Hoofdstuk 4: De Republiek verliest haar voorsprong (1648-1702) 1672 NL: Nederland werd aangevallen door FR, EN, Münster en Keulen. De Republiek vond het al die jaren geldverspilling om een landleger aan te schaffen en dus was het makkelijk voor FR en DU om grote delen van de Republiek in te nemen. De regenten vonden een stadhouder in vredestijd, tijdens de Gouden Eeuw, niet nodig. Maar na de inval van FR, EN en DU werd de zoon van de laatste stadhouder, Willem III, toch tot stadhouder benoemd. Onder zijn leiding werden de vijanden uiteindelijk verdreven. 1688 NL: Willem III had de grootse oorlogsvloot die de mensheid ooit had gezien bijeengebracht. Hij wilde Engeland binnenvallen en zijn katholieke schoonvader Jacobus II van de troon stoten. Als hij zelf de macht kreeg in Engeland, konden Nederland en Engeland samen oorlog voeren tegen Frankrijk. Willem en zijn vrouw Mary Stuart lieten zich kronen tot koning en koningin. Tot zijn dood in 1702 was Willem III stadhouder van Nederland en koning van Engeland. Maar na de dood zakte Nederland af tot een mogendheid van de tweede rang. De Verlichting: Onder invloed van de wetenschappelijke revolutie begon de kijk op de samenleving te veranderen. De gedacht won terrein dat de maatschappij niet wordt beheerst door God en bovennatuurlijke krachten, maar door natuurwetten en door menselijke keuzes. 18e eeuw: Het abolitionisme ontstond, het was een beweging die de slavernij wilde verbieden. Frankrijk werd onder de absolute vorst Lodewijk XIV het sterkste land van Europa. Van 1672 tot 1713 was de Republiek bijna voortdurend in oorlog met Frankrijk., vanaf 1688 samen met Engeland. 4.1 De opkomst van Engeland en Frankrijk 1643 FR: Koning Lodewijk XIII overleed, en werd opgevolgd door zijn vierjarige zoontje Lodewijk XIV, die 72 jaar koning bleef. 1661 – 1715 FR: Toen zijn eerste minister in 1661 overleed, benoemde hij geen opvolger. Lodewijk XIV regeerde Frankrijk als een absolute koning. Voortaan regeerde hij zelf. Lodewijk XIV maakte van Frankrijk een absolute monarchie, waarin de wil van de koning wet was. Hij vestigde zich in Versailles, in Parijs, waar hij een reusachtig paleis liet bouwen, waar duizenden hovelingen hem voortdurend moesten vleien. Hij liet zichzelf de Zonnekoning noemen, zo draaide alles om Lodewijk XIV. Lodewijk maakte een einde aan de eigen troepen van hoge edelen en maakte van het Franse leger een gedisciplineerde vechtmachine. Dat vormde een bedreiging voor de Franse buren en Lodewijk voerde bijna permanent oorlog. Om de oorlogen te kunnen blijven betalen en de Franse economie te versterken, voerde Lodewijk een politiek van mercantilisme. Dit hield in dat de staat de handen en nijverheid steunde met subsidies en hoge invoerrechten op buitenlandse producten. 1865 FR: Lodewijk XIV trok het Edict van Nantes in, hij schafte de godsdienstvrijheid af en wilde alleen nog het katholieke geloof. Hugenoten vluchtten naar de Republiek en Amerika. 1649 EN: Koning Karel I was onthoofd. En Engeland werd een republiek onder leiding van Cromwell. Er waren veel opstanden van militairen die aan alle standsvoordelen een eind wilden maken, maar Cromwell sloeg alle opstanden neer. Hij ontwikkelde zich tot een dictator. 1653 EN: Cromwell stuurde het parlement naar huis. Hij werd alleenheerser met de titel Lord Protector (beschermheer). Cromwell was een puritein (Engelse calvinist). Hij probeerde van Engeland een vroom puriteins land te maken en dwong al het volksvermaak af. 1658 EN: Cromwell was aan een ziekte bezweken. Er kwam bijna een burgeroorlog op gang en dus trok de commandant van het legen in Schotland met zijn troepen naar Londen. Daar riep hij het parlement bijeen, dat de monarchie weer herstelde in 1660. Dit kwam bekend te staan als de Restauratie. 