belasting op de huis-aan-huisverspreiding van niet

advertisement
Artikel 1: Er wordt een gemeentebelasting gevestigd op de voor de bestemmelingen kosteloze verspreiding aan
huis van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter.
Artikel 2: Onder verspreiding aan huis wordt verstaan op het grondgebied van de gemeente (of een deel ervan)
achterlaten van drukwerk zonder adressering in de brievenbussen en zonder initiatief van de bestemmeling.
Onder drukwerk met handelskarakter wordt verstaan elke publicatie die er toe strekt bekendheid te geven aan
commerciële activiteiten, handelszaken en merknamen, en die erop gericht is de potentiële klant er toe te
bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder tegen betaling.
Artikel 3: De belasting is verschuldigd door de fysieke persoon of rechtspersoon die de opdracht gaf aan de
drukker om te drukken.
Wanneer deze persoon geen aangifte heeft gedaan of niet gekend is, wordt de belasting gevestigd lastens de
persoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld.
De drukker en de fysieke persoon of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het
drukwerk wordt verspreid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 4: De belasting wordt vastgesteld op:
- 0,0025 EUR per blad per verspreid exemplaar voor alle drukwerken van 1 tot 4 bladen en tot maximum A4formaat
- 0,02 EUR per verspreid exemplaar voor alle drukwerken vanaf 5 bladen en tot maximum A4-formaat
Grotere formaten worden omgerekend naar A4-formaat.
Artikel 5: Van de belasting is vrijgesteld de verspreiding van drukwerken waarvan de bedrukte oppervlakte voor
50% of meer ingenomen wordt door tekst en/of afbeelding zonder handelskarakter.
Artikel 6: Van de belasting zijn eveneens vrijgesteld:
-sportverenigingen zonder winstoogmerk, voor zover ze sociale of culturele doeleinden hebben;
-plaatselijke culturele verenigingen voor zover ze folders uitgeven voor eigen organisaties;
-publiciteit gevoerd door vormingsinstellingen en plaatselijke onderwijsinstellingen.
Artikel 7: De belastingplichtige is gehouden ten minste 24 uren voor de verspreiding van het drukwerk hiervan
aangifte te doen aan het gemeentebestuur. Hierbij dient de belastingplichtige een blanco specimen van het te
verspreiden drukwerk, een verklaring van het aantal exemplaren en een overzicht van de straten waar de folder
zal bedeeld worden, ter beschikking te stellen.
Voor de periodieke verspreiding mag de aangifte bij voorbaat gedaan worden voor een periode van hoogstens 12
maanden.
Artikel 8: Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige aangifte wordt de belastingplichtige van ambtswege
belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt onverminderd het recht van bezwaar en
beroep.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en
schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze
procedure, de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepalingen van deze elementen en
het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van de verzending van de
betekening om zijn opmerkingen voor te dragen.
Artikel 9: De bij artikel 8 van dit reglement ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag
gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.
Artikel 10: De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard
wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 11: De kohieren worden door de financieel beheerder ingevorderd.
Artikel 12: De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 13: De belastingplichtige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het
bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening
moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op
de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat.
Artikel 14: Dit reglement wordt definitief en bindend overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het
gemeentedecreet.
Artikel 15: Afschrift van dit besluit zal gezonden worden aan de heer gouverneur van de Provincie OostVlaanderen.
Download