Botschaft vom 15 - Herz Mariens.de

advertisement
Stormschrift 49 (in totaal 86 delen)
Getuigenissen van Gods Eeuwige Waarheid
door “Myriam van Nazareth”
Totus Tuus, Maria!
EERDER NOG ZULLEN HEMEL EN AARDE VERGAAN...
49. Over de tijdloze Waarheid van God
God heeft voor ieder mens een welomlijnd Plan: Hij voorziet op welk
tijdstip Uw ziel op aarde in een lichaam gestort wordt, en naargelang Uw
werken en bestrevingen tijdens Uw leven kan Hij U terugroepen op het
voor U bestemde ogenblik, of ook vroeger of later. Gods Plan met elke
ziel is het product van Zijn onovertroffen Wijsheid, en gaat er onder meer
van uit dat de ziel zich door de Goddelijke inspiraties laat leiden en haar
werken volbrengt in overeenstemming met Gods Wil. Naarmate meer
zielen afwijken van de verwachtingen van Gods Wil en zich eerder laten
leiden door eigen belangen en door ingevingen van het kwaad dan door
de Heilige Geest, komt de Schepping in een toestand van relatieve
wanorde te verkeren. Om nog enigszins een evenwicht te vinden dat het
mogelijk maakt om de Schepping in stand te houden, is God als het ware
genoodzaakt om Zijn Werken voortdurend aan te passen. Omdat Gods
Plannen gegrondvest zijn op absolute Wijsheid, en het in het belang van
de hele Schepping en van het heil van de zielen is dat geen letter van
Gods beschikkingen veranderd zou worden, zal God min of meer grote
verschuivingen moeten doorvoeren indien Hij wil vermijden dat de Wet
van Zijn Gerechtigheid naar de letter toegepast zou worden. Deze
verschuivingen zijn slechts mogelijk door het noodplan van Gods Liefde
dat de Barmhartigheid wordt genoemd. Doordat de mens zich steeds
verder van Gods Wil verwijdert, hindert hij steeds méér de uitvoering van
Gods Plannen en Werken. Doordat God de menselijke wil respecteert,
grijpt Hij zelden op bruuske wijze in op afwijkende of zelfs zondige
handelingen en werken van de mens. Niettemin heeft God Zich
voorgenomen dat nog eerder Hemel en aarde zullen vergaan dan dat
één haaltje veranderd zou worden aan Zijn Wet vóór alles in vervulling is
gegaan. God heeft de mens geschapen met welbepaalde bedoelingen
en verwachtingen, en Hij heeft daar van meet af aan regels voor
ingegeven: hoe de mens zich behoort te gedragen om Gods Plan van
alomvattende Liefde en vrede op aarde te verwezenlijken opdat de aarde
een spiegelbeeld zou zijn van het Rijk Gods in de Hemel, want zo was
de Schepping door God bedoeld. De mens heeft Gods Wet van in den
beginne gekend, doch hij heeft zijn eigen wetten afgekondigd, die gericht
zijn op een menselijk rijk van genot en zelfzucht.
Wat God heeft vastgesteld, zal in vervulling gaan. Groot is de zonde van
de mens die Gods Plan tegenwerkt. Dat is precies wat reeds vanaf de
erfzonde is gebeurd, en later op steeds grotere schaal herhaald zou
worden. Deze neiging tot het instellen van eigen voorschriften die
afwijken van de oorspronkelijke Wet van God, is modernisme.
Modernisme is het geloof dat de wereld verbeterd moet worden
door het veranderen van de oude, traditionele waarden. Dit geloof
steunt op de vaststelling dat de wereld en de ontwikkeling van de
mensheid vervuld zijn van ellende. Deze vaststelling is weliswaar juist,
doch het modernisme trekt uit deze vaststelling de verkeerde conclusie:
het heeft niet begrepen dat alle ellende precies in de wereld is
gekomen door van de traditionele waarden af te wijken. U kunt dit
het beste vaststellen in de Kerk. De traditionele waarden zijn door Jezus
ingesteld en aan de apostelen van het eerste uur doorgegeven. Na de
Hemelvaart van Jezus heeft de Heilige Geest de jonge Kerk van Christus
gezuiverd van haar laatste menselijke waarden door de heiliging van de
apostelen te voltooien en hen de totale bezieling van al hun woorden en
handelingen, gedachten en bestrevingen in te storten. De traditionele
waarden van de Kerk van Christus zijn dus in de diepste zin van het
woord Goddelijke waarden. Vanaf het ogenblik waarop de eerste
wijzigingen in de riten en de liturgie in de Kerk begonnen te sluipen, is
dus sprake van modernisme, en vanaf dat ogenblik is bijgevolg afbreuk
gedaan aan de Goddelijke waarden (het Hemels fundament) van de
Kerk. Elke vorm van modernisme is in wezen verwereldlijking, en
bijgevolg een stap achteruit.
