Resultaatgebied 3. Begeleiden van jeugdigen met een beneden

advertisement
Resultaatgebieden
Resultaatgebied 1
Resultaatgebied 2
Resultaatgebied 3
Resultaatgebied 4
Resultaatgebied 5
Resultaatgebied 6
Resultaatgebied 7
Resultaatgebied 8
Resultaatgebied 9
Resultaatgebied 10
Resultaatgebied 11
Verbeteren van het functioneren van de jeugdige met
ontwikkelings-, gedrags- en/of psychiatrische problemen en het
ondersteunen van de ouders die opvoeden lastig vinden
Verbeteren van psychosociaal functioneren van de jeugdige en
de communicatie binnen het gezin van de jeugdige, waar
problemen in het gezin spelen
Begeleiden van jeugdigen met een beneden gemiddelde
intelligentie
Verbeteren van het functioneren van een jeugdige met
ontwikkelings- en gedragsproblemen door kind factoren
(psychiatrisch en/of somatisch)
Begeleiden en behandelen van een jeugdige met ontwikkelingsen gedragsproblemen met een beneden gemiddelde
intelligentie
Begeleiden van jeugdige met een lichamelijke beperking en nietaangeboren hersenletsel
Ondersteunen en begeleiden van een jeugdige, die belasting
ervaart door een of meer ouders met een ziekte of beperking
en het ondersteunen van deze ouders in de opvoeding
Begeleiden en verbeteren van het dagelijks functioneren van
jeugdige met ontwikkelings-, gedrags- en/of psychiatrische
problemen met ouders met psychiatrische problemen
Begeleiden en verbeteren van het dagelijks functioneren van
een jeugdige met ontwikkelings-, gedrags- en psychiatrische
problemen binnen multi-problem gezinnen, waarbij de
draagkracht van het gezin verbetert
Ondersteunen van jonge kinderen van min negen maanden tot
6 jaar en hun gezin die gezien hun leeftijd en de complexiteit
van de problematiek specifieke kennis, procesdiagnostiek en
specifieke ouder/kind interventies behoeven
Het bieden van crisishulp aan een jeugdige en gezin in
crisissituatie, zodat de situatie stabiliseert
Resultaatgebied 1: Verbeteren van het functioneren van de jeugdige met ontwikkelings-, gedragsen/of psychiatrische problemen, en het ondersteunen van de ouders die opvoeden lastig vinden
Wat is nodig?
Wat willen we (het gezin) bereiken?
Ondersteuningsbehoefte
Resultaat
Hulp aan de jeugdige vanwege kind-eigen
 De ouders werken als ouders goed samen in de
problematiek en ondersteuning van de ouders
opvoeding van hun kinderen.
bij het opvoeden
 De ouders beschikken over toereikende
opvoedvaardigheden, om op eigen kracht de
Wat is er aan de hand?
ontwikkeling van hun kind(eren) positief aan te
De jeugdige ervaart problemen, die de ouders
sturen en te stimuleren.
met hun opvoedvaardigheden niet kunnen
 De ontwikkeling en het gedrag van de jeugdige
hanteren. Hij is vastgelopen in zijn emoties en
laat positief herstel zien thuis, op school en
gedrag. De jeugdige heeft bijvoorbeeld
buitenshuis.
 Fase gebonden problematiek
 Gedragsproblemen
 Hechtingsproblemen
 Middelengebruik / verslaving
 Traumatische ervaring
 Pesten
 Ingrijpende levensgebeurtenis
Toelichting
In dit resultaatgebied heeft de jeugdige ontwikkeling- en gedragsproblematiek. De problemen van de
jeugdige zijn goed beïnvloedbaar door het pedagogische handelen van de ouders.
Er is geen sprake van zware gezinsproblematiek of problemen in de relatie tussen de ouders. Wel
kunnen er lichte problemen zijn in de opvoeding. Ouders hebben bijvoorbeeld onvoldoende
opvoedvaardigheden of hebben onenigheid over de opvoeding en aanpak van de jeugdige.
