Zondag 31 januari 2016 Orgelspel Terwijl de kaarsen worden aangestoken zingen we: 513:1 Welkom 1 Stilte Bemoediging: V Onze hulp is in de naam van de Heer G Die hemel en aarde gemaakt heeft Drempelgebed Zingen: Psalm 71: 1, 2 en 4 2. Wees mij een burcht, waarheen ik vluchten, waarin ik nacht en dag mij veilig bergen mag. Mijn rots, bij U is niets te duchten, Gij hebt in al mijn noden redding en heil geboden. 2 4. Sinds mij mijn moeder had ontvangen en vormde in haar schoot, was Gij mijn hulp in nood. U Heer, U loven mijn gezangen; verlosser van mijn leven, uw naam zij hoog verheven. Groet: V De Heer zij met u G Ook met u zij de Heer Kyriegebed Glorialied 867 3 2. Loof overal, loof al wat adem heeft, loof God die leeft. De kerk zingt schoon en luid het lied dat niemand stuit, het hart is ’t bovenal, dat eeuwig zingen zal. Loof overal, loof al wat adem heeft, loof God die leeft. Gebed bij het openen van de Bijbel Gesprek met de kinderen Eerste lezing Jeremia 1: 4-10 Zingen 831: 1-3 4 2. Ik riep: Gij vraagt te veel van mij. Gij zijt te groot, ga mij voorbij! Maar spreken moest ik, aangeraakt ben ik nu tot zijn stem gemaakt. 3. Zijn woorden ploegen door mijn grond. Zij leggen bloot, ze slaan een wond. Hij roept om ons én klaagt ons aan. Kan Hij niet zonder ons bestaan? Tweede lezing Lucas 4: 21-30 Zingen: 831: 4-6 4. Zo ongelegen komt zijn woord, een fluistering die ongehoord zich in mijn bloed gedrongen heeft, als liefde waar ik mij aan geef. 5. Hij is een woord dat niet verwaait, een vuur waarin de liefde laait, een hamer die de rotsen splijt, een God die aan ons mensen lijdt. 5 6. Hij striemt de vrome zekerheid, maar streelt de twijfels en de strijd. Wij buigen ons voor zijn gericht en vinden zo zijn aangezicht. Refrein: Stem, die ons uitdaagt, vind bij ons gehoor! Woord als daglicht, altijd laaiend vuur, woon op onze lippen, adem in ons oor! Uitleg en verkondiging Orgelspel, uitlopend op 831: 7-9 7. Ik bande Hem uit hart en hoofd. Zijn naam dacht ik in mij gedoofd. Vergeefs ontliep ik zijn geluid, want als een vlam slaat Hij mij uit. 8. Verliet ik dan de moederschoot alleen voor leven totterdood? Was zij, die mij het leven gaf mij maar geworden tot een graf... 9. Ik ben gevangen in zijn stem, mijn leven spreekt alleen van Hem, mijn God; Hij zit mij in het bloed. Dat maakt mijn bitter leven zoet. Refrein: Stem, die ons uitdaagt, vind bij ons gehoor! Woord als daglicht, altijd laaiend vuur, woon op onze lippen, adem in ons oor! Gebeden, afgesloten met gezamenlijk bidden van het Onze Vader. 6 Als acclamatie zingen we 145b, voorzang, gevolgd door gemeentezang Collectes 1. diaconaat en apostolaat Zingen 657 7 2. pastoraat 2. Al is mijn stem gebroken, mijn adem zonder kracht, het lied op and’re lippen draagt mij dan door de nacht. Door ademnood bevangen of in verdriet verstild: het lied van Uw verlangen heeft mij aan ’t licht getild. 3. Het donker kan verbleken door psalmen in de nacht. De muren kunnen vallen: zing dan uit alle macht! God, laat het nooit ontbreken aan hemelhoog gezang, waarvan de wijs ons tekent dit lieve leven lang. 4. Ons lied wordt steeds gedragen door vleugels van de hoop. Het stijgt de angst te boven om leven dat verloopt. Het zingt van vergezichten, het ademt van uw Geest. In ons gezang mag lichten het komend bruiloftsfeest. Uitzending en Zegen Orgelspel 8