Algemeen Diagnostiek

advertisement
Algemeen
Het IWAL is een zelfstandige, landelijk opererende instelling voor dyslexiezorgverlening
die inmiddels 30 jaar bestaat. Binnen het IWAL werkt een multidisciplinair team van
(GZ)psychologen, (ortho)pedagogen, logopedisten en klinisch linguïsten samen om een
zo hoog mogelijke kwaliteit van zorgverlening te bieden. De zorgverlening van iedere
cliënt staat onder de eindverantwoordelijkheid van een Gezondheidszorgpsycholoog
(BIG).
Het IWAL streeft naar een kwalitatief hoogstaande en verantwoorde
dyslexiezorgverlening, hetgeen impliceert dat er gewerkt wordt volgens de richtlijnen
van het protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling (Blomert, 2006) en het rapport
‘Dyslexie: van zorg verzekerd’ van het College voor Zorgverzekeringen (Latta et al.,
2007), alsook zoals bedoeld in de Wet BIG en de Kwaliteitswet Zorginstellingen.
Naast het verlenen van zorg, heeft het IWAL tevens een wetenschappelijke afdeling die
ervoor zorgt dat haar werkwijze altijd in lijn is met de laatste wetenschappelijke inzichten
en streeft naar innovatie van dyslexiezorg. In die hoedanigheid heeft het IWAL een
intensieve samenwerking met de Universiteit van Amsterdam, alsmede een kliniek aan
de faculteit.
Diagnostiek
Het diagnostisch proces start met een zorgvuldige en effectieve screening uitgevoerd
door psychologen en orthopedagogen. Alleen wanneer volledig wordt voldaan aan de
strenge eisen, zoals geformuleerd in het Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling,
wordt een cliënt toegelaten tot vergoede diagnostiek.
De diagnose (ernstige) dyslexie wordt gesteld middels een uitgebreid differentiaal
diagnostisch onderzoek. Hierin wordt de ernst van de lees- en spellingsproblematiek
bepaald en wordt een profiel opgesteld van onderliggende cognitieve factoren, inclusief
indicaties en contra-indicaties voor ernstige dyslexie. Vanuit dit differentiaal
diagnostisch profiel wordt enkelvoudige ernstige dyslexie onderscheiden van mildere
vormen van dyslexie, van andersoortige leesproblemen en van multiple problematiek
(zoals ADHD, ASS, licht verstandelijke beperking, taalproblematiek en meertaligheid).
Uit de gegevens van de laatste drie jaar blijkt dat de sensitiviteit en het onderscheidend
vermogen van het screenings- en diagnostisch proces binnen het IWAL meer dan
toereikend is. Zie afbeelding 1, 2 en 3 voor een overzicht.
Screening
14%
toelating
86%
afwijzing
Afbeelding 1
Diagnostiek
38%
62%
Afbeelding 2
wel ernstige
enkelvoudige
dyslexie
geen ernstige
enkelvoudige
dyslexie
Diagnostiek: Wel E.E. Dyslexie
e. e. dyslexie, en in
behandeling
59%
Diagnostiek: Geen E.E. Dyslexie
11%
8%
18%
multiple of andersoortige
problematiek
te lichte leesproblematiek
te lichte dyslexie-typerende
problematiek
3%
e.e. dyslexie, cliënt
wil geen
behandeling
100
doorverwijzingen
86
diagnostiek
Van elke 100 aanmeldingen komen er na
screening 86 in diagnostiek. 53
ontvangen diagnose “ernstige,
enkelvoudige dyslexie”; 51 komen
uiteindelijk in behandeling.
53
ern. enk. dyslexie
51
behandeling
Afbeelding 3
Behandeling
LEXY is een evidence-based methode voor het effectief behandelen van dyslexie. De
inhoud van de behandeling, alsmede de organisatie en communicatie rond de
behandeling, is conform de richtlijnen van het protocol Dyslexie Diagnostiek en
Behandeling (Blomert, 2006).
Naar de effectiviteit van de LEXY-behandeling is uitgebreid wetenschappelijk
evaluatieonderzoek verricht. De resultaten laten zien dat: a) aan het eind van de
behandeling functionele niveaus van lezen en spellen worden bereikt; b) niveaus
beklijven in de jaren na afloop van behandeling; c) de grote meerderheid van de
patiëntpopulatie klinisch betekenisvol baat heeft bij behandeling.
Bij de laatste effectstudie (Tijms, 2011) is gebruik gemaakt van een vergelijking met een
controlegroep. Op afbeeldingen 4 t/m 7 is een grafische weergave te zien van de
uitkomsten van deze studie.