Resultaatgebied 2. Verbeteren van psychosociaal functioneren van de jeugdige en de
communicatie binnen het gezin van de jeugdige, waar problemen in het gezin spelen
Wat is nodig?
Wat willen we (het gezin) bereiken?
Ondersteuningsbehoefte
Resultaat
Hulp bij het verbeteren van psychosociaal
 De ouders beschikken over toereikende
functioneren jeugdige en verbeteren van
opvoedvaardigheden, om op eigen kracht de
gezinscommunicatie en de
ontwikkeling van hun kind(eren) positief aan te
opvoedvaardigheden.
sturen en te stimuleren.
 De ouders zijn eensgezind over de aanpak en
Wat is er aan de hand?
zijn instaat tot afstemming, onverlet hun eigen
Kinderen worden belemmerd in hun
opvoedstijl en eventuele
ontwikkeling, met name omdat hun ouders
echtscheidingssituatie.
problemen ervaren in de opvoeding door
 De jeugdige functioneert leeftijdsadequaat
bijvoorbeeld
thuis, op school en buitenshuis.
 (V)echtscheiding
 Hechtingsproblemen
 Spanning thuis
 Traumatische ervaring bij de ouders
 Migratieproblematiek
 Ingrijpende levensgebeurtenis
Toelichting
In dit resultaatgebied is er zowel behoefte aan ondersteuning bij de invulling van het ouderschap als
bij het opgroeien van de jeugdige. De ouders van deze jeugdige hebben problemen in de relatie met
elkaar. Dat beïnvloedt het opgroeien van de jeugdige. Vaak zijn de ouders gescheiden. Over de
opvoeding zijn de ouders het vaak niet eens en ze beschikken over ontoereikende
opvoedvaardigheden. De jeugdige kampt met psychosociale problemen. Jeugdige vertoont vaak
gedragsproblemen, heeft emotionele problemen, loyaliteitsproblemen en problemen op school.
Resultaatgebied 3. Begeleiden van jeugdigen met een beneden gemiddelde intelligentie
Wat is nodig?
Ondersteuningsbehoefte
Hulp, begeleiding en behandeling in
samenhang met een beneden gemiddelde
intelligentie.
Wat is er aan de hand?
Een jeugdige met een beneden gemiddelde
intelligentie, die extra ondersteuning nodig
heeft om de weg in het leven te vinden. Bij
het opvoeden van deze jeugdigen hebben
ouders begeleiding nodig.
Wat willen we (het gezin) bereiken?
Resultaat
 De ouders hebben goed zicht op de sterke
kanten en de beperkingen van hun kind en hoe
dit van invloed is op zijn ontwikkeling. Zij
weten hoe zij hun kind kunnen stimuleren in
zijn ontwikkeling en welke opvoedkundige
aanpak effectief is. Zij weten waar zij
ondersteuning kunnen vinden om
overbelasting te voorkomen.
 De jeugdige weet indien mogelijk, waar zijn
sterke kanten liggen en beseft dat hij
beperkingen heeft. Hij functioneert
overeenkomstig zijn mogelijkheden thuis, op
school en buitenshuis. Hij voelt zicht goed in
zijn vel en heeft een reëel toekomstbeeld voor
ogen. Hij voelt zicht prettig in zijn
leefomgeving.
Toelichting
In dit resultaatgebied heeft de jeugdige een beneden gemiddelde intelligentie. Daarbij gaat het niet
alleen om IQ maar om het functioneren en aanspreekniveau van het kind. Het vraagt van ouders
naast de basis opvoedvaardigheden ook specifieke opvoedvaardigheden in de dagelijkse
opvoedingspraktijk.
Resultaatgebied 4. Verbeteren van het functioneren van een jeugdige met ontwikkelings- en
gedragsproblemen door kind factoren (psychiatrisch en/of somatisch)
Wat is nodig?