1660 EN: De zoon van de koning keerde terug op zijn dertigste verjaardag onder luide toejuichingen van de bevolking in Londen. Het parlement riep hem uit tot koning Karel II. Karel II bewonderde Lodewijk XIV, maar kon geen absolute macht worden aangezien Karel financieel afhankelijk van het parlement was. Bij zijn terugkomst moest hij dan ook beloven dat hij de rechten van het parlement zou respecteren. Ook kreeg hij niet genoeg geld om ‘koninklijk’ te leven. Dat geldgebrek en familiebanden brachten hem in het Franse kamp. 1667 NL: Lodewijk wilde het de Franse gebied uitbreiden en viel de zuidelijke (Spaanse) Nederlanden binnen. De geschrokken Republiek dwong hem uiteindelijk met steun van Engeland en Zweden te stoppen. Als hij geen oorlog met Spanje zou sluiten, zouden de drie landen hem de oorlog verklaren. 1670 FR: Lodewijk kocht Karel II om en sloten een geheim verdrag. Lodewijk zou Karel elk jaar een enorm geldbedrag geven. Samen zouden ze de Republiek aanvallen. Lodewijk zou alles voor Engeland betalen en het parlement – die niks met de Franse koning te maken wilde hebben- werd erbuiten gehouden. 4.2 Het Eerste Stadhouderloze Tijdperk 1650 – 1672 NL: De Republiek had voor het eerst geen stadhouder meer. Willem II volgde zijn vader Frederik Hendrik op. Hij kreeg al snel ruzie met de machtigste Hollandse regenten. 1650 NL: Willem II liet net als prins Maurits zijn grootste tegenstanders arresteren. Maar hij overleed aan de pokken, net voordat zijn zoon Willem III werd geboren. Een nieuwe stadhouder was volgens tegenstanders van de Oranjes niet nodig in vredestijd. Stadhouders waren volgens hen te oorlogszuchtig, terwijl oorlogen duur waren en schadelijk voor de handel. De Hollandse Staten riep honderden regenten uit alle gewesten bijeen voor een Grote Vergadering in de Haagse Ridderzaal. Daar werd besloten om geen nieuwe stadhouder te benoemen. Zo begon het Eerste Stadhouderloze Tijdperk. Johan de Witt, raadpensionaris van Holland en dus de belangrijkste politicus van de Republiek. Twee regentengroepen kwam tegenover elkaar te staan: de staatsgezinden, onder leiding van Johan de Witt vonden een bestuur zonder stadhouder het beste. Zij vonden dat de Staten van de afzonderlijke gewesten soeverein moest blijven. En de Oranjegezinden wilden de soevereiniteit van de gewesten beperken. De Republiek had volgens hun een stadhouder nodig, dat leiding gaf aan de staat en het leger. Het gewone volk en de adel waren Oranjegezinden, maar in Holland had ook de adel weinig te zeggen. Kapitaalkrachtige burgers gaven de toon aan. In vergelijking tot andere landen was er in de Republiek veel tolerantie. Godsdienstige minderheden werden niet vervolgd. De regenten waren voor gewetensvrijheid. Vervolging was ook bijna niet mogelijk doordat er geen centraal gezag was. Vooral in Amsterdam werd veel toegestaan. De stad trok dan ook veel buitenlandse wetenschappers en schrijvers die in eigen land niet met rust werden gelaten. Tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk gaf Johan de Witt leiding aan de buitenlandse politiek. Hij wilde een sterke vloot, omdat die nodig was voor de bescherming van de zeehandel. De Republiek werd na 1648 bedreigd door de opkomst van EN en FR. 1662 NL: Johan de Witt zorgde ervoor dat NL en FR elkaar in de oorlog zouden steunen en gaven elkaar handelsvoordelen. 