UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD PROVINCIE VLAAMS-BRABANT ARRONDISSEMENT LEUVEN GEMEENTE BIERBEEK VERGADERING VAN 07 NOVEMBER 2013 AANWEZIG: J. VANHULST ..........................................................................................................................................VOORZITTER; C. CUYPERS, J. VAN DER VELPEN, S. VAN HAEGENBORGH, H. VAN DER PUTTEN ........................ SCHEPENEN; R. WUYTACK ...................................................................... SCHEPEN VAN RECHTSWEGE (ART. 44 GEMEENTEDECREET); A. DETIÈGE, M. WITS, A. MEULEMANS, V. VAN CAUWENBERG, M. OMBELET, M. TOLLET, H-A. VAN MELKEBEEK, B. VANBESELAERE, S. NOÉ, E. ABTS, H-K. CARÊME, J. COCKX, K. DOURÉE, F. DE BUCK, M. STERCKX EN A. RECKO .................................................................................................................. RAADSLEDEN; en P. VERLINDEN................................................................................................................................... SECRETARIS. 23. AANPASSING SUBSIDIEREGLEMENT NOORD-ZUIDSAMENWERKING (dossierbeheerder: Liebrecht Salen) DE GEMEENTERAAD, Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 2 april 2004 betreffende het beleid van gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking; Gelet op het beleidsprogramma 2013-2018, goedgekeurd op de gemeenteraad van 7 februari 2013; Gelet op de toenemende globalisering; Overwegende dat de gemeenten steeds meer en belangrijker taken te vervullen hebben inzake het algemene welzijn van hun bevolking; Overwegende dat de ondersteuning van gemeenten en programma’s in het Zuiden daar deel van uitmaken, alsook de bewustmaking van de eigen bevolking voor de mondiale problemen en deze van de bevolking van het Zuiden; Gelet op de convenant ontwikkelingssamenwerking met de Vlaamse overheid; Gelet op het strategisch plan 2011-2013 dat hiertoe werd uitgewerkt, waarin de GRIS genoemd wordt als een centrale pijler in het beleid internationale samenwerking van de gemeente; Overwegende de noodzaak om de verschillende actoren die binnen de gemeente een werking hebben rond Noord-Zuid actiever te betrekken bij de GRIS-werking; Gelet op het huidig subsidiereglement dat door de gemeenteraad werd goedgekeurd op 10 januari 2011; Overwegende dat het wenselijk is de subsidies toe te kennen binnen het lopende begrotingsjaar; Gelet op de bespreking in diverse vergaderingen van de GRIS en gelet op het unaniem positief advies van de GRIS dd. 2 oktober 2013 ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST: EENPARIG ALGEMENE BEPALINGEN Art. 1: Binnen de perken van het jaarlijks in de begroting van Bierbeek voorziene krediet kunnen toelagen voor internationale samenwerking toegekend worden volgens de hierna beschreven criteria. Art. 2: De aanvrager van subsidies moet voldoen aan de volgende voorwaarden: De aanvrager is een vereniging of meerdere verenigingen, een school of een samenwerkingsverband waaraan inwoners van Bierbeek deelnemen Het project waarvoor subsidies gevraagd worden, is niet-gouvernementeel en beoogt geen winst te maken; het organiseert mensen om zich actief in te zetten rond internationale samenwerking en heeft een werking in Bierbeek of in de regio Leuven - De doelstellingen van het project waarvoor subsidies gevraagd worden, zijn niet in tegenspraak met het handvest van 11.11.11 (zie bijlage) De aanvrager maakt het project zichtbaar voor de bevolking van Bierbeek door erover te communiceren naar de eigen achterban en naar het brede publiek binnen de gemeente. Art. 3: De toelagen voor internationale samenwerking worden ingeschreven onder de begrotingspost 84903/332-02. Dit budget wordt verdeeld volgens de volgende richtlijnen: 25 % voor informatieve, culturele, educatieve of sensibiliserende activiteiten gericht op inwoners van Bierbeek, eventueel in samenwerking met of op initiatief van de Gemeentelijke Raad voor Internationale Samenwerking (GRIS) (A) 50 % voor projecten in het Zuiden (B) 25 % voor noodhulp (C) Art. 4: Alle aanvragen voor subsidies of ondersteuning worden gericht aan het Gemeentebestuur van Bierbeek, Dorpsstraat 2, 3360 Bierbeek. Art. 5: Het College van Burgemeester en Schepenen beslist – na voorafgaand advies