- Scholieren.com

advertisement
Schijkunde hoofdstuk 3
Bij een chemische reactie verdwijnen beginstoffen en ontstaan ijndproducten. Er zijn dat ook andere
stofijgenschappen tussen het begin en het ijndproduct.
Schijden of ontleden bij schijden ontstaan er geen niewe stoffen en bij ontleden ontstaan er 2+ nieuwe stoffen
S= vast l= vloeibaar g= gas aq= opgelost in water
Bij een vormingsreactie ontstaan uit 2+ beginstoffen 1 reactieproduct.
Bij een ontledingsreactie ontstaat uit 1 beginstof 2+ reactiestoffen.
Thermolyse = ondleding door warmte.
elektrolyse= ontleding door elekrische energie.
fotolyse = ontleding door lucht.
Endotermereactie word er energie toegevoegd.
Exotermereactie ondstaat er energie
In een blokschema geef je een productieproces schematiscdh weer.
In een blokshema geven


Lijnen het transport van stoffen weer.
Blokken vaten waarin een proces plaatsvind zoals mengen, reageren, schijden.
Hoofdstuk 4 par 1,2
Een zuivere stof bestaat uit 1 soort molecuul en een mengsel uit verschillende stoffen en dus meerdere soorten
moleculen.
Moleculen zijn de klijne deeltjes waaruit stoffen zijn opgebouwd deze zijn ontzichtbaar klijn.
In een vaste stof bevinden de moleculen zich op een vaste plaats, dicht bij elkaar. de moleculen staan niet stil ze
trillen. tussen de moleculen is niks.
In een vloeistof kunnen moleculen vrij langs elkaar bewegen tussen de moleculen is niets.
In een gas is de afstand tussen de moleculen groot de moleculen bewegen kriskras door elkaar tussen de moleculen
is niets.
Atomen zijn volgens dalton



De nog klijnere deeltjes waaruit moleculen zijn opgebouwd.
Niet te vernietigen.
Alle van 1 soort aan elkaar gelijk.
Een molecuul is eer groep bij mekaar horende atomen.
Molecuultekenging een tekening van aan elkaar vast getekende atomen.
Molecuulformule het aantal antomen geef je weer met een klijn cijfer daat rechtsonder het elementsymbool staat.
dat heet een index meestal laat je di index 1 weg. Het aantal moleculen geef je weer met een cijfer voor de
molecuulformule dat heet de coëfficiënt.
Een niet-ontleedbare stof bestaat uit 1 soort atoom. Een ontleedbare stof bestaat uit meerdere moleculen.
aluminium = Al
calcium = Ca
goud = Au
kalium=K
koolstof = C
koper = Cu
lood = Pb
magnesium = Mg
natrium = Na
platina = Pt
ijzer=Fe
waterstof = H
zilver = Ag
zink = Zn
zuurstof = O
zwavel = S
broom=Br
chloor=Cl
fluor=F
jood=I
stikstof=n
Download