Ondersteuningsbehoefte
Hulp en behandeling bij het verminderen van
problematiek en verbeteren van het
functioneren jeugdige
Versterken opvoedvaardigheden.
Wat is er aan de hand?
De jeugdige heeft ontwikkelings-, gedragsen/of psychiatrische problemen (cf DSM V).
Wat willen we (het gezin) bereiken?
Resultaat
 De kindfactoren zijn dusdanig beïnvloed dat
de jeugdige zich zo leeftijdsadequaat mogelijk
ontwikkelt en functioneert.
 De lijdensdruk van de jeugdige is sterk
verminderd. Hij voelt zich prettig in zijn
leefomgeving.
 Ouders en andere betrokkenen hebben
inzicht in de kindeigen factoren van de
jeugdige, weten zijn gedrag te hanteren en
zijn ontwikkeling optimaal te stimuleren
(versterken eigen kracht ouders).
Toelichting
Er is sprake van kindeigen problematiek (psychiatrische stoornis, somatische stoornis,
ontwikkelingsstoornis, syndromale afwijkingen). De problematiek is van invloed op de
ontwikkeling en kan gepaard gaan met disfunctioneren in meerdere levens- en
ontwikkelingsgebieden. De problematiek stagneert de ontwikkeling van de jeugdige.
De jeugdige vraagt door zijn problematiek om specifieke opvoedvaardigheden van ouders. De
problematiek van de jeugdige kan de draaglast-draagkracht verhouding van hun ouders sterk
beïnvloeden, evenals het functioneren van het gezin.
Resultaatgebied 5. Begeleiden en behandelen van een jeugdige met ontwikkelings- en
gedragsproblemen met een beneden gemiddelde intelligentie
Wat is nodig?
Ondersteuningsbehoefte
Hulp, begeleiding en behandeling in
samenhang met een beneden gemiddelde
intelligentie en gedragsproblematiek.
Wat is er aan de hand?
 Gedragsproblemen bij jeugd met een
beneden gemiddelde intelligentie
 Risico op de draagkracht-draaglast
verhouding van ouders
Wat willen we (het gezin) bereiken?
Resultaat
 De klachten die samenhangen met de beneden
gemiddelde intelligentie in combinatie met de
ontwikkelings- en gedragsproblemen, zijn
verminderd.
 Er is sprake van minder lijdensdruk en herstel
van functioneren, thuis en buitenshuis.
 De jeugdige weet, indien mogelijk, waar zijn
sterke kanten liggen en maakt daar gebruik
van. Hij voelt zich prettig in zijn leefomgeving.
 De ouders beschikken over kennis en
opvoedkundige vaardigheden die nodig zijn om
de ontwikkeling positief te stimuleren. Zij
weten waar zij ondersteuning kunnen vinden
om overbelasting te voorkomen.
Toelichting
In dit resultaatgebied hebben de jeugdigen een beneden gemiddelde intelligentie (zie ook profiel 3).
Hierdoor vragen zij om extra zorg, ondersteuning en bescherming. Daarnaast is er sprake van
ontwikkelings- en gedragsproblemen in brede zin. Er is sprake van problemen op meerdere
ontwikkelingsgebieden en levensdomeinen. De beneden gemiddelde intelligentie is gecombineerd
met psychische en psychiatrische problematiek/stoornissen, waarbij het één het ander kan
beïnvloeden en versterken (over en weer). Dit vraagt om extra zorg, ondersteuning en specialistische
behandeling en begeleiding.
Resultaatgebied 6. Begeleiden van jeugdige met een lichamelijke beperking en niet-aangeboren
hersenletsel, zodat hij optimaal functioneert
Wat is nodig?
Ondersteuningsbehoefte
Hulp, begeleiding en verpleging vanwege een
lichamelijke beperking.
Wat is er aan de hand?
 Jeugd met lichamelijke beperking
 Jeugd met niet aangeboren hersenletsel
 Draagkracht / draaglast van verhouding
ouders
Wat willen we (het gezin) bereiken?