door de GRIS - over elke aanvraag. Indien het Schepencollege in een uitzonderlijk geval dit advies niet volgt, geeft het hiervoor een duidelijke motivering. A. INFORMATIEVE, CULTURELE, EDUCATIEVE OF SENSIBILISERENDE ACTIVITEITEN Art. 6: Verenigingen, scholen en/of inwoners van Bierbeek kunnen een aanvraag indienen voor subsidie van een informatieve, culturele, educatieve of sensibiliserende activiteit. Art. 7: Voor dit soort activiteiten gelden de volgende criteria: de activiteit wordt georganiseerd door één of door een samenwerkingsverband van Bierbeekse verenigingen, scholen en/of individuele inwoners van Bierbeek samenwerking met Bierbeekse culturele, jeugd-, sport-, sociale en/of milieuverenigingen en/of scholen wordt gestimuleerd; hetzelfde geldt voor samenwerking met verenigingen uit een van onze buurgemeenten de activiteit vindt plaats in Bierbeek of de aanvrager kan voldoende motiveren waarom ze niet plaatsvindt op het grondgebied. Ze staat open voor een zo ruim mogelijk publiek. zij moet leiden tot een beter inzicht in de huidige wereldsituatie en de globalisering en tot wederzijds begrip, waardering en solidariteit tussen de volkeren zij heeft aandacht voor duurzame ontwikkeling, mensenrechten en gender kosten voor drank en voeding komen niet in aanmerking, behalve in uitzonderlijke gevallen, wanneer zij in het kader staan van sensibilisering de activiteit wordt zo ‘afvalarm’ mogelijk gehouden en er is aandacht voor het gebruik van Fairtrade producten uit Noord en Zuid de activiteit wordt niet dubbel gefinancierd via een ander gemeentelijk subsidiereglement in de communicatie wordt het logo van de gemeente Bierbeek opgenomen. De Noord-Zuiddienst ontvangt een exemplaar van alle communicatie. Art 8: Een aanvrager kan – doorheen elk kalenderjaar - maximaal twee verschillende aanvragen indienen, en doet dit via een aanvraagformulier ‘A: Informatieve, culturele, educatieve en/of sensibiliserende activiteiten’ (zie bijlage) waarin duidelijk vermeld wordt: de naam van de organisator (vereniging of samenwerkingsverband) contactadres, telefoonnummer, e-mailadres, rekeningnummer de naam, de doelstellingen en een korte omschrijving van de activiteit(en) doelstelling: waarvoor worden de subsidies gebruikt? bondige begroting + vraag voor materiële ondersteuning korte omschrijving van hoe de activiteit of het project zal geëvalueerd worden Art. 9: De GRIS behandelt twee maal per jaar de binnengekomen aanvragen en brengt over elke aanvraag een advies uit aan het College van Burgemeester en Schepenen. Na de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen wordt de organisator op de hoogte gebracht. De organisator zal na de activiteit een inhoudelijk en financieel verslag indienen met bewijsstukken (affiche, facturen,…). Indien de activiteit niet doorgaat zoals voorzien, dient de organisator de gemeente hiervan te verwittigen. De subsidie ten bedrage van maximaal het aangevraagde bedrag wordt uitgekeerd uiterlijk 3 maanden na het indienen van de verantwoordingsstukken. Art. 10: Indien georganiseerd in samenwerking met de GRIS-Bierbeek kunnen de organisatoren op de volgende bijkomende ondersteuning rekenen: tegen gereduceerd tarief huren van de infrastructuur van CC de borre aankondiging via de gemeentelijke informatiekanalen (Info-Bierbeek, website,…) gebruik van materiaal van de gemeentelijke uitleendienst ondersteuning door gemeentepersoneel bij de voorbereiding van de activiteit kan aangevraagd worden Art. 11: De aanwezigheid van een vertegenwoordiger in de GRIS van de vereniging die financiële middelen verkrijgt wordt geapprecieerd aangezien dit een meerwaarde betekent voor de werking van de GRIS. B. PROGRAMMA’S IN HET ZUIDEN Art. 12: Een of meer Bierbeekse vereniging(en) en/of inwoners kunnen een aanvraag indienen om een programma te subsidiëren in het Zuiden. De gesubsidieerde programma’s moeten: gericht zijn op de totale ontwikkeling van de bevolking in het Zuiden conform zijn met het handvest van de koepelorganisatie van Noord-Zuidbewegingen 11.11.11 aandacht hebben voor de structurele oorzaken van armoede en onderontwikkeling en een lange termijnvisie kunnen voorleggen die bijdraagt tot de opheffing ervan. de zelfredzaamheid, de emancipatie en de democratische