PROTESTANTSE - GEMEENTE - HUISSEN 9 juli, 4de na Trinitatis Voorganger Ds. Wilma Hartogsveld Organist: Hennie Klaasen Bos – van Zetten ***************** DE V O O R B E R E I D I N G Welkom en mededelingen door de dienstdoende ambtsdrager Muziek Drempeltekst: In de naam van God, die naar ons omziet, en die ons liefheeft, willen wij hier luisteren en zingen, geloven, hopen en liefhebben. Kom Geest van God, adem ons open. (gemeente gaat staan) Begroeting: Onze hulp is in de Naam van de Heer Ik-zal-er-zijn-voor-jou is zijn Naam Belofte en opdracht aan ons leven Dat zal uiteindelijk vrede maken Voor alles en ieder amen Lied: 277 (twee keer) Die ons voor het licht gemaakt hebt dat wij leven: spreek licht, wees hier aanwezig in uw naam Ik zal er zijn. (gemeente gaat zitten) Kyriegebed Glorialied: 146a Laat ons nu vrolijk zingen! Kom, heft uw liederen aan voor Hem, wie alle dingen altijd ten dienste staan. Ik wil de Heer daarboven lofprijzen hier op aard, ja, Hem van harte loven, die veilig mij bewaart. Moment met de kinderen DE SCHRIFTEN Gezongen gebed: Lied 317: 1 en 2 1 Grote God, Gij hebt het zwijgen met uw eigen, met uw lieve stem verstoord. Maak de weg tot U begaanbaar, wees verstaanbaar; spreek Heer, uw gemeente hoort. 2 Heer, uw boodschap staat geschreven, ons ten leven, maak uw schrift het levend woord. Zie het boek van uw behagen opgeslagen; spreek Heer, uw gemeente hoort. Eerste lezing: Zach 9:9-12 Zingen: Lied 550: 1 en 2 1 Verheug u, gij dochter van Sion, en jonkvrouw Jeruzalem, juich! Uw koning rijdt binnen, het rijk gaat beginnen, de zalige tijden, Hij komt ons bevrijden rechtvaardig, zachtmoedig, de aarde zal spoedig een bloeiende tuin zijn van vrede en recht, de Heer heeft het heden gezegd. 2 Verheug u, gij dochter van Sion, en jonkvrouw Jeruzalem, juich! Hij zal u regeren met God en met ere. De wagens, de paarden, de wapens, de zwaarden, krijgszuchtige plannen, Hij zal ze verbannen, Hij zal ze verdoen in zijn toorn en zijn recht, het is van te voren voorzegd. Tweede lezing: Mat 11:25-30 Zingen: Lied 837 1 Iedereen zoekt U, jong of oud, speurend langs allerlei wegen: kronkelig, vreemd, of recht, vertrouwd – Meester, waar kom ik U tegen? Eens vindt U ons, bij dag of nacht, moe van onszelf en zonder kracht, dorstend naar liefde en zegen. 2 Volgen wij, Heiland, niet uw spoor: laten wij anderen bloeden, geven wij pijn en angsten door neem ons dan onder uw hoede. Spreek uw genezend woord vol macht, dan krijgt ons leven nieuwe kracht. Spreek, dan keert alles ten goede. 3 Heer, als ons denken U ontkent, kan ons de leegte benauwen. Als onze hand uw schepping schendt, wilt U ons dan nog vertrouwen? Twijfel of hoogmoed, onverstand – neem ons, uw mensen, bij de hand. Laat ons uw schoonheid aanschouwen. 4 Koning, uw rijk is zo nabij open mijn ogen en oren! Onrustig is mijn hart in mij, totdat het nieuw wordt geboren. Daarom zoekt U elk mensenkind. Zoek, herder, mij, opdat ik vind en steeds meer bij U zal horen. Overweging Muziek (misschien kan in dit orgelspel of pianospel de melodie van 1001 alvast klinken? Ik weet niet of dat lied in Huissen bekend is namelijk ) We zingen: Lied 1001 2 Zijn woord wil deze wereld omgekeerd: dat lachen zullen zij die wenen, dat wonen zal wie hier geen woonplaats heeft, dat dorst en honger zijn verdwenen – de onvruchtbare zal vruchtbaar zijn, die geen vader was, zal vader zijn; mensen zullen andere mensen zijn, de bierkaai wordt een stad van vrede. 3 Wie denken durft, dat deze droom het houdt, een vlam die kwijnt maar niet zal doven, wie zich aan deze dwaasheid toevertrouwt, al komt de onderste steen boven: die zal kreunen onder zorgen, die zal vechten in ’t verborgen, die zal waken tot de morgen dauwt – die zal zijn ogen niet geloven. Gebeden - Stil Gebed – Onze Vader Onze Vader die in de hemel zijt, Uw naam worde geheiligd. Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden zoals ook wij onze schuldenaars vergeven. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid, Amen Collecte Vredegroet) Slotlied: 315 1 Heb dank, o God van alle leven, die zijt alleen Uzelf bekend, dat Gij uw woord ons hebt gegeven, uw licht en liefde ons toegewend. Nu rijst uit elke nacht uw morgen, nu wijkt uw troost niet meer van de aard, en wat voor wijzen bleef verborgen werd kinderen geopenbaard. 2 En of een mens al diep verloren en ver van U verzworven is, Gij noemt zijn naam, hij is herboren, vernieuwd door uw getuigenis. Uw woord, dat spreekt in alle talen, heeft uit het graf ons opgericht, doet ons in vrijheid ademhalen en leven voor uw aangezicht. 3 Gemeente, aan wier aardse handen dit hemels woord is toevertrouwd, o draag het voort naar alle landen, vermenigvuldigd duizendvoud. Een stem zegt: Roep! Wat zou gij roemen op mensengunst of -heerlijkheid? ’t Verwaait als gras en weidebloemen. – Gods woord bestaat in eeuwigheid! Zending en Zegen ***** Reacties op de viering zijn welkom in de doos in de hal óf via het adres:: [email protected]. In de werkgroep VIEREN worden deze besproken en wordt er gekeken hoe we daarmee onze vieringen kunnen ‘verbeteren’.