Resultaat
 De jeugdige maakt zo goed mogelijk gebruik
van zijn sterke kanten. Hij ontwikkelt zich
positief thuis en buitenshuis, binnen zijn
mogelijkheden. Hij ontwikkelt een positief
zelfbeeld en voelt zich prettig in zijn
leefomgeving.
 De ouders bieden de zorg en ondersteuning die
hun kind nodig heeft, zo nodig met behulp van
anderen. Zij weten waar zij ondersteuning
kunnen vinden om overbelasting te
voorkomen.
Toelichting
Deze aandoeningen zijn van invloed op de ontwikkeling van de jeugdige in meerdere
ontwikkelingsgebieden en leefdomeinen. Naast de basale opvoedvaardigheden, vraagt dit van de
ouders ook specifieke opvoedvaardigheden in de dagelijkse opvoedingspraktijk. Dit kan hoge eisen
stellen aan het ouderschap en de ouderrelatie. Extra aandachtspunt is ook de draagkrachtdraaglastverhouding van de ouders en het gezin (invloed op overige kinderen in het gezin).
Ontlasting van de ouder(s)/het gezin kan aangewezen zijn, bijvoorbeeld door middel van respijtzorg.
Resultaatgebied 7. Ondersteunen en begeleiden van een jeugdige, die belasting ervaart door
een of meer ouders met een ziekte of beperking en het ondersteunen van deze ouders in de
opvoeding
Wat is nodig?
Ondersteuningsbehoefte
Hulp bij het vergroten van specifieke
opvoedvaardigheden van ouders met een
fysieke beperking of een beneden gemiddelde
intelligentie en het ondersteunen van het kind
om de beperking van de ouders te hanteren.
Wat is er aan de hand?
Door ziekte of een lichamelijke beperking of
een beneden gemiddelde intelligentie bij de
ouders, is de opvoedsituatie belast. Dit vraagt
meer van kinderen dan gebruikelijk, waarbij
kinderen problemen kunnen ervaren in hun
ontwikkeling, bijvoorbeeld door
mantelzorglast. Kinderen kunnen gedrags- en
emotionele problematiek ontwikkelen
Wat willen we (het gezin) bereiken?
Resultaat
 De ouder(s) doet wat in zijn vermogen ligt in
de opvoeding van zijn kind(eren). Het
netwerk om het gezin ondersteunt waar dit
nodig is.
 De jeugdige functioneert leeftijdsadequaat,
thuis, op school en buitenshuis. Hij zit goed in
zijn vel. Hij heeft steunfiguren om zich heen,
waar hij terecht kan om zijn emoties over de
gezinssituatie te delen en die in praktische zin
hulp bieden.
Toelichting
In dit resultaatgebied heeft de jeugdige één of twee ouders met een ziekte, lichamelijke beperking
of een beneden gemiddelde intelligentie. Hierdoor hebben de ouders problemen met het bieden
van voldoende ondersteuning, bescherming en verzorging van hun kind(eren). De ouders hebben
vaak ontoereikende opvoedvaardigheden.
Bij de jeugdige kan, als gevolg hiervan, gedragsproblematiek ontwikkelen. Er kan ook sprake zijn
van ontwikkelingsproblemen door kindfactoren.
Het gaat in dit resultaatgebied niet om ouders met psychiatrische problemen.
Resultaatgebied 8. Begeleiden en verbeteren van het dagelijks functioneren van jeugdige met
ontwikkelings-, gedrags- en/of psychiatrische problemen, die is vastgelopen in emoties en
gedrag, met ouders met psychiatrische problemen, die daardoor problemen bij het opvoeden
ervaren
Wat is nodig?
Ondersteuningsbehoefte
Hulp voor de jeugdige bij zijn ontwikkeling.
Hulp bij het vergroten van specifieke
opvoedvaardigheden voor ouders met eigen
problematiek.
Wat is er aan de hand?