De aanhangers van het modernisme in de Kerk hebben niet begrepen
dat elk woord, elke handeling en elke ritus in de Kerk en de Eucharistie
een vaste waarde heeft, die door God slechts is toegekend voor zover
deze woorden, handelingen en riten zo en niet anders worden gesproken
of uitgevoerd, want uitsluitend in die vorm kan Gods kracht in haar
volheid over de Schepping uitgestort worden. Gods Waarheid is tijdloos.
Daarom is het een zeer grote dwaling, de Kerk aan te passen bij de
ontwikkelingen in de samenleving. Wie van oordeel is dat de Kerk de
ontwikkelingen in de samenleving moet volgen, is ten prooi aan
misleiding, want hij beschouwt de Kerk als een wereldse instelling, een
bouwsel van mensen, in plaats van als een bouwwerk dat opgetrokken is
op het Woord van God en boven alle menselijke elementen in leven
wordt gehouden door de bezieling van de Heilige Geest. De opvatting
dat de Kerk van Christus “verouderd” of “uit de mode” is, berust op diepe
duisternis en verblinding. De Kerk en de liturgie moeten niet aangepast
worden aan de maatschappij, integendeel: de maatschappij moet
aangepast worden aan de Kerk en de liturgie, want de traditionele
christelijke leer is de eeuwige en onveranderlijke Waarheid van God, de
verwoording van Gods Wet die voor alle tijden geldt. Zodra de mens de
2
liturgie en de Kerk begint “aan te passen”, is hij bezig, inbreuk te plegen
op Gods Eeuwige Wet en verkeert hij dus in zonde. Gods Wet laat zich
niet veranderen door het handelen en denken van de mens, wiens
wijsheid in Gods ogen weinig méér kan zijn dan dwaasheid, want de
menselijke wijsheid steunt op een fundering van grote onwetendheid. De
menselijke samenleving en het menselijk denken worden constant
veranderd onder talloze invloeden, waarvan vele geïnspireerd worden
door de krachten van het kwaad. De christelijke leer, de liturgie en de
Kerk aanpassen bij de veranderingen in de samenleving, zou daarom
betekenen dat God zich onder meer moet aanpassen bij de grillen van
het kwaad. Indien daaraan wordt toegegeven, staat de deur wijd open
voor algemeen verval en levert men de Kerk, het Erfgoed van God zelf,
uit aan de satan.
Jezus Zelf heeft ons de enige Waarheid van God gegeven, maar de
mens heeft het zich aangematigd om deze op zijn eigen manier te
beginnen uitleggen. De diepe betekenis van de Bijbelteksten wordt nog
slechts door weinigen begrepen. De wereld heeft vanuit zodanig veel
hoeken de christelijke leerstellingen aangevreten dat deze ons vaak nog
slechts in misvormde toestand aangereikt worden. Ook de mens zelf is
door de wereld en de evolutie van de samenleving “aangevreten”. De
mentaliteit en levenswijze van de mensheid zijn sterk veranderd omdat
de technologie en wetenschap (dus de menselijke denkwijze) sterk
veranderd zijn, niet omdat Gods denkwijze veranderd zou zijn, want die
is eeuwig en onveranderlijk. Gods Waarheid is voor alle tijden in de
mensenziel gelegd, maar de mens heeft wereldse invloeden de kans
gegeven om die Waarheid onder een dikke laag stof te verbergen. Het is
dan ook een dwaling, te menen dat de Kerk moet veranderen omdat Zij
gegrondvest is in een tijdperk waarin de samenleving en het menselijk
denken nog heel anders waren dan nu. Modernisme is een open deur
naar algemeen verval, en bewerkt het absolute tegendeel van wat Jezus
aan Zijn Kerk heeft opgedragen, namelijk zielen te winnen voor Gods
Rijk. Modernisme levert juist steeds méér zielen uit aan Gods vijanden.
