18-3-art.Bouwknegt

advertisement
thema balansmanagement
TEKST: PIETER BOUWKNEGT
BALANSMANAGEMENT BIJ EEN VERZEKERAAR
Gedurende lange tijd omschreef de actuaris zich eenvoudig als ‘verzekeringswiskundige’. De specifieke berekeningen voor de
technische voorzieningen, premies, pensioenaanspraken en afkoopwaarden waren zijn terrein. Vanwege de gewaardeerde competentie
en kennis van de actuaris (of was het omdat de berekeningen werden geautomatiseerd?) raakten veel actuarissen betrokken bij
risicomanagement. Tegenwoordig houden meerdere actuarissen zich bezig met het balansmanagement van een
verzekeringsmaatschappij of pensioenfonds. Is dit een zinnige bezigheid voor een actuaris, of een overmoedige greep naar de andere
kant van de balans? Dit artikel geeft een inkijk in de theorie en praktijk van balansmanagement vanuit het perspectief van de actuaris.
Balansmanagement gaat om samenhangende beleidskeuzes rond beleggingen, polisverplichtingen en eigen
vermogen. De samenhang heeft betrekking op de
interactie tussen de drie balanselementen. De beleidskeuzes moeten consistent zijn met de bedrijfsdoelstellingen rond risico en rendement. Vanzelfsprekend wordt
er rekening gehouden met geldende wet- en regelgeving. De introductie van Solvency II zal het balansmanagement dus beïnvloeden.
P L A AT S I N D E O R G A N I S AT I E
Omdat balansmanagement zowel de beleggingen (het
terrein van de beleggers) en de verplichtingen (waar de
actuarissen leidend zijn) overstijgt, is de organisatorische plaats niet direct duidelijk. Vaak zijn de beleggers
leidend: ze vragen bij de actuarissen het profiel van de
verplichtingen op en gaan aan de slag. De verplichtingen worden als gegeven ervaren, en de beleggers
kunnen in hun beleggingskeuzes reageren. Een andere
mogelijke plaats is een aparte ALM (Asset Liability
Management) afdeling. Dat levert weer een nieuwe club
op, maar biedt wel de mogelijkheid om mensen
speciaal de opdracht te geven om de hele balans te
begrijpen. De ervaring leert dat er veel misverstanden
in het verkeer tussen belegger en actuaris kunnen optreden. In een ALM afdeling eis je van de werknemers,
waaronder actuarissen, dat ze beschikken over kennis
van zowel beleggingen als verplichtingen, en dat ze de
achtergrond van de rapportages en regelgeving overzien. Voor een kleine verzekeraar is het ondoenlijk om
hiervoor een aparte afdeling in te richten. Het belangrijkste is dat de verantwoordelijkheid voor het inhoudelijke overzicht duidelijk belegd wordt bij mensen met
inhoudelijke kennis van het geheel. De organisatorische
plaats is secundair.
De schrijver is als actuaris actief bij
het balansmanagement van een
aantal verzekeraars binnen de Benelux van ING-Groep. Vanuit die rol
vertelt hij over zijn ervaring en de
plaats van de actuaris in het balansmanagement.
16
DE AC TUAR IS
JANUARI 2011
Bij een verzekeraar is het senior management (statutaire
directie) eindverantwoordelijk, dus die zal het initiatief
moeten nemen om het balansmanagement goed in te
richten. De concrete werkzaamheden kunnen worden
uitbesteed, maar de verantwoordelijkheid niet. De vergunninghoudende entiteiten zijn de basis voor de juridische verantwoordelijkheid van de statutaire directie,
en daarom moet het balansmanagement zich primair
richten op die vergunninghoudende entiteiten. Dat kan
conflicteren met andere organisatie-indelingen, waardoor het een complex proces wordt. Om de verantwoordelijkheid goed uit te kunnen voeren zal het senior
management van heldere rapportages en begrijpelijke
adviezen moeten worden voorzien. Een brij van cijfers is
niet voldoende.
Veel verzekeraars kennen periodieke Alco (Asset Liability
Committee) vergaderingen, waar het balansmanagement wordt besproken tussen senior management,
risicomanagers (actuarissen?) en beleggers. Enerzijds
staan vaste rapportages op de agenda van het Alco (risk
dashboards, beleggingsrapportages), anderzijds is dit
het juiste gremium om onderwerpen zoals beleggingsmandaten, risicolimieten en externe ontwikkelingen
een plaats te geven.
STUURINSTRUMENTEN
Op de lange termijn is het productontwerp het belangrijkste stuurinstrument bij balansmanagement. Dit is
een terrein dat voor de actuaris bekend is. De precieze
voorwaarden in de polis, zoals de winstdeling en
garanties, moeten zo opgesteld zijn dat het mogelijk
is de daaruit voortvloeiende (beleggings-) risico’s te
beheersen. Een ander belangrijk element bij het
productontwerp zijn de afkoopmogelijkheden.
Voor de middellange termijn kan door een geschikt
beleggingsbeleid de gewenste relatie tussen rendement
en risico worden bereikt. Gewoonlijk kunnen beleggingen te gelde worden gemaakt, al zijn er grote verschillen in de liquiditeit van beleggingen. Tijdens de
financiële crisis konden veel beleggingen niet tegen
redelijke prijzen worden verhandeld, maar inmiddels is
de handel weer grotendeels op gang gekomen.