Jeugdige
 Ontwikkelings-, gedrags- en/of
psychiatrische problemen (cf DSM V)
 Gedragsproblemen
Ouders
 Eén of beide ouders met psychiatrische
problematiek
 Middelenmisbruik / verslaving
 Trauma
Wat willen we (het gezin) bereiken?
Resultaat
 De ouder(s) staat in zijn eigen kracht als
opvoeder(s), onverlet de persoonlijke
problemen en beperkingen. Om het gezin is
een steunend netwerk aanwezig, dat
bijspringt en aanvult waar en wanneer dit
nodig is. Daar waar dit niet haalbaar is
gebleken, is er voor de jeugdige een veilige en
stimulerende opvoedsituatie gevonden.
 De ontwikkelings- , gedrags- en emotionele
problemen zijn grotendeels verdwenen en de
jeugdige kan zich weer leeftijdsadequaat
ontwikkelen binnen zijn mogelijkheden thuis,
op school en buitenshuis. De jeugdige voelt
zich weer beter in zijn vel.
Toelichting
Als gevolg van psychiatrische problematiek van ouder(-s) is er een problematische thuissituatie.
Vaak is er onvoldoende bescherming, verzorging, opvoeding en/of ondersteuning van de jeugdige.
Middelengebruik en/of verslavingsproblematiek en een problematische relatie tussen de ouders
komt vaak voor.
Wat betreft de jeugdige is er sprake van ontwikkelings-, gedrags- en emotionele problemen, die
zowel kindeigen als contextueel bepaald kunnen zijn.
Resultaatgebied 9. Begeleiden en verbeteren van het dagelijks functioneren van een jeugdige met
ontwikkelings-, gedrags- en psychiatrische problemen binnen multi-problem gezinnen, waarbij de
draagkracht van het gezin verbetert
Wat is nodig?
Ondersteuningsbehoefte
Hulp bij het leren van vaardigheden en
verbeteren van functioneren van jeugdige,
rekening houdend met complexe
problematiek in het gezin.
Waarborgen veiligheid jeugdige.
Wat is er aan de hand?
Jeugdige
 Ontwikkelings-, gedrags- en/of
psychiatrische problemen
 Ernstige voedings- of slaapproblemen bij
jeugdige
 Gedragsproblemen
 Hechtingsproblemen
 Ontwikkelingsachterstand bij jonge
 kinderen
 Onverwerkt trauma
Ouders ervaren een stapeling van
problemen, zoals
 Armoede/schulden
 Huiselijk geweld
 Huisvesting
 Middelengebruik / verslaving
 Migratieproblematiek
 Onverwerkt trauma
 Openbare orde
 Psychische problematiek
 Radicalisering
 Sociaal isolement
 Werk- en inkomen
Wat willen we (het gezin) bereiken?
Resultaat
 Integrale aanpak van de problematiek,
zowel bij de zorgaanbieder als bij de
gemeente als andere maatschappelijke
partners.
Door de integrale aanpak zijn de problemen
van de jeugdige verminderd en functioneert
hij beter thuis, op school en buitenshuis.
 De jeugdige maakt een gezonde positieve
en veilige ontwikkeling door.
 De ouders hebben regie over de opvoeding
van de jeugdige en weten waar ze terecht
kunnen voor hulp en ondersteuning.
 De ouders beschikken over toereikende en
bij de jeugdige passende
opvoedvaardigheden, om op eigen kracht
en eigen regie de ontwikkeling van hun
kind(eren) aan te sturen en te stimuleren.
 Er is een steunend netwerk om het gezin.
 Acceptatie van blijvende kindproblematiek
kan een onderdeel zijn.
Toelichting
In dit resultaatgebied gaat het om jeugdigen die opgroeien in een gezin met complexe problematiek
op meerdere leefgebieden. Eén of beide ouder(s) hebben eigen problematiek. Er is sprake van (een
combinatie van) ontoereikende opvoedvaardigheden, financiële problemen, huisvestingsproblemen,
relationele problemen. De ouders zijn niet (altijd) in staat om hun kinderen voldoende zorg,
bescherming en ondersteuning te bieden. Bij de jeugdige is er sprake van ontwikkelings- en
gedragsproblemen. Er kan sprake zijn van angst- en stemmingsproblemen, hechtingsproblemen,
traumatische ervaringen en cognitieve beperkingen.
