GEMEENTEBESTUUR WEVELGEM DIRECTE GEMEENTEBELASTING OP DE BANK- EN FINANCIERINGSINSTELLINGEN (Goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 14 december 2012) Art. 1. Grondslag van de belasting: Voor een periode ingaand op 1 januari 2013 en eindigend op 31 december 2013 wordt, ten behoeve van de gemeente Wevelgem, een jaarlijkse belasting geheven op de voor het publiek toegankelijke bank- en financieringsinstellingen. Art. 2. Belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon, onder wiens handelsnaam de bovenbedoelde instellingen, agentschappen of bijkantoren worden uitgebaat. Art. 3. Bedrag van de belasting Het bedrag van de jaarlijkse belasting wordt als volgt vastgesteld: - 125,00 euro per loket; - 125,00 euro per geldautomaat; - 65,00 euro voor genoemde zaken in artikel 1 die voor de exploitant enkel een zelfstandig bijberoep uitmaken. Art. 4. Definitie Voor de toepassing van dit reglement wordt: - als bank- of financieringsinstelling aanzien, elke in de gemeente gevestigde bank-, financierings- of kredietinstelling, haar agentschappen en bijkantoren, evenals de personen, hetzij natuurlijke personen of rechtspersonen, die spaar-, krediet-, leen-, wissel- en/of hypotheekverrichtingen aanbieden. - onder loket tevens begrepen een bedieningsruimte aan een balie van 1,5 strekkende meter of een bedieningslokaal geschikt om een klant te ontvangen als zulks niet aan een loket of balie gebeurt. - onder geldautomaat verstaan elk toestel dat door een bank- en/of financieringsinstelling ter beschikking wordt gesteld van het publiek en waarbij door middel van een persoonlijke code de mogelijkheid wordt geboden om cash geld te deponeren of af te halen van een financiële rekening waaraan voormelde code gekoppeld is. Art. 5. Vrijstellingen De belasting is niet verschuldigd voor de instellingen die krachtens de wet vrijgesteld zijn van gemeentebelastingen. Art. 6. Vaststelling datum belastbaarheid De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd. Daartoe wordt uitsluitend de toestand op 1 januari van het aanslagjaar in aanmerking genomen. Art. 7. Aangifte De belastingplichtigen zijn ertoe gehouden aangifte te doen bij het college van burgemeester en schepenen. Daartoe ontvangen zij vanwege het college van burgemeester en schepenen een éénmalig aangifteformulier dat door de belastingplichtige behoorlijk ingevuld, gedagtekend en ondertekend, dient terugbezorgd vóór de erin vermelde datum. Belastingplichtigen die voor 30 juni van het aanslagjaar geen aangifteformulier hebben ontvangen zijn niettemin ertoe gehouden een spontane aangifte te doen aan het college van burgemeester en schepenen. De initiële aangifte zal geldig blijven behoudens herroeping. Art. 8. Ambtshalve aanslag Bij gebrek aan een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht tot bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 20% van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt eveneens ingekohierd. Art. 9. Controle: De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door de daartoe aangestelde en beëdigde ambtenaren. Art. 10. Inning: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Art. 11. Tijdstip betaling: De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na het verzenden van het aanslagbiljet. Art. 12. Overgangsmaatregel: Het gemeentelijk belastingreglement op de bank- en financieringsinstellingen d.d. 14 december 2007, gewijzigd bij besluit van de gemeenteraad in zitting van 29 december 2008 en gecoördineerd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 1 april 2009 en het gemeentelijk belastingreglement op de bank- en financieringsinstellingen d.d. 11 februari 2011 blijven evenwel van toepassing op de aanslagen opgenomen in de kohieren die krachtens vermeld reglement vastgesteld en uitvoerbaar verklaard werden of nog zullen worden. Art. 13. Bekendmaking: Dit reglement zal bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet. Art. 14. Toezicht: Dit besluit zal in drievoud aan de toezichthoudende overheid worden toegestuurd.