Herken dus de tekenen die U bedreigen.
Hoe kunt U modernisme in de Kerk herkennen? De duidelijkste tekenen
zijn:
1. Verschuiving van de klemtoon naar het menselijke. God staat
steeds minder centraal. Preken en gebedsintenties dragen vaak duidelijk
het stempel van humanistisch denken (zie Stormschrift nr. 36). Dit
betekent dat zij slechts zelden gericht zijn op Gods belangen, of niet
meer hoofdzakelijk bezield zijn door het verlangen om zielen te
onderrichten in Gods Waarheid. Steeds méér menselijke elementen
worden in de Heilige Eucharistie binnengeleid, en wel in ontelbaar vele
vormen, bijvoorbeeld het voorlezen van door leken gekozen gedichten,
afzonderlijke programma’s voor kinderen tijdens de Heilige Mis, de
3
omgang met de geconsacreerde Hostie en Wijn alsof het wereldse
voedingsmiddelen voor een gewone maaltijd waren (dit doet wel sterk
denken aan de broodmaaltijd van de protestanten, die niet geloven in de
verandering van brood en wijn in Lichaam en Bloed van Jezus), verder
ook de teloorgang van plechtige spirituele elementen in Huwelijks- en
Doopceremonieën (deze worden steeds vaker afgehandeld alsof het
sociale familiebijeenkomsten waren waar God nauwelijks iets mee te
maken heeft).
Dit verschijnsel is een afspiegeling van de toestand in de samenleving
als geheel: de mens wordt tot middelpunt van alles gemaakt, en God
wordt terzijde geschoven. Zo heeft Jezus het allerminst onderwezen.
2. Afwijkingen van de traditie in de uitreiking van de Heilige
Communie. Mij is bij herhaling in visioenen en openbaringen
aangetoond dat de Heilige Communie slechts de volheid van haar
genade schenkt indien zij geknield en rechtstreeks op de tong ontvangen
wordt. De gelovige die om medische redenen niet kan knielen, is
verontschuldigd wat het knielen betreft. De priester die deze wijze van
communiceren
weigert,
verkeert
in
ernstige
dwaling
en
ongehoorzaamheid jegens Gods Wet en jegens de pauselijke
voorschriften. De opvatting dat het ontvangen van de Heilige Communie
op de tong en in geknielde positie niet meer past bij de nieuwe tijden,
getuigt van de hoogmoed die de mens kenmerkt sedert hij door de grote
vorderingen in techniek en wetenschap meent dat hij de schepping
onder controle heeft. Het modernisme houdt geen rekening meer met het
feit dat de Heilige Communie een rechtstreeks contact is met God. De
handcommunie mag dan onder druk van wereldse invloeden door
bepaalde bisschoppen “goedgekeurd” en door allerlei omstandigheden
ingeburgerd geraakt zijn, zij beantwoordt niet aan Gods oorspronkelijke
verwachtingen en bedoelingen.
3. Verandering van de misliturgie. De teksten van de liturgie
vertonen in bepaalde Heilige Missen opvallende afwijkingen ten
opzichte van de traditionele teksten. Zo wordt bijvoorbeeld het
kernwoord “God” wel eens vervangen door “de Ene”. Niet zelden
worden hele tekstgedeelten weggelaten. Andere tekstgedeelten
worden geherformuleerd, zodat de evangelische woorden
“begrijpelijker” worden maar hierdoor ook soms hun
dieperliggende betekenis verliezen. Een bijkomend modernistisch
element bestaat hier uit de keuze voor de gemakkelijke oplossing
(vereenvoudiging van de woorden van Jezus) in plaats van voor de
onderrichting van de gelovigen door moeilijkere bijbelteksten
diepgaand toe te lichten. Jezus heeft Zijn apostelen geleerd hoe zij
met geduld en volharding Gods Waarheid moesten verkondigen en
onderrichten. Met de modernisering van de wereld lijkt dit door
velen als tijdverspilling te worden beschouwd: een moderne
4
samenleving wil alles “snel, efficiënt en ter zake” zien gebeuren.