1651 EN: Engeland was de grote vijand. Het Engelse parlement nam de Acte van Navigatie aan. Deze wet bepaalde dat buitenlandse schepen alleen goederen naar Engeland mochten brengen die in hun eigen land waren geproduceerd. Dat was tegen de Hollanders gericht, want die vervoerden van over de hele wereld handelswaar naar Engeland. 1652 NL: De eerste Engelse zeeoorlog. Veel Engelse schepen enterden Hollandse en Zeeuwse schepen en namen ze in beslag. De Engelse oorlogsvloot van was in deze handelsoorlog sterker. In 1654 eindigde de zeeoorlog met Engeland. 1665 NL: De tweede zeeoorlog met Engeland, nadat de Engelsen Nieuw Amsterdam hadden ingenomen en omgedoopt tot New York. De Republiek had nu een flinke oorlogsvloot met een verpletterende overwinning. 1667 NL: Er werd vrede gesloten met Engeland en er werd besloten dat Engeland New York mocht houden. De Witt wilde Engeland namelijk als bondgenoot om de Fransen in de Zuidelijke Nederlanden tegen te houden. In ruil voor New York nam Nederland Suriname over, dat aantrekkelijk was vanwege zijn suikerplantages. 4.3 Stadhouder-koning Willem III 1672 NL: In het Rampjaar bleek dat De Witts internationale politiek was mislukt. Frankrijk, Engeland, Münster en Keulen verklaarde de Republiek de oorlog. Op zee werd de Republiek aangevallen door de gezamenlijke Franse en Engelse oorlogsvloot. De Nederlandse vloot onder leiding van vlootvoogd Michiel de Ruyter hield stad tegen die overmacht. Maar op land was het verwaarloosde leger kansloos. Holland raakte in paniek en Johan de Witt kreeg de schuld. Oranjegezinden maakte gebruik van de volkswoede en Willem III werd stadhouder van Holland en Zeeland. De Witt werd vermoord. Willem III bleek net als zijn vader een kundig legeraanvoerder. Onder zijn leiding hield Holland stand achter de Hollandse Waterlinie. Vlak voor de komst van de Fransen waren langs de hele Hollandse oostgrens de polders onder water gezet. Deze watermassa hield de Franse tot stilstand. 1674 NL: De Fransen werden verjaagd doordat Willem III bondgenootschappen sloot met Oostenrijk, Spanje en Pruisen, die zich ook bedreigd voelden door Frankrijk. Eigenlijk was Willem III zelf staatgezind. Hij werd na de herovering van Gelderland, Utrecht en Overijssel wel daar ook stadhouder, maar hij gebruikte zijn bevoegdheden niet om het staatsbevel te veranderen. Toen hem werd aangeboden om hertog te worden, en dus de soevereiniteit over het gewest over te nemen, wees hij dat af. De soevereiniteit bleef in handen van de Staten. Willem III z’n levensdoel was om de veiligheid van het protestantisme en de Republiek te verzekeren. Hij voerde verschillende coalitieoorlogen om te voorkomen dat het katholieke Frankrijk een overwicht in Europa kreeg. Na 1674 zette hij de oorlog met Frankrijk voort, en er werd vooral in de zuidelijke Nederlanden gevochten. Om Engeland aan zijn kant te krijgen, trouwde Willem in 1677 met zijn nicht Mary Stuart. Maar de Hollandse Staten dwongen hem vrede te sluiten met Frankrijk. 1685 FR: Lodewijk XIV maakte een eind aan de rechten van hugenoten, dus Willem III werd bozer op hem. 1685 EN: Jacobus II werd koning, schoonvader van Willem III en hij was een bewonderaar van Lodewijk XIV. En dus leek er weer net als 1672 een Frans-Engelse aanval te dreigen. Samen met de Engelse protestanten bedacht Willem III een plan om zijn schoonvader te verjagen. Hij verzamelde een grote invasievloot, waarmee hij naar Zuid-Engeland voer. Hij hoefde nauwelijks te vechten. Er braken antikatholieke rellen uit. Willem liet zijn schoonvader vluchten naar Frankrijk. 