Resultaatgebied 10. Ondersteunen van jonge kinderen van min negen maanden tot 6 jaar en hun
gezin die gezien hun leeftijd en de complexiteit van de problematiek specifieke kennis,
procesdiagnostiek en specifieke ouder/kind interventies behoeven
Wat is nodig?
Ondersteuningsbehoefte
Waarborgen van de veiligheid van het kind.
Hulp bij leren van vaardigheden en
verbeteren functioneren voor 0-6 jarige
binnen het gezin.
Rekening houdend met verminderen van
eigen problematiek ouders en
Wat is er aan de hand?
 Kind is jonger dan 7 jaar
 Stagnerende ontwikkeling met
onduidelijke oorzaak
 Complexe kind-, ouder- en
omgevingsfactoren.
Wat willen we (het gezin) bereiken?
Resultaat
 Het jonge kind maakt, naar vermogen, een
gezonde positieve en veilige ontwikkeling door .
 Acceptatie van blijvende kindproblematiek kan
een onderdeel kan zijn.
 De ouders beschikken over toereikende en bij
het kind passende opvoedvaardigheden, om op
eigen kracht en eigen regie de ontwikkeling van
hun kind(eren) te ondersteunen en te
stimuleren.
 De ouders werken goed samen in de opvoeding
van hun kinderen. En maken gebruik van een
goed steunnetwerk.
 Zowel leerkrachten als groepsleiders weten hoe
zij het kind kunnen begeleiden en stimuleren in
de ontwikkeling.
 De ontwikkeling en het gedrag van het jonge
kind laat positief herstel zien thuis, op het
kinderdagverblijf, de voorschool, op school en
buitenshuis.
Toelichting
In dit resultaatgebied is sprake van complexe problemen in het gezin die van invloed zijn op de
ontwikkeling van het kind. Het kind laat al vroeg zien, dat er problemen in de ontwikkeling zijn maar
deze laten zich vanwege de leeftijd moeilijk duiden. Het gaat om kindfactoren zoals een huilbaby,
ernstige voeding- of slaapproblemen, een ontwikkelingsachterstand, emotionele- en
gedragsproblemen, medische complicaties, syndromale afwijkingen, meervoudige beperkingen.
Vaak is er in de gezinnen met jonge kinderen sprake is van instabiele opvoedingsomgeving en/of
onvoldoende pedagogische vaardigheden. Bijvoorbeeld ouders met psychische problematiek,
onverwerkt trauma, LVB, verslaving, tienermoeders. Al deze factoren beïnvloeden elkaar over en
weer.
Het jonge kind is afhankelijk van de ouder/verzorger, daardoor beïnvloeden deze factoren zowel de
ontwikkeling van het brein en de kwaliteit van de ouder-kindrelatie -en daarmee de hechting- meer
nog dan bij oudere kinderen.
Resultaatgebied 11. Het bieden van crisishulp aan een jeugdige en gezin in crisissituatie, zodat de
situatie stabiliseert
Wat is nodig?
Ondersteuningsbehoefte
 Interventie bij crisissituatie.
Wat is er aan de hand?
 Crisissituatie in het gezin
 Gevaar voor de ontwikkeling / veiligheid
van de jeugdige
Wat willen we (het gezin) bereiken?
Resultaat
 De crisis en onveiligheid zijn opgelost.
 Binnen zes weken is duidelijk welk
resultaatgebied na de crisis van toepassing
is op de jeugdige en diens gezin.
Toelichting
In dit resultaatgebied is er in het gezin een acute crisissituatie. Dit situatie is dusdanig bedreigend
voor de ontwikkeling / veiligheid van de jeugdige dat er direct (binnen 24 uur) een interventie
gepleegd moet worden om het acute gevaar te beperken.
Download