SUBSIDIEREGLEMENT WERELDRAAD/STEDELIJKE RAAD VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING HOUDENDE TOEKENNING VAN SUBSIDIES AAN PROJECTEN IN HET ZUIDEN EN NOODHULP A. Subsidies aan projecten in het Zuiden Art. 1 - Doelstelling en toepassingsgebied Ondersteunen van projecten in het Zuiden. Onder een project verstaan we een activiteit of initiatief met een welbepaald doel en gedurende een afgebakende periode. Het gaat in geen geval om aanvragen nav een natuurramp of gewapend conflict. Dan betreft het immers noodhulp, wat via een andere werkwijze wordt behandeld. Art. 2 - Aanvraagprocedure 1. Enkel projecten die een duidelijke band met of verankering in Menen vertonen, komen in aanmerking voor financiële steun. Dat betekent concreet dat de aanvrager OF een inwoner is van groot-Menen OF er 5 jaar gewoond heeft en er intussen maximum 3 jaar niet meer woont. Verder is deze persoon (als vrijwilliger of als personeelslid) werkzaam bij de aanvragende vereniging of er minstens actief bij betrokken. Via een intake-gesprek met de secretaris van de Wereldraad/Stedelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking (dat ook toegankelijk is voor geïnteresseerde leden van de Wereldraad/Stedelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking) wordt de motivatie van de aanvrager bekeken. De aanvrager komt bovendien zelf het project toelichten telkens de Wereldraad/Stedelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking dit hem/haar vraagt. Het project kan zowel van een ngo (3e pijler) uitgaan als van een 4e pijler (= particulier initiatief, dus niet uitgaand van de overheid of een door de overheid erkende ngo). De maatschappelijke zetel van de aanvragende vereniging mag in Menen, maar ook elders in België of in een zuiders land gevestigd zijn. 2. Voor projecten waarbij de aanvrager nog geen 2 jaar betrokken/werkzaam is, kan enkel een starterspremie worden aangevraagd. Deze bedraagt maximaal € 250. 3. Ingediende projectaanvragen worden aan de Wereldraad/Stedelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking voorgelegd en geëvalueerd op basis van de hierna volgende criteria. 4. Goedgekeurde projecten worden op een geijkte manier inhoudelijk opgevolgd (oa via een tweejaarlijkse projectensteunavond of evt op een vergadering van de Wereldraad/Stedelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking) en er wordt een educatie- en sensibilisatieluik rond opgemaakt ism de aanvrager. Art. 3 - Criteria 1. Inhoudelijk - Het project moet ten goede komen aan de ontwikkeling van de lokale bevolking. Het heeft de uiteindelijke bedoeling een bijdrage te leveren aan de verbetering van de leefomstandigheden en/of de maatschappelijke positie van een groep mensen. - Het project moet duidelijk verankerd zijn met de lokale bevolking. Het steunt op een gemeenschappelijke, structurele aanpak en maakt gebruik van de plaatselijke mogelijkheden en dynamiek. De bevolking stuurt zelf zoveel mogelijk het proces en bepaalt de doelstellingen. - De steun gaat altijd naar een organisatie, hetzij een ngo, een lokale overheid of een 4e pijler, en nooit naar individuele personen. - Er wordt bij voorkeur steun gegeven aan projecten in ontwikkelingslanden uit kolom I en II van de DAC-lijst (Development Assistance Committee) van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling). Indien het landen betreft uit kolom III of IV van de DAC-lijst, moet de aanvrager aantonen dat het om een achtergestelde bevolkingsgroep gaat in het projectland. - Het project heeft vreedzame doelstellingen, stelt zich neutraal op wat partijpolitiek of religie betreft, beoogt sociale rechtvaardigheid en respecteert de mensenrechten. 1 2. Formeel De formele aanvraag gebeurt door het invullen van de gemeentelijke projectfiche en aanleveren van bijgevraagde documenten: - voorstellingsfolder van de aanvragende vereniging - visietekst of statuten of huishoudelijk reglement of ander bewijs van bestaan/werking (zoals persartikel) van de aanvragende vereniging - kaart met aanduiding van de regio in het Zuiden waar het project zich situeert - voorstellingsfolder van de organisatie in het Zuiden die men wil steunen - begroting in Euro (met te verwachten inkomsten en uitgaven) De aanvragende organisatie kan onbeperkt en dus jaar na jaar een projectfiche indienen. Indien de aanvrager nog geen 2 jaar bij het project betrokken/werkzaam is, kan er enkel een startersfiche (tot bekomen van een starterspremie) worden ingediend. De Wereldraad/Stedelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking verstrekt een gemotiveerd advies ter toekenning van de subsidies aan het College van Burgemeester en Schepenen. De uiteindelijke beslissing tot uitbetaling wordt door het College van Burgemeester en Schepenen genomen. 