1689 EN: Het parlement riep ‘William en Mary’ uit tot koning en koningin. Zij aanvaardden de Bill of Rights, waarin de rechten van het parlement werden vastgelegd. Daarmee was de Glorious Revolution, zoals de machtsovername werd genoemd, voltooid. Engeland was voortaan een parlementaire monarchie, waarin de volksvertegenwoordiging het laatste woord had. Engeland en de Republiek werden in een persoonlijke unie verenigd. Ze vormde nu een protestantse coalitie tegen Frankrijk. 1688 FR: Lodewijk XIV had de Republiek al de oorlog verklaard. Engeland en de Republiek vochten samen met Oostenrijk en Spanje. Weer waren vooral de Zuidelijke Nederlanden het strijdtoneel. 1697 NL: De oorlog eindigde met de Vrede van Rijswijk. Lodewijk moest Luxemburg en de Zuidelijke Nederlanden afstaan. 1701: Er brak opnieuw oorlog uit. Weer vochten de Republiek, Engeland en Oostenrijk tegen Frankrijk. Weer werd er vooral gevochten in de Zuidelijke Nederlanden. 1702: Willem III stierf kinderloos. 1713: Einde van de oorlog. 4.4 Het einde van de Gouden Eeuw Aan de Gouden Eeuw kwam na het Rampjaar 1672 een eind. De voorsprong op Frankrijk en Engeland ging verloren. De Republiek werd ingehaald door Frankrijk en vooral Engeland, dat in de 18e eeuw veruit het rijkte en meest ontwikkelde land werd. De Nederlandse handel leed extra onder de vele oorlogen en de mercantilistische maatregelen die in heel Europa genomen werden. 1651 EN: handel. Acte van Navigatie was nog maar het begin van de achteruitgang in de 1664 FR: Lodewijk ging zijn eigen economie beschermen tegen de Nederlandse concurrentie. Voor steeds meer producten kwamen invoerheffingen. Vaak viel de Franse markt dan helemaal weg voor Nederlanders. De VOC verscheepte in 1730 tweemaal zo veel naar Europa als in 1680. Toch nam in die periode de winst niet toe. Na 1730 daalde de winst zelfs, en uiteindelijk ging de VOC verlies lijden. De VOC werd overvleugeld door de Engelsen. De Nederlandse economie leed ook onder de kosten van de oorlogsvoering. Om de oorlogen vol te gouden, moest de Republiek steeds meer schulden maken en steeds meer belasting heffen. Om de oorlogen te kunnen blijven betalen leenden Holland en de Staten-Generaal vanaf 1672 grote sommen geld. Dat deden ze door obligaties te verkopen, schuldpapieren waarvan de eigenaren elk jaar een vaste rente kregen. 1702 NL: Willem III was overleden en het Tweede Stadhouderloze Tijdperk begon, wat maar liefst 45 jaar duurde. 1714 NL: De schulden liepen zo hoog op, dat de overheid meer kwijt was aan de rente dan ze aan belasting binnenkreeg. 1715 NL: De Republiek moest de betaling van de rente staken. In feite betekende dat dat de Republiek failliet was. Na het faillissement hadden regenten geen andere keus dan leger en vloot flink te verkleinen. Toch lukte het niet de belastingen en schulden omlaag te brengen. Bovendien was het bestuur nog meer dan vroeger in handen van een vaste kliek families die veel obligaties hadden. Zij profiteerden dus van de hoge staatsschuld: ze verdienden flink aan de rente die daarover betaald moest worden. Gedwongen door geldgebrek was de Republiek neutraal, niet langer in staat zichzelf te verdedigen. 1747 NL: Frankrijk viel Nederland vanuit het zuiden binnen. Zonder slag of stoot werden delen ingenomen door Frankrijk. Het leidde tot een oproer dat een eind maakte aan het stadhouderloze tijdperk. Maar ook dat kon de neergang van de Republiek niet tegenhouden. 1780 NL: 1795 NL: De Republiek was kansloos in de zeeoorlog tegen Engeland. De Republiek ging ten onder door Franse troepen.