110
Afbeelding 4: Lezen van losse
woorden
Afbeelding 5: Spelling
110
100
100
90
90
80
80
70
70
60
60
50
110
Voormeting
Nameting
Afbeelding 6: Lezen van tekst,
nauwkeurigheid
50
110
100
100
90
90
80
80
70
70
60
60
50
Voormeting
Nameting
50
Voormeting
Nameting
Afbeelding 7: Lezen van tekst,
tempo
Voormeting
Nameting
De zwarte lijn representeert kinderen met een diagnose ernstige enkelvoudige dyslexie
die tussen voor- en nameting behandeling met LEXY volgden. De grijze lijn
representeert kinderen waarbij eveneens een diagnose ernstige enkelvoudige dyslexie is
gesteld, maar die in dezelfde periode op school geholpen werden met methodes op
niveau 3 (zoals ‘Ralfi’ en ‘Connect’). Bij een score tussen de 85 en 115 valt de prestatie in
de gemiddelde range. De gegevens laten duidelijk zien dat het bij kinderen die niet in
behandeling komen hooguit lukt de achterstanden niet groter te laten worden. Kinderen
die behandeld werden met LEXY gingen significant vooruit in vergelijking met de
controlegroep. Het niveau van de spelling en van de nauwkeurigheid van het lezen lag
na behandeling zelfs in de gemiddelde range.
De bevindingen van de verschillende effectstudies zijn gepubliceerd in internationale
wetenschappelijke tijdschriften en zijn gebruikt als evidentie voor de effectiviteit van
dyslexiebehandelingen in Nederland in de rapportage van het College voor
Zorgverzekeringen omtrent de vergoedingsregeling voor dyslexie (Reij, 2003). Zie bijlage
1 voor een overzicht van studies waarin de effectiviteit van LEXY wordt aangetoond.
De kwaliteit van de uitvoering van de behandeling wordt continu geborgd door: a)
zorgvuldige selectie van personeel; b) intensieve en extensieve opleiding van startende
medewerkers; c) permanente begeleiding van medewerkers; d) periodieke visitaties van
de verschillende poliklinieken.
Uit de gegevens van de laatste drie jaar blijkt dat de gemiddelde behandelduur voor
patiënten met ernstige enkelvoudige dyslexie ruim binnen de door het Protocol Dyslexie
Diagnostiek & Behandeling gestelde marge ligt (zie tabel 1).
Tabel 1: Aantal gevolgde sessies N=451 (exc. Check-ups)
Gemiddeld
Standaarddeviatie
52,25
15,88
Mediaan
54
Percentiel 25
Percentiel 50
Percentiel 75
43
54
62
Aansluitingen / Lidmaatschappen
Het IWAL is als instelling aangesloten bij het Nationaal Referentiecentrum Dyslexie
(NRD).
Lidmaatschappen/registraties op individuele basis:







BIG-register
Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP)
Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF)
Vereniging voor Klinische Linguïstiek (VKL)
Experimenteel Psychologische Onderzoeksschool (EPOS)
International Dyslexia Association (IDA)
International Reading Association (IRA)
Referenties
Blomert, L. (2006). Protocol dyslexie diagnostiek en behandeling. Cognitieve Neurowetenschap, Faculteit Psychologie,
Universiteit Maastricht. CVZ project nr. 608/001/2005.
Latta, J. M., Hendriksen-Neijssen, G. M. M., & Van Loenhout, J. W. A. (2007). Dyslexie: van zorg verzekerd? Diemen: CVZ.
Rey, R. (2003). Dyslexie naar een vergoedingsregeling. Amsterdam: CVZ, publicatienr. 03-144.
Tijms, J. (2011). Effectiveness of computer-based treatment for dyslexia in a clinical care setting: Outcomes and moderators.
Educational Psychology, 31, 873-896.
Contact
IWAL – Instituten voor Dyslexie
Prins Hendrikkade 84/85
Postbus 10897
1001 EW Amsterdam
tel.: 020-4369470
e-mail: [email protected]
www.iwal.nl
AGB-Code: 94-(0)03613
Voor informatie kunt u zich wenden tot:
Drs, Renske Stobbelaar, Gezondheidszorgpsycholoog BIG, [email protected]
Dr. Jurgen Tijms, psycholoog; 020-4369470, [email protected]
Bijlage 1: Overzicht publicaties effectstudies
Tijms, J. (2004). A process-oriented evaluation of a computerised treatment for dyslexia. Educational Psychology, 24, 767-791.
Tijms, J. (2005). Psycholinguistic treatment of dyslexia: Evaluation of the LEXY-treatment. Dissertatie, Universiteit van
Amsterdam.
Tijms, J. (2007). The development of reading accuracy and reading rate during treatment of dyslexia. Educational Psychology,
27, 273-294.
Tijms, J., & Hoeks, J. (2005). A computerised treatment of dyslexia: Benefits from treating lexico-phonological processing
problems. Dyslexia, 11, 22-40.
Tijms, J., Hoeks, J. J. W. M., Paulussen-Hoogeboom M. C., & Smolenaars, A. J. (2003). Long-term effects of a psycholinguistic
treatment for dyslexia. Journal of Research in Reading, 26, 121-140.
Tijms, J. (2008). Efficacy of a psycholinguistic treatment of dyslexia: External and internal validity. In G. V. Iwald & K. B. Pierce
(Eds.), Language Development: Learning and disorders (pp.1-33; reprint). Hauppauge, NY: Nova Science.
Tijms, J., Aravena, S., & van der Zee, M. (2009). Training reading fluency in children with dyslexia: Explicit, rule based learning
versus implicit, associative learning. Journal of the International Neuropsychological Society, 15, 98-99.
Download