thema balansmanagement TEKST: PIETER BOUWKNEGT BALANSMANAGEMENT BIJ EEN VERZEKERAAR Gedurende lange tijd omschreef de actuaris zich eenvoudig als ‘verzekeringswiskundige’. De specifieke berekeningen voor de technische voorzieningen, premies, pensioenaanspraken en afkoopwaarden waren zijn terrein. Vanwege de gewaardeerde competentie en kennis van de actuaris (of was het omdat de berekeningen werden geautomatiseerd?) raakten veel actuarissen betrokken bij risicomanagement. Tegenwoordig houden meerdere actuarissen zich bezig met het balansmanagement van een verzekeringsmaatschappij of pensioenfonds. Is dit een zinnige bezigheid voor een actuaris, of een overmoedige greep naar de andere kant van de balans? Dit artikel geeft een inkijk in de theorie en praktijk van balansmanagement vanuit het perspectief van de actuaris. Balansmanagement gaat om samenhangende beleidskeuzes rond beleggingen, polisverplichtingen en eigen vermogen. De samenhang heeft betrekking op de interactie tussen de drie balanselementen. De beleidskeuzes moeten consistent zijn met de bedrijfsdoelstellingen rond risico en rendement. Vanzelfsprekend wordt er rekening gehouden met geldende wet- en regelgeving. De introductie van Solvency II zal het balansmanagement dus beïnvloeden. P L A AT S I N D E O R G A N I S AT I E Omdat balansmanagement zowel de beleggingen (het terrein van de beleggers) en de verplichtingen (waar de actuarissen leidend zijn) overstijgt, is de organisatorische plaats niet direct duidelijk. Vaak zijn de beleggers leidend: ze vragen bij de actuarissen het profiel van de verplichtingen op en gaan aan de slag. De verplichtingen worden als gegeven ervaren, en de beleggers kunnen in hun beleggingskeuzes reageren. Een andere mogelijke plaats is een aparte ALM (Asset Liability Management) afdeling. Dat levert weer een nieuwe club op, maar biedt wel de mogelijkheid om mensen speciaal de opdracht te geven om de hele balans te begrijpen. De ervaring leert dat er veel misverstanden in het verkeer tussen belegger en actuaris kunnen optreden. In een ALM afdeling eis je van de werknemers, waaronder actuarissen, dat ze beschikken over kennis van zowel beleggingen als verplichtingen, en dat ze de achtergrond van de rapportages en regelgeving overzien. Voor een kleine verzekeraar is het ondoenlijk om hiervoor een aparte afdeling in te richten. Het belangrijkste is dat de verantwoordelijkheid voor het inhoudelijke overzicht duidelijk belegd wordt bij mensen met inhoudelijke kennis van het geheel. De organisatorische plaats is secundair. De schrijver is als actuaris actief bij het balansmanagement van een aantal verzekeraars binnen de Benelux van ING-Groep. Vanuit die rol vertelt hij over zijn ervaring en de plaats van de actuaris in het balansmanagement. 16 DE AC TUAR IS JANUARI 2011 Bij een verzekeraar is het senior management (statutaire directie) eindverantwoordelijk, dus die zal het initiatief moeten nemen om het balansmanagement goed in te richten. De concrete werkzaamheden kunnen worden uitbesteed, maar de verantwoordelijkheid niet. De vergunninghoudende entiteiten zijn de basis voor de juridische verantwoordelijkheid van de statutaire directie, en daarom moet het balansmanagement zich primair richten op die vergunninghoudende entiteiten. Dat kan conflicteren met andere organisatie-indelingen, waardoor het een complex proces wordt. Om de verantwoordelijkheid goed uit te kunnen voeren zal het senior management van heldere rapportages en begrijpelijke adviezen moeten worden voorzien. Een brij van cijfers is niet voldoende. Veel verzekeraars kennen periodieke Alco (Asset Liability Committee) vergaderingen, waar het balansmanagement wordt besproken tussen senior management, risicomanagers (actuarissen?) en beleggers. Enerzijds staan vaste rapportages op de agenda van het Alco (risk dashboards, beleggingsrapportages), anderzijds is dit het juiste gremium om onderwerpen zoals beleggingsmandaten, risicolimieten en externe ontwikkelingen een plaats te geven. STUURINSTRUMENTEN Op de lange termijn is het productontwerp het belangrijkste stuurinstrument bij balansmanagement. Dit is een terrein dat voor de actuaris bekend is. De precieze voorwaarden in de polis, zoals de winstdeling en garanties, moeten zo opgesteld zijn dat het mogelijk is de daaruit voortvloeiende (beleggings-) risico’s te beheersen. Een ander belangrijk element bij het productontwerp zijn de afkoopmogelijkheden. Voor de middellange termijn kan door een geschikt beleggingsbeleid de gewenste relatie tussen rendement en risico worden bereikt. Gewoonlijk kunnen beleggingen te gelde worden gemaakt, al zijn er grote verschillen in de liquiditeit van beleggingen. Tijdens de financiële crisis konden veel beleggingen niet tegen redelijke prijzen worden verhandeld, maar inmiddels is de handel weer grotendeels op gang gekomen. Op de korte termijn kan met