Art 44-vragen derivatenhandel energiebedrijven

advertisement
STATENFRACTIE PROVINCIE ZEELAND
26 oktober 2011
Vragen ingevolge artikel 44 reglement van orde aan het College van Gedeputeerde
Staten door Leen Harpe van de fractie GroenLinks
Onderwerp: derivatenhandel energiebedrijven
Toelichting
De Europese Commissie wil de derivatenhandel1 van energiebedrijven aan banden leggen.
Energiebedrijven blijken dit te doen om lange termijn energiecontracten af te dekken, maar
handelen ook speculatief. Dat laatste wil de EU-commissie aan banden leggen. De
commissie vermoedt dat er sprake is van kartelvorming bij de handel in derivaten op basis
van de zogeheten Euribor-rente, het tarief waartegen banken elkaar geld lenen. Reden voor
de EC deze handel te willen verbieden, is dat deze derivaten een eigen leven zijn
gaan leiden.
De namen van bedrijven waar de onderzoeken worden verricht, heeft de EU-commissie niet
bekendgemaakt. Ook de lidstaten van de Europese Unie waar de onderzoeken plaatsvinden
zijn niet bekend.
Vragen
1.
Is ook Delta NV bij de handel in derivaten betrokken?
2.
Zo ja, is dit uitsluitend ter afdekking van uit energiecontracten voortvloeiende
verplichtingen, of worden ook contracten met een speculatief motief afgesloten?
3.
Kan worden aangegeven welk volume door Delta de afgelopen jaren in derivaten is
gehandeld en welke omvang dit op basis van een normale bedrijfsvoering zou zijn?
4.
Kan inzicht worden gegeven in de financiële risico’s van een en ander voor Delta NV?
5.
Welke zijn de mogelijke consequenties voor het financiële resultaat van Delta NV?
6.
Is dit van invloed op de aandeelhouderswaarde en het dividendbeleid?
1
De handel is ontstaan omdat het niet handig is om een centrale steeds aan en uit te zetten. Daarom levert centrale A aan
centrale B, als er overcapaciteit is, en centrale B tekort komt.
Dit soort zaken worden met opties en futures ('derivaten') geregeld. Centrale A (of maatschappij) spreekt bv af met centrale B,
dat ze energie mogen verkopen, tegen een vooraf vastgestelde prijs, binnen een termijn van bv 2 jaar. Dat kan voordelig zijn
voor A (een minimumprijs staat vast) en ook voor B (de maximumprijs staat ook vast).
Die opties hebben zelf ook weer een bepaalde waarde. Want als er in een optie is geregeld, dat A voor bedrag X energie van B
mag kopen, en de energieprijs stijgt, dan wordt die optie automatisch meer waard. Mocht A binnen de termijn die energie niet
nodig hebben, dan kan altijd de optie nog worden verkocht, aan een maatschappij die wel om energie zit te springen.
Het doel van opties (ook bij aandelen) is om je in te dekken, tegen te grote schommelingen in prijs. Dat kost dus geld, maar het
is een soort verzekeringspremie. In principe kunnen hiermee de energieprijzen in de hand worden gehouden.
Download