participatie van de bevolking in het Zuiden verhogen aandacht hebben voor duurzame ontwikkeling, Fair Trade, gender, mensenrechten – burgerrechten en sociale en culturele rechten van de bevolking Art. 13: Per begrotingsjaar kan slechts één aanvraag ingediend worden per project in het Zuiden. De aanvraag gebeurt uiterlijk op 31 oktober van het lopend kalenderjaar, via een aanvraagformulier ‘B: programmasubsidiëring’ waarin duidelijk vermeld wordt: de naam van de vereniging of de contactpersoon contactadres, telefoonnummer, e-mailadres, rekeningnummer de naam, de doelstellingen en een korte omschrijving van het project korte omschrijving over hoe het project zal geëvalueerd worden Art. 14: Indien een project gekozen wordt van een erkende ngo, volstaat een korte motivering met verwijzing naar het jaarverslag of de projectfiche (eventueel verwijzing naar de website) van deze ngo. Indien het project niet voorkomt op de lijsten van erkende ngo’s zal de aanvraag naast een korte beschrijving van het project ook een aantal controleerbare bewijsstukken omvatten van de organisatie(s) waarmee samengewerkt wordt. Art. 15: Van de vereniging(en) of initiatieven die een aanvraag tot programmasubsidiëring indienen, wordt verwacht dat zij actief betrokken zijn in de GRIS en aan minstens de helft van de vergaderingen deelnemen. Art. 16: Ook de volgende activiteiten komen in aanmerking voor een steunbijdrage door de gemeente: jongeren die via een erkende organisatie deelnemen aan een korte inleefreis in het Zuiden studenten die in het kader van hun stage gedurende min. 2 maanden meedraaien in een erkende organisatie of instelling in een land in het Zuiden die bijdraagt tot ontwikkelingssamenwerking vrijwilligerswerk van korte of lange duur in het kader van een erkend ngo-project in het Zuiden een engagement op lange termijn als coöperant/ontwikkelingswerker/missionaris Deze projecten kunnen – naargelang de aard van de inzet - een ondersteuning krijgen van maximaal € 600, die besteed moet worden aan het project waar men zich voor inzet en dus niet mag gebruikt worden voor strikt persoonlijke doeleinden. Van deze personen wordt feedback verwacht aan de GRIS, zodat de gemeente haar inwoners hierover kan informeren. Art. 17: De GRIS brengt uiterlijk tegen 1 december een advies uit over alle ingediende aanvragen aan het College van Burgemeester en Schepenen. Na de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen wordt de aanvrager op de hoogte gebracht. De subsidie ten bedrage van maximaal het aangevraagde bedrag wordt uitgekeerd uiterlijk 3 maanden na de beslissing van het Schepencollege. Art 18: Een project kan nooit meer dan de helft van het totale bedrag krijgen dat in dat jaar begroot werd voor subsidies. C. NOODHULP Art. 19: Noodhulp is unilaterale bijstand aan de bevolking van een land of een gebied dat in een zware, plotse en onomkeerbare nood zit. Noodhulp vereist een zeer specifieke hulpverlening en kan alleen maar uitgevoerd worden door daarvoor erkende, daarvoor gestructureerde organisaties. Art. 20: Voorstellen tot noodhulp kunnen ingediend worden door verenigingen, de GRIS, het gemeentebestuur en de gemeentelijke diensten. Er wordt hierover advies gevraagd in de GRIS, behalve in hoogdringende gevallen. Het College van Burgemeester en Schepenen beslist over het bedrag dat wordt toegekend. De gemeente informeert haar inwoners zo spoedig mogelijk over de toegekende noodhulp, teneinde haar voorbeeldfunctie waar te maken. D. BIJZONDERE BEPALINGEN Art. 21: Indien een van de beschikbare totalen niet wordt uitgeput, wordt het restbedrag op het einde van het begrotingsjaar doorgestort naar de koepelorganisatie 11.11.11. Art. 22: Mits motivering kan het College van Burgemeester en Schepenen in uitzonderlijke omstandigheden afwijken van de maximumbedragen vermeld in dit reglement. Art. 23: Dit reglement gaat in op 1 januari 2014. Art. 24: Het subsidiereglement Noord-Zuidwerking van 10 januari 2011 wordt hierbij opgeheven. Aldus vastgesteld in de hiervorenvermelde zitting. Op bevel: De Secretaris, (Get.) Peter VERLINDEN VOOR EENSLUIDEND UITTREKSEL: Afgeleverd te Bierbeek op Op bevel: De Gemeentesecretaris, Peter VERLINDEN De Voorzitter, (Get.) Johan VANHULST De Burgemeester, Johan VANHULST