelijk met pensioen te gaan’ - hetgeen tot op dit moment economisch ook mogelijk is - moeten veranderen. En dit kan ook veranderen! Want: is het wenselijk en noodzakelijk om zo veel vrije tijd aan het einde van een mensenleven te hebben, terwijl in het spitsuur van het leven, tussen 25 en 45 jaar, vrije tijd juist een zeer schaars goed is? Een herverdeling van vrije tijd heeft voor zowel het individu als de maatschappij voordelen: ouderen krijgen en behouden langer hun verantwoordelijkheden, terwijl jongeren voor kinderen en ouders kunnen zorgen. GERUST OUDER WORDEN Kuné stelt dat door het nastreven van economische groei de kosten van vergrijzing zijn op te brengen. Hij pleit voor een hogere productiviteit en een stijgend aanbod van kapitaal en arbeid. En zeker voor dit laatste is het in een vergrijzende maatschappij noodzakelijk dat iedereen daaraan zijn steentje bijdraagt. Ouderen zullen in toenemende mate een beroep (moeten) doen op jongeren, zowel uitgedrukt in ‘handen aan het bed’ als in de vervaardiging van (duurzame) consumptiegoederen. Ontwrichting van de maatschappij ligt op de loer. Door de toenemende politieke macht van ouderen, voortkomend uit het relatief grote aantal ouderen, komt een 1 Drs. Erwin H.W. Bosman AAG is werkzaam bij Berenschot Pensioenadvies. Deze recensie is op persoonlijke titel geschreven. 36 DE ACTUARIS NOVEMBER 2003 boekrecensie belangrijk deel van de inrichting van de maatschappij onder invloed van ouderen. Door samen, jong en oud, op te trekken, kan datgene worden bereikt waarover de monografie handelt: gerust ouder worden. Kuné start zijn studie met een weergave van de wereldwijde demografische ontwikkeling. Wereldwijd doet vergrijzing zijn intrede, in onderontwikkelde landen zelfs ruim twee keer zo snel als in ontwikkelde landen. Het aantal mensen op deze aardbol stijgt gedurende de komende vijftig jaar van ruim zes miljard naar negen miljard. Deze stijging komt voornamelijk op het conto van Azië (India: +60 procent) en Afrika. Het aantal mensen in de westerse wereld stijgt de komende twintig jaar licht en zal daarna ongeveer 7,5 procent dalen. De daling van het aantal jongeren bedraagt echter 28 procent. Het langer blijven leven én een achterblijvende geboorteontwikkeling leiden tot genoemde percentages. In het bijzonder wordt verwacht dat Japan, Italië, Spanje en Duitsland met een sterk afnemende populatie te maken gaan krijgen de komende halve eeuw, terwijl Nederland met een enigszins toenemende populatie wordt geconfronteerd. Wereldwijd zal de verhouding tussen gepensioneerden en werkenden stijgen. Deze stijging wordt niet door het ouder worden veroorzaakt, maar juist door het achterblijvende aantal geboortes. In tegenstelling tot hetgeen vaak wordt gedacht zijn dus niet ‘de oudjes’ het probleem. Voorts wordt beargumenteerd dat een stijgende verhouding tussen gepensioneerden en werkenden niet tot een economische catastrofe leidt. In het bijzonder de pensioenproblematiek lijkt bedreigender dan die in werkelijkheid zal zijn. Meer bezorgdheid is er over de kwaliteit van het arbeidsaanbod in de toekomst, vooral binnen de medische zorg. KEUZES MAKEN De invloed van de vergrijzing op de economie blijkt mee te vallen; de belangrijkste factor is de productiviteitsgroei. Sterker nog, het is zelfs mogelijk met een relatief bescheiden groei van de arbeidsproductiviteit comfortabeler oud te worden. De monografie ondersteunt dit kwantitatief voor de westerse wereld. Kuné merkt overigens wel op dat er nog veel te onderzoeken valt over de modellering en invloed van demografische ontwikkelingen in macro-economische modellen. Economen blijken niet eensgezind over de verwerking van verbanden tussen demografie, economie, sociale en fiscale variabelen in de macro-economische modellen en de aannamen die worden gemaakt ten aanzien van de arbeidsparticipatie, pensioenleeftijd en langleven. Na alle economische beschouwingen geeft Kuné het stokje over aan de politiek. Het bevorderen van een groter arbeidsaanbod betekent dat de politiek keuzes moet maken door bijvoorbeeld de staatsschuld te verminderen, een adequate vorm van kinderopvang te bieden zodat vrouwen meer aan het arbeidsproces deel kunnen nemen, en het nemen van maatregelen om ouderen langer te laten werken. Immigratie blijkt geen oplossing te bieden voor het vergroten van het arbeidsaanbod. In tegendeel, immigratie werkt zelfs averechts omdat het leidt tot maatschappelijke problemen. Kuné brengt in deze monografie een groot aantal studies samen op het snijvlak van economie en demografie. Hij toont dat een relatief geringe stijging van de arbeidsproductiviteit voldoende is om de kosten van de vergrijzing op te vangen en, sterker nog, de welvaart in stand te houden. Het positieve geluid dat Kuné brengt is tamelijk ongewoon: het is zeer wel mogelijk steeds ouder te worden met een toenemende welvaart. Daarvoor moet alle energie worden aangewend voor ‘economische groei’. Maar dat gaat niet vanzelf: hogere welvaart, ook in een vergrijzende economie, wordt bereikt door het bevorderen van de arbeidsparticipatie. Daarnaast breekt Kuné eens te meer een lans voor het kapitaaldekkingssysteem: de omslagpremie leidt binnen een vergrijzende maatschappij tot een maatschappelijk veel te grote hoge druk op het loon. Werkenden wordt immers een grote mate van solidariteit met de gepensioneerden gevraagd. De praktijk leert ons dat inmiddels ook de landen die het hardst worden getroffen tot het inzicht komen dat een pensioenleeftijd van bijvoorbeeld zestig jaar niet houdbaar blijkt te zijn. Als we dichter bij huis blijven, sluit de levensloopregeling, hoewel ingegeven door allerlei bezuinigingsmotieven, perfect aan bij hetgeen Kuné aantoont. Immers, door gebruik te maken van de levensloopspaargelden en -voorzieningen kan op het spitsuur van het leven - financieel - een rustpauze worden ingelast. Op deze manier kan een werknemer ook op latere leeftijd aan het arbeidsproces blijven deelnemen. BOEKGEGEVENS TITEL SUBTITEL AUTEUR ISBN UITGEVER On global aging Old-age income systems in the EU and other major parts of the world Jan B. Kuné 3-7908-0030-9 Physica-Verlag Heidelberg New York DE ACTUARIS NOVEMBER 2003 37