Naar een realistische waardering van verplichtingen als basis voor pensioencommunicatie Naar aanleiding van een, niet gepubliceerd, rapport van de Amerikaanse Actuarissen is er de laatste weken veel aandacht voor de waardering van de verplichtingen van publieke pensioenfondsen in de Verenigde staten1. De discussie over het waarderen van pensioenverplichtingen is natuurlijk niet nieuw. Een paar zaken zijn duidelijk: voor die waardering is een inschatting van de toekomstige kasstromen nodig, en deze kasstromen moeten contant worden gemaakt met een disconteringsvoet. De discussie richt zich nu voornamelijk op die disconteringsvoet. Momenteel wordt voor de waardering van pensioenverplichtingen in de Verenigde Staten een verwacht rendement gebruikt. Een verwacht rendement van 7% of hoger is daarbij niet ongebruikelijk. In het niet gepubliceerde rapport stellen de actuarissen twee vragen: moet het disconteren met een verwacht rendement of juist met een (risicoloze) rente plaatsvinden? En als je voor rendement kiest, is een historisch rendement dan een goede basis? De juiste disconto curve bestaat niet Actuarissen over de gehele wereld hebben al vaak naar deze vragen gekeken2. De Nederlandse actuarissen hebben een aantal jaar terug ook stilgestaan bij het vaststellen van een discontovoet voor pensioenverplichtingen. De conclusie van dat rapport3 hetgeen wel is gepubliceerd, was dat ‘de juiste disconto curve niet bestaat’. Een rondje langs verschillende pensioenlanden lijkt die conclusie te bevestigen en laat tevens zien dat pensioen niet een zuiver financieel contract is, maar dat culturele verschillen ook een rol spelen. Zoals gezegd gebruikt men in de Verenigde Staten een verwacht rendement, terwijl de internationale accountsorganisaties een corporate credit rente voorschrijven. In Nederland wordt door de pensioenfondsen een swaprente-curve gebruikt met een zogenaamde ultimate forward rate (UFR). De Europese verzekeraars doen hetzelfde maar dan wel met een andere ultimate forward rate definitie. Een uitstapje naar het traditioneel prudente Zwitserland laat zien dat de discontovoet daar voor de meeste fondsen tussen de 2% en 3% ligt, terwijl de risicovrije rente in dat land ver onder 0% is gezakt. Hoewel niet strikt vastgelegd impliceert dit ook een rendement als discontovoet. “Ik ben het nog steeds volledig eens met de actuarissen die vaststelden dat de juiste discount curve simpelweg niet bestaat. ” Pensioencommunicatie dient realistisch te zijn Dat brengt ons terug bij de tweede vraag: als een rendement wordt gebruikt als discontovoet, wat is dan een realistisch verwacht rendement? Een basis kan het historisch rendement zijn. Na 40 jaar van dalende rentes, met de bijbehorende mooie rendementen op vastrentende waarden, is naar mijn idee geschiedenis geen goede basis voor een (toekomst)verwachting. In de Ambachtsheerbrief4 van juli 2016 wordt onderbouwd dat daarom ook historische aandelenrendementen niet meer realistisch zijn als inschatting voor de toekomst. Een van de principes van de Nederlandse actuarissen is dat een discontovoet realistisch moet zijn. In dat kader hiervan heeft het blad Chief Investment Officer een interessant onderzoek gedaan. Zij noemen dit het ‘allocators dillema’: de ‘required long term rate of return’ ligt consistent boven het rendement dat de beleggers van het geld denken te kunnen realiseren, zo blijkt uit hun onderzoek5. Realistisch is de huidige discontovoet van 7.5% in de Verenigde Staten vanuit dit perspectief bezien dus zeker niet. Is dat een probleem? Ja, en dan vooral omdat de waardering van de pensioenverplichtingen ook de basis vormt van de communicatie naar deelnemers, en deze deelnemers dus niet op basis van realistische inschattingen worden geïnformeerd over wat zij mogen verwachten van hun pensioen. Ik ben het nog steeds volledig eens met de actuarissen die vaststelden dat de juiste discount curve simpelweg niet bestaat. Daar gaat het wel of niet publiceren van een rapport niets aan veranderen. Laten we wel blijven toetsen aan het criterium van realistisch en daar is, niet alleen in de Verenigde Staten, nog heel wat aan te doen. ‘No love, actuary’, A report on American pension funds is controversially shelved, The Economist, Aug 13th 2016. The financial theory of Defined Benefit Plans, C. J. Exley et. al., 1997 , Discounting Pension Liabilities: Funding versus Value, J.R. Brown and G. Pennacchi, NBER working paper 2015. 3 Actuarieel Genootschap, Principes voor de Rentetermijnstructuur, dé juiste curve bestaat niet, 2009. 4 Ambachtsheer Letter, July 2016, Investment Returns In A ‘Mature Capitalism’ Era: What Are ‘Reasonable Expectations’ Today? 5 ‘The allocator’s dilemma, Chief Investment Officer June 2016, pp. 64. 1 2 Rotterdam Ortec Finance bv Boompjes 40 3011 XB Rotterdam The Netherlands Tel. +31 (0)10 700 50 00 Amsterdam London Ortec Finance bv Naritaweg 51 1043 BP Amsterdam The Netherlands Tel. +31 (0)20 700 97 00 Ortec Finance Ltd Suite 9.10, City Tower 40 Basinghall Street London,EC2V 5DE United Kingdom Tel. +44 (0)20 3770 5780 Pfäffikon Ortec Finance AG Poststrasse 4 8808 Pfäffikon SZ Switzerland Tel. +41 (0)55 410 38 38 www.ortec-finance.com Toronto Ortec Finance Canada Inc 250 University Avenue #200 Toronto, ON M5H 3E5 Canada Tel. +1 416 736 4955