Voor het voeden en kneden van iets zo ontastbaar als de ziel is
geen plaats meer. In de loop der eeuwen zijn vele wijzigingen
doorgevoerd in de liturgie. Het gevaar bestaat dat het geheel
hierdoor steeds minder overeenstemming vertoont met Gods ware
bedoelingen, en dat de Heilige Mis als geheel aan waarde inboet ten
opzichte van haar oorspronkelijk ingestelde vormgeving. De
gelovige die met een oprecht hart een “vervormde” Heilige Mis
bijwoont, wordt hiervoor door God niet ter verantwoording
geroepen: de Kerk als instelling van Jezus Christus vult voor deze
zielen aan wat ontbreekt doordat bepaalde genaden door een
afwijkende liturgie niet vrijgemaakt zijn. Wel verdient het
aanbeveling dat de ziel die zich van ernstige afwijkingen op dit
gebied bewust is geworden, niet meer de voorkeur geeft aan het
bijwonen van dergelijke Misvieringen.
4. Ontwaarding van het zondebegrip. De mens houdt er in de nieuwe
tijden minder dan ooit van, eraan te worden herinnerd dat hij niet
volmaakt is en dat hij kan zondigen. Op een zonde, fout of ondeugd
gewezen te worden, wordt door vele mensen beschouwd als een
belediging. Voor de Kerk als stichtende en vormende nalatenschap van
Christus wordt het pas echt gevaarlijk wanneer ook priesters weinig
waarde gaan toekennen aan het Sacrament van de Biecht (hoe
zeldzaam worden goede biechtgelegenheden!), en als biechtvader, als
predikant of als raadgever de betekenis van zonde en ondeugd beginnen
te minimaliseren. Zij volgen op dat ogenblik niet meer de onderrichtingen
van Jezus. Het leiden en begeleiden van zielen veronderstelt een
fijngevoelige zin voor evenwicht tussen barmhartigheid en mildheid
enerzijds, en absolute liefde voor de Waarheid anderzijds. Zielen kunnen
niet openbloeien indien zij slechts adviezen krijgen die de Waarheid
verwringen met de bedoeling, hen de confrontatie met hun eigen
geweten te besparen. Groei naar heiligheid kan slechts één fundament
hebben: kennis van Gods Waarheid en van de bijhorende dwaalwegen.
Het Sacrament van de Biecht moet niet alleen de ziel zuiveren en haar
opnieuw met God verzoenen, het moet evenzeer het zondebesef en de
oprechte zelfkennis aanscherpen.
5. Afnemend geloof in de transsubstantiatie. Transsubstantiatie is de
verandering van het brood en de wijn in het Lichaam en Bloed van
Jezus. Dit is het grote mirakel dat zich dagelijks in de Rooms-katholieke
Heilige Missen over de hele wereld voltrekt en waardoor Jezus Zijn
belofte waarmaakt: “Ik zal met u zijn alle dagen, tot het einde der tijden”.
Steeds méér mensen, zelfs priesters, geloven niet meer in de
werkelijkheid van dit Goddelijk Mysterie. Dit schokkend gegeven
ondermijnt het hele fundament van datgene waarvoor de Heilige
Eucharistie borg moet staan: de herbeleving van het verlossende
5
Kruisoffer van Jezus op Golgotha, de zelfgave van Jezus aan alle zielen
die Hem in zich willen opnemen om zich te voeden voor het eeuwig
Leven en om Hem “het onderdak te geven” dat Hem op aarde zo vaak is
ontzegd. De transsubstantiatie is de verwezenlijking van de beloofde
eeuwigdurende verbinding tussen Hemel en aarde. Wie hierin niet
gelooft, ontneemt alle fundament aan de werkelijkheid van het eeuwig
Leven, en verloochent alle Werken van Jezus, Zijn Verlossingswerk, en
Zijn verheerlijking, zelfs de diepe zin en betekenis van Zijn Kerk. Gebrek
aan geloof in de transsubstantiatie heeft tot gevolg dat ook de zin van de
aanbidding van het uitgestald Sacrament niet meer begrepen wordt, en
dat niet zelden zelfs aan de Heilige Mis als dusdanig nog weinig waarde
wordt toegekend. Het gif van het modernisme krijgt hier wel zijn
dodelijkste uitwerking: wat niet voor de lichamelijke zintuigen
waarneembaar is, wordt verloochend.
