Atomen en moleculen Bram Janssens Bieke Sarens VAN STOFFEN NAAR ATOMEN 1. FASES VAN STOFFEN - Hoe zien volgende stoffen er volgens jullie uit? Wat is het grote verschil? 2. MOLECULEN EN ATOMEN - Wat stellen de bolletjes bij deze stoffen voor? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ - Wat stellen volgende afbeeldingen (waar de pijl naar wijst) voor? ________________________ Moleculen en atomen ________________________ 1 Stoffen moleculen atomen - Een stof kan in drie fasen voorkomen, namelijk: . Bv. . - Deze stof is opgebouwd uit die nog - Moleculen kunnen op hun beurt onderverdeeld worden in molecule kan bestaan uit . Dit zijn de van de stof bevatten. . Een . 3. VOORSTELLING VAN MOLECULEN EN STOFFEN Moleculen bestaan dus uit meerdere atomen, maar we kunnen deze moleculen op verschillende manieren gaan voorstellen! MOLECUULMODELLEN Moleculen kunnen voorgesteld worden als kleine modellen. De atomen worden hierbij voorgesteld als kleine bolletjes. - Ken jij volgende moleculen? - is een relatief kleine moleculen. Het bestaat uit Namelijk twee en één De slotformule is , we noemen het Moleculen en atomen . . . 2 - Wat stellen volgende moleculen voor? Schrap wat niet past en vul verder aan! 1 molecule/ 2 moleculen/3moleculen één atoom zuurstof/2 atomen koolstof één atoom koolstof/2 atomen zuurstof enkelvoudige/samengestelde stof stofformule is C2O / CO2 stofnaam: 1 molecule/ 2 molecules 1 atoom/ 2 atomen zuurstof enkelvoudige/samengestelde stof stofformule is O / O2 stofnaam: MOLECUULFORMULE Molecuulformule - Moleculen kunnen we ook voorstellen met behulp van Deze voorstellingswijze noemen we . . - De formule van een molecule bestaat uit de symbolen van waaruit de molecule is opgebouwd, waarbij rechts onder de symbolen het aantal atomen van dit element in de molecule wordt weergegeven door een Arabisch cijfer: . Bijvoorbeeld O2 : . - Het aantal moleculen wordt weergegeven door de: Bijvoorbeeld 3O2 : Moleculen en atomen . . 3 DEELTJESMODELLEN BIJ STOFFEN Zoals moleculen uit atomen bestaan, bestaan stoffen uit verschillende moleculen! Hierbij kunnen we een onderscheid maken tussen enkelvoudige stoffen en samengestelde stoffen. - Hoe zijn enkelvoudige en samengestelde stoffen opgebouwd volgens jou? - Enkelvoudige stoffen: - Samengestelde stoffen: Samengevat! - Elke stof is opgebouwd uit - Moleculen bestaan uit atomen van . - ENKELvoudige stoffen zijn opgebouwd uit . - SAMENgestelde stoffen zijn opgebouwd uit . Moleculen en atomen . 4 4. ELEMENTEN IN DE MOLECULEN Moleculen zijn opgebouwd uit atomen van verschillende elementen (zuurstof, ijzer, stikstof, …). Een aantal zeer belangrijke elementen die je MOET kennen: - Zoek voor elk element het symbool en de Latijnse benaming, je mag je smartphone hiervoor gebruiken! Element Latijnse benaming Symbool Goud IJzer Koper Kwik Lood Zilver Waterstof Chloor Kalium Zwavel Stikstof Moleculen en atomen 5 FYSISCH VS CHEMISCH 1. FYSISCH OF CHEMISCH VERSCHIJNSEL - Geef bij onderstaande voorbeelden aan of het om een fysisch (F) of een chemisch (C) verschijnsel gaat. Verklaar onderaan ook waarom! Verbranden van huisvuil. Je hartslag. Het roesten van een blikje. De kleur van de ondergaande zon. Het rinkelen van een fietsbel. - Wat is het verschil tussen een chemisch en een fysisch verschijnsel volgens jou? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Chemisch en fysisch verschijnsel Bij een chemisch verschijnsel verandert de aard van de stof niet/wel. Bij een fysisch verschijnsel verandert de aard van de stof niet/wel. VB. van een chemisch verschijnsel: ____________________________________________________________________________ VB. van een fysisch verschijnsel: ____________________________________________________________________________ Moleculen en atomen 6 2. CHEMISCH VERSCHIJNSEL EN VERBINDING PROEFJE 1: MAGNESIUMLINT We herhalen de proef van het verbranden van magnesiumlint! Hypothese: - Wat denk je dat er zal gebeuren? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Observatie: - We vangen het residu van het magnesiumlint op, welk verschil kunnen we opmerken tussen het magnesiumlint voor en na de verbranding? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Verklaring: Magnesium is een . Dit metaal heeft zich verbonden met dat in de klas aanwezig is. We zeggen dat het metaal een gevormd heeft met zuurstof. Er is een nieuwe stof ontstaan die we magnesiumoxide noemen. Oxide herken je ook in het Engelse woord voor zuurstof: . De stof magnesium ondergaat dus een die we een chemische reactie noemen. De naam van zo'n type chemische reactie noemen we een . We kunnen het als volgt voorstellen: magnesiummetaal + zuurstofgas geeft magnesiumoxide. Moleculen en atomen 7 Chemische reactie samengevat: Een chemische verbinding ontstaat tijdens . Bij een chemische reactie ontstaan . Een oxidatie of verbranding is een waarbij wordt gebonden. - of een chemische reactie Vul volgende proefjes verder aan met behulp van de theorie! HAARDVUUR: - Welke chemische reactie vindt hier plaats? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ - Wanneer een reactie van een organische stof plaatsvindt met zuurstof, noemen we dat een . - In het voorbeeld met het haardvuur, verloopt de reactie snel. Daarom noemen we dat een . Ook warmte en licht komen hierbij vrij. ROESTEN VAN IJZER: We leggen een nagel in water. Hypothese: ____________________________________________________________________________ Vaststelling: ____________________________________________________________________________ Welke chemische reactie vindt hier plaats? ____________________________________________________________________________ - ijzermetaal + zuurstofgas geeft ijzeroxide. Hierbij spreken we over Moleculen en atomen omdat er geen vuur aan te pas komt. 8 STOFOMZETTINGEN 1. STOFFEN KUNNEN OMGEZET WORDEN IN NIEUWE STOFFEN Aardgas bestaat voornamelijk uit methaan. De formule van methaan is verbranding van methaan ontstaan koolstofdioxide en water: - . Bij de Als je de namen vervangt door de formules krijg je: + methaan + zuurstof + koolstofdioxide + water Bij deze reactie worden de chemische bindingen tussen de atomen in methaan en de chemische bindingen tussen de atomen in zuurstof verbroken, en 2 nieuwe chemische verbindingen (koolstofdioxide en water) gemaakt met deze atomen. 2. FASEOVERGANGEN EN MOLECULEN - Vul de juiste term in bij de juiste getallen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. - Veranderen de moleculen als een stof van fase verandert? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Moleculen en atomen 9 - Wat gebeurt er met de moleculen van water bij een hoge temperatuur? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ - Wat gebeurt er met de moleculen van water bij een lage temperatuur? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ De moleculen zelf zullen dus wel/niet veranderen. De bindingen tussen moleculen zullen bij een hoge temperatuur . De bindingen tussen moleculen zullen bij een lage temperatuur . Faseovergangen zijn niet/wel onomkeerbaar! Bv. . 3. STOFOMZETTINGEN - Bij stofomzettingen verandert de samenstelling van de moleculen wel/niet. - De bindingen tussen de moleculen worden . - Tussen de atomen worden waardoor er nieuwe atoomcombinaties ontstaan. - Er worden dus nieuwe stoffen gevormd. Omdat we spreken over een chemisch verschijnsel is het wel/niet onomkeerbaar. Moleculen en atomen 10 - Duid in volgende voorbeelden de fysische verschijnselen aan met een stippellijn, de chemische verschijnselen met een volle lijn. verroest blik verbranden van huisvuil rode kleur van de ondergaande zon. Stollen van lava weggommen van potlood opstijgen van rook kleding kleuren fietsbel die rinkelt inkt wissen met een tintenkiller benzine die ontploft afkoelen van gekookt water ei bakken beschimmelen van brood fotosynthese bij planten - Geef zelf nog vijf fysische verschijnselen: ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ - Geef zelf nog vijf chemische verschijnselen: ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Moleculen en atomen 11