3. Controle Ter controle en opvolging van het project wordt een ingevulde opvolgingsfiche bezorgd aan de secretaris van de Wereldraad/Stedelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking alsook de hierbij gevraagde documenten (verslag van het verloop van de realisatie + afrekening). Art. 4 - Jaarverslag De volledige lijst met gesteunde projecten wordt opgenomen in het jaarverslag van Stad Menen. De goedgekeurde projecten worden gebundeld en zijn ter inzage van de bevolking. Elk afzonderlijk project wordt bekendgemaakt via Lei€draad en/of de website van de Stad. B. Noodhulp Art. 5 - Doelstelling en toepassingsgebied Verlenen van noodhulp voor noodhulpsituaties. Voorwaarden om in aanmerking te komen voor het verkrijgen van een specifieke noodhulp-subsidie zijn (cumulatief): - Het gaat om situaties die levensbedreigend zijn voor de bevolking en die ontstaan als gevolg van een natuurramp (aardbevingen,overstromingen of droogtes, orkanen, tyfoons…), gewapende conflicten of oorlogssituaties waarbij de burgerbevolking ernstig bedreigd wordt, of extreme crisissituaties (hongersnood, atoomramp, besmettelijke ziektes, …). - De hulp is in principe eenmalig én tijdelijk (voor, tijdens en vlak na de ramp of crisis), en is gericht op het voorzien van onderdak, voedsel, kleding, zuiver drinkwater, acute medische en gezondheidszorgen voor de slachtoffers, alsook het opsporen van vermisten en het herstellen van familiale contacten. - Bij de hulpverlening wordt zoveel mogelijk gewerkt met producten van de lokale economie, of er wordt tenminste rekening gehouden met deze lokale economie. - In geval van uitblijven van schriftelijke aanvragen tot bekomen van noodhulp bij bepaalde rampen, kan de Wereldraad/Stedelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking zelfstandig initiatief nemen. Zo kan de Wereldraad/Stedelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking zowel inspelen op noodhulpsituaties die ernstige persaandacht krijgen als op dringende situaties waarbij lokale contacten betrokken zijn. Ook voor ‘stille’ of ‘vergeten’ rampen kan de Wereldraad/Stedelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking aandacht vragen. Art. 6 - Aanvraagprocedure Aanvragen tot bekomen van noodhulp gebeuren schriftelijk (via brief of mail) en worden gericht tot het stadsbestuur. Ze mogen geadresseerd worden aan de secretaris van de Wereldraad/Stedelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking. De secretaris van de Wereldraad/Stedelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking bundelt alle aanvragen en brengt ze op de eerstvolgende vergadering. De Wereldraad/Stedelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking behandelt de aanvragen en 2 verstrekt een gemotiveerd advies aan het College van Burgemeester en Schepenen. De uiteindelijke beslissing tot uitbetaling wordt door het College van Burgemeester en Schepenen genomen. Art. 7 - Criteria - Het noodhulpproject wordt duidelijk omschreven en richt zich op het lenigen van levensnoodzakelijke behoeften van slachtoffers van een ramp of conflict (zoals hierboven omschreven), en dit op korte termijn. - De noodhulp wordt verleend aan alle slachtoffers zonder enig onderscheid van ras, religie, levensbeschouwing, geslacht, leeftijd, nationaliteit of politieke overtuiging. - De hulporganisatie toont respect voor de eigenheid en waarden van de bevolkingsgroepen waar ze hulp aan verleent, en dringt zeker de westerse levensvisie niet op. - De hulporganisatie werkt onpartijdig en uitsluitend in functie van de behoeften en het belang van de slachtoffers. - De hulporganisatie wordt duidelijk omschreven of is algemeen bekend, en wendt de krachten van de noodbehoevenden aan om de noodhulp mee te structureren of te organiseren. Dit betekent oa dat bekeken wordt of de lokale economie kan worden ingezet of tenminste niet lijdt onder actie. De noodhulp mag de bevolking in geen geval nog meer afhankelijk maken van externe hulp. - De noodhulp wordt verleend in het Zuiden door een lokale organisatie of een nietgouvernementele organisatie die daartoe de nodige expertise en slagkracht heeft, en die op zo’n wijze werkt dat een heropbouwfase en structurele hulp nadien mogelijk wordt. Een visie op de nabije toekomst na de ramp of het conflict is daarbij evident. - Er moet voldoende aandacht blijven voor ‘stille’ of ‘vergeten’ rampen. - Noodhulpaanvragen vanuit lokale werkingen in Menen krijgen extra waardering. - Enige betrokkenheid met personen uit Menen is een pluspunt bij de aanvraag. Art. 8 - Jaarverslag De volledige lijst met verleende noodhulp wordt opgenomen in het jaarverslag van Stad Menen. C. Verdere modaliteiten voor het verlenen van projectsubsidies en noodhulp Art. 9 - Uitbetalingsmodaliteiten Het kalenderjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. De concrete toekenning van de bedragen gebeurt door het College van Burgemeester en Schepenen op voorstel van de Wereldraad/Stedelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking en volgens de door deze raad nader te bepalen modaliteiten. De toekenning gebeurt zeker binnen de perken van de door de Gemeenteraad goedgekeurde budgetten. Art. 10 - Controle en betwisting Het College van burgemeester en schepenen wordt ertoe gemachtigd alle onderzoeken in te stellen die nodig of nuttig zijn in verband met de betoelaging. Tevens is het College gemachtigd om nazicht uit te oefenen op de juistheid van de verstrekte gegevens. Bij een onrechtmatig verkregen toelage of vaststellen van inbreuken heeft het stadsbestuur het recht om de toelage volledig of gedeeltelijk terug te vorderen. In geval van betwisting is het College van burgemeester en schepenen bevoegd om een beslissing te nemen. Art. 11 - Inwerkingtreding en opheffingsbepalingen Dit subsidiereglement treedt in werking met ingang van 1 april 2015. Art. 12 - Bekendmaking Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het Gemeentedecreet, door bekendmaking op de website en door inschrijving in het gemeentelijk register der bekendmakingen. 3