6. Minimalisering van de eerbied. Zowel in de kerk (het huis van God)
als tijdens de eredienst (de prijzing en verheerlijking aan God en Zijn
Werken) heerst een schrijnende toename van het gebrek aan eerbied.
Een stoffelijk zichtbare uiting hiervan vertoont zich door de steeds
zeldzamer wordende mogelijkheden om te knielen in de kerk. Een ander
voorbeeld is het bedroevend gering bewustzijn van Gods Aanwezigheid
en van het heilig doel van de plaatsen van eredienst, zoals blijkt uit het
toenemend gebrek aan ingetogenheid, respect en stilte. Ook hier geldt
de vaststelling dat het niet waarneembare niet of onvoldoende als
werkelijkheid wordt erkend. Het menselijk opzicht speelt in dit alles een
hoofdrol: de moderne, “ontwikkelde” mens lijkt zich te schamen voor een
ingetogen en nederig gedrag onder het oog van zijn medemens. Dit
gebrek aan eerbied krijgt verder voedsel door de modernistische neiging
om mensen “nader te betrekken” bij het hoog-mysterieuze gebeuren van
de Heilige Mis. Een paar voorbeelden: de oproep om samen rond het
altaar te gaan staan, en de uitnodiging aan de gelovigen om bij
Communie in beide gedaanten (Brood en Wijn) zelf de Heilige Hostie uit
de Kelk te nemen en deze eigenhandig in de Wijn te dopen. De
vermaningen die Gods Geest hierover in de harten stort, worden
miskend, en de gewetens worden gevoed met de valse geruststelling dat
deze maatregel tenslotte dient om de gelovigen een hechtere band met
de Kerk te verschaffen. Dit is een dwaling: een hechtere band kan niet
worden gesmeed door de goedbedoelende ziel te misleiden tot een
handeling die Gods verontwaardiging opwekt. Volg de wijze en
geïnspireerde richtlijn van onze heilige vader de Paus, en weiger als
gelovige leek het Allerheiligste Lichaam van Jezus in de hand te nemen
en in Zijn Allerheiligste Bloed te dopen. Vraag de priester dat hij dit voor
U doet. Indien hij weigert, kies dan niet voor het menselijk opzicht maar
voor God, en neem liever niet deel aan de Heilige Communie dan God
bewust te beledigen. Spreek in de stilte van Uw hart een akte van
6
eerherstel uit, en vraag aan Maria dat Zij Jezus op geestelijke wijze in
Uw hart wil leiden. Zij zal dit doen, en U bovendien overvloedige
genaden in de ziel storten vanwege Uw voorbeeldige keuze voor de
eerbied jegens Haar Zoon. Een laatste voorbeeld: de zozeer verbreide
oproep aan de gelovigen om tijdens de Eucharistie, meteen vóór het
Onzevader, de woorden van de doxologie (“door Hem, en met Hem, in
Hem, zal Uw naam geprezen zijn, Heer onze God almachtige Vader,...")