Op de korte termijn kan met derivaten het balansprofiel
snel worden aangepast. Ook in de moeilijkste momenten van de financiële crisis was het nog mogelijk om
derivaten aan te schaffen, al waren de prijzen niet
aantrekkelijk. Bij dynamische hedges van beleggingsverzekeringen kwamen bij veel verzekeraars problemen
naar boven toen bleek dat de gehedgde fondsen een
thema balansmanagement
slechter waardeverloop lieten zien dan de derivaten die
bedoeld waren om de waardeveranderingen te volgen.
Inmiddels hebben veel verzekeraars extra eisen gesteld
aan de beleggingen van de fondsen waarop een
garantie wordt gegeven. Voor het balansmanagement is
het van groot belang om de dynamiek die optreedt bij
hedging goed te kennen. De theorie is eenvoudiger dan
de praktijk.
Het solvabiliteitsbeleid van de verzekeraar is afhankelijk
van de mogelijkheden die de aandeelhouder biedt. Als
de aandeelhouder niet kan bijstorten in moeilijke tijden
zal de verzekeraar een prudenter beleid moeten kiezen.
Ook de precieze kwaliteit van het eigen vermogen speelt
een rol: relatief goedkope vormen, zoals achtergestelde
leningen of garanties door derden, werden in de financiële crisis niet (voldoende) gebruikt om verliezen op te
vangen. Dit maakt de wetgever terughoudend om die
instrumenten te erkennen als eigen vermogen. Onder
Solvency II zal de samenstelling van het eigen vermogen
nieuwe aandacht krijgen, omdat de regels ten dele
worden vernieuwd en typische Solvency II-begrippen
als Minimum Capital Requirement en Solvency Capital
Requirement een plaats moeten krijgen.
RENDEMENT EN RISICO
Balansmanagement dient rendement en risico samenhangend te beschouwen. Voor het behalen van (verwacht) extra rendement is het vereist om extra risico te
nemen, maar andersom hoeft het nemen van extra risico
niet te leiden tot een hoger verwacht extra rendement.
Het renterisico verdient bijzondere aandacht bij het
balansmanagement. Dit risico heeft betrekking op zowel
een deel van de activa (de vastrentende waarden) als de
verplichtingen (de traditionele geldverzekeringen met
een nominale garantie). De modellering van de rentepositie van de verplichtingen is bij uitstek een taak voor
actuarissen. De rentepositie is een potentieel groot
risico vanwege de langjarige garanties op de polissen.
Meerdere verzekeraars merken inmiddels dat het renterisico ertoe kan leiden dat de solvabiliteit ernstig wordt
aangetast. De stand van de rente is een extern gegeven
die niet te beïnvloeden is, de mogelijke impact op de
eigen balans is een beleidskeuze. Veel verzekeraars
streven naar een neutrale rentepositie, omdat ze menen
dat op lange termijn geen extra rendement is te behalen met open rente posities, terwijl voor het renterisico wel duur kapitaal moet worden ingezet (zeker
onder Solvency II).
Bij levensverzekeringen is afkoop vaak een optie voor
de verzekerde, en de beleggingen zullen in hun liquiditeitsprofiel overeen moeten komen met het risico dat
polissen massaal worden afgekocht. Bij het liquiditeitsrisico moet ook goed worden gelet op de mogelijke
onderpandverplichtingen die kunnen ontstaan door
derivaten transacties. Als de rente heftig beweegt dan
kan dat een grote in- of uitstroom van kasmiddelen
veroorzaken bij verzekeraars die hun renterisico met
swaps sturen.
WEERBARSTIGE PRAKTIJK
In de dagelijkse praktijk komen bij veel verzekeraars
dezelfde problemen terug, die een soepel balansmanagement in de weg staan.
DE RAPPORTAGE OVER DE
POLISVERPLICHTINGEN IS
EVENEENS EEN PROBLEEM
Inconsistente wet- en regelgeving maakt het leven
moeilijk. Denk daarbij aan de moeizame interactie
tussen de Wft-solvabiliteitseisen en IFRS verslagleggingregels, maar ook aan de IFRS verslagleggingregels zelf,
die het gebruik van derivaten tegenwerken, ook als dat
economisch gezien juist verstandig zou zijn.
De rapportage over de polisverplichtingen is eveneens
een probleem. De polisdata worden meestal met vertraging opgeleverd (eens per kwartaal?), en het vereist vele
bewerkingen om uit de polisdata de gewenste rentetypische kasstroom profielen te genereren. Tevens worstelen veel verzekeraars met oude polisvoorwaarden,
die leiden tot verschillende winstdelingsregelingen.
Sommige van die winstdelingsregelingen zijn breed
geformuleerd, wat het moeilijk maakt om de interactie
tussen beleggingen en polisverplichtingen goed te
monitoren.
Balansmanagement vereist specifieke kennis over de
polisverplichtingen en de wet- en regelgeving voor een
verzekeraar. Gezien de opleiding van de actuaris moet
hij in staat zijn deze rol op zich te nemen. De eindverantwoordelijkheid blijft bij het senior management,
maar voor ambitieuze vakgenoten bestaat de mogelijkheid om niet alleen de rechter- of linkerkant, maar de
totale balans tot het werkterrein te maken.
Voor het liquiditeitsrisico moet ook de relatie tussen
beleggingen en verplichtingen goed doordacht worden.
■
DE AC TUAR IS
JANUARI 2011
17
Download