derivaten het balansprofiel snel worden aangepast. Ook in de moeilijkste momenten van de financiële crisis was het nog mogelijk om derivaten aan te schaffen, al waren de prijzen niet aantrekkelijk. Bij dynamische hedges van beleggingsverzekeringen kwamen bij veel verzekeraars problemen naar boven toen bleek dat de gehedgde fondsen een thema balansmanagement slechter waardeverloop lieten zien dan de derivaten die bedoeld waren om de waardeveranderingen te volgen. Inmiddels hebben veel verzekeraars extra eisen gesteld aan de beleggingen van de fondsen waarop een garantie wordt gegeven. Voor het balansmanagement is het van groot belang om de dynamiek die optreedt bij hedging goed te kennen. De theorie is eenvoudiger dan de praktijk. Het solvabiliteitsbeleid van de verzekeraar is afhankelijk van de mogelijkheden die de aandeelhouder biedt. Als de aandeelhouder niet kan bijstorten in moeilijke tijden zal de verzekeraar een prudenter beleid moeten kiezen. Ook de precieze kwaliteit van het eigen vermogen speelt een rol: relatief goedkope vormen, zoals achtergestelde leningen of garanties door derden, werden in de financiële crisis niet (voldoende) gebruikt om verliezen op te vangen. Dit maakt de wetgever terughoudend om die instrumenten te erkennen als eigen vermogen. Onder Solvency II zal de samenstelling van het eigen vermogen nieuwe aandacht krijgen, omdat de regels ten dele worden vernieuwd en typische Solvency II-begrippen als Minimum Capital Requirement en Solvency Capital Requirement een plaats moeten krijgen. RENDEMENT EN RISICO Balansmanagement dient rendement en risico samenhangend te beschouwen. Voor het behalen van (verwacht) extra rendement is het vereist om extra risico te nemen, maar andersom hoeft het nemen van extra risico niet te leiden tot een hoger verwacht extra rendement. Het renterisico verdient bijzondere aandacht bij het balansmanagement. Dit risico heeft betrekking op zowel een deel van de activa (de vastrentende waarden) als de verplichtingen (de traditionele geldverzekeringen met een nominale garantie). De modellering van de rentepositie van de verplichtingen is bij uitstek een taak voor actuarissen. De rentepositie is een potentieel groot risico vanwege de langjarige garanties op de polissen. Meerdere verzekeraars merken inmiddels dat het renterisico ertoe kan leiden dat de solvabiliteit ernstig wordt aangetast. De stand van de rente is een extern gegeven die niet te beïnvloeden is, de mogelijke impact op de eigen balans is een beleidskeuze. Veel verzekeraars streven naar een neutrale rentepositie, omdat ze menen dat op lange termijn geen extra rendement is te behalen met open rente posities, terwijl voor het renterisico wel duur kapitaal moet worden ingezet (zeker onder Solvency II). Bij levensverzekeringen is afkoop vaak een optie voor de verzekerde, en de beleggingen zullen in hun liquiditeitsprofiel overeen moeten komen met het risico dat polissen massaal worden afgekocht. Bij het liquiditeitsrisico moet ook goed worden gelet op de mogelijke onderpandverplichtingen die kunnen ontstaan door derivaten transacties. Als de rente heftig beweegt dan kan dat een grote in- of uitstroom van kasmiddelen veroorzaken bij verzekeraars die hun renterisico met swaps sturen. WEERBARSTIGE PRAKTIJK In de dagelijkse praktijk komen bij veel verzekeraars dezelfde problemen terug, die een soepel balansmanagement in de weg staan. DE RAPPORTAGE OVER DE POLISVERPLICHTINGEN IS EVENEENS EEN PROBLEEM Inconsistente wet- en regelgeving maakt het leven moeilijk. Denk daarbij aan de moeizame interactie tussen de Wft-solvabiliteitseisen en IFRS verslagleggingregels, maar ook aan de IFRS verslagleggingregels zelf, die het gebruik van derivaten tegenwerken, ook als dat economisch gezien juist verstandig zou zijn. De rapportage over de polisverplichtingen is eveneens een probleem. De polisdata worden meestal met vertraging opgeleverd (eens per kwartaal?), en het vereist vele bewerkingen om uit de polisdata de gewenste rentetypische kasstroom profielen te genereren. Tevens worstelen veel verzekeraars met oude polisvoorwaarden, die leiden tot verschillende winstdelingsregelingen. Sommige van die winstdelingsregelingen zijn breed geformuleerd, wat het moeilijk maakt om de interactie tussen beleggingen en polisverplichtingen goed te monitoren. Balansmanagement vereist specifieke kennis over de polisverplichtingen en de wet- en regelgeving voor een verzekeraar. Gezien de opleiding van de actuaris moet hij in staat zijn deze rol op zich te nemen. De eindverantwoordelijkheid blijft bij het senior management, maar voor ambitieuze vakgenoten bestaat de mogelijkheid om niet alleen de rechter- of linkerkant, maar de totale balans tot het werkterrein te maken. Voor het liquiditeitsrisico moet ook de relatie tussen beleggingen en verplichtingen goed doordacht worden. ■ DE AC TUAR IS JANUARI 2011 17