hardop uit te spreken. Dit is een uitnodiging tot, of minstens een
tolerantie van, gebrek aan eerbied, want terwijl de priester deze woorden
uitspreekt, hoort de gelovige in stille aanbidding te zijn. In visioenen werd
mij ooit geopenbaard welke verbanden er bestaan tussen de
verschillende onderdelen van de Heilige Eucharistie enerzijds en de
gebeurtenissen op Golgotha anderzijds. Deze verbanden bevestigen dat
de Heilige Eucharistie inderdaad een spirituele herhaling van het
Verlossingsoffer van Jezus is. Tijdens de woorden van de doxologie zag
ik daarbij Jezus aan het Kruis, heel kort vóór Zijn Dood en onmiddellijk
vóór de woorden “Het is volbracht”. Wie zich van deze verbanden
rekenschap geeft, kan deze fase van de Heilige Mis niet anders beleven
dan in stille ingetogenheid en met een warm hart dat voldoende heeft
aan het bewustzijn van de innige nabijheid van Jezus die voor hem aan
het sterven is. Bedenk overigens dat eveneens de steeds méér
verbreide oproep tot het uitwisselen van de vredesgroet een brutale
onderbreking van dit zo verheven gebeuren van de Kruisdood tot gevolg
heeft. Deze modernistische gewoonte berust tevens op een voorkeur
voor het menselijke boven het Goddelijke. Waar is de diepe eerbied en
aandacht voor de stervende Verlosser op een ogenblik waarop mensen
herinnerd worden aan de aanwezigheid van mensen? Een verdere uiting
van het gebrek aan eerbied blijkt uit het toenemend gebrek aan ernst.
Wie tijdens de Heilige Mis waarlijk beseft dat hij met de zaken van God
bezig is, wordt stil en liefdevol eerbiedig. Deze gesteldheid lijken mensen
(ook priesters) steeds minder te durven opbrengen (eens te meer
herinner ik U aan het zo belangrijk geachte menselijk opzicht). De
moderne mens is bang geworden om zijn waarde en waardigheid,
waaraan hij zoveel belang hecht, in de ogen van zijn medemens te
verliezen. Vandaar de zo verbreide neiging om zich in het huis van God,
zelfs tijdens de eredienst, te gedragen met een kunstmatige luchtigheid.
Het menselijk opzicht overheerst overigens ook het maken van het
kruisteken, bij uitstek het symbool voor het geloof in onze Verlossing en
de liefde voor de Verlosser: hoe vaak wordt het kruisteken niet, of op
onverschillige wijze, gemaakt, onder meer bij het betreden en het
verlaten van de kerk.
7. Ontvluchten van de stilte tijdens de Eucharistie. Dit kenmerk van
modernisme in de Kerk komt onder andere tot uiting in de neiging om
elke gebedsstilte op te vullen met gesproken woorden of muziek (vaak
7
zelfs muziek met een moderne inslag). De ware communicatie met God
(bijvoorbeeld na de Heilige Communie) wordt aldus tot een minimum
herleid. Bedenk dat Jezus Zich vaak terugtrok om te bidden in de stille
afzondering van een berg, omdat Hij wist dat een diep en verheerlijkend
contact met Zijn Vader slechts tot stand kon komen in een hart dat de
stilte eert. In de stilte fluistert Gods Geest. De moderne mens lijkt wel
bang geworden voor dit contact met de Eeuwige Liefde, evenals voor de
confrontatie met de eigen ziel, die zich aan het bewustzijn openbaart in
de stilte, in haar pogingen om zich te zuiveren.
De vaststelling van de ernstige afwijkingen ten opzichte van Gods
bedoelingen bij de grondvesting van Zijn Kerk, die tenslotte de vestiging
van Zijn Rijk op aarde moet voorbereiden, noopt elke christen tot gebed
voor de terugkeer van de traditionele waarden en voor de vrijwaring van
het zuiver contact van de priesters met de ingevingen van de Eeuwige
Wijsheid. Het modernisme in Kerk en liturgie is in wezen niets anders
dan een gebrek aan liefde voor Gods Werken, aan eerbied voor Zijn
bedoelingen, en aan geloof in de onovertroffen Wijsheid die Hem ertoe
heeft aangezet om Zijn eredienst in te stellen op de wijze waarop Hij het
bij monde van Jezus heeft gedaan. Het feit dat de verblinde en misleide
mens Zijn nalatenschap misbruikt, is voor God geen reden om Hemel en
aarde te laten vergaan. Laten wij samen dagelijks meermaals de
volgende aanroeping richten tot Gods Geest, opdat de Kerk haar aloude
tradities in ere moge herstellen, tot uitroeiing van alle dwaling.
Kom, Heilige Geest, stort het Licht van Gods Waarheid in de zielen.
Bevrijd de mensheid uit de duisternis.
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
Apostolat; Postfach 50 15 59; D-50975 Köln,
e-mail: [email protected]
www.myriam-van